Onderdeel van het Theemswegtracé, de omgelegde goederenspoorlijn in het Rotterdamse Havengebied, zijn twee stalen boogbruggen. Deze zijn op een voorbouwlocatie gemaakt en vervolgens op de definitieve positie ingereden. Het betondek is gestort nadat de bruggen op hun plek lagen. Voor het ontkisten is gebruikgemaakt van een verrolbaar werkplateau.
22? CEMENT 1 2021
De twee stalen boogbruggen liggen
over de Rozenburgsesluis en de
Thomassentunnel (A15/N15).
De
brug over de Rozenburgsesluis is 18 m breed
en 177 m lang. De breedte van de brug over
de Thomassentunnel is 13 m en de lengte
270 m. Beide bruggen zijn met aangevoerde
delen opgebouwd op een voorbouwlocatie
naast de sluis respectievelijk tunnel en ver-
volgens ingereden op hun definitieve plek
(op 4 april 2020 resp. 30 mei 2020) (foto 1).
Betondekken
De spoordekken hebben een dikte van
400 mm en worden gevormd door een
staalbetonvloer, een combinatie van stalen
dwarsdragers waarop een gewapend beton -
nen spoordek is gestort (foto 2). De redenen
dat hiervoor is gekozen, zijn dat er dankzij
het beton minder onderhoud nodig is aan
het dek, dat er minder last ontstaat van ver-
moeiing en dat het spoor in ballast komt ten
behoeve van geluidsreductie. De betondek -
1 Inrijden brug Rozenburgsesluis, foto: Danny Cornelissen i.o.v. Havenbedrijf Rotterdam
Betonnen dek
op stalen
boogbruggen
Onderdeel van het Theemswegtracé zijn twee stalen boogbruggen.
Deze zijn op een voorbouwlocatie gemaakt en vervolgens op de
definitieve positie ingereden. Het betondek is gestort nadat de bruggen op hun plek lagen. Voor het ontkisten is gebruikgemaakt van een verrolbaar werkplateau.
Om krimp in de
plastische fase te
beperken zijn
kunststofvezels
aan het beton
toegevoegd
1
CEMENT 1 2021 ?23
ken zijn om het gewicht bij het transport te
beperken pas op de definitieve locatie gestort. Het betonvolume van beide spoordek -
ken is elk 1300 m³, de wapeningshoeveelheid
is met 750 kg per m³ relatief hoog. De beton -
sterkteklasse is C30/37, de milieuklasse XD3
/ XF4 / XA2. Belangrijk aspect bij deze beide lange
spoordekken was het zoveel mogelijk voor-
komen van scheurvorming. Hier is veel aan -
dacht aan besteed. Zo zijn om de krimp in
de plastische fase te beperken kunststofve-
zels (polypropyleen) aan het betonmengsel
toegevoegd (900 g/m³). Deze kunststofvezels
nemen vocht op, waarbij het opgenomen
vocht na het storten geleidelijk weer vrij- komt. De plastische krimp wordt hierdoor
gereduceerd. Tevens heeft de toevoeging van
de polypropyleenvezels een positief effect op
de stabiliteit van het betonmengsel, waar-
door ontmenging tijdens het betonstorten
minder snel zal optreden. Vooraf is een
proefstort gemaakt om genomen maatrege-
len op effectiviteit te kunnen beoordelen.
Werkplateau
Bij beide boogbruggen is zoals gezegd de be-
tonnen vloer pas gestort nadat de bruggen
op hun plek lagen. Door de aanwezigheid
van de Rozenburgsesluis respectievelijk de
A15 was een ondersteuningsconstructie niet
mogelijk. In plaats daarvan is de bekisting
2 Storten spoordek op boogbrug Thomassentunnel
3 Bekisting is afgesteund op de flenzen van de dwarsdragers van de brug, foto: Matemco
VIDEO
Timelapsefilmpjes van het
inrijden van de boogbruggen
zijn te bekijken bij het artikel op
www.cementonline.nl.
2
3
Theemswegtracé (4)
24? CEMENT 1 2021
afgesteund op de flenzen van de dwars-
dragers van de brug (foto 3). Deze bekisting
is later verwijderd, gebruikmakend van een
werkplateau bestaande uit hangsteigers, die
via speciaal ontwikkelde trolleys over de
flenzen van de stalen hoofdligger konden
rollen (foto 4). Meer over het werkplateau
staat in het artikel 'Ontkisten boven water'
uit Betoniek Vakblad 2020/4.
Inrijoperatie
Het inrijden van de boogbruggen is gebeurd
met behulp van SPMT's (Self Propelled
Modular Transporter). Om beide bruggen
te kunnen bouwen op de naastgelegen voor-
bouw
locaties waren zware tijdelijke beton -nen funderingen nodig om de 4500 ton
(per stuk) wegende bruggen niet te laten
wegzakken.
Voorbouwlocatie Rozenburgsesluis? Voor
de brug over de Rozenburgsesluis zijn ter
hoogte van de vier hoekpunten betonnen
funderingsblokken aangebracht van 9,5 m
x 6,9 m x 1,5 m (l x b x h) met daaronder 12
funderingspalen per blok. Om de brug over
de sluis te kunnen rijden, mocht de sluis-
wand niet horizontaal worden belast. Hier-
voor gold een belastingvrije zone van 12 m
uit de sluiswand. Dit werd overbrugd met
stalen kleppen. Dit zijn gekoppelde stalen
profielen die naast elkaar worden gelegd
Het ontkisten
gebeurde vanaf
een werkplateau
dat met trolleys
over de flenzen
van de stalen
hoofdligger kon
rollen
4
5
4 Hangsteiger die via trolleys over de flenzen van de stalen hoofdligger rolt
5 Inrijden brug Rozenburgsesluis over de stalen 'kleppen'
CEMENT 1 2021 ?25 6 Betonnen hulpconstructie voor het inrijden van de boogbrug over de Rozenburgsesluis
waardoor een rijvloer voor de SPMT's ont-
staat die de overbrugging tussen ponton en
de wal vormt (foto 5). Deze kleppen rusten
aan één zijde op een ponton en aan de andere
zijde op een tijdelijk stalen landhoofd, 12 m
landinwaarts uit de sluiswand. Dit landhoofd
bestond uit 12 stalen buispalen op een rij
met daarop een zwaar I-profiel. Bij het zuidelijke steunpunt van de
brug moesten de SPMT's tijdens het inrijden
deels op de kelder van het bewegingswerk
van de sluis staan. Vanwege hoge belastin -
gen was hier een overkluizing nodig. Deze
kon echter niet met (grote) stalen hulppalen
worden gemaakt. Vanwege ondergrondse
sluisfunderingen en de kabels en leidingen
(K&L) was daar geen ruimte voor. Daarom
zijn hier dunne VVP-palen toegepast (ver-
dringende vibratiepaal). Een casingbuis
Ø273mm met verloren punt werd hoogfre-
quent de grond in getrild en vol gestort met
beton C35/40. Vervolgens is de casing weer
getrokken. In de bovenste 6 m is een wape-
ningsnet toegepast. Op deze palen zijn tijde-
lijke betonpoeren gestort, waarop een hori -
zontaal doorgaand stalen profiel met stalen
kleppen is gelegd (foto 6). Voorbouwlocatie Thomassentunnel? De
voorbouwlocatie voor de brug over de Tho-
massentunnel was een stuk ingewikkelder.
Deze locatie ligt op de bestaande Neckarweg
die aansluit op de N15. De weg is dan ook
voor circa 1,5 jaar afgesloten geweest voor
verkeer zodat hier de brugdelen samenge-
steld konden worden. Naast deze Neckar-
weg liggen op meerdere locaties K&L waar
overkluizingen voor nodig zijn. De overklui -
zingen zijn gebruikt om de zware brugon -
derdelen, waarvan de zwaarste 1000 ton
zijn, op locatie te kunnen transporteren.
Enkele overkluizingen zijn ook tijdens het
inrijden van de gehele brug gebruikt. Ook
zitten er in het oorspronkelijke terrein di -
verse hoogteverschillen, waardoor dam -
wandconstructies nodig waren om het ter-
rein op één hoogte te krijgen. De tijdelijke
fundering bestond hier deels uit betonnen
poeren met in de grond gevormde palen en
deels uit poeren van grond vermengd met
grout, de zogenoemde CSM-wanden. Ook
zijn er meerdere tussensteunpunten uitge-
voerd met zowel palen als CSM-wanden,
omdat er aan de boogbrug nog twee aan -
bruggen van 50 m zitten.
6
Theemswegtracé (4)
Dit artikel is het vierde artikel in een serie van vijf. In het eerste artikel wordt het project beschreven, het tweede artikel gaat in op de funderingen, het derde op het spoorviaduct, het vierde op de boogbruggen en het vijfde op de trogbruggen.
Projectgegevens
Project: Theemswegtracé
Opdrachtgever: Havenbedrijf Rotterdam (in samenwerking met ProRail)
Opdrachtnemer: Bouwcombinatie SaVe (Besix, Dura Vermeer, Mobilis, Hollandia en Iemants)
Start bouw: 2019
Kunstwerk gereed: mei 2021
Aannemingssom kunstwerk: € 160 miljoen
De twee stalen boogbruggen liggen over de Rozenburgsesluis en de Thomassentunnel (A15/N15). De brug over de Rozenburgsesluis is 18 m breed en 177 m lang. De breedte van de brug over de Thomassentunnel is 13 m en de lengte 270 m. Beide bruggen zijn met aangevoerde delen opgebouwd op een voorbouwlocatie naast de sluis respectievelijk tunnel en vervolgens ingereden op hun definitieve plek (op 4 april 2020 resp. 30 mei 2020) (foto 1).
Reacties