Hoogbouw neemt in Nederland een bijzondere positie in. Het wordt zowel verguisd als omarmd. Dat laatste geldt vooral in Rotterdam, waar voor Nederlandse begrippen veel hoge gebouwen staan. Het letterlijke hoogtepunt is de Maastoren dat met 165 m het Nederlandse record in handen heeft. Hoewel Rotterdam nog altijd vooroploopt, volgen nu ook steeds meer andere steden. Weliswaar op een bescheiden manier, tenminste als je het vergelijkt met wat er in China en het Midden-Oosten gebeurt, maar toch opvallend. Wat zit er achter deze ontwikkelingen en wat zijn de verwachtingen voor de toekomst? Auteur: Jaap Modder Brainville Jaap Modder is voorzitter van de Stichting Hoogbouw en heeft een eigen adviespraktijk (Brainville). Hij werkt in binnen- en buitenland op het terrein van urban and regional planning. Hij heeft dit artikel geschreven voor eigen verantwoordelijkheid.
themaNederlands perspectief op hoogbouw5 20164themaNederlandsperspectiefop hoogbouw1Als de stad de toekomst is dan is hoogbouw een mustNederlands perspectief op hoogbouw 5 2016 5Hoogbouw neemt in Nederland een bijzonderepositie in. Het wordt zowel verguisd als omarmd.Dat laatste geldt vooral in Rotterdam, waar voorNederlandse begrippen veel hoge gebouwen staan.Het letterlijke hoogtepunt is de Maastoren dat met165 m het Nederlandse record in handen heeft.Hoewel Rotterdam nog altijd vooroploopt, volgennu ook steeds meer andere steden. Weliswaar opeen bescheiden manier, tenminste als je hetvergelijkt met wat er in China en het Midden-Oostengebeurt, maar toch opvallend. Wat zit er achter dezeontwikkelingen en wat zijn de verwachtingen voorde toekomst?Het is opmerkelijk hoe er in Nederland en dan vooral in degrote steden over hoogbouw wordt gedacht. Vormt hoogbouween in het oog springend deel van de stedelijke bebouwing, danis men er vaak trots op. Als dat niet het geval is, is menoverwegend kritisch of tegen. Tekenend is het verschil tussenRotterdam en Utrecht. In Rotterdam strijdt een actiegroep vooreen nog hogere toren en in Utrecht is men beducht voor meerhoogbouw. Het moet kennelijk wennen. Maar als hoogbouweenmaal onderdeel is van de stad, dan verandert het beeld datde stedeling ervan heeft. Rotterdammers zijn trots op hunhoogbouwstad. In Den Haag is men inmiddels ook vertrouwdmet de nieuwe skyline en kan nieuwe hoogbouw op draagvlakrekenen. Amsterdam is een forse inhaalslag aan het maken. Hetbegon met de Zuidas(foto 2), waar hoogbouw dominant is en ook geaccepteerd.Maar inmiddels wordt ook in Amsterdam-Noord, rond hetAmstelstation en op andere locaties rond de ring, niet teveronachtzamen hoogbouwgolf. De Amsterdammers begrijpenheel goed dat ook dit bij de stad hoort. Zolang die hoogbouwmaar niet in de grachtengordel terechtkomt.OntwikkelingenHoogbouw in Nederland heeft traditioneel geen geweldiggoede naam. De galerijflats uit de hoogtijdagen van de Neder-landse volkshuisvesting hebben daar fors aan bijgedragen.Lelijke kantoortorens boven op historische stadscentra, zonderenig stedenbouwkundig benul, deden de rest. Maar de tijdenzijn veranderd. Galerijflats worden niet meer gebouwd. En alshet al gebeurt, gaat het om `onder architectuur' tot standgekomen woongebouwen in het duurdere (koop)segment,meestal trouwens met eigen opgangen. Kantoren zijn ookpass?. We werken inmiddels op een fractie van kantoormetersvan weleer en hebben bestaande gebouwen ontdekt als biotoopvoor het werken in het digitale tijdperk. En als er al nieuwekantoren worden gerealiseerd, gaat het om energieneutralegebouwen of om kantoren in een mix van andere functies.Niet alleen in Nederland, ook wereldwijd zijn kantoortorens ophun retour. Het past niet meer in het business model van beleg-gers en ontwikkelaars. De nieuwe globale trend is wonen of eenmix van functies: kantoor, hotel en wonen. Recent voorbeeld indie laatste categorie is De Rotterdam van Rem Koolhaas op deKop van Zuid (foto 3). Hier zijn deze functies overigens nietboven elkaar, zoals elders, maar naast elkaar georganiseerd.Heeft hoogbouw nog wel toekomst in Nederland? Dat is de vraagdie hier aan de orde is. Het antwoord is ja. Het is echter niet dehoogbouw die we associ?ren met wat er in de vorige eeuw inNederland is gebouwd en al helemaal niet met wat er elders opde wereld (in Azi? en het Midden-Oosten) wordt gebouwd. Voorde `nieuwe hoogbouw' geldt dat niet zozeer de hoogte maar deaansluiting op het stedelijk weefsel, de `urban fabric', essentieel isvoor de kwaliteit ervan. Niet de hoogte van het gebouw maar deplint, met andere woorden de interface tussen gebouw en stad,daar gaat het om. De stedenbouwkundige inpassing is minstenseven belangrijk als de vormgeving van het gebouw.Hoogbouw moet bijdragen aan de stedelijke verdichting. Diestaat nu vrijwel overal geprogrammeerd in de grote steden vanNederland. En dat hoeven geen torens van 600 m te zijn. In de`rankings' van leefbare steden elders in de wereld is meestalsprake van hoogbouw die aanzienlijk lager is en in de eersteplaats goed aansluit op stedelijke voorzieningen en vooral opknooppunten in het openbaar vervoer. In die hoogbouw wordtniet meer gewerkt maar gewoond. Dat is ook het perspectiefvoor Nederland: wonen in hoogbouw in een stedelijke settingen goed aangesloten op de stad.Kwaliteit van de stedenDe tijden zijn snel veranderd. Wie vijftig jaar terug kijkt naarstedelijk Nederland ziet een heel ander beeld. Verpauperdebinnensteden met veelal nog vervuilende industrie bepaaldenhet beeld. De toekomst lag in de groeisteden, met de galerij-flats, of in de bungalowdorpen in de buurt van de steden. Destad zelf is pas recent weer in beeld. Het definitieve einde vanhet industri?le tijdperk betekende dat het werk (in de diensten-Jaap Modder 1)Brainville1 Het stadskantoor, Utrechtfoto: Pieter Verbeek1) Jaap Modder is voorzitter van de Stichting Hoogbouw en heeft een eigen advies-praktijk (Brainville). Hij werkt in binnen- en buitenland op het terrein van urbanand regional planning. Hij heeft dit artikel geschreven voor eigen verantwoorde-lijkheid.Nederlands perspectief op hoogbouw5 20166thema2 De hoogbouw van de Zuidas Amsterdamfoto: Omir Amsalem / arcitect: Pi de Bruijn, de Architekten CieDat pleidooi heeft in steden als Rotterdam en Den Haag bijge-dragen aan de komst van hoogbouw die inmiddels ook doorstedelingen wordt ervaren als kwaliteit. De stichting besteeddeveel aandacht aan de architectuur van hoogbouw, de constructie,veiligheid, enzovoort. Daarbij werd nogal eens gekeken, somszelfs met enige jaloezie, naar kampioen hoogbouwsteden inAzi?. Dat is een beetje voorbij. De hierboven geschetsteontwikkeling laat zien dat er voor hoogbouw in Nederland eenheel nieuwe agenda voorligt. En die sluit naadloos aan bij watwij nu zien gebeuren in de grote steden.Vijf grootste stedenWie naar de recente plannen van de vijf grootste steden inNederland kijkt (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrechten Eindhoven) ziet een duidelijke lijn: intensivering van destad, van de stedelijke ruimte is nodig om tegemoet te komenaan de fors gestegen vraag naar stedelijk wonen. Met uitzonde-ring van Den Haag is er in alle steden voldoende ruimte voorintensivering van het ruimtegebruik, ook gelet op de tijd dienodig is voor planvorming en realisatie. Maar dat lukt alleen alsde dichtheden omhoog gaan. Hoogbouw kan daar een rol inspelen. Dat vraagt wel om een stedenbouwkundige visie.Rotterdam heeft alweer een paar jaar geleden een hoogbouwvisievastgesteld, een `zoning' plan. Daarin zijn zones aangewezenwaar hoogbouw kan bijdragen aan de stedelijke kwaliteit.Kijkend naar de al gerealiseerde hoogbouw in de andere grotesector) weer in de stad terugkwam en dat die stad schoner wasdan daarvoor. Dat verklaart de renaissance van de stad, ook inNederland. Het verder verdichten van de steden kan bijdragenaan een hogere kwaliteit van voorzieningen (vervoer, groen,cultuur, uitgaansleven, aanbod van producten) en idem aan deop interactie en innovatie gebaseerde `nieuwe economie'.Hoogbouw kan daar een substanti?le bijdrage aan leveren.De Rotterdamse stichting Hoogbouw hield zich de afgelopendrie decennia bezig met het bepleiten van hoogbouw alsbijdrage aan de kwaliteit van de steden. Niet als enige maar welin koor met architecten, ontwikkelaars, bouwers en beleggers.Tabel 1 Toekomstige hoge gebouwen ter wereldgebouw plaats hoogte (m) aantal verdiepingen realisatieJeddah Tower Jeddah (SA) 1000 167 2019Burj Khalifa Dubai (AE) 828 163 2010China Gate Shenzhen (CN) 739 169 -Suzhou ZhongnanCenterSuzhou (CN) 729 137 2021Dubai One Dubai (AE) 711 161 2021CTF Wuhan Wuhan (CN) 648 123 -Signature TowerJakartaJakarta (ID) 638 113 2021Wuhan GreenlandCenterWuhan (CN) 636 125 2018Shanghai Tower Shanghai (CN) 632 128 2015Merdeka PNB118 Kuala Lumpur (MY) 630 118 20202Hoogbouw internationaalOver de hele wereld gaan gebouwen de hoogte in. Het aantalgebouwen van 200 m of meer is sinds het jaar 2000 verdrievou-digd. Deze ontwikkeling komt voor een belangrijk deel door eenwereldwijde versnelling in de urbanisatie. Vooral Chinezen enAfrikanen trekken massaal naar de stad. De verwachting is dat in2030 60% van de wereldbevolking in stedelijk gebied zal wonen.Ter vergelijking: in 1800 leefde slechts 2% van de wereldbevol-king in steden. In 1950 was dit opgelopen tot 30% en in 2007woonde voor het eerst meer dan de helft van de wereldpopula-tie in steden.De meest spraakmakende voorbeelden van hoogbouw treffenwe aan in Azi? en het Midden-Oosten. Zo wordt momenteel inSaoedi-Arabi? gebouwd aan een toren die de kaap van de 1000m moet slechten. Het zal daarmee de 828 m hoge Burj Khalifa inDubai naar de kroon steken. Maar ook in China en Japan zijnrecent zeer hoge torens gerealiseerd of zijn die momenteel inaanbouw of ontwikkeling. In dit themanummer van Cementkomen enkele van de meest spraakmakende recente projectenaan bod.Nederlands perspectief op hoogbouw 5 2016 73 De Rotterdam van Rem Koolhaasbron: OMA (foto: Ossip van Duivenbode)4 Top 10 van de hoogste gebouwen ter wereldbron: http://skyscrapercenter.com/nog gaande. Het goede nieuws is, zoals gezegd, dat de meestesteden voldoende ruimte hebben voor hun inbreidingsopgave.Raar genoeg heeft Rotterdam, kampioen hoogbouw, verrewegde grootste opgave qua verdichting. De binnenstedelijke bevol-king is grofweg de helft van wat we in andere steden zien. Datverhoudt zich slecht tot een stad met een haltestation voor deThalys naar Brussel en Parijs. Probleem is echter dat de druksteden is zo'n hoogbouwvisie geen overbodige luxe. En zekernu de vijf grote steden al hun `verdichtingskaarten' op het eigengrondgebied hebben gezet. Het gaat hen er nu om `de stadgroter te maken binnen de stad'.Niet alle steden zetten expliciet in op hoogbouw als componentin deze opgave. Rotterdam, Den Haag en Amsterdam zijn alwel zover, Eindhoven volgt en in Utrecht is het debat erover34Burj KhalifaDubai, ArabischeEmiratenShanghai TowerShanghai, ChinaMakkah Royal Clock TowerMekka, Saoedi-Arabi?One World TradeCenter, New York,Verenigde StatenTaipei 101Taipei,TaiwanShanghai WorldFinanial CenterShanghai, ChinaInternationalCommerceCentre, HongKong, ChinaPetronas TwinTowerKuala Lumpur,Maleisi?Zifeng TowerNanjing, ChinaWillis TowerChicago,VerenigdeStatenhoogte 451,9 mverdiepingen 88hoogte 484 mverdiepingen108hoogte 492 mverdiepingen101hoogte 508 mverdiepingen 101hoogte 541,3 mverdiepingen 94hoogte 632 mverdiepingen 128hoogte 442,1 mverdiepingen 108hoogte 450 mverdiepingen 66hoogte 601 mverdiepingen 121hoogte 828 mverdiepingen 163850800750700650600550500450400350300250200150100500Nederlands perspectief op hoogbouw5 20168thema5 De Maastoren in Rotterdamsche traditie van scheiding van functies (hier wonen, daarwerken) nu echt achter ons hebben. Neem de Zuidas inAmsterdam. Bij de start van de planvorming een Central Busi-ness District met 85% kantoorfuncties. Inmiddels rekent menmet 60 ? 70% wonen. De bouwkranen maken momenteel over-uren in dit gebied. Daarmee krijgt de Zuidas het karakter vaneen stadsdeel met een hoog aandeel aan werkfuncties.Hetzelfde zien we op de Kop van Zuid in Rotterdam. Devolgende slag kan worden gemaakt in campuslocaties. Neemhet Utrecht Science Park. Daar zou woninghoogbouw goedpassen. Aansluiting op het snelwegennet is prima, dat geldthelaas niet voor het openbaar vervoer.Deze ontwikkeling stelt heel nieuwe opgaven aan de hoogbouw.In de eerste plaats is nog betrekkelijk weinig ervaring opgedaanmet kwalitatief hoogwaardige woonplattegronden in de hoog-bouw. Het uitzicht op de stad dat hoogbouw biedt, wordt langniet altijd optimaal benut, niet alleen binnen maar ook buiten(op het balkon). De opgave van wonen in hoogbouw betekentechter veel meer. De aansluiting op de stedelijke ruimte is algenoemd. Hoe ziet de plint eruit, de aansluiting op stedelijkevoorzieningen en infrastructuur? Energieneutraliteit vraagt inhoogbouw om een geheel andere aanpak, maar het kan wel.Brandveiligheid en constructieve verbeteringen (minderwindhinder, meer stabiliteit) zijn andere `puntjes' voor dehoogbouwagenda. Service is een tot op heden onderbelichtelement. Waar is de `doorman'? Als wonen in hoogbouwsuccesvol wil zijn, moet het meer comfort bieden dan een huismet een tuin. Een andere grote kwestie is voor wie we hoogbouwen. Net als in vele buitenlanden voor de grote portemonnee?We hoeven ons geen zorgen te maken over het aanbod aanluxueuze hoogbouw in onze grote steden. De kwantitatiefbelangrijker opgave is te vinden in het middensegment, debetaalbare woninghoogbouw. Daar zien we recent al aardigevoorbeelden van, zelfs op de Zuidas. In Amsterdam-Noordwordt gebouwd voor de kleinere portemonnee en met eennieuw type contract dat woningdeling mogelijk maakt.KansenDe stichting Hoogbouw heeft door de jaren heen op allerleimanieren vorm gegeven aan haar missie om hoogbouw testimuleren: samenwerking met researchinstellingen en oplei-dingen, deelname aan projecten, studiereizen (nationaal eninternationaal), projectbezoeken, adviezen aan derden, publi-caties, enzovoort. Dat zal ook zo blijven de komende jaren,echter met een nogal gewijzigde inhoudelijke agenda. De stadis terug op het tapijt en daarmee ook het stedelijke wonen. Datbiedt grote kansen voor een type hoogbouw dat optimaalaansluit op de stad en daarmee voor bewoners een gewildewoon- en leefvorm kan zijn. op de markt hier nog altijd aan de lage kant is.Dat is heel anders in Amsterdam, daar is de overspannenwoningmarkt van voor de crisis in volle omvang terug. De stadzet wat betreft hoogbouw in op bouwen rondom de ring en opknooppunten (Amstelstation) en daarnaast op Noord. Met dering A10 als nieuwe drager van hoogbouw wordt het succesvan de Zuidas doorgezet. Hopelijk geldt dat ook voor destedenbouwkundige vormgeving van dat gebied. Methoogbouw daarbuiten wordt momenteel overwegend gevolgdop wat de markt aanbiedt en minder gepland op basis vanstedenbouwkundige plannen (zoning).Den Haag zet in op hoogbouw in de driehoek van de driestedelijke treinstations en trekt de reeds ingezette koers(rondom het centraal station) door naar de toekomst. De plan-vorming daarvoor moet nog starten. Den Haag heeft minderruimte dan er vraag is in de markt. Die situatie vraagt om eenandere aanpak dan elders. De druk op de woningmarkt inUtrecht is groot, maar de stad heeft nog voldoende locaties(Leidsche Rijn, Merwedekanaalzone, Utrecht-West) inportefeuille om een gevarieerd programma aan te bieden.Utrecht-West leent zich voor meer hoogbouw dan alleen het 90m hoge stadskantoor dat daar onlangs is gerealiseerd. De stadheeft echter meer dan de andere steden moeite met het makenen realiseren van plannen, in ieder geval is het tempo aan delage kant. Eindhoven, met inmiddels een fors aandeel hoog-bouw in de binnenstad, streeft naar een forse groei binnen destadsgrenzen en ook daar kan het niet zonder hoogbouw.Voor wie?Hoogbouw in de komende decennia is overwegend woning-bouw. Daarbij zien we dat we het adagium van de modernisti-5
Reacties