Het grootste deel van het 4 km lange Theemswegtracé, de omgelegde goederenspoorlijn in het Rotterdamse Havengebied, bestaat uit een hooggelegen betonnen viaduct, deels uitgevoerd in ter plaatse gestort beton en deels met prefab elementen.
CEMENT 1 2021 ?11
Het betonnen viaduct is circa 9 m
breed en bestaat uit een fundering
met hierop twee kolommen en
een onderslagbalk met daarop
prefab liggers met een druklaag
(fig. 1).
Deze prefab liggers zijn voor het
grootste deel omgekeerde T-liggers en voor
één veld kokerliggers. Op het spoordek zijn
ontsporingsgeleidewanden en randelemen -
ten aangebracht. De liggers, de randelemen -
ten en het grootste deel van de onderslag -
balken zijn geprefabriceerd, alle overige
onderdelen zijn in situ gestort.
Onderslagbalken
Bij de steunpunten ligt dwars op de dubbele
kolommen een horizontale balk, de onder-
slagbalk. Hier bovenop zijn de langsliggers
gemonteerd, die tussen deze onderslagbal -
ken overspannen. De meeste onderslagbal -
ken zijn in prefab beton uitgevoerd. Deze
hebben een afmeting van 9 m x 2,5 m x 1,25
? 1,8 m (l x b x h) en een gewicht van 76 ton
tot 94 ton. In de onderslagbalken zijn 2 x 32
verticale gains opgenomen ten behoeve van
de stekwapening uit de kolommen (foto 2).
Na montage is de balk aan de twee
1 Standaard doorsnede spoorviaduct (verouderde figuur; in werkelijkheid loopt het afschot naar het midden omlaag)
2 Inhijsen prefab onderslagbalk
4 km lang
spoorviaduct
Het grootste deel van het 4 km lange Theemswegtracé bestaat uit een
hooggelegen betonnen viaduct, deels uitgevoerd in ter plaatse gestort beton en deels met prefab elementen.
1 2
Theemswegtracé (3)
12? CEMENT 1 2021
kolommen vastgestort door middel van een
gietvoeg met cementgebonden, krimparme
gietmortel. Hierna zijn in het werk de op-
stortingen ten behoeve van de oplegcon -
structies van de prefab liggers aangebracht
(foto 3), evenals de opstortingen voor een
HWA-verzamelbak (hemelwaterafvoer). Er zijn langsliggers toegepast met verschil
-
lende hoogte. Bij de overgang van het ene
type ligger naar het andere type, zit daarom
een sprong in de hoogte van de onderslag -
balk (foto 3). Aan beide kopse kanten van de
balken zijn prefab-betonnen 'schaamschot-
ten' bevestigd (foto 4). Deze werken de naad
3 Onderslagbalk met sprong in de hoogte en oplegconstructies voor de prefab liggers 4 Randelementen aan spoordek vast gestort
3
4
CEMENT 1 2021 ?13
tussen de prefab liggers visueel weg.
De wapening in de prefab onderslag -
balken bestaat uit hoofdwapening van
Ø20 mm en Ø32 mm met minimaal 96 stuks
7-draads voorspanstrengen Ø15,7 mm (VMA)
in de lengterichting van de balk. Aan de kopse
kanten en bovenop zijn thermisch verzinkte
schroefhulzen voorzien voor bevestiging van
de schaamschotten en het tijdelijk leuning -
werk. De onderslagbalken zijn door Spanbe-
ton geproduceerd en gestort met zelfver-
dichtend beton in de sterkteklasse C60/75
met cementtype CEM III/A 52,5.
Afwijkende onderslagbalken
Op diverse locaties kon niet worden volstaan
met de standaard onderslagbalken en moes-
ten afwijkende vormen en maten worden
gemaakt.
Hoedliggers? Op meerdere plaatsen kruist
het tracé een leidingstrook. Daardoor moes-
ten bij vier steunpunten de kolommen met
fundering buiten de leidingstrook worden
gepositioneerd, waardoor extra lange onder-
slagbalken nodig waren. Deze zijn allemaal
uniek (de langste 18 m x 4,6 m x 3,0 m) en
zijn zo groot, dat ze in verband met proble-
men met transport niet in prefab beton zijn uitgevoerd maar in situ zijn gestort. In door-
snede hebben deze balken een 'hoed'-vorm
(fig. 5). Dit was nodig omdat hier ook een
grote vrije ruimte nodig was en daarmee
een hoog tussenstuk (de hoed). Van deze hoedliggers is als eerste het
brede onderste deel gestort. Hier kwamen
later de prefab liggers op te liggen. Het smal -
lere hoge middendeel loopt tot bovenzijde
druklaag en is in een tweede fase gestort.
Om scheurvorming te voorkomen, werd het
beton van de tweede fase met behulp van
een inwendig koelsysteem gekoeld. De hoedliggers zijn voorzien van zes
kabels elk met 19 stuks 7-draads voorspan-
strengen Ø15,7 mm (VMA), ingestort in het
onderste deel van de hoedligger. Voor de ka -
bels zijn kunststof HDPE-kabelomhullingen
toegepast, in plaats van het gebruikelijke
staal in verband met bovenleidingsspanning
van 25 kV. De strengen zijn maximaal 48 uur
na de tweede stort op 20% krimpvoorspan -
ning gezet. Na minimaal 21 dagen is 100%
van de voorspanning aangebracht, waarna
de ondersteuningsconstructie is verwijderd.
Onderslagbalken bij trogbruggen? Een
afwijkende onderslagbalk ('special') bevindt
zich bij de aansluiting van de beide naast
elkaar gelegen trogbruggen op de prefab
Bij vier steun -
punten moesten
de kolommen
buiten de
leidingstrook
worden
gepositioneerd
waardoor
extra lange
onderslagbalken
nodig waren
+8.814
+9.724
+10.049
+8.684
+9.534
+9.834
75 75
130
720
190
325
130
720
190
325
DETAIL 8 DETAIL 9
4600 1050 2500 1050 500 75 1725 1725 75 500
3-04
3-04-B
3-04-A
850
300
1849var.
inkassing r ondom
d oo k t.b.v bitumen
5 Doorsnede hoedligger (met ronde doken)
5
Theemswegtracé (3)
14? CEMENT 1 2021 6 Doorsnede onderslagbalk steunpunt 7.02
7 In situ gemaakte onderslagbalk voor de stalen boogbrug over de Rozenburgsesluis
liggerconstructie (het 'standaard' viaduct).
Vanwege de grotere breedte van de troglig -
gers heeft deze onderslagbalk een grotere
afmeting (15,3 m x 4,9 m x 2 m (l x b x h)).
Door het grote gewicht is ook deze onder-
slagbalk in situ gestort. Hij heeft een recht-
hoekige doorsnede en is wel in één stort uit-
gevoerd, waarbij voor de gehele constructie
koeling is toegepast. De kolommen zijn in de
aslijn van de trogliggers gepositioneerd, waardoor kleinere momenten ontstaan en
er geen voorspanning nodig was.
Onderslagbalken bij kokerliggers? De
andere special is een grote hoedligger voor
de oplegging van een zijde van de kokerlig -
gers (de andere zijde is gecombineerd met
de onderslagbalk van een aanbrug van een
van de boogbruggen). Vanwege de vele lei -
dingen in de ondergrond is de funderings-
7
6
CEMENT 1 2021 ?15
poer hier relatief lang en smal. Hierdoor ligt
de onderslagbalk onder een hoek met de
funderingspoer. Ook de kolomvorm is hier-
door noodzakelijkerwijs aangepast. De bouwwijze komt overeen met de
eerder beschreven vier onderslagbalken
over de leidingstraten: een hoedligger die in
twee fasen is gestort en in beide fasen is ge-
koeld met een inwendig koelsysteem. Ook
hier is voorspanning toegepast. In dit geval
in langsrichting vijf voorspankanalen in het
bovenste deel en in dwarsrichting negen
voorspankanalen in het onderste deel (VMA).
De kanalen bestaan elk uit 19 7-draads voor-
spanstrengen Ø15,7mm (VMA). Door de hoge
belasting vanuit de prefab kokerliggers en
de afwijkende vorm van de kolommen, zijn
de voorspankanalen in de eerste stort (in
dwarsrichting) met een forse kromming
aangebracht. De vijf voorspankanalen in de
tweede stort (langsrichting) lopen in een
rechte lijn (fig. 6). Net als bij de onderslag -
balken over de leidingstraten is eerst een
krimp- en vervolgens de eindvoorspanning
aangebracht.
Onderslagbalken bij boogbruggen? Ook de
in totaal zes onderslagbalken onder beide
stalen bruggen (incl. de aanbruggen van een
van de boogbruggen) zijn dusdanig groot en zwaar, dat deze allemaal in situ gemaakt zijn
(foto 7). Hierin is geen voorspanning toege-
past omdat de opleggingen van de stalen
boogbruggen recht boven de kolommen zijn
gepositioneerd.
Doken
Voor het opnemen van langs-, dwars- en
remkrachten uit het spoordek zijn in de bal -
ken zware verticale stalen doken ingestort,
waarmee het steunpunt en het spoordek
zijn verbonden. Dit via de aan te storten in
situ koppelbalk (foto 8). De wapening rond
deze doken loopt op tot zes lagen Ø32mm
'gestapeld' om deze krachten op te kunnen
nemen (foto 9). De doken zelf bestaan uit
stalen kokers van rond 356 mm (fig. 5) of
vierkant 220-280 mm met een wanddikte
van 35-50 mm. De ronde doken zijn voor
de vaste punten van een dek en staan de
beweging van het dek in één richting toe.
Over die vierkante doken vallen rechthoeki -
ge contrakappen, die zijn ingestort in de
koppelbalk (foto 10). De holle doken zijn
gevuld met gietmortel. Verdere ingestorte
voorzieningen zijn een HWA-doorvoer die
in de kolom uitkomt, hijsvoorzieningen
en aan de onderzijde drie sparingen voor
architectonische verlichting inclusief
kabeldoorvoeren.
Voor het
opnemen van
langs-, dwars-
en remkrachten
uit het spoordek
zijn er in de
onderslagbalk
zware, verticale
stalen doken
ingestort
8
8 Doken waarmee het steunpunt en het spoordek zijn verbonden; koppelbalk hier nog niet gestort
Theemswegtracé (3)
16? CEMENT 1 2021
Prefab liggers
Het viaduct bestaat in totaal uit 691 voorge-
spannen prefab-betonnen langsliggers die
zijn opgedeeld in drie hoofdtypen: ZIPXL,
TRS (beide fig. 1, foto 11 en 12) en SKK. De ZIPXL-liggers zijn omgekeerde
T-liggers en vormen de veldliggers (488 stuks).
Deze zijn onderverdeeld in drie verschillende
lengte/hoogte-verhoudingen. De standaard
is 30 m / 1,60 m (l x h). Bij inritten, leiding-
straten en pasvelden wordt ook gebruik-
gemaakt van liggers met een hoogte van
1,80 m en 2,20 m. De lengte varieert hierbij
van 32 m tot 38 m. De TRS-liggers zijn asymmetrische
T-liggers en vormen de randliggers (194 stuks), per veld twee stuks. Deze hebben
dezelfde lengte/hoogte-verhoudingen als de
ZIPXL-liggers. Om deze liggers stabiel te
kunnen aanbrengen, zijn ze gefixeerd aan
de veldliggers met draadstangen in het mid -
den en aan de uiteinden. De SKK-liggers zijn kokerliggers
(9 stuks) (foto 13) en worden slechts in één
veld gebruikt, namelijk het veld over de
hoek van de binnenvaartterminal van tank -
overslagbedrijf Vopak aan de Neckarhaven.
Als gevolg van de beperkte hoogte tussen het
spooralignement en de terminal konden
hier geen hoge(re) ZIPXL-liggers worden
toegepast. De kokerliggers hebben een iets
beperktere hoogte van 1,90 m.
9
11
10
12
9 Wapeningconcentratie rondom de in te storten doken (hier nog niet ingestort) 10 Doken met rechthoekige contrakappen
11 Aanbrengen ZIPXL-veldligger?12 Aanbrengen TRS-randligger
CEMENT 1 2021 ?17
Het zijn de langste liggers van dit project
met een lengte van circa 43 m. Door een
bocht in het spoor zijn de buitenste liggers
langer dan de binnenste liggers. Het gewicht
varieert tussen de 135 ton en 149 ton per
stuk. Deze liggers moesten overigens wel
in een buitendienststelling van de binnen -
vaartterminal worden aangebracht omdat
eronderdoor, zowel boven- als ondergronds,
leidingen met gevaarlijke stoffen lopen. De liggers zijn voorzien van 102 tot
130 7-draads voorspanstrengen Ø15,7mm
(VMA). Ze zijn gemaakt met een zelfver-
dichtend betonmengsel op basis van CEM
III/A52,5 met kalksteenmeel. Sterkteklasse
is maximaal C70/85.
Koppelbalk? Aan de uiteinden van elk veld
met prefab liggers is in situ een betonnen
koppelbalk gestort (dwarsdrager). Deze zit
deels tussen en deels buiten de kop van de
prefab liggers. In deze koppelbalken is
langswapening aangebracht die door hijs-
sparingen in de veldliggers loopt. In de
randliggers zijn hiervoor schroefkoppelin -
gen ingestort om stekken in te monteren.
De randligger is tevens de kopkist van de
koppelbalken, zodat deze van buitenaf niet
zichtbaar zijn. De koppelbalken zijn uitge-
voerd in sterkteklasse C45/55.
Druklaag? Nadat aan beide uiteinden van
een veld de koppelbalken zijn gestort, is op
de prefab liggers een druklaag onder af -
schot (200-260 mm) gestort. De druklaag is gewapend met Ø8-Ø16. Er is gestort met
een betonmengsel sterkteklasse C35/45 met
cementtype CEM III/B 42,5 LH-HS. Aan weerszijden van de toekomstige
sporen zijn ontsporingsgeleidewanden
gestort. Het afschot van de druklaag loopt
naar het midden omlaag, waardoor het
water via doorvoeren (zogenoemde 'mouse-
holes') in de middelste ontsporingsgeleide-
wanden naar de watergoot in het midden
van het spoordek loopt. Vanuit hier wordt
het water vervolgens via het steunpunt
naar het riool afgevoerd. De HWA is in de
poer, kolom, onderslagbalk en koppelbalk
ingestort en daardoor onzichtbaar wegge-
werkt.
'Hangende' liggers? Een speciale construc-
tie is toegepast bij de kruising van het via -
duct met de Neckarweg. Het tracé kruist
de Neckarweg onder een flauwe hoek,
waardoor de onderslagbalken in het profiel
van vrije ruimte (PVR) van de Neckarweg
komen. Deze zijn daarom aan één zijde
ingekort. Hierdoor hebben de buitenste
twee prefab liggers hier aan één uiteinde
geen oplegpunt. De prefab liggers zijn
daarom met een verzwaarde koppelbalk
aan elkaar gestort. Deze prefab liggers
'hangen' uiteindelijk aan één zijde aan het
spoordek. Om dat mogelijk te maken zijn extra
sparingen in de kop van de liggers opgeno-
men, om voldoende langswapening voor
de koppelbalk aan te kunnen brengen
Over de gehele
lengte van het
viaduct is een
betonnen
borstwering
aangebracht,
voorzien van
een verticaal
geprofileerde
structuur
13b 13a
13 Kokerliggers: (a) veldligger, (b) randligger
Theemswegtracé (3)
18? CEMENT 1 2021
(foto 14). Bij de montage zijn de balken op
een hulpconstructie geplaatst die in een tij-
delijke wegversmalling stond. Na voldoende
verharding is deze hulpconstructie weer
verwijderd.
Randelementen
Aan het contract van het project is een
architectonische visie gekoppeld. Hierin is
bepaald dat aan beide zijden over de gehele
lengte van het viaduct een borstwering door
middel van randelementen moest worden
aangebracht (fig. 15), in totaal bijna 6000
stuks. De hoogte van de randelementen is
zodanig gekozen dat deze gelijk als valbevei -
liging fungeert. Doordat de prefab liggers en ook de druk
-
laag een zeeg hebben en de randelementen
in een rechte lijn moesten komen, is een
kim aangebracht op de druklaag die het
hoogteverschil opvangt. Met twee hoekstalen
is het element op de kim gezet en met een
schoor vastgehouden totdat het element is
vastgestort, tegen een betonnen wand, op de
druklaag (foto 16). Tussen deze wand en de ontsporings-
geleidewanden bevindt zich een kabelkoker.
De kabelkoker is afgedekt met betonplaten
en vormt het inspectiepad (fig. 1). De randelementen zijn voorzien zijn
van een verticaal geprofileerde structuur.
Voor de elementen is oppervlakteklasse B2
14 Prefab ligger met extra sparingen voor wapeningdoorvoer
15 Doorsnede prefab randelementen inclusief de houtvezelcementplaten
14
15
CEMENT 1 2021 ?19
en grijsschaal III conform CUR-Aanbeveling
100 Schoonbeton van toepassing. Belangrijk
aandachtspunt was dat de kleur van de ran -
delementen zoveel mogelijk overeenkomt
met de kleur van het in situ gestorte beton
en de kleur van de prefab liggers. Het in situ
gestorte beton is voornamelijk geproduceerd
met cementtype CEM III/B 42,5, hetgeen een
vrij lichte kleur oplevert. Na het beoordelen
van de monstertegels, zijn de randelementen
geproduceerd met cementtype CEM III/A 52,5
(foto 17). Ze zijn uitgevoerd met beton in
sterkteklasse C45/55, in de milieuklasse
XC4/XF4. Ze zijn bij Durisol Raalte geprodu -
ceerd (foto 18).
Om het betonoppervlak aan de zichtzijde
(dit is de niet-spoorse zijde) zolang mogelijk
vrij van vervuiling te houden, zijn er twee
extra maatregelen genomen:
De elementen zijn aan de bovenzijde iets
schuin gestort, waardoor regenwater via de
niet-zichtzijde wordt afgevoerd. Hierdoor
blijft de zichtzijde langer schoon.
Om verontreiniging in het betonoppervlak
door vlekken veroorzakende ijzer- en vana -
diumverbindingen (zogenoemde oer of py -
riet) zo veel mogelijk te voorkomen, is tijdens de productie het grove toeslagmateriaal
grind vervangen door gebroken kalksteen.
Geluidswering? Hoewel het tracé door een
industriegebied loopt, is extra geluidswe-
ring nodig omdat het nieuwe tracé dichter
bij het dorp Zwartewaal, aan de overzijde
van het Hartelkanaal, komt te liggen. In het
ontwerptraject hebben de bewoners inten -
sief meegesproken over voorzieningen om
geluidsoverlast tegen te gaan. Aan de spoorzijde tegen de rand -
elementen, boven de kabelgoten, wordt
geluidsabsorberende beplating (houtvezel -
cementplaten) aangebracht. Deze platen
moeten een geluidsreductie van 9dB(A) rea -
liseren. Er worden twee houtvezelcement-
platen op één randelement gemonteerd
(fig. 15). Een goede montage is van belang
om te voorkomen dat ze in de gebruiksfase
los gaan zitten door de zuiging en stuwdruk
van de treinen. De platen worden per stuk
met vier ankers M8 gemonteerd. Deze wor-
den ter plaatse geboord, waarna ze op een
vooraf vastgesteld moment worden aange-
draaid. Andere geluidswerende maatregelen
zijn dat het spoor volledig in ballastbed
16 Gemonteerde randelementen
17 Monstertegels en grijsschalen
16 17
Theemswegtracé (3)
20? CEMENT 1 2021
wordt aangebracht en ook op de beide stalen
boogbruggen wordt een ballastbed op een
betonvloer aangebracht. Verder worden de randelementen
over het hele tracé extra verhoogd tot
1,70 m boven bovenkant spoorstaaf, meer
dan voor valbeveiliging nodig zou zijn.
Tussen de rand elementen onderling zit
een naad van 25 mm. Om toch een 'geluid -
dichte' aaneengesloten wand de realiseren,
wordt de naad tussen de houtvezelcement-
platen in het midden van het randelement
geplaatst, waardoor één houtvezelcement-
plaat een overstek heeft en aansluit op het
naastliggende randelement (fig. 15). Om
bouw toleranties in de randelementen op
te vangen en om te voorkomen dat daar-
door de relatief broze houtvezelcement- platen bij monteren zouden breken op de
rand van het naastliggende randelement,
wordt aan de achterzijde een verjonging
aangebracht. Door deze overlappende
methode wordt toch een 'geluidsdichte'
wand gecreëerd. De ruim 11.000 houtvezelcementplaten
worden eveneens bij Durisol Raalte gepro-
duceerd. Durisol had de houtvezelcement-
platen ook aan de randelementen 'nat in
nat' vast kunnen storten in één proces.
Er is bewust voor gekozen de platen los te
produceren en in het werk te monteren
(foto 16). Hierdoor wordt voorkomen dat
schade optreedt als gevolg van afbouwwerk -
zaamheden op het dek. In de gebruiksfase
kunnen bij onderhoud of schade de platen
gemakkelijk worden vervangen.
18 Opslag randelementen
18
CEMENT 1 2021 ?21
1
2 Aardingssysteem constructie
PREFAB SCHUIMBETON BLOKKEN
Om de realisatie van het nieuwe hooggelegen spoorviaduct
mogelijk te maken is de bestaande Theemsweg voor aanvang van
de werkzaamheden verlegd. Het nieuwe tracé van de Theemsweg
kruist hierbij een kabel- en leidingstrook (K&L). Hier is gekozen om
boven de kabel- en leidingstrook licht ophoogmateriaal toe te
passen. Hierdoor wordt de gewichtstoename op de K&L van het
nieuwe asfalt- en funderingspakket gecompenseerd. Een tweede
vereiste was dat de kabel- en leidingstraat goed bereikbaar moest
blijven en dat het lichte ophoogmateriaal snel en eenvoudig moest
kunnen worden verwijderd.
Uiteindelijk is de oplossing gevonden in het maken van stapelbare
prefab schuimbetonblokken met een volumieke massa van
500 kg/m³. Vooraf zijn enkele elementen gemaakt waarop een
proefbelasting van 10 maal het eigen gewicht (5000 kg) is aan-
gebracht (foto 1).
In totaal zijn 117 prefab schuimbetonblokken toegepast met
afmeting 1000 mm x 1000 mm in drie verschillende hoogtes.
AARDING KUNSTWERK
Op de Havenspoorlijn wordt een bovenleidingspanning van 25 kV
AC (50 Hz) als tractie-energievoorziening toegepast (overige spoor
in Nederland is 1500V). Een nadeel van deze tractievoorziening is
dat er relatief veel retourstroom door de spoorstaven en de grond
teruggaat naar het onderstation (verdeelstation voor de energie-
voorziening).
Ongecontroleerde retourstromen kunnen schade aan de beton-
constructie veroorzaken. Bijvoorbeeld corrosie van wapening en
(thermische) schade aan voorspankabels als gevolg van te hoge
stroomconcentraties. Om dergelijke schade te voorkomen is een
aardingssysteem ontworpen met als doel de retourstromen gecon-
troleerd door de betonconstructie te leiden en af te voeren (fig. 2).
Hiervoor zijn in alle onderdelen van de betonconstructie zoge-
naamde aardstaven opgenomen. Deze staven zijn uitgevoerd als
gladstaal (FeB220/B500A) met een diameter van Ø16mm en wor-
den fysiek met het wapeningsnet in de betonconstructie verbon-
den. De gladstaalstaven hebben geen constructieve functie. De
retourstroom wordt via de aardstaven uit de spoordekken naar de
steunpunten en de funderingspalen naar 'moeder aarde' geleid.
2
1 Proefbelasting van een prefab schuimbetonblok
Theemswegtracé
Dit artikel is het derde artikel in een serie van vijf. In het eerste artikel wordt het project beschreven, het tweede artikel gaat in op de funderingen, het derde op het spoorviaduct, het vierde op de boogbruggen en het vijfde op de trogbruggen.
Reacties