Zware machines met roterende delen genereren dynamische krachten, waardoor een voldoende stijf fundament nodig is. Minimale amplitudes en trillingssnelheden kunnen namelijk al leiden tot kostbare schade en storingen aan de machine. Het analyseren en beoordelen van het dynamische gedrag van het fundament behoort daarom tot een van de belangrijkste aspecten van de constructieve berekening.
Dynamische analyse machinefundament
Dynamische krachten vereisen een stijf fundament
1 Installatie van een gelijkwaardige 60 MW gasturbine
1
26? CEMENT 6 20 21
Een van de grootste industriële
complexen van Noordwest-Europa
vervangt één van zijn Gasturbine
en Alternator (wisselstroomgene-
rator) Units (GTA-Units) om in de
toekomst meer en op efficiëntere
wijze elektrische stroom te kun-
nen opwekken.
De nieuwe machine
weegt meer dan 300 ton en genereert een
elektrisch vermogen van 60 MW. Dit is 20%
meer dan de oude capaciteit. De fabrieken
zijn hierdoor minder afhankelijk van de
relatief dure netstroom. In verband met de
risico's en kosten moet de huidige machine
tijdens de vervanging in bedrijf blijven.
Hierdoor is er voor de nieuwe GTA-Unit een
nieuw fundament nodig.
GTA-Unit
De roterende delen van de GTA-Unit veroor-
zaken dynamische krachten (onbalanskrach -
ten), waardoor hinderlijke en schadelijke
trillingen en/of resonanties kunnen ontstaan.
Om dit te voorkomen, is de eigenfrequentie
van het fundament bepaald en zijn de optre-
dende amplitudes en trillingssnelheden bere-
kend. De belangrijkste aspecten die van in -
vloed zijn op een dynamische analyse zijn:
afmetingen van het fundament en bijbeho-
rend paalontwerp;
opererende toerentallen en grootte van de
onbalanskrachten;
gemeenschappelijk zwaartepunt van de
massa;
aangrijplocaties van de onbalanskrachten;
eigenschappen van de grond.
Funderingsontwerp
Het nieuwe fundament is 1,6 m dik, 25,0 m
lang en 5,0 m breed. Het paalontwerp bestaat
uit twee rijen van acht geschroefde stalen
buispalen (Ø457 mm) met regelmatige af-
standen van 3,4 m in lengterichting en 3,8 m
in dwarsrichting. De buispalen reiken tot
circa 25,0 m diepte en zijn volledig gefixeerd
in het fundament. De GTA-Unit is opgesteld
op twee stalen frames die door middel van
voorgespannen ankers zijn bevestigd aan
het fundament. De machine is omhuld met
een geluidsabsorberende beschutting.
Onbalanskrachten
Een onbalanskracht wordt veroorzaakt door-
dat het massazwaartepunt van het roterende
deel niet samenvalt met het centrum van de
aandrijfas. De grootte van de rotorexcentrici -
teit is afhankelijk van de mate waarin de ma -
chine is uitgebalanceerd. Dit uitbalanceren is
echter wel aan beperkingen onderhevig. Er
zijn kosten aan verbonden en bovendien
neemt de onbalans toe door onvermijdelijke
slijtage als gevolg van het gebruik van de ma -
chine. Het streven naar een volledige uitba -
lancering is hierdoor geen logische keuze [1]. De onbalanskrachten van de GTA-Unit
treden op in dwarsrichting van het funda -
ment en kunnen onder elke willekeurige
hoek optreden. De exacte grootte en de
aangrijplocatie van de onbalanskrachten
worden normaliter opgegeven door de ma -
chineleverancier. Doordat in de voorlopige
ontwerpfase van het project de leverancier
nog niet bekend was, waren deze gegevens
ING. MICHIEL
PLOKKER IENG
Senior constructeur
Worley Nederland B.V.
1)
ING. PASCAL FERRARIS
Senior constructeur
Fluor Consultants B.V.
1) Tijdens het schrijven van dit artikel was Michiel Plokker
werkzaam bij Fluor Consultants B.V. auteurs
Zware machines met roterende delen genereren dynamische krachten, waardoor een
voldoende stijf fundament nodig is. Minimale amplitudes en trillingssnelheden kunnen namelijk al leiden tot kostbare schade en storingen aan de machine. Het analyseren en
beoordelen van het dynamische gedrag van het fundament behoort daarom tot een van
de belangrijkste aspecten van de constructieve berekening.
CEMENT 6 2021 ?27
niet beschikbaar. De grootte van de onba-
lanskrachten zijn hierdoor berekend aan de
hand van de ACI 351.3R-04 van het American
Concrete Institute [2]. Deze code, specifiek
van toepassing op fundamenten voor ma-
chines met roterende delen, voorziet in
praktische formules waarmee de maximaal
optredende onbalanskrachten kunnen wor-
den uitgerekend.De grootte van de onbalanskracht (F)
is afhankelijk van de roterende massa (m),
rotorexcentriciteit (e), en het toerental (n)
van de machine, volgens de formule:
F = m e ?
2, waarbij ? = n · 2 · ?/60
De roterende massa en het toerental zijn be-
paald op basis van projectervaring met
soortgelijke machines. De rotorexcentriciteit
van de GTA-Unit is afhankelijk van het kwa-
liteitsniveau van de uitbalancering (balance
quality grade) die is voorgeschreven in de
internationale standaard ISO 1940-1 [3]. De
aangrijplocaties van de onbalanskrachten
zijn ingeschat aan de hand van de posities
en afmetingen van de roterende delen. In latere fase zijn de werkelijk optre-
dende onbalanskrachten van de machinele-
verancier vergeleken met de berekende
krachten uit ACI 351.3R-04. De exacte krach-
ten van de machineleverancier bleken onge-
veer 10-15% lager te liggen. De gehanteerde
uitgangspunten en formules uit ACI 351.3R-04
konden hierdoor voor dit project als betrouw -
baar en behouden worden beschouwd.
2 Opstelling van de GTA-Unit
WERKING GTA-UNIT
Een GTA-Unit bestaat hoofdzakelijk uit een compressor, verbran-
dingskamer, turbine, tandwielkast en alternator (fig. 2). Met de
compressor wordt de lucht aangezogen en samengeperst, waar-
door de luchttemperatuur en -druk toenemen. In de verbrandings-
kamer wordt vloeibaar gas ingespoten waarna het mengsel van
de gecomprimeerde lucht en vloeistof wordt ontstoken (chemische
energie). De geëxpandeerde uitlaatgassen, die zich met hoge snel-
heid in de straalbuis van de turbine voortbewegen, zorgen ervoor
dat de rotorbladen gaan draaien (kinetische energie) en de turbine-
as wordt aangedreven. Ter plaatse van de tussenliggende tand-
wielkast, die beide machine-assen koppelt, wordt de rotorsnelheid
van de turbine (6400 omw/min resp. 106 Hz) omgezet naar het
toerental van de alternator (3000 omw/min resp. 50 Hz). De alter-
nator bestaat uit elektromagneten (rotor) die rondom zijn voorzien
van koperen spoelen (stator). Door de magnetische velden gaat de
rotor draaien, waardoor elektrische spanning wordt opgewekt en
er stroom gaat vloeien (elektrische energie). Door de GTA-Unit te
combineren met een Heat Recovery Steam Generator (HRSG) kan
een aanzienlijk hoger rendement worden verkregen. De warme
rookgassen, die vrijkomen uit het verbrandingsproces, kunnen
onder andere door de HRSG worden opgevangen en gebruikt om
bijvoorbeeld een stoomturbine aan te drijven. Hierdoor kan nog
meer elektriciteit worden geproduceerd. De afgewerkte stroom
kan vervolgens voor verwarmingsdoeleinden worden gebruikt.
2
28? CEMENT 6 20 21
Vibration Limits
Frequency (r pm)
60
1 20
1 80
2 40
3 60
4 80
6 00
1 20 0
1 80 0
2 40 0
3 60 0
4 80
0 6 00
0
0.1 0.2 0.3 0.4 0.6 0.8 1.0 2 3 4 6 8
10 20 30
40 60 80
100
V
ib ra
cti on
Am
pl
itu de, P e
ak-T o-P
eak (m il
s )
Coastdown L im it
R ecipro cating
Centr if ugal
Obn
ox
io
us
Le
v e
l Fo
r Bu
il
d i
n g s C
le
ar
ly
Pe
rc e
pta
b l
e
B a
re
ly P
erc
ep t
a
b l
e
M achine Tolerance
Hum an Toler ance
p eak-to- p eak
amplitude
Beoordelingscriteria
De afmetingen en de paalconfiguratie van
het fundament zijn bepaald aan de hand
van ontwerpregels uit praktijkrichtlijnen [4].
Deze zijn van toepassing op de minimaal be-
nodigde betonmassa, maximale paalbelasting
en het zwaartepunt van de paalgroep. Het
ontwerp is vervolgens geanalyseerd, door-
gerekend en beoordeeld op resonantie,
amplitudes en trillingssnelheden.
In verband met het resonantiecriterium
moet de eigenfrequentie van het fundament
minimaal 20% buiten het operationele toeren -
tal van de machine liggen (40 Hz ? 120 Hz).
Binnen dit gestelde domein moeten de am-
plitudes van het fundament voldoende klein
zijn om onaangename uitwijkingen voor
werkend personeel in de nabijheid van de
machine te vermijden. Ter plaatse van de machine-as moet worden voldaan aan de
gestelde criteria om de gewenste machine-
prestaties te kunnen leveren zonder dat er
storingen en/of schades ontstaan door te
grote amplitudes en trillingssnelheden.
De toetsing van de amplitudes is uit-
gevoerd met het beoordelingsdiagram,
weergegeven in figuur 3. Bij een opererend
toerental van 3000 omw/min worden de
amplitudes van het fundament duidelijk
voelbaar vanaf 4,5 ?m (0,18 mils) en als on-
aangenaam ervaren vanaf 15,5 ?m (0,61 mils).
De amplitudes ter plaatse van de machine-as
mogen niet groter zijn dan 12,7 ?m (0,50 mils).
De maximaal toelaatbare trillingssnelheden
mogen niet hoger zijn dan 2,5 mm/s voor
het fundament en 2,0 mm/s ter plaatse van
de machine-as. Deze eisen zijn afkomstig
van de opdrachtgever. Als aanvulling op de reguliere beoor-
delingscriteria zijn er specifiek voor deze
machine ook een aantal aanvullende toet-
singen verricht. Door het hoge toerental van
de machine wordt bij het opstarten en uit-
schakelen de eigenfrequentie gepasseerd.
Het fundament bevindt zich hierdoor kort-
durend in resonantie, waardoor er een aan-
en uitloopanalyse is uitgevoerd. De maximale
amplitude van de eigenfrequentie mag hier-
bij niet groter zijn dan 88,9 ?m (3,5 mils). Dit
criterium is in figuur 3 aangegeven als
'Coastdown Limit'.
Gedurende de operationele levensduur van de
machine ontstaat er speling tussen de lagers
en de machine-as, waardoor grotere onba -
lanskrachten ontstaan. Deze vorm van slijta -
ge wordt ook wel 'tripping' genoemd. Voor
tripping gelden er ruimere eisen. Doordat de
machine is begrensd, en automatisch afslaat
wanneer er te hoge trillingssnelheden worden
gemeten, is de mate van tripping beperkt. In bijzondere situaties kan kortslui-
ting in de alternator ontstaan, waardoor
deze acuut vastloopt. De voorgespannen
ankers waarmee de machine is bevestigd,
zijn hierdoor voornamelijk berekend op de
kortstondige trekkrachten. Gezien de beno-
digde afmetingen van het fundament om
aan de dynamische criteria te voldoen, is
deze calamiteitenbelasting niet bepalend
voor het ontwerp. Om trillingen
en/of resonanties
te voorkomen,
is de eigenfre-
quentie van het
fundament
bepaald en zijn
de optredende
amplitudes en
trillingssnelheden
berekend
3 Beoordelingsdiagram
3
CEMENT 6 2021 ?29
5
6
4
Een onbalans-
kracht wordt
veroorzaakt
doordat het
massazwaarte-
punt van het
roterende deel
niet samenvalt
met het
centrum van de
aandrijfas
4 Equivalente uitkraging
5 Principe van verminderde aanhechting en afname afschuifmodulus [6] 6 Paalverplaatsing door horizontale onbalanskracht [7]
Paalstijfheid en demping
Onder invloed van een harmonische, dyna-
mische belasting zijn de stijfheid en dem-
ping van het fundament voornamelijk af-
hankelijk van de dynamische interactie van
de palen met de omliggende grond.
Equivalente uitkraging? Vanwege de com-
plexiteit van de geotechnische respons en
door het gebrek aan geavanceerde rekensoft -
ware, was het in het verleden gebruikelijk de
stijfheid van de grond tegen de paal volledig
te negeren en de palen te fixeren ter plaatse
van het maximaal optredende moment (fig. 4).
De hoogte van de equivalente uitkraging
werd bepaald aan de hand van de toegepaste
paalmiddellijn en aanwezige grondgesteld-
heid. Door de grond tegen de paal niet te
beschouwen, wordt de horizontale stijfheid
van het fundament te laag ingeschat, wat
leidt tot een lagere eigenfrequentie dan in
werkelijkheid het geval is. Aangezien ook
de effecten van demping niet worden mee-
genomen, worden er te hoge amplitudes en
trillingssnelheden berekend.
Paalimpedantie? Een relatief eenvoudige
manier om de dynamische paal-grondinter-
actie te bepalen, is met behulp van de
methode paalimpedantie [5]. Hierbij worden de zes vrijheidsgraden van de paal uitge-
drukt in impedantiefuncties (zie kader), die
met behulp van dimensieloze parameters en
frequentie worden herleid tot steunpunts-
formules. Met de formules kunnen de drie
translatie- en rotatiewaarden voor de paals-
tijfheid en demping worden berekend, die
als invoergegevens voor andere rekenmodel
-
len kunnen worden gebruikt. De methode is echter van toepassing
op een uniforme grondgesteldheid. Wanneer
de bodemopbouw uit meerdere grondlagen
bestaat, moet er één representatieve grond-
parameter worden afgeleid voor de afschuif-
modulus, gronddichtheid en schuifgolfsnel-
heid. Bij een bodemopbouw met veel
wisselende en verschillende grondlagen is
deze methode niet geheel nauwkeurig. Ook
wordt met deze methode geen rekening ge-
houden met de verminderde of gebrekkige
grondaanhechting tegen de paal als gevolg
van dynamische trillingen van de machine.
De verminderde aanhechting, die met name
van toepassing is bij ondiep gelegen grond-
lagen, veroorzaakt een parabolische afname
van de afschuifmodulus over de diepte (fig. 5).
Het negeren van dit effect leidt tot een over-
schatting van de berekende steunpuntstijf-
heden, waardoor de eigenfrequentie van het
fundament te hoog wordt berekend.
30? CEMENT 6 20 21
Dynamische modellen? Laatste decennia
zijn de geotechnische modellen verder geop-
timaliseerd om het dynamische gedrag nog
nauwkeuriger te kunnen benaderen. Aan
de meest gebruikte modellen liggen de im-
pedantiefuncties ten grondslag, waarbij de
theoretische achtergronden zijn gebaseerd
op continuümmodellen en eindige-elemen-
tenmodellen. Maar dergelijke analyses en
beschouwingen gaan gepaard met veel en
gecompliceerd rekenwerk, waardoor het
gebruik van een computergestuurd reken-
model nagenoeg onvermijdelijk is geworden.
Dynamisch model
Om de paal-grondinteractie nauwkeurig te
bepalen, zijn analyses uitgevoerd met be-
hulp van een rekenmodel in DynaN (fig. 7).
Het fundament is hierbij gemodelleerd in
een halfruimte van homogene en isotrope
grondlagen, die zich lineair visco-elastisch
gedragen en waarbij de vlakke spannings-
toestand van toepassing is. De eigenschap-
pen van de grondlagen zijn verkregen uit
dynamische sonderingen en ingegeven door
de dichtheid (?), schuifgolfsnelheid (v
s) en
poisson-coëfficiënt (?).
Onbalanskrachten? In het rekenmodel is
elke onbalanskracht geprojecteerd op het
gemeenschappelijke zwaartepunt van de sta-
tische belasting. Doordat de onbalanskracht
v
an elke component zich op een bepaalde
afstand en hoogte bevindt ten opzichte van
dit
punt, is naast een dynamische kracht ook een dynamisch buigend moment ingegeven.
Het fundament ondergaat hierdoor niet al
-
leen een verplaatsing maar ook een rotatie.
Schematisering? De toegepaste rekenmetho-
diek die door DynaN wordt gehanteerd, is
gebaseerd op de verbeterde methode van
Novak [8]. Hierbij wordt de horizontale geo-
technische respons van de dynamische
paal-grondinteractie benaderd met een
Hybride Dynamisch Winkler Model (fig. 8).
Dit model bestaat uit een aaneenschakeling
van in serie gepositioneerde translatieveren
en trillingsdempers die per grondlaag zijn
verdeeld in twee gebieden, namelijk een
slappere grondzone in de nabijheid van de
paal en de originele grond daarbuiten.
Slappere grondzone? De slappere grondzone
(ook wel overgangszone genoemd) bestaat
uit een cilindervormige grondmassa, even
breed als de halve paaldiameter (r
0), die
rondom de paal aanwezig is (fig. 9). De zone
karakteriseert de parabolische afname van
de afschuifmodulus als gevolg van de ver-
minderde grondaanhechting. Het gebied
verzorgt een geleidelijke overgang tussen
het niet-lineaire grondgedrag ter plaatse van
de paal en het lineaire gedrag van de origi-
nele grond (fig. 10). De toegepaste grondei-
genschappen in de slappere zone zijn empi-
risch bepaald. De afschuifmodulus in de
slappere zone (G
i) is minimaal 25% lager dan
de originele grond (G
0). De demping is twee
keer hoger aangehouden. Slappere grond
genereert namelijk meer demping.
Demping? Er is 1% materiaaldemping toege-
past voor de palen en 3% voor de originele
grond. Deze percentages zijn arbitrair
bepaald en constant voor alle grondlagen.
Door de modellering van het fundament in
een oneindig medium (grond) wordt de
geometrische demping door het rekenpro-
gramma automatisch gegenereerd.
Dynamische analyse
Berekeningswijze? De berekeningsresultaten
worden in DynaN gepresenteerd door Fun -
dament Amplitude Grafieken. Hierbij wor-
den de uitwijkingen van het fundament
7
7 Dynamisch model in DynaN
IMPEDANTIEFUNCTIE
In de schematische voorstelling
van figuur 6 is de paal aan de
bovenzijde ingeklemd in het
fundament en wordt de paal
horizontaal belast, waardoor
deze verplaatst. De horizontale
grondreactie P(z), als gevolg
van de horizontale verplaatsing
u(z) en de dynamische interac-
tie van de grond k
u wordt
beschreven door:
P(z) = k
u u(z) dz, waarbij
k
u = G(S u1 + iS u2)
In de impedantiefunctie van k
u
is G gelijk aan de afschuifmo-
dulus (of glijdingsmodulus) van
de grond. De parameters S
u1 en
S
u2 vertegenwoordigen het reële
deel en imaginaire deel van de
functie. Het reële deel S
u1 is
gerelateerd aan de stijfheid en
het imaginaire deel S
u2 aan de
demping. Deze bestaat uit
afname van de amplitudegol-
ven door de oneindige grond
(stralingsdemping of geometri-
sche demping genoemd).
Materiaaldemping door de
afname van energie door wrij-
ving is verwaarloosd.
CEMENT 6 2021 ?31
in de drie hoofdrichtingen als functie van
de frequentie weergegeven. Op basis van de
uitwijkingspiek is de eigenfrequentie van
het fundament vastgesteld. De amplitude
wordt berekend als de wortel uit de som van
de gekwadrateerde uitwijkingen. Doordat de
turbine en alternator onder verschillende
toerentallen opereren en op hetzelfde fun-
dament zijn bevestigd, is voor beide compo-
nenten een afzonderlijke analyse uitgevoerd.
De resultaten van de analyses zijn gesom-
meerd om de uiteindelijke amplitudes en
trillingssnelheden van het fundament te
bepalen.
Ontwerpvariabelen? De belangrijkste ont-
werpvariabelen zijn de toegepaste buigstijf-
heid van het fundament, grondgesteldheid
en paalconfiguratie. Een dikker fundament
genereert meer massatraagheid, waardoor
de amplitudes en trillingssnelheden afne-
men. De amplitudes zijn bij een 1,8 m dik
fundament ongeveer 30% lager dan bij een
dikte van 1,4 m. In verband met de vereiste
dikte van het fundament is de toegepaste
buigtrekwapening praktisch bepaald (mini-
male wapening). Doordat scheurvorming
nauwelijks zal optreden, zijn de berekeningen
uitgevoerd met de materiaaleigenschappen
van ongescheurd beton.
In verband met de richting van de
onbalanskrachten speelt de paalconfiguratie
in d
warsrichting een belangrijke rol. Een
grotere paalafstand in dwarsrichting leidt
weliswaar tot kleinere amplitudes en trillings -
snelheden door een stijver paalontwerp,
maar
de eigenfrequentie wordt hoger waar -
door deze zich dichter bij het opererende
toer
ental van de machine bevindt. Hierdoor
wordt het resonantiecriterium prominenter.
Met de gekozen paalafstand van 3,8 m in
dwarsrichting wordt aan beide criteria
voldaan.
Om onzekerheden in grondgesteldheid
zo veel mogelijk uit te sluiten, zijn de bere-
keningen uitgevoerd met 20% verlaagde en
verhoogde grondeigenschappen. Bij slappe-
re grond wordt de eigenfrequentie lager en
treedt deze op over een smaller spectrum
als gevolg van meer demping (fig. 11a). Ook
is de amplitude van de eigenfrequentie
ongeveer drie keer groter ten opzichte van
8 Paalschematisering
9 Slappere grondzone rondom de paal 10 Variatie in afschuifmodules
8
9 10
32? CEMENT 6 20 21
???????????????
?????????????? ???
???
???
??
??
??
??
???????????????????????????
????????
?????????
?????????
?????????
????????? ????????
?????????
?????????
?????????
????????? ????????
?????????
?????????
?????????
?????????
????????
?????????
?????????
?????????
?????????
????????
?????????
?????????
?????????
????????? ?
????????? ?????????
???????????????????????
???????????????
?????????????? ???
???
???
??
??
??
??
???????????????????????????
?????????
?????????
????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
????????? ?
???????????????????
???????????????????????
???????????????
?????????????? ???
???
???
??
??
??
??
???????????????????????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
?????????
????????? ?
???????????????????
???????????????????????
de resultaten met stijvere grond. De geo-
technische situatie met slappere grond is
hierdoor maatgevend voor de aan- en uit-
loopcriteria. De geotechnische situatie met
stijvere grond (fig. 11c) is bepalend voor de
operationele situatie, aangezien de eigen-
frequentie hoger wordt en zich dichter bij
het opererende toerental bevindt.
Beoordeling? Resonantie treedt niet op door-
dat voor alle geotechnische situaties geldt
dat de eigenfrequentie voldoende buiten het
opererende toerental van de machine ligt.
Tijdens operationele omstandigheden zijn
de amplitudes maximaal 6,4 ?m ter plaatse
van de hoekpunten van het fundament.
Deze waarde wordt grotendeels veroorzaakt
door de alternator als gevolg van het lagere
toerental. De amplitudes zijn voelbaar voor
personen maar worden niet als hinderlijk
ervaren (fig. 8). De trillingssnelheden zijn
maximaal 1,23 mm/s ter plaatse van de
machine-as. De machineprestaties worden
hierdoor niet negatief beïnvloed. Tijdens
het aan- en uitschakelen van de machine
bedraagt de maximale amplitude 14,5 ?m,
waardoor ruimschoots wordt voldaan aan de
aan- en uitloopcriteria.
Bedrijfszekerheid
De nieuwe GTA-Unit heeft een aanzienlijk
hoger rendement dan de huidige machine,
waardoor aardgas op efficiëntere wijze
wordt omgezet in elektrische stroom. Van-
wege de hoge investeringskosten (ongeveer
? 50 miljoen) zijn de bedrijfszekerheid en
betrouwbaarheid van de machine voor de
opdrachtgever het belangrijkst. Het funda-
ment is, dankzij de uitgevoerde analyses,
voldoende stijf en voldoet aan alle dynami-
sche toetsingscriteria. Hierdoor zijn schade
of storingen door te grote amplitudes, tril-
lingssnelheden en/of resonantie nagenoeg
uitgesloten.
11 Fundament Amplitude Grafieken Turbine: (a) 20% verlaagde grondeigenschappen; (b) normale grondeigenschappen; (c) 20%
verhoogde grondeigenschappen
11a
11b
11c
LITERATUUR
1?Klaver, E.C., Dynamische
belastingen (IV), Cement 1992
nr. 10.
2?ACI 351.3R-04
Foundations for Dynamic
Equipment.
3?International Standard
ISO 1940-1 Mechanical
Vibration ? Balance quality
requirements for rotors in a
constant (ridid) state ? Part
1: Specification and
verification of balance
tolerances.
4?Arya, S., O'Neill, M., Pincus,
G., Design of Structures and
Foundations for Vibrating
Machines.
5?Novak, M., Dynamic
Stiffness and Damping of
Piles (1974), University of
Western Ontario.
6?Novak, M., Piles Under
Dynamic Loads (1991).
International Conferences
on Recent Advances in
Geotechnical Earthquake
Engineering and Soil
Dynamics.
7?Novak, M., Sheta, M.,
Dynamic Response of Piles
and Pile Groups, University
of Western Ontario.
8?Reese, L.C., Wang, S.T.,
Arrellaga, J.A., Vasquez, L.
Computer Program DYNAN
(User's Manual), Ensoft, INC.
CEMENT 6 2021 ?33
Een van de grootste industriële complexen van Noordwest-Europa vervangt één van zijn Gasturbine en Alternator (wisselstroomgenerator) Units (GTA-Units) om in de toekomst meer en op efficiëntere wijze elektrische stroom te kunnen opwekken. De nieuwe machine weegt meer dan 300 ton en genereert een elektrisch vermogen van 60 MW. Dit is 20% meer dan de oude capaciteit. De fabrieken zijn hierdoor minder afhankelijk van de relatief dure netstroom. In verband met de risico’s en kosten moet de huidige machine tijdens de vervanging in bedrijf blijven. Hierdoor is er voor de nieuwe GTA-Unit een nieuw fundament nodig.
De roterende delen van de GTA-Unit veroorzaken dynamische krachten (onbalanskrachten), waardoor hinderlijke en schadelijke trillingen en/of resonanties kunnen ontstaan. Om dit te voorkomen, is de eigenfrequentie van het fundament bepaald en zijn de optredende amplitudes en trillingssnelheden berekend. De belangrijkste aspecten die van invloed zijn op een dynamische analyse zijn:
- afmetingen van het fundament en bijbehorend paalontwerp;
- opererende toerentallen en grootte van de onbalanskrachten;
- gemeenschappelijk zwaartepunt van de massa;
- aangrijplocaties van de onbalanskrachten;
- eigenschappen van de grond.
Werking GTA-Unit
Een GTA-Unit bestaat hoofdzakelijk uit een compressor, verbrandingskamer, turbine, tandwielkast en alternator (fig. 2). Met de compressor wordt de lucht aangezogen en samengeperst, waardoor de luchttemperatuur en -druk toenemen. In de verbrandingskamer wordt vloeibaar gas ingespoten waarna het mengsel van de gecomprimeerde lucht en vloeistof wordt ontstoken (chemische energie). De geëxpandeerde uitlaatgassen, die zich met hoge snelheid in de straalbuis van de turbine voortbewegen, zorgen ervoor dat de rotorbladen gaan draaien (kinetische energie) en de turbine-as wordt aangedreven. Ter plaatse van de tussenliggende tandwielkast, die beide machine-assen koppelt, wordt de rotorsnelheid van de turbine (6400 omw/min resp. 106 Hz) omgezet naar het toerental van de alternator (3000 omw/min resp. 50 Hz). De alternator bestaat uit elektromagneten (rotor) die rondom zijn voorzien van koperen spoelen (stator). Door de magnetische velden gaat de rotor draaien, waardoor elektrische spanning wordt opgewekt en er stroom gaat vloeien (elektrische energie). Door de GTA-Unit te combineren met een Heat Recovery Steam Generator (HRSG) kan een aanzienlijk hoger rendement worden verkregen. De warme rookgassen, die vrijkomen uit het verbrandingsproces, kunnen onder andere door de HRSG worden opgevangen en gebruikt om bijvoorbeeld een stoomturbine aan te drijven. Hierdoor kan nog meer elektriciteit worden geproduceerd. De afgewerkte stroom kan vervolgens voor verwarmingsdoeleinden worden gebruikt.
Reacties