Vorige week heeft minister Blok in de Tweede Kamer nog eens bevestigd dat het er toch écht van gaat komen: een duaal stelsel op het gebied van bouwregelgeving. Deze maand precies vijf jaar geleden adviseerde de commissie Dekker dat al onder het motto 'Privaat wat kan, publiek wat moet'.
Blok wil opdrachtgevers vanaf 1 januari 2015 de mogelijkheid geven om hun project door een privaat bedrijf te laten toetsen, en niet meer uitsluitend ? zoals nu ? door de overheid. Onlangs nog raadde de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland (VBWTN) het af. De vereniging is bang voor kostenverhoging en kwaliteitsverlies, onder meer door prijsconcurrentie.
Zelf heb ik a priori geen voorkeur voor privaat of publiek. Het enige criterium moet zijn dát er getoetst wordt en dat er vooral heel góéd getoetst wordt. Kortom, dat de kwaliteit van een te bouwen constructie gewaarborgd is. Dat kunnen zowel private bedrijven als publieke toezichthouders. Wie het best geschikt is, zal van geval tot geval verschillen. Nog altijd is de kennis van publieke toetsers in met name de grote steden van heel hoog niveau. Voor wie bijvoorbeeld in de binnenstad van Den Haag wil bouwen, is de inbreng van de gemeente op het gebied van de bodemgesteldheid zeer waardevol. Het is de vraag of een private toetser diezelfde lokale, specialistische kennis heeft. Aan de andere kant zijn er kleinere gemeenten die door bezuinigen niet meer over de kennis beschikken om complexere projecten goed te beoordelen. In dat geval kan óf regionale samenwerking óf een private, onafhankelijke organisatie uitkomst bieden.
Duidelijk is dat het duale stelsel er komt. Onduidelijk is vooral nog hoe de minister de kwaliteit wil waarborgen en het in de praktijk wil gaan organiseren. En daar maak ik me zorgen over. Anderhalf jaar tot aan 1 januari 2015 is kort dag. Haast is dus geboden.
ir. Johan Galjaard
Voorzitter VNconstructeurs
- De eerdere columns van Johan Galjaard
Reacties