Voor de fundering van het Theemswegtracé, de omgelegde goederenspoorlijn in het Rotterdamse Havengebied, zijn verschillende paalsystemen toegepast, deels in de grond gevormd, deels prefab.
1
CEMENT 1 2021 ?9
In het Theemswegtracé zijn drie
verschillende typen funderings-
palen toegepast:
Grondverdringende schroefpalen met ver-
loren casing: 8 steunpunten in deeltracé 2
en 9. Paallengtes tot 33 m. Schoorstand: te
lood.
Prefab voorgespannen betonpalen: 14
steunpunten in deeltracé 6. Schachtafme-
tingen 450 x 450 mm en 500 x 500 mm.
Paallengtes tot 30 m. Schoorstand: te lood.
In de grond gevormde schroefpalen met
schachtinjectie en verloren paalpunt: alle
overige 91 steunpunten. Paallengtes tot 34 m.
Schoorstand: te lood.
Op het laatste genoemde paalsysteem wordt
in dit artikel verder ingegaan.
In de grond gevormde schroef -
palen
De in de grond gevormde schroefpalen met
schachtinjectie bestaan uit een stalen casing
(boorbuis) die wordt teruggewonnen, en een
verloren gietijzeren conische boorpunt. Bij
het Theemswegtracé zijn twee verschillende
diameters toegepast: Ø560/670 en Ø711/850.
De eerste notatie betreft de diameter van het
beton (Ø 560 mm resp. Ø711 mm), de tweede
notatie de diameter van de stalen boorkop
(Ø670 mm resp. Ø850 mm).
Schachtinjectie
Bij in de grond gevormde schroefpalen met
schachtinjectie wordt tijdens het inboren
door de boorpunt de grond zijdelings ver-
1 In de grond gevormde funderingspalen
Palen met
schachtinjectie
Voor de fundering van het Theemswegtracé zijn verschillende
paalsystemen toegepast, deels in de grond gevormd, deels prefab.
De funderings-
palen worden
tweemaal
akoestisch getest
om eventuele
onvolkomen-
heden in de
paalschacht te
detecteren
Theemswegtrac? (2)
2
10? CEMENT 1 2021
drongen. Omdat de boorpunt een grotere dia -
meter heeft dan de boorbuis, ontstaat ruimte
tussen de boorbuis en de grond. Doordat bo-
ven de boorpunt geen spoed aanwezig is, vindt
verticaal geen grondtransport plaats waar-
door grondontspanning wordt voorkomen. Gelijktijdig met het inboren van de
boorbuis wordt de schachtinjectie met grout
gestart. Deze schachtinjectie heeft een dub-
bele functie: enerzijds koeling en smering
van de boorpunt en boorbuis, en anders-
zijds constructief ter vergroting van het
draagvermogen. De water-cementfactor
(wcf ) van de grout speelt hierbij een belang -
rijke rol. Bij een te lage wcf kan de grout een
onvoldoende koelend en smerend effect
hebben. Bij een te hoge wcf is dit nadelig
voor de constructieve bijdrage aan de draag -
kracht van de paal. De maximale grens van
de wcf is gesteld op 1,5; het gros van de palen
is met een wcf van 1,0 geproduceerd. Als de boorbuis op diepte is, wordt de
wapening in de boorbuis geplaatst en wordt
de buis met beton gevuld. De boorbuis wordt
daarna oscillerend getrokken en de stalen
boorpunt blijft achter. Tijdens het oscille-
rend trekken van de boorbuis wordt ervoor gezorgd dat er continu een overhoogte van
beton in de boorbuis aanwezig is. Op deze wijze ontstaat er een grond -
verdringende gewapend betonnen funde-
ringspaal met een dunne groutschil (foto 1). In dit project is de toegepaste beton -
sterkteklasse C30/37 t/m C40/50 en de mili -
euklassen XC2 en XA2. Betondekking op de
wapening is 75 mm.
Proefpalen
Met de schroefpaal type Ø711/850 was er in de
Nederlandse bodem vóór dit project nog geen
ervaring opgedaan. Er bestond enige twijfel
over de terugtrekbaarheid van de casing en
de bepaling van de water-cementfactor (wcf )
van de grout om de boorbuis op diepte te krij-
gen. Om hier duidelijkheid in te krijgen, zijn
er vijf proefpalen gedraaid. De conclusie was
dat de gekozen werkmethode toepasbaar was.
Doormeten palen
De funderingspalen zijn tweemaal akoestisch
getest om eventuele onvolkomenheden in de
paalschacht te detecteren. Eénmaal na het
produceren van de paal en éénmaal na het
snellen van de paalkop.
2 Bouwkuipen voor funderingspoeren binnen grote bouwkuip
FUNDERINGEN
Voor de funderingspoeren van
het viaduct moest zowel aan de
Theemsweg- als aan de bouw-
wegzijde een damwand of
keerwand worden geplaatst.
Het gaat daarbij om ruim 50
funderingspoeren.
Langs het Calandkanaal heeft
de aannemer ervoor gekozen
twaalf funderingspoeren in
twee grote vakken te verdelen
en per zes funderingspoeren
één grote bouwkuip te maken.
Deze bouwkuip is hergebruikt
voor de tweede serie van zes
funderingspoeren. Binnen deze
bouwkuip is per funderingspoer
ook weer een bouwkuip van
damwanden gemaakt om de
poeren onder de glooiingbekle-
ding te kunnen maken (foto 2).
Dit artikel is het tweede artikel in een serie van vijf. In het eerste artikel wordt het project beschreven, het tweede artikel gaat in op de funderingen, het derde op het spoorviaduct, het vierde op de boogbruggen en het vijfde op de trogbruggen.
Reacties