58
Droogdok van
hybride beton
In Alblasserdam wordt gebouwd aan een in vele opzichten
bijzonder droogdok. Voor het dok gelden strenge eisen ten
aanzien van scheurvorming en vloeistofdichtheid. Om die
reden is het uitgevoerd in hybride gewapend beton.
1
Strenge eisen scheurvorming en vloeistofdichtheid droogdok Alblasserdam
Droogdok van hybride beton 4 2014
59
Het dok, 165 m lang, 35 m breed en ruim 10 m diep, moet
plaats gaan bieden aan de afbouw van superjachten. Het dok
zal tevens als onderbouw en fundering fungeren van een 33 m
hoge hal boven op het dok. Direct naast het dok komt een
kantoor en workshop met zeven bouwlagen.
De nieuwbouw is direct gelegen aan de rivier de Noord op een
afstand van circa 100 m van de Noordtunnel in de A15. Voorts
ligt de nieuwbouwlocatie direct naast een brandweerkazerne en
vlak bij enkele oude dijkhuizen. In het ontwerp is bovendien
rekening gehouden met de mogelijke aanleg van een tweede
dok direct naast het eerste dok. Dit bleek in het ontwerp een
behoorlijk complicerende factor.
Vanwege de hoge kwaliteitseisen met betrekking tot water-
dichtheid en de toelaatbare scheurwijdte, is de betonconstruc-
tie van het dok vervaardigd uit hybride beton, ofwel beton
gewapend met een combinatie van staalvezels en traditionele
wapening. Het gebruik van hybride beton is een effectieve
manier om scheurwijdten tot een minimum te beperken. Daar -
naast leveren de staalvezels een significante bijdrage aan de
afdracht van dwarskracht, waardoor de toe te passen beugelwa-
pening kon worden beperkt.
Constructieopbouw en bouwmethodiek
Het dok is gerealiseerd in een droge bouwkuip, opgebouwd uit
diepwanden. Aan de onderzijde is de bouwput op een diepte
van circa NAP -31 m (nagenoeg) waterdicht afgesloten door de
Laag van Kedichem. De diepwanden worden niet uitsluitend
aangesproken als grond- en waterkering tijdens de bouw, maar
maken ook deel uit van de constructie in de gebruiksfase. De
bouwkuip is watervertragend uitgevoerd. Dit betekent dat het
debiet van het lekwater zo gering is, dat dit zonder risico's kan
worden weggepompt.
Vooral de kwaliteit van de voegovergangen tussen de diep-
wandpanelen is bepalend voor de waterdichtheid. In Nederland
zijn bij eerdere projecten goede ervaringen opgedaan met zoge-
noemde crosshole-metingen. Hiermee kunnen verstoringen in
de dichtheid van de diepwanden worden gedetecteerd. Om
deze metingen te kunnen verrichten, zijn holle stalen buizen in
de diepwanden meegestort. Uit de monitoring van de voegen is
gebleken dat slechts twee van de zestig voegen verdacht waren.
In figuur 3 is een doorsnede van het dok weergegeven. De
donkergrijze delen zijn de diepwanden die reiken tot in de
Laag van Kedichem. Deze diepwanden hebben een dikte van
1200 mm. De lichtgrijze delen vormen de in hybride beton
uitgevoerde dokconstructie. De dokvloer heeft een dikte van
1400 mm. De dikte van de wanden varieert van 1300 mm voor
het onderste gedeelte tot 800 mm voor het bovenste deel. De
dokconstructie is in moten gestort. Een moot omvat de volle-
dige breedte van de dokvloer met de bijbehorende wanddelen van 1300 mm dik en heeft in langsrichting een lengte van 24 m.
Om de juiste klimatologische omstandigheden in de hal te
creëren, is isolatie aangebracht tussen de diepwanden en de
dokconstructie.
Onder de dokvloer is een drainagelaag met een dikte van
0,50 m aangebracht om mogelijk lekwater uit de diepwanden
in de bouw- en eindfase te kunnen afpompen. Hierdoor wordt
voorkomen dat in de loop van de tijd de opwaartse waterdruk
onder de dokvloer oploopt. Dit voorkomt tevens dat er grote
trekkrachten in de palen onder het dok ontstaan.
De dokconstructie vormt uiteindelijk de definitieve wateraf-
dichting, waarbij hoge eisen zijn gesteld aan de toelaatbare
scheurwijdten. Hierbij is het niet alleen van belang dat er geen
water van buitenaf het dok indringt, maar evenzo dat er geen
water vanuit het dok naar buiten lekt wanneer het dok met
water is gevuld.
Gelijktijdig met het vervaardigen van de diepwanden zijn vanaf
maaiveld de vibro-combipalen geïnstalleerd. In de gehanteerde
bouwvolgorde is er rekening mee gehouden dat het installeren
van de palen geen invloed zou hebben op het vervaardigen van
de diepwanden.
Na het gereedkomen van de diepwanden is een eerste deel van
de bouwkuip uitgegraven en zijn de stempels aangebracht.
ing. Rolf Willemse PMSE RC
ing. Arjan Kleinjan PMSE RC
Geelhoed Engineering b.v.
7 6 5 4 4a
deksloof
dokvloer
betonnokken dokwand boven
dokwand onder
2
3
1
Droogdok en gebouw in aanbouw
2 Artist's impression van de binnenzijde van het dok
bron: Oceanco3 Doorsnede van het dok
Droogdok van hybride beton 4 2014
60
constructiedelen. Dit betekende dat samen met de eis voor vloei-
stofdichtheid er veel aandacht nodig was voor verhinderde opge-
legde vervormingen.
De aandacht concentreert zich hierbij op drie aspecten. In de
eerste plaats de toe te passen wapeningshoeveelheid. In de
tweede plaats de samenstelling van het betonmengsel en in de
derde plaats een degelijk voorbereide uitvoering. Uiteraard beïn-
vloeden deze aspecten elkaar en moeten ze in samenhang
worden bezien. Zo hebben de eisen met betrekking tot vloeistof-
dichtheid van de constructie, de verhinderde opgelegde vervor -
mingen en de over te dragen dwarskrachten een grote invloed op
Vervolgens is de bouwkuip verder ontgraven en is de dokvloer
aangebracht. Na de vloer zijn eerst de onderste wanddelen
gemaakt. De bovengelegen wanddelen konden niet worden
geproduceerd zonder eerst het stempelframe te verwijderen.
Hiertoe zijn aan de achterzijde van het onderste wanddeel lokaal
nokken voorzien. Na het verwijderen van het stempelframe gaan
de diepwanden tegen de nokken rusten en dragen daarmee de
horizontale belasting af. Voor de onderwapening in de dokvloer
en de aan de buitenzijde van de dokwanden gelegen wapening is
dit de maatgevende belastingssituatie (de dokwanden zijn inge-
klemd in de dokvloer (foto 4)).
Na gereedkomen van de hoogstgelegen wanddelen zijn met een
deksloof de diepwanden en de constructie van het dok met
elkaar verbonden. Dok- en diepwanden vormen daar nu één
geheel.
Een dergelijke gefaseerde opbouw vraagt de nodige aandacht
voor verplaatsingen, in het bijzonder de verplaatsingsverschillen
tussen het dok en de bebouwing naast het dok. Om deze reden
zijn de optredende verplaatsingen gedurende de bouw constant
gemeten. Vanwege de interactie tussen de diepe bouwkuip en de
direct naastgelegen fundering van het kantoorgedeelte is inzicht
noodzakelijk in het niet-lineaire gedrag van de grond, de diep-
wanden en de palen. Een intensieve samenwerking tussen de
disciplines constructie en geotechniek is voor het uitvoeren van
dit iteratieve rekenproces van wezenlijk belang. Maakbaarheid
Doordat de diepwanden dragend zijn uitgevoerd en de dokvloer
star aan de diepwanden is bevestigd, is het niet mogelijk de
betonconstructie te dilateren. Tevens is er sprake van dikwandige
Temperatuurverloop beton
De samenstelling van het beton is zorgvuldig door ABT vastge
-
steld. Dit bureau heeft ook berekeningen gemaakt van het
temperatuurverloop in de constructie van het dok ten tijde van
het hydrateren. Dit temperatuurverloop ? opgedeeld in een
gemiddelde temperatuur, een lineair temperatuurverloop en een
eigentemperatuur ? is onderdeel van de gemaakte constructie -
berekeningen.
4
5
4 Fragment van de wapening van de dokvloer
5 Bouwkuip met palen en stempelframe
Droogdok van hybride beton 4 2014
61
en de ondergrond. Deze verhindering is maximaal in het midden
van het dok en loopt naar de randen van het dok af. De verhin-
dering door de onderliggende grondslag verloopt lineair en de
verhindering door de palen hyperbolisch. Uitzondering hierop
vormen de zones op de kopse kanten van het dok. Binnen deze
zones wordt ten gevolge van de nabijheid van de dwarsgelegen
diepwanden (evenals in langsrichting) een volledige verhinde-
ring verondersteld (fig. 7).
De grond- en waterdruk tegen de buitenzijde van de diepwanden
veroorzaken een drukkracht in de dokvloer. In geval van krimp
van de dokvloer zal de vloer zich onttrekken aan deze stempel-
kracht. Met andere woorden: de drukkracht uitgeoefend door de
diepwanden wordt door de krimp gereduceerd. De diepwanden
krijgen de gelegenheid naar binnen te verplaatsen. Er treedt dus
een vorm van relaxatie op. Daarmee leveren de diepwanden geen
verhindering bij het optreden van krimp in dwarsrichting.
In de langsrichting van het dok is al een volledige verhindering
verondersteld en is dit effect daarmee buiten beschouwing
gelaten.
De optredende krimp wordt uiteindelijk bepaald volgens
NEN-EN 1992-1-1 [5]. Voorts wordt naast CUR-Aanbeveling 36
gebruikgemaakt van het trekstaafmodel zoals beschreven in [1].
de toe te passen wapeningshoeveelheid en daarmee de maak-
baarheid van de constructie. De combinatie van deze aspecten
zou leiden tot zeer grote wapeningshoeveelheden, waarmee de
realiseerbaarheid en de kwaliteit van de constructie in het geding
zou komen. Om deze redenen is gekozen voor het toepassen van
hybride beton.
Opgelegde vervormingen
Krimp
Belasting als gevolg van verhinderde vervorming wordt deels
veroorzaakt door krimpverkorting. Overeenkomstig CUR-
Aanbeveling 36 [3] is een krimpverkorting aangehouden opge-
bouwd uit een gemiddelde krimpverkorting en een krimpgradi-
e
nt (fig. 6).
In langsrichting van het dok wordt een volledige verhindering
verondersteld. De dokvloer is hier immers over de volledige
lengte star verbonden met de diepwanden. In feite is de volgorde
waarin de verschillende moten worden gestort niet van belang.
Toch is een specifieke stortvolgorde vastgesteld om de verhin-
derde vervorming zo beperkt mogelijk te houden.
In dwarsrichting wordt verhindering veroorzaakt door de palen
0,15
0,75
0,6 0,3
0,9 0,5 h
h
45°
1/2 B = volledige verhindering in dwarsrichting 1/2 BB
as A as Was 6-7 as 4-4 A
6
7
6
Krimpverkorting
7 Zones met volledige verhindering in dwarsrichting van het dok.
Droogdok van hybride beton 4 2014
62
Nmax = N p,max + N gr,max
Waarin N p,max de verhindering door de palen betreft en gegeven
wordt door: Formule 1:
( )
( ) p,max c,eff c 1 cosh 0, 5
cosh 0, 5 L
N EA L ?
? ? ?
= ??
Formule 2:
gr,max gr 1
2
NL? =
Formule 3:
( )
( ) p,x c,eff c cosh
1
cosh 0, 50 x
N EA L ?
? ? ????
= ??
????
????
????
Formule 4
gr,x gr,max 1
0, 50x
NN
L
????
= ?
????
????
F ormule 5
x
N
c c,effN
AE ? ? =?
Formule 6
*
c,eff ck
EA ?=
Formule 7
D
W 9, 6 6, 86
1, 4
h
h ==
Formule 8
0 ,85
s
mo s,cr s,crcr
cm,cube s c,eff 0, 40
2 E
w
fE E ??? ? ???? ????
= ? ??
???? ????
????
???? ????
????
Formule 9
s
s,cr?
?
?=
Formule 10
en N gr,max de verhindering door de ondergrond geeft waarvoor
geldt:
Formule 1:
( )
( ) p,max c,eff c 1 cosh 0, 5
cosh 0, 5 L
N EA L ?
? ? ?
= ??
Formule 2:
gr,max gr 1
2
NL? =
Formule 3:
(
)
( ) p,x c,eff c cosh
1
cosh 0, 50 x
N EA L ?
? ? ????
= ??
????
????
????
Formule 4
gr,x gr,max 1
0, 50x
NN
L
????
= ?
????
????
F ormule 5
x
N
c c,effN
AE ? ? =?
Formule 6
*
c,eff ck
EA ?=
Formule 7
D
W 9, 6 6, 86
1, 4
h
h ==
Formule 8
0 ,85
s
mo s,cr s,crcr
cm,cube s c,eff 0, 40
2 E
w
fE E ??? ? ???? ????
= ? ??
???? ????
????
???? ????
????
Formule 9
s
s,cr?
?
?=
Formule 10
De verhindering kan ook worden bepaald afhankelijk van de
locatie x gemeten vanaf het midden van de vloer. Er geldt dan
voor de verhindering ten gevolge van de palen:
Formule 1:
()
( ) p,max c,eff c 1 cosh 0, 5
cosh 0, 5 L
N EA L ?
? ? ?
= ??
Formule 2:
gr,max gr 1
2
NL? =
Formule 3:
( )
( ) p,x c,eff c cosh
1
cosh 0, 50 x
N EA L ?
? ? ????
= ??
????
????
????
Formule 4
gr,x gr,max 1
0, 50x
NN
L
????
= ?
????
????
F ormule 5
x
N
c c,effN
AE ? ? =?
Formule 6
*
c,eff ck
EA ?=
Formule 7
D
W 9, 6 6, 86
1, 4
h
h ==
Formule 8
0 ,85
s
mo s,cr s,crcr
cm,cube s c,eff 0, 40
2 E
w
fE E ??? ? ???? ????
= ? ??
???? ????
????
???? ????
????
Formule 9
s
s,cr?
?
?=
Formule 10
en ten gevolge van de verhindering door de ondergrond:
Formule 1:
()
( ) p,max c,eff c 1 cosh 0, 5
cosh 0, 5 L
N EA L ?
? ? ?
= ??
Formule 2:
gr,max gr 1
2
NL? =
Formule 3:
( )
( ) p,x c,eff c cosh
1
cosh 0, 50 x
N EA L ?
? ? ????
= ??
????
????
????
Formule 4
gr,x gr,max 1
0, 50x
NN
L
????
= ?
????
????
F ormule 5
x
N
c c,effN
AE ? ? =?
Formule 6
*
c,eff ck
EA ?=
Formule 7
D
W 9, 6 6, 86
1, 4
h
h ==
Formule 8
0 ,85
s
mo s,cr s,crcr
cm,cube s c,eff 0, 40
2 E
w
fE E ??? ? ???? ????
= ? ??
???? ????
????
???? ????
????
Formule 9
s
s,cr?
?
?=
Formule 10
Voorts volgt dan voor het totaal op een afstand x vanuit het
midden:
N
x = N p,x + N g r, x
De mate van verhindering volgt dan uit:
Formule 1:
()
( ) p,max c,eff c 1 cosh 0, 5
cosh 0, 5 L
N EA L ?
? ? ?
= ??
Formule 2:
gr,max gr 1
2
NL? =
Formule 3:
( )
( ) p,x c,eff c cosh
1
cosh 0, 50 x
N EA L ?
? ? ????
= ??
????
????
????
Formule 4
gr,x gr,max 1
0, 50x
NN
L
????
= ?
????
????
F ormule 5
x
N
c c,effN
AE ? ? =?
Formule 6
*
c,eff ck
EA ?=
Formule 7
D
W 9, 6 6, 86
1, 4
h
h ==
Formule 8
0 ,85
s
mo s,cr s,crcr
cm,cube s c,eff 0, 40
2 E
w
fE E ??? ? ???? ????
= ? ??
???? ????
????
???? ????
????
Formule 9
s
s,cr?
?
?=
Formule 10
De stijfheidsfactor ? die de horizontale stijfheid van de palen
per meter vloerbreedte in rekening brengt, wordt gegeven door:
Temperatuur dokvloeren
Naast de krimpverkorting spelen ook de verhinderde vervor -
mingen als gevolg van temperatuurbelastingen een rol. Het
temperatuurverloop over de dokvloer en de dokwanden ten
gevolge van het hydratatieproces is met een analyse met
DIANA vastgesteld.
Voor de dokvloer leidt dit tot een berekende temperatuurver -
hoging aan de bovenzijde van de vloer van 5 °C en een tempe-
ratuurverhoging in de kern van 15,6 °C (fig. 8). In de bereke-
ningen voor de dokvloer is een constant temperatuurverschil
ten opzichte van de referentietemperatuur aangehouden van
?T = 18 °C.
De volledig opgelegde vervorming bestaande uit een krimp- en
een temperatuurcomponent wordt gegeven door:
?? = ?? ? + ?
cs
Hierin is ? de lineaire uitzettingscoëfficiënt.
Rekening houdend met de zijde van de vloer waar de verhinde-
ring optreedt, geldt voor de maximale normaalkracht:
= berekend temperatuurverloop
= aangehouden temperatuurverloop T = 5 °C
T
1 = 40,6 °C
T
0 = 25 °C T = 15,6 °C
N1 N1
d
h
x
T
2,1
T2,1
T2,2 Minw. = M Ek
T1 T1 As
?fcd
?ft,rep,2
c = 3,5 %
½ (h-x
u)
(h-x u)
Mu xu
d- xu
h- x u
8
9
8 Temperatuurverloop in dokvloer
9 ?-?-diagrammen t.b.v. BGT en UGT [4]
Droogdok van hybride beton 4 2014
63
Scheurwijdte
Een van de eisen was een vloeistofdichte constructie. Ter bepa-
ling van de kritische scheurwijdte is de methode Lohmeyer [1]
toegepast. Voor de dokvloer leidt dit tot een scheurwijdte-eis van
w
crit = 0,12 mm behorend bij een vloeistofhoogte van 9,6 m. Deze
vloeistofhoogte ontstaat in de belastingssituatie waarbij het dok
gevuld is met water. Er geldt dan:
Formule 1:
( )
( ) p,max c,eff c 1 cosh 0, 5
cosh 0, 5 L
N EA L ?
? ? ?
= ??
Formule 2:
gr,max gr 1
2
NL? =
Formule 3:
( )
( ) p,x c,eff c cosh
1
cosh 0, 50 x
N EA L ?
? ? ????
= ??
????
????
????
Formule 4
gr,x gr,max 1
0, 50x
NN
L
????
= ?
????
????
F ormule 5
x
N
c c,effN
AE ? ? =?
Formule 6
*
c,eff ck
EA ?=
Formule 7
D
W 9, 6 6, 86
1, 4
h
h ==
Formule 8
0 ,85
s
mo s,cr s,crcr
cm,cube s c,eff 0, 40
2 E
w
fE E ??? ? ???? ????
= ? ??
???? ????
????
???? ????
????
Formule 9
s
s,cr?
?
?=
Formule 10
Uit figuur 11 volgt dan w crit = 0,12 mm.
Het toepassen van randzonewapening is in dit geval niet effec-
tief. De randzone moet namelijk in dat geval vloeistofdicht zijn.
Dit resulteert in een lagere waarde voor h
W en dientengevolge
een zeer lage waarde voor w
crit dus een overmaat aan wapening in
de randzones terwijl de staalvezels buiten de randzones onbenut
blijven.
Naarmate constructiedelen hoger liggen, neemt de hoogte van de
waterkolom af en daarmee ook de kritische scheurwijdte. Omdat
de kritische scheurwijdte niet alleen afhangt van de druk die het
water uitoefent op de constructie, maar tevens van de dikte van
de betreffende constructiedelen, neemt de kritische scheurwijdte
Formule 1:
( )
( ) p,max c,eff c 1 cosh 0, 5
cosh 0, 5 L
N EA L ?
? ? ?
= ??
Formule 2:
gr,max gr 1
2
NL? =
Formule 3:
( )
( ) p,x c,eff c cosh
1
cosh 0, 50 x
N EA L ?
? ? ????
= ??
????
????
????
Formule 4
gr,x gr,max 1
0, 50x
NN
L
????
= ?
????
????
F ormule 5
x
N
c c,effN
AE ? ? =?
Formule 6
*
c,eff ck
EA ?=
Formule 7
D
W 9, 6 6, 86
1, 4
h
h ==
Formule 8
0 ,85
s
mo s,cr s,crcr
cm,cube s c,eff 0, 40
2 E
w
fE E ??? ? ???? ????
= ? ??
???? ????
????
???? ????
????
Formule 9
s
s,cr?
?
?=
Formule 10
Afhankelijk van de volgorde van belasten, worden ten slotte de
rekken in de gekozen wapening aan de boven- en onderzijde
van de vloer berekend ten gevolge van de opgelegde vervor -
mingen bestaande uit een lineair deel, een gradiënt met een
zekere mate van verhindering en de uitwendige belasting.
Aan de hand van de berekende rekken en staalspanningen
behorend bij het ?-?-diagram in de BGT, zoals in figuur 9
weergegeven, is uiteindelijk de scheurwijdte getoetst.
Temperatuur dokwanden
Tussen de dokwand en diepwand bevindt zich isolatie. Deze
isolatielaag beïnvloedt het temperatuurverloop in de dokwan-
den gedurende de hydratatie; de diepwandzijde warmt meer op
dan de dokzijde. Dit resulteert in het temperatuurverloop zoals
weergegeven in figuur 10 [2].
Voor de wanden is in de hoogterichting rekening gehouden
met het moment waarop de verhindering ontstaat. Zo start de
stort van de bovenste wanddelen 42 dagen na aanvang van de
stort van de vloer. Nog eens 10 dagen later start de stort van de
deksloof. Op dat moment ontstaat de volledige verhindering in
hoogterichting. Door deze gefaseerde uitvoering wordt het
temperatuurverschil beperkt. Het maximale temperatuurver -
schil tussen de binnen- en de buitenzijde van de dokwanden
bedraagt dan nog slechts 1,5 °C.
In langsrichting van de dokwanden wordt verondersteld dat de
volledige verhindering direct optreedt. Voor de onderste wand-
delen wordt derhalve het maximale temperatuurverschil van
gemiddeld 20 °C tussen de binnen- en de buitenzijde van de
wanden in rekening gebracht. Voor de bovenste wanddelen
bedraagt dit maximale verschil 14 °C (fig. 10). Net als voor
de vloeren worden de optredende opgelegde en verhinderde
vervormingen vertaald naar spanningen in de gekozen wape-
ning en wordt voor de BGT de scheurwijdte getoetst.
5 10
0,05 0,05
0,10
6,86
0,12
0,15
0,20
0,25 selfhealing uitgesloten
Meichsner
Lohmeyer
selfhealing zeer waarschijnlijk 1520253035
wcritt
hD/hW
hW
hD
10
11
10 Temperatuurontwikkeling dokwanden tijdens hydrateren [2]
11 De methode van Lohmeyer [1]
Droogdok van hybride beton 4 2014
64
ter hoogte van de bovenste, dunnere delen van de wanden weer
toe. Daarom is op verschillende hoogten voor de verschillende
constructiedikten de juiste kritische scheurwijdte bepaald.
De optredende scheurwijdte behorend bij een onvoltooid
scheurenpatroon wordt bepaald overeenkomstig de aanhecht-
sliprelatie zoals in [1] gegeven. Er geldt:
Formule 1:
( )
() p,max c,eff c 1 cosh 0, 5
cosh 0, 5
L N EA L
=
Formule 2:
gr,max gr 1
2 NL =
Formule 3:
( )
() p,x c,eff c cosh 1 cosh 0, 50 x
N EA
L
?? = ??????
Formule 4
gr,x gr,max 1 0, 50
x
NN
L
?? = ????
Formule 5
x
N
c c,effN
AE =
Formule 6
*
c,eff c
k
EA =
Formule 7
\f
W 9, 6 6, \b6 1, 4
h
h ==
Formule 8
0,\b5
s
mo s,cr s,crcr
cm,cube s c,eff 0, 40
2 E w fE E
?? ?? = ?? ??
?? ?? ?? ??
Formule 9
s
s,cr
=
Waarin:
w
mo = gemiddelde scheurwijdte bij een onvoltooid scheu-
renpatroon
? = de staafdiameter
f
cm,cube = de gemiddelde kubusdruksterkte
?
s,cr = de staalspanning op het moment van scheuren
E
s = de ?-modulus van het wapeningsstaal
E
c,eff = de effectieve ?-modulus van het beton
Op grond van het ?-?-diagram geldend voor de BGT (fig. 9)
worden het scheurmoment en de bijbehorende staalspanning
?
s,cr bepaald. De waarde voor ? s,cr leidt tot een optredende
scheurwijdte w
mo behorend bij een onvoltooid scheurenpa -
troon. De gegeven aanhecht-sliprelatie heeft echter betrekking
op een conventioneel gewapende betonconstructie.
Ondanks het niet overschrijden van de scheurbelasting door de
uitwendige belasting in combinatie met de opgelegde vervor -
ming, treedt wel microscheurvorming op door het deels op
spanning komen van de staalvezels.
In het geval dat de maatgevende uitwendige belasting in een
bepaalde doorsnede ? bestaande uit een moment en een
normaalkracht ? de scheurbelasting niet overschrijdt en ?
s,cr
wordt toegepast ter bepaling van deze fijne scheurverdeling,
wordt de scheurwijdte mogelijk overschat. Om deze reden is
een factor ? ingevoerd waarvoor geldt:
Formule 1:
( )
( ) p,max c,eff c 1 cosh 0, 5
cosh 0, 5 L
N EA L ?
? ? ?
= ??
Formule 2:
gr,max gr 1
2
NL? =
Formule 3:
( )
( ) p,x c,eff c cosh
1
cosh 0, 50 x
N EA L ?
? ? ????
= ??
????
????
????
Formule 4
gr,x gr,max 1
0, 50x
NN
L
????
= ?
????
????
F ormule 5
x
N
c c,effN
AE ? ? =?
Formule 6
*
c,eff ck
EA ?=
Formule 7
D
W 9, 6 6, 86
1, 4
h
h ==
Formule 8
0 ,85
s
mo s,cr s,crcr
cm,cube s c,eff 0, 40
2 E
w
fE E ??? ? ???? ????
= ? ??
???? ????
????
???? ????
????
Formule 9
s
s,cr?
?
?=
Formule 10 zodat:Formule 10
0 ,85
s
mo,corr s,cr s,cr
cm s c,eff 0, 40
2 cr E w fE E
?? ?? = ?? ??
?? ?? ?? ??
Formule 11
Ek Ek
cr c cr 1, 0 MNMA
+
Formule 12
() 3
s 1 1, 3 1 9 10 =>
Formule 13
cri\f mo,corr s
w
w
=
Formule 14
0.3 3 cm
c,eff 0, 5 22 10 10 f
E ??
?? = ??
??
??
??
Formule 15
()
1
3
Rd,c Rd,c 1 ck 1 c\b 100
Ck f k \f =+
Formule 16
eqk,3 f,d f\f 0,18
1, 4 f =
Formule 17
()
Rd,s
sw
yd
sin co\f co\f
bd
A
zf
= +
Formule 18
() () () 1 u 2 ,1 2 , 2
uu 1 2 ,1 2 , 2
11
7
23
18 uu TdxT hxT hx
z xx TT T
+ +
?? =
+ ?? ++ ??
Waarin:
w
mo,corr = gecorrigeerde gemiddelde scheurwijdte bij een
onvoltooid scheurenpatroon
De scheurwijdte wordt mogelijk overschat indien geldt:
Formule 10
0 ,85
s
mo,corr s,cr s,cr
cm s c,eff 0, 40
2 cr E
w
fE E ???? = ????
??
?? ??
??
Formule 11
Ek Ek cr c cr 1, 0 MN
MA +
Formule 12
() 3
s 1 1, 3 1 9 10 =>
Formule 13
cri\f mo,corr s
w
w
=
Formule 14
0.3 3 cm
c,eff 0, 5 22 10 10 f
E ??
?? = ??
??
??
??
Formule 15
()
1
3
Rd,c Rd,c 1 ck 1 c\b 100
Ck f k \f =+
Formule 16
eqk,3 f,d f\f 0,18
1, 4 f =
Formule 17
()
Rd,s
sw
yd
sin co\f co\f
bd
A
zf
= +
Formule 18
() () () 1 u 2 ,1 2 , 2
uu 1 2 ,1 2 , 2
11
7
23
18 uu TdxT hxT hx
z xx TT T
+ +
?? =
+ ?? ++ ??
?s is in de gegeven formule voor ? de werkelijk optredende
O-A : lineair elastische tak
A-B : scheurvorming
B-C : softening tak
single crack
softening branche
crack opening
strain (A)
(A) (B)
(B)
cc
pc
cccc
pc
(C)
(C)
L/2
L/2
strain-hardening behaviour
multiple cracking
(strain-hardening) softening branche
strain crack openingmultiple cracking
12
13
12
Hybride beton
13 Spanning-rekdiagram typisch voor staalvezelbeton [7]
Droogdok van hybride beton 4 2014
65
Hybride beton
De berekening van het hybride beton is uitgevoerd in lijn met
CUR-Aanbeveling 111 en volgens NEN-EN 1992-1-1. Hierbij is
kennis van de juiste materiaaleigenschappen onontbeerlijk om
invulling te geven aan de toegepaste ?-?-diagrammen voor
zowel de BGT als de UGT [4]. Deze diagrammen zijn in
figuur 9 weergegeven. De diagrammen vereisen een iteratieve
berekeningsmethodiek. Het ?-?-diagram voor de UGT is toege-
past overeenkomstig CUR-Aanbeveling 111. Het ?-?-diagram
ten behoeve van de BGT is ten opzichte van de Aanbeveling
iets vereenvoudigd. Het verschil tussen f
ft,rep,2 en f ft,rep,3 is immers
zeer gering in relatie tot de bijbehorende rekken. Het gear -
ceerde spanningsblok is nagenoeg rechthoekig van vorm.
Tabel 1 geeft een overzicht van de belangrijkste eindsterkten.
Op basis van het mengselontwerp kunnen de betonberekenin-
gen worden uitgevoerd met een minimale betonsterkteklasse
C32/40. De eindsterkte wordt na 90 dagen bereikt en komt
minimaal overeen met een betonsterkteklasse C43/52.
De karakteristieke waarde voor de langeduurtreksterkte ter
hoogte van de knik in het bilineaire spanningsdiagram wordt
gegeven door: f
ft,k,2 = 0.45 f eqm,1 . Hierin is f eqm,1 de gemiddelde
equivalente buigtrekspanning bij een cmod (crack mouth
opening displacement) van 0,50 mm. De karakteristieke waarde
voor de langeduurtreksterkte bij een rek van 25? wordt
gegeven door: f
ft,k,3 = 0.37 f eqm,4 . Hierin is f eqm,4 de gemiddelde
equivalente buigtrekspanning bij een cmod van 3,50 mm.
Rekening houdend met het optreden van microscheurvorming
wordt voor de effectieve elasticiteitsmodulus aangehouden:
0 ,85
s
mo,corr s,cr s,cr
cm s c,eff 0, 40
2 cr E
w
fE E ??? ? ? ???? ????
= ? ?? ?
???? ????
????
???? ????
????
Formule 11
Ek Ek
cr c cr 1, 0
*
MN
MA ? + ?
Formule 12
() 3
s 1 1, 3
1 9 10 ? ??=>?
Formule 13
crit
mo,corr
sw
w
??? =
Formule 14
0.3 3
cm
c,eff 0, 5 22 10 10f
E ????
????
= ?
???? ????
????
????
Formule 15
() 1
3
Rd,c Rd,c 1 ck 1 cp 100
Ck f k ? ?? =+
Formule 16
eqk,3
f,d
ft 0,18
1, 4 f ?
? =
Formule 17
( )
Rd,s
sw
yd
sin cot cotbd
A
zf
?
?? ? = +
Formule 18
() () ( ) 1 u 2,1 2,2
uu
1 2,1 2,2 11 7
23
18 uu Td x T hx T hx
z xx
TT T
?
+?? +??
????
=+ ?
????
++ ????
De toegepaste CUR-Aanbeveling 111 kent een beperking van
het toepassingsgebied. De dikte van het te berekenen construc-
tie-element is gelimiteerd tot 600 mm. Deze beperking is
aangebracht vanwege mogelijke fiber pull-out bij een door -
staalspanning ten gevolge van zowel de maatgevende uitwen-
dige belasting als de opgelegde vervorming en wordt bepaald
uit de werkelijk optredende rekken. In theorie kan het ook
voorkomen dat ten gevolge van de uitwendige belasting de
scheurbelasting net niet wordt overschreden (zoals in hiervoor
genoemde formule), maar in combinatie met de opgelegde
vervorming wel.
In dat geval kan de factor ? ook groter worden dan 1,0.
De gevolgde berekeningsmethodiek ter bepaling van de
scheurwijdte is dus zodanig ingericht, dat eerst wordt vastge-
steld of in een bepaalde doorsnede ten gevolge van de uitwen-
dige belasting het stadium van scheuren wordt bereikt. Is dit
niet het geval, dan kan ondanks relatief kleine doorsnedekrach-
ten een onvoltooid scheurenpatroon ontstaan onder invloed
van de opgelegde vervorming. De staalspanning ter berekening
van de scheurwijdte wordt dan bepaald op grond van de optre-
dende rekken.
Om uiteindelijk tot de maximaal toegestane scheurwijdte te
komen, wordt een factor voor langeduur- en wisselbelasting ?
?
in rekening gebracht, evenals een factor ter verrekening van de
spreiding in scheurwijdten ?
s.
De factor voor langeduur- en wisselbelasting is afhankelijk van
de optredende staalspanning.
Hiervoor geldt [1]:
?
? = 1,3 indien ? s ? 295 N/mm 2
0 ,85
s
mo,corr s,cr s,cr
cm s c,eff 0, 40
2 cr E
w
fE E ??? ? ? ???? ????
= ? ?? ?
???? ????
????
???? ????
????
Formule 11
Ek Ek
cr c cr 1, 0
*
MN
MA ? + ?
Formule 12
() 3
s 1 1, 3
1 9 10 ? ??=>?
Formule 13
crit
mo,corr
sw
w
??? =
Formule 14
0.3 3
cm
c,eff 0, 5 22 10 10f
E ????
????
= ?
???? ????
????
????
Formule 15
() 1
3
Rd,c Rd,c 1 ck 1 cp 100
Ck f k ? ?? =+
Formule 16
eqk,3
f,d
ft 0,18
1, 4 f ?
? =
Formule 17
( )
Rd,s
sw
yd
sin cot cotbd
A
zf
?
?? ? = +
Formule 18
() () ( ) 1 u 2,1 2,2
uu
1 2,1 2,2 11 7
23
18 uu Td x T hx T hx
z xx
TT T
?
+?? +??
????
=+ ?
????
++ ????
indien ? s > 295 N/mm 2
De maximaal toelaatbare scheurwijdte wordt dan:
0 ,85
s
mo,corr s,cr s,cr
cm s c,eff 0, 40
2 cr E
w
fE E ??? ? ? ???? ????
= ? ?? ?
???? ????
????
???? ????
????
Formule 11
Ek Ek
cr c cr 1, 0
*
MN
MA ? + ?
Formule 12
() 3
s 1 1, 3
1 9 10 ? ??=>?
Formule 13
crit
mo,corr
sw
w
??? =
Formule 14
0.3 3
cm
c,eff 0, 5 22 10 10f
E ????
????
= ?
???? ????
????
????
Formule 15
() 1
3
Rd,c Rd,c 1 ck 1 cp 100
Ck f k ? ?? =+
Formule 16
eqk,3
f,d
ft 0,18
1, 4 f ?
? =
Formule 17
( )
Rd,s
sw
yd
sin cot cotbd
A
zf
?
?? ? = +
Formule 18
() () ( ) 1 u 2,1 2,2
uu
1 2,1 2,2 11 7
23
18 uu Td x T hx T hx
z xx
TT T
?
+?? +??
????
=+ ?
????
++ ????
Tabel 1 Materiaaleigenschappen hybride beton
omschrijving symboolwaarde [N/mm 2]
karakteristieke kubusdruksterkte f
ck,cube 52
karakteristieke cilinderdruksterkte f
ck 43
gemiddelde cilinderdruksterkte f
cm 51
karakteristieke treksterkte f
ft,k,1 5,2
gemiddelde equivalente buigtreksterkte (cmod = 0,50 mm) f
eqm,1 3,6
gemiddelde equivalente buigtreksterkte (cmod= 3,50 mm) f
eqm,4 3,6
karakteristieke langeduur treksterkte ter hoogte van knik in bi-lineair ?-?-diagram f
ft,rep,2 1,6
karakteristieke langeduur treksterkte bij een rek van 25? f
ft,rep,3 1,3
effectieve elasticiteitsmodulus E
c,eff 16 145
Droogdok van hybride beton 4 2014
66
snede enkel gewapend met vezels. In een dergelijke snede
ontstaat al bij een kleine rek of kromming een grote belasting
in de vezels in de uiterste zone. Voor een doorsnede hoger dan
600 mm hoeft het uittrekken van de vezels geen probleem te
zijn, mits de rekken maar klein blijven. Een tweede mogelijk-
heid om elementen met een hoogte groter dan 600 mm te
vervaardigen, is (naast de staalvezels) het aanbrengen van
traditionele wapening. Hierdoor wordt een strain-hardening
materiaalgedrag verkregen. Dit materiaalgedrag kenmerkt zich
door een scheurenpatroon, waarbij de rek niet in één discrete
scheur plaatsvindt maar er juist een fijne scheurverdeling
ontstaat. Dit wordt multiple-cracking genoemd. De energie
nodig om een nieuwe scheur te laten ontstaan, is kleiner dan de
energie benodigd om een bestaande scheur verder te laten
openen.
Hiermee is het gevaar voor fiber pull-out geweken en kan
CUR-Aanbeveling 111 worden toegepast.
Het strain-hardening- en strain-softeninggedrag [7] zijn weer-
gegeven in figuur 13.
Dwarskracht
De dwarskrachtcapaciteit van een doorsnede zonder dwars-
krachtwapening bestaat ? overeenkomstig CUR-Aanbeveling
111 ? uit een schuifspanningscomponent door het beton
verhoogd met een schuifspanningscomponent door de staalve-
zels.
Bij het overschrijden van de dwarskrachtcapaciteit van het
beton wordt het verschil tussen de schuifspanningscomponent
van het beton, verhoogd met een schuifspanningscomponent
opgebracht door de staalvezels, op de rekenwaarde van de
schuifspanning in mindering gebracht. De benodigde dwars-
krachtwapening wordt hierop gebaseerd.
In formulevorm:
?
Rd,s = ? Ed - (? Rd,s + ? fd)
Uit proefnemingen van ABT in samenwerking met de TU/e
blijkt dit een veilige benadering te zijn. De dwarskrachtcapaci-
teit conform CUR-Aanbeveling 111 blijkt te worden onder -
schat. De fib Model Code 2010 [8] onderschrijft deze
waarnemingen.
Volgens NEN-EN 1992-1-1 geldt voor de schuifspanningscom-
ponent van het beton:
Formule 10
0 ,85
s
mo,corr s,cr s,cr
cm s c,eff 0, 40
2 cr E
w
fE E ???? = ????
??
?? ??
??
Formule 11
Ek Ek cr c cr 1, 0 MNMA
+
Formule 12
() 3
s 1 1, 3 1 9 10 =>
Formule 13
cri\f mo,corr s
w
w
=
Formule 14
0.3 3 cm
c,eff 0, 5 22 10 10 f
E ??
?? = ??
??
??
??
Formule 15
()
1
3
Rd,c Rd,c 1 ck 1 c\b 100
Ck f k \f =+
Formule 16
eqk,3 f,d
f\f 0,18
1, 4 f =
Formule 17
()
Rd,s
sw
yd
sin co\f co\f
bd
A
zf
= +
Formule 18
() () () 1 u 2 ,1 2 , 2
uu 1 2 ,1 2 , 2
11
7
23
18 uu TdxT hxT hx
z xx TT T
+ +
?? =
+ ?? ++ ??
Voorts geldt conform CUR-Aanbeveling 111 voor de schuif-
spanningscomponent van de staalvezels:
0 ,85
s
mo,corr s,cr s,cr
cm s c,eff 0, 40
2 cr E
w
fE E ??? ? ? ???? ????
= ? ?? ?
???? ????
????
???? ????
????
Formule 11
Ek Ek
cr c cr 1, 0
*
MN
MA ? + ?
Formule 12
() 3
s 1 1, 3
1 9 10 ? ??=>?
Formule 13
crit
mo,corr
sw
w
??? =
Formule 14
0.3 3
cm
c,eff 0, 5 22 10 10f
E ????
????
= ?
???? ????
????
????
Formule 15
() 1
3
Rd,c Rd,c 1 ck 1 cp 100
Ck f k ? ?? =+
Formule 16
eqk,3
f,d
ft 0,18
1, 4 f ?
? =
Formule 17
( )
Rd,s
sw
yd
sin cot cotbd
A
zf
?
?? ? = +
Formule 18
() () ( ) 1 u 2,1 2,2
uu
1 2,1 2,2 11 7
23
18 uu Td x T hx T hx
z xx
TT T
?
+?? +??
????
=+ ?
????
++ ????
Indien dwarskrachtwapening is benodigd, wordt de hoek van
de drukdiagonaal begrensd op 30?. Dit in tegenstelling tot de
hoek van 21,8? die in NEN-EN 1992-1-1 toelaatbaar is. Feitelijk
wordt hiermee het vervallen van de schuifspanningscomponent
van het beton, zoals in NEN-EN 1992-1-1 voorgeschreven,
gecompenseerd.
Voor de benodigde hoeveelheid dwarskrachtwapening geldt:
0 ,85
s
mo,corr s,cr s,cr
cm s c,eff 0, 40
2 cr E
w
fE E ??? ? ? ???? ????
= ? ?? ?
???? ????
????
???? ????
????
Formule 11
Ek Ek
cr c cr 1, 0
*
MN
MA ? + ?
Formule 12
() 3
s 1 1, 3
1 9 10 ? ??=>?
Formule 13
crit
mo,corr
sw
w
??? =
Formule 14
0.3 3
cm
c,eff 0, 5 22 10 10f
E ????
????
= ?
???? ????
????
????
Formule 15
() 1
3
Rd,c Rd,c 1 ck 1 cp 100
Ck f k ? ?? =+
Formule 16
eqk,3
f,d
ft 0,18
1, 4 f ?
? =
Formule 17
( )
Rd,s
sw
yd
sin cot cotbd
A
zf
?
?? ? = +
Formule 18
() () ( ) 1 u 2,1 2,2
uu
1 2,1 2,2 11 7
23
18 uu Td x T hx T hx
z xx
TT T
?
+?? +??
????
=+ ?
????
++ ????
Hierin volgt z uit het ?-?-diagram behorend bij de UGT, zoals
weergegeven in figuur 9. Er geldt:
0 ,85
s
mo,corr s,cr s,cr
cm s c,eff 0, 40
2 cr E
w
fE E ??? ? ? ???? ????
= ? ?? ?
???? ????
????
???? ????
????
Formule 11
Ek Ek
cr c cr 1, 0
*
MN
MA ? + ?
Formule 12
() 3
s 1 1, 3
1 9 10 ? ??=>?
Formule 13
crit
mo,corr
sw
w
??? =
Formule 14
0.3 3
cm
c,eff 0, 5 22 10 10f
E ????
????
= ?
???? ????
????
????
Formule 15
() 1
3
Rd,c Rd,c 1 ck 1 cp 100
Ck f k ? ?? =+
Formule 16
eqk,3
f,d
ft 0,18
1, 4 f ?
? =
Formule 17
( )
Rd,s
sw
yd
sin cot cotbd
A
zf
?
?? ? = +
Formule 18
() () ( ) 1 u 2,1 2,2
uu
1 2,1 2,2 11 7
23
18 uu Td x T hx T hx
z xx
TT T
?
+?? +??
????
=+ ?
????
++ ????
Proefstort
Niet alleen materiaaleigenschappen in de eindfase spelen een
rol, ook de eigenschappen in de bouwfase zijn belangrijk. Dit
niet alleen ten behoeve van het moment van ontkisten maar ?
Droogdok van hybride beton 4 2014
67
belangrijker nog ? ten behoeve van het moment waarop het
stempelframe kan worden verwijderd en de ondergelegen
dokwanden constructief kunnen worden aangesproken.
Om een goed inzicht te krijgen in de sterkteontwikkeling van het
beton zijn daarom rijpheidsmetingen verricht op een proefwand.
Daaruit is gebleken dat het mengsel na zeven dagen een gemid-
delde kubusdruksterkte had van 43,4 MPa. Dit betekent een
karakteristieke kubusdruksterkte van 35,4 MPa en een karakte-
ristieke cilinderdruksterkte van 28,3 MPa. Na zeven dagen kon
daardoor worden gerekend op een betonsterkteklasse C28/35.
Een tweede reden om tot de stort van een proefwand te komen,
is gelegen in de wapeningsdichtheid, de verwerkbaarheid van de
hybride betonspecie in combinatie met de zware wapening en
het uiterlijk van de wanden. De opdrachtgever heeft als eis
gesteld dat er geen roestwater zichtbaar mocht zijn ten gevolge
van staalvezels aan het oppervlak van het beton. Voorts is daar
waar de dokwanden haaks op elkaar aansluiten, sprake van een
forse wapeningsconcentratie. Dat geldt ook voor de onderwape-
ning langs de randen van de dokvloer. Belangrijke aspecten
hierbij zijn maakbaarheid, gevaar voor ontmengen en de beheer-
sing van de scheurwijdte.
Voor de zwaargewapende hoeken van het dok is op ware grootte
een proefstuk gestort van 8 m breed, 1,3 m dik en circa 5 m
hoog. Het resultaat bleek uitstekend, waarmee de weg vrij was
voor de toepassing van hybride beton ten behoeve van de
dokconstructie.
? ?
PROJECTGEGEVENS
project
Droogdok scheepsbouwhal Oceanco, Alblasserdam
opdrachtgever Alblasserdam Yachtbuilding Properties B.V.
hoofdaannemer Cordeel Nederland B.V.
adviseur constructie Geelhoed Engineering b.v.
adviseur geotechniek Fugro Geoservices B.V.
betontechnologisch advies ABT bv
? LITERATUUR
1 Breugel, K. van, Veen, C. van der, Walraven, J.C., Betonconstructies
onder Temperatuur- en Krimpvervormingen (BP2). Betonprisma
's-Hertogenbosch, 2e druk 1998.
2 Menting, M.B.H., Hydratation & Heatflow simulation of concrete
structure. ABT, juni 2013.
3 CUR-Aanbeveling 36: 2011 Ontwerpen van elastisch ondersteunde
betonvloeren en -verhardingen, derde herziene uitgave.
4 CUR-Aanbeveling 111 Staalvezelbeton, bedrijfsvloeren op palen ?
Dimensionering en uitvoering. 2007.
5 NEN-EN 1992-1-1: Eurocode 2: Ontwerp en berekeningen van beton-
constructies ? Deel 1-1: Algemene regels en regels voor gebouwen.
6 Fugro INFO nr. 3. Fugro, november 2013.
7 Naaman, E., High performance Fiber Reinforced Cement Composites.
Department of Civil and Environmental Engineering University of
Michigan, 2003.
8 fib Model Code for Concrete Structures 2010. Ernest & Sohn, 2013.
14
14 Dwarskrachtwapening
Kengetallen
afmetingen droogdok
lengte 165 m
breedte 35 m
diepte 10 m
dokvloer
dikte 1400 mm
dokwanden
dikte wanddeel onder 1300 mm
dikte wanddeel boven 800 mm
aantal palen
vibro-combipalen 1100 stuks
diepwanden
niveau o.k. diepwand NAP -31 m
dikte 1200 mm
aantal voegen 60
totaal wandoppervlak 10 000 m
2
vezelgehalte
wanden en vloeren35 kg/m
3
Droogdok van hybride beton 4 2014
Reacties