Tot dit jaar werd er in Noord-Nederland van uitgegaan dat de sterkte van een aardbeving ten gevolge van gaswinning in het Groninger veld maximaal 3,9 op de Schaal van Richter zou zijn. De mededeling dat dit maximum niet langer zeker is, én de vier relatief sterke bevingen die er op volgden, hebben voor veel opschudding gezorgd. Dat is goed te begrijpen. Niet alleen de huizen, maar ook het veiligheidsgevoel van de Groningers staat op het spel. Hoewel niet expliciet benoemd, staat vooral de draagstructuur in de belangstelling. Want ook al is schade buitengewoon vervelend, dé grote angst is dat gebouwen zullen instorten. En hoewel de toekomst niet te voorspellen is, biedt het verleden op dat vlak enige geruststelling. Zelfs bij de zwaarste aardbeving in ons land ? 5,8 op de Schaal van Richter in 1992 in Roermond ? zijn er geen gebouwen ingestort. Ook waren er geen slachtoffers. Wel was er voor tientallen miljoenen euro's schade.
Betekent dit dus dat er geen maatregelen nodig zijn? Zeker niet. De opgave is altijd om instortingen te voorkomen. En dus moeten constructies voldoende robuust zijn om een aardbeving te weerstaan, bijvoorbeeld door te zorgen voor een tweede draagweg: zelfs als een substantieel deel van de draagstructuur wegvalt, vindt er dan toch géén instorting plaats. Nieuwe gebouwen in Nederland zijn over het algemeen robuust genoeg om een flinke schok goed te doorstaan. Maar van oudere gebouwen is dat niet altijd zeker. Het is daarom goed dat er ? 100 miljoen beschikbaar is gesteld om in Groningen de constructieve staat van bestaande gebouwen te onderzoeken en indien nodig preventief te versterken. Constructeurs zullen beoordelen hoe constructies zich zullen gedragen als er een aardbeving optreedt.
Het zal de inwoners van Groningen nu maar ten dele geruststellen, maar de kans dat zij na zo'n onderzoek daadwerkelijk persoonlijk slachtoffer zullen zijn van een aardbeving, is uiterst klein.
Ir. Johan Galjaard
Voorzitter VNconstructeurs
- De eerdere columns van Johan Galjaard
Reacties