Sinds april 2020 rijdt het verkeer in Goes onder het spoor door. De spooronderdoorgang, onder een trogbrug en een plaatbrug door, is door zijn hoogwaardige bouwkundige afwerking een echte blikvanger. Bij de indeling in moten en de keuze voor de fundering is nadrukkelijk rekening gehouden met onder meer de gronddrukken. Om faalkosten en de engineeringsuren te beperken is een automatiseringsslag ingebracht. De gebogen vorm van het ontwerp en het verticale alignement leidden tot een grote hoeveelheid variabelen en complexiteit in het gegenereerde script, wat de digitale modellering extra uitdagend maakte. Toch is deze onderdoorgang zeer snel opgeleverd: amper een jaar na de start van het ontwerp werden de spoordekken ingereden.
Op alle vlakken een kunstwerk
Ontwerp complexe vorm spooronderdoorgang Goes
deels geautomatiseerd
1 De nieuwe spooronderdoorgang heeft een hoog afwerkingsniveau, foto: Wagemaker
1
18? CEMENT 5 20 22
Tussen 1863 en 1873 werd de
Zeeuwse Lijn aangelegd, een
spoorlijn tussen Roosendaal en
Vlissingen die Goes passeert.
De
stad en het station waren verbonden door
de Frans den Hollanderlaan, de overweg
aan de Van Hertumweg verbond Goes met
het achterland (fig. 2). Sinds die tijd is er veel veranderd:
Goes groeide, de spoorwegovergang in de
van Hertumweg was de belangrijkste ver-
binding tussen het centrum en de wijken
ten zuiden van het spoor, het verkeer werd
steeds drukker en het treinverkeer nam toe.
Het verkeer in de binnenstad ondervond ge-
regeld hinder van de gesloten spoorbomen.
Bovendien vormt een spoorwegovergang
altijd een risico voor de verkeersveiligheid. Om de verkeersdoorstroming en de
verkeersveiligheid te verbeteren, is een spooronderdoorgang aangelegd: de Terwelle-
gang. De onderdoorgang bestaat uit een ver-
keersweg met twee rijbanen en een fiets- en
voetpad. Daarnaast werd ook het Terwelle-
plein, het plein bij het station, opgewaar-
deerd. De spooronderdoorgang sluit aan de
Zuidzijde met een nieuwe weg en een ovale
rotonde aan op de bestaande rotonde Poel-
plein, en aan de noordzijde op de bestaande
weg met een nieuwe rotonde, het Kompas-
plein. Ook de fiets- en voetpaden werden
aangesloten op de nieuwe rotondes, waar-
door de routing vanuit de onderdoorgang
veel logischer is.
Voor het slagen van het project was
een strakke planning essentieel. Een grote
uitdaging die om een intensieve samenwer-
king vroeg, waarbij veel uitgangspunten
voor het ontwerp in korte tijd werden be-
sproken en vastgelegd. Het contract van PROJECTGEGEVENS
project
Onderdoorgang Van Hertum te Goesopdrachtgever ProRail
architect
Studio SK,
ontwerpbureau van Movares
constructeur Wagemaker
(voorontwerp,
definitief ontwerp en uitvoeringsontwerp) hoofdaannemer
Gebroeders De Koning Papendrecht
inrijden spoordekken Mammoet
leverancier prefab palen
Haitsma
Sinds april 2020 rijdt het verkeer in Goes onder het spoor
door. De spooronderdoorgang, onder een trogbrug en een plaatbrug door, is door zijn hoogwaardige bouwkundige
afwerking een echte blikvanger. Bij de indeling in moten en de keuze voor de fundering is nadrukkelijk rekening gehouden met onder meer de gronddrukken. Om faalkosten en de
engineeringsuren te beperken is een automatiseringsslag
ingebracht. De gebogen vorm van het ontwerp en het verticale alignement leidden tot een grote hoeveelheid variabelen en complexiteit in het gegenereerde script, wat de digitale modellering extra uitdagend maakte. Toch is deze
onderdoorgang zeer snel opgeleverd: amper een jaar na de start van het ontwerp werden de spoordekken ingereden.
CEMENT 5 2022 ?19
ProRail omvatte namelijk een einddatum en
vastgelegde buitendienststellingen (TVP's),
die een-op-een in de planning moesten
terugkomen.
Vormgeving en uitgangspunten
Naast de ontwerpvoorschriften van ProRail
(OVS) en de projectspecifieke documenten
en contractstukken, is een beeldkwaliteits-
plan voor de hele stationsomgeving gemaakt
en heeft de architect een vormgevingsdocu-
ment voor de onderdoorgang opgesteld dat
bindend was binnen dit contract. Hierbij is
goed nagedacht over de gewenste uitstra-ling: het ontwerp heeft een hoogwaardig
bouwkundig afwerkingsniveau, door de
architect omschreven als ambitieniveau
'Plus'. Verschillende soorten wandbekleding,
wandafwerking en leuningen sluiten goed
op elkaar aan (foto 1 en 3). De wanden van
zowel de binnenbocht als de buitenbocht
van de onderdoorgang zijn voorzien van
kunst, die speciaal hiervoor is ontworpen
door de in Goes woonachtige kunstenaar
George Schade (foto 4).
Het project kende naast het vormge-
vingsdocument ook de gebruikelijke functio-
nele uitgangspunten en randvoorwaarden.
2 Overzicht betonwerk
ING. MARCEL
SOMERS PMSE RC
Projectleider / ConstructeurWagemaker auteur
2
20? CEMENT 5 20
22
Voor het fiets- en voetpad en de verkeers-
weg is een profiel van vrije ruimte voorge-
schreven. De doorrijhoogte van de rijweg
bedraagt minimaal 4,6 m en van het fiets-
pad 2,7 m.De gewenste wegbouwkundige inde-
ling is contractueel voorgeschreven. De alig-
nementen van het referentieontwerp zijn
opgesteld door de gemeente Goes en zijn
gebaseerd op de ASVV 2004. De aanpak van de ruwbouw was anders dan
normaal. Er is uiteraard gestart met de weg-
bouwkundige alignementen en doorrijhoog-
ten, maar voor het betonwerk is daarna ge-
werkt van fijn naar grof in plaats van van
grof naar fijn. Het constructieve betonwerk,
feitelijk nauwelijks zichtbaar, werd achter
en onder de hoogstaande bouwkundige af-
werking gemaakt. Dit kostte extra tijd en
geld, maar het resultaat is bijzonder.
3 Verschillende soorten wandbekleding, wandafwerking en leuningen sluiten goed op elkaar aan, foto: Wagemaker
4 De wanden zijn voorzien van kunst, die speciaal hiervoor is ontworpen door de in Goes woonachtige kunstenaar George Schade,
foto: Wagemaker
De circa 250 m
lange onder-
doorgang met
spoorkruisingen
bestaat uit een
trogbrug en een
plaatbrug
3
4
CEMENT
5 2022 ?21
Constructief ontwerp
De circa 250 m lange onderdoorgang kruist
drie sporen, verdeeld over twee betonnen
dekconstructies. Conform het referentieont-
werp van ProRail ligt één spoor in een trog-
brug, de andere twee sporen liggen op een
plaatbrug. Naast het dubbelspoorsdek is een
fietsbrug gerealiseerd. De hele onderdoor-
gang is opgedeelde in twaalf moten: twee
gesloten spoormoten, een gesloten moot
onder de fietsbrug en negen open moten.Bij een onderdoorgang is het funde-
ringsontwerp een belangrijk onderdeel van
het constructief ontwerp van de gehele con-
structie. Soms is het funderingsontwerp
zelfs dominant en dwingend voor het con-
structief ontwerp, zoals hier het geval was.
Toeritten? Voor de toeritten was de onder-
grond te grillig en niet geschikt om te funde-
ren op staal. Daarbij moest de constructie
tegen opdrijven worden beschermd. Daar-
om is voor de toeritten gekozen voor een
fundering op prefab voorgespannen beton-
nen palen van 290 x 290 mm². De relatief
kleine paaldoorsnede maakt een mootlengte
van circa 20 m mogelijk. Hoe stijver de paal
en hoe meer moment deze naar zich toe
trekt. Een relatief slappe paal kan de vervor- ming als gevolg van jaarlijkse temperatuurs-
wisselingen het beste volgen.
Er zijn geen geboorde palen toegepast
want slanke, geboorde palen kunnen onvol-
doende worden gewapend om krachten op te
nemen. Bij geboorde palen is dus een grotere
diameter noodzakelijk, waardoor ze meer
kracht naar zich toe trekken. Dit bleek geen
oplossing. De afmetingen van de moten in lengte-
richting zijn zo gekozen dat een fundering
met palen van 290 x 290 mm² mogelijk was.
Ook in de dwarsrichting dienden de vervor-
mingen te worden beperkt. Hiervoor is de
gronddruk links en rechts van elke open
moot zoveel mogelijk gelijk gehouden. Met
andere woorden, de moten zijn zo rechthoe-
kig mogelijk gemaakt. Met de resterende
kleine gronddrukverschillen is in de bereke-
ning rekening gehouden.
Spoorkruisende moten? Er is gekozen voor
twee spoormoten: één moot met het dubbel-
spoors dek (moot 7) en één moot met de
trogbrug en trappenhuis (moot 8). Om één
spoormoot te realiseren zou een te groot
vloerveld ontstaan om te voldoen aan de
strenge verplaatsingseisen van de OVS.
Daarnaast kunnen de palen vervormingen
5
5 Rekenmodel: 3D-model gesloten moot met trogbrug en trappenhuis
DATA EN GEREALISEERDE
PLANNING:
? Aanbesteding: februari 2018
? Aanbrengen palen open
toeritten en damwandkuip:
september - november 2018
? TVP-02 aanbrengen palen en
damwanden spoorzone:
8 - 10 maart 2019
? TVP-03 inrijden dekconstruc-
ties: 12 - 14 april 2019
? Bouw toeritten en afbouw:
december 2018 - februari 2020
? TVP-04 Saneren overweg:
25 - 27 april 2020
22? CEMENT 5 20 22
6
Voor deze
onderdoorgang
is rekening
gehouden met
zout/brak water
6 Beddingdruk in bovenaanzicht, niet-lineaire situatie met eigen gewicht en rustende belasting. Er is een zeer klein paars gebied
als gevolg van dergelijk lange velden (circa
40 x 40 mm²) niet volgen.
De dilatatie ten noorden van de trog
(tussen moten 8 en 9) steekt nagenoeg haaks
over de rijbaan naar de oostelijke wand. De
dilatatie tussen de trogbrug en het dubbel -
spoorsdek (tussen moten 7 en 8) loopt paral-
lel met de trogbrug (fig. 2). Hierdoor ontstaat
ter
plaatse van de spoormoten een ongelijke
gronddruk, vooral bij de spoormoot met de
trogbrug. De oostelijke wand is immers veel
langer dan de westelijke wand. Bovendien is
er in de oostelijke wand een trappenhuis
voorzien.
De moot zou hierdoor willen ver-
plaatsen en verdraaien. De spoormoten zitten echter opgesloten
in de spoorbaan waarbij de dekconstructies
fungeren als stempels. Ook het trappenhuis
verhindert de verplaatsing en verdraaiing.
In vergelijking met de open moten maakt dit
de spoormoten dus beter geschikt om het
verschil in gronddruk op te nemen. De verschilgronddruk kan niet worden
opgevangen in de open moten; de grond -
druk zou dan via nokken in de vloeren moe-
ten worden overgebracht naar de naastgele-
gen moten. Vanuit de nok komt de belasting
dan uiteindelijk toch terecht bij de spoor-
moten, wat het probleem niet oplost. Er is
daarom gekozen voor een oplossing bij de
spoormoten.
Vanwege de niet-haakse kruising tussen trein-
en autoverkeer treedt er krachtswerking op
in verschillende richtingen. Dit resulteert in
een complexe vorm van de spoorkruisende
moten. Deze vorm geeft een extra dimensie
aan de krachtswerking. Door de grootte van
de spoormoot volstaat alleen een gewichts-
vloer in combinatie met een fundering op
staal, zoals eerder vermeld zouden palen de
vervormingen simpelweg niet kunnen volgen.
Om de verschuiving en rotatie van de
moot tegen te gaan, is naast het stempel
-
eff
ect van het dek en de aanwezigheid van
het trappenhuis ook de vloer in de dam-
wandkassen gewapend, waardoor de dam-
wanden worden gemobiliseerd. Een onder-
waterbetonvloer is toegepast om voldoende
neerwaartse kracht te leveren, zodat de
moten niet k
unnen opdrijven. In de moot
waar zich ook een trap bevindt, is zelfs onder
het fietspad extra beton als ballast toegevoegd.
Uitwerking
De uitwerking van het constructief ontwerp
kende enkele uitdagende onderdelen. De
gesloten moot ter plaatse van de trogbrug
en het trappenhuis vroeg de meeste aan-
dacht. Figuur 5 toont het 3D-rekenmodel. De
krachtsverdeling is in SCIA-engineer bepaald.
Er is een model gemaakt van zowel de bouw-
als gebruiksfase.
CEMENT 5 2022 ?23
Buispalen bouwfase? De voor de bouwfase
benodigde stalen buispalen W(Ø530-13.1 mm)
zijn in de definitieve constructie opgenomen.
In de bouwfase is het dek op deze met beton
gevulde buispalen geplaatst. Daarna zijn de
vloer en wanden gemaakt. De palen zijn ge-
heel of gedeeltelijk in de permanente con-
structie opgenomen. Voor de gebruiksfase
mag de stalen buis niet in rekening worden
gebracht en is alleen de betonkern meegere-
kend. Voor de bouwfase is de stalen buis van
belang en niet de betonkern.
Toetsing opdrijven? Voor de maatgevende
situatie bij opdrijven is alleen rekening
gehouden met het eigen gewicht van de
contructie, de betonnen vulling onder het
fiets- en voetpad en de waterdruk. Onder
de constructieve vloer is horizontaal een ge-
wichtsvloer van onderwaterbeton met een
dikte van 1125 mm aangebracht. Deze ge-
wichtsvloer is ingevoerd als belasting en niet
als constructief element. De gewichtsvloer is
constructief verbonden aan de constructieve
vloer met behulp van ingelijmde stekken.
Aan de noordzijde loopt de constructieve
vloer van het open deel van moot 8 op. De
gewichtsvloer ligt op één niveau waardoor
een in dikte verlopende uitvullaag tussen de
gewichtsvloer en constructieve vloer nodig
is. De maximale dikte van de variabele uit-
vullaag is circa 1150 mm. Uit toetsing bleek dat het eigen ge-
wicht voldoende is om de moot niet te laten
opdrijven. Het gewicht is echter niet gelijk- matig verdeeld, waardoor de moot met name
ter plaatse van de rijbaan los wil komen van
de bedding. Aanvullend is een berekening
gemaakt waarbij rekening is gehouden met
niet-lineaire eigenschappen voor de bed-
ding. De bedding kan in dit model geen trek
opnemen. De buispalen ter plaatse van het
tussensteunpunt zijn voorzien van een niet-
lineaire aansluitvoorwaarde. Conservatief is
aangehouden dat deze palen niet in staat
zijn om trek op te nemen. Vanwege buiging
in de palen zijn de palen 'wel' gewapend. De
overige palen zijn volledig constructief opge-
nomen in de vloer. Deze palen zijn in staat
om zowel trek als druk op te nemen.
Wanneer de permanente belasting
wordt bekeken, volgt de situatie in figuur 6.
De bedding blijft, op een klein stukje na
(paarse gebied), overal onder druk. Uit deze
berekening mag worden geconcludeerd dat
de bedding ten gevolge van de permanente
belastingen vrijwel overal op druk blijft en
dat aan het criterium opdrijven wordt vol-
daan.
Brak water? In het overgrote deel van Neder-
land geldt dat er sprake is van zoet grondwater.
Voor deze onderdoorgang is rekening ge-
houden met zout/brak water. Via de website
van de provincie Zeeland is meer informatie
ingewonnen over de verdeling van het zoete
en zoute grondwater in de provincie (zie o.a.
https://kaarten.zeeland.nl/map/freshem#). Brak water geeft een grotere volumieke
massa en dus een grotere opwaartse grond-
Om faalkosten
en de enginee-
ringsuren te
beperken is een
automatiserings-
slag ingebracht
7
7 Fragment script 24? CEMENT 5 20 22
waterbelasting, concreet een verzwaring van
circa 2,5 %; bij de uitwerking is hier rekening
mee gehouden.Volgens de Eurocode NEN-EN 1992-1-1
moet de scheurwijdte worden gereduceerd
wanneer beton in aanraking komt met
zout/brak water. Daarbij moet een hoogste
grondwaterstand worden aangehouden,
waardoor er een zwaardere scheurwijdte
moet worden aangehouden voor de gehele
buitenzijde van de onderdoorgang, te weten:
w
k,max = 0,1 mm (palen) en w k,max = 0,2 mm
(vloer, wanden en onderzijde dek). Dat resul -
teerde in een zwaardere paalkopwapening.
Aanpak / digitalisering ontwerp
Om de onderdoorgang in het drukke stati-
onsgebied van Goes in te passen, volgt hier-
uit een gebogen onderdoorgang met een
bocht van circa 90 graden. In combinatie
met het verticale alignement levert dit zoge-
naamde 'dubbelgekromde' geometrie op. De
vele variabelen maken het modelleren van
dergelijke geometrie in Revit tijdrovend en
foutgevoelig. Om te anticiperen op wijzigin- gen en faalkosten en de engineeringsuren te
beperken is een automatiseringsslag inge-
bracht. In Revit is door middel van Dynamo
(visual programming plugin) een aantal
scripts geautomatiseerd (fig. 7). De geome-
trie van de onderdoorgang is in een para-
metrisch doorsnedeprofiel vastgelegd, dat
door de parameters aan te passen kan ver-
anderen in de verschillende benodigde ver-
schijningsvormen. Door dit profiel te koppe-
len aan de rekenkracht van de computer is
het op iedere willekeurige positie van de
wegas mogelijk een correct dwarsprofiel te
generen. Dit houdt dan rekening met alle
verschillende randvoorwaarden (onder an-
dere ashoogte, bochtverbreding, verkanting,
maaiveldligging, bochtverbreding, ashoogte
fietspad, etc.). Met deze profielen zijn de ob-
jecten, zoals vloeren en wanden, gegenereerd.
Scripts gebruiken voor het modelleren
van de constructie heeft ook een aantal be-
perkingen. Het opstellen en beheren van de
scripts kost tijd en vaardigheden. Bovendien
was er gedurende de initiële ontwikkeltijd
van de scripts nog geen model beschik-
8 Revit-model na uitvoeren script
8
CEMENT 5 2022 ?25
baar voor de constructeurs dat inzicht in de
constructie gaf. Desondanks kon door de
scripts in het project sneller de invloed van
wijzigende ontwerpinput beoordeeld en ver-
werkt worden in het model.
Uitvoering
Er was precies één jaar beschikbaar voor de
engineering, het doorlopen van het VO, DO
en UO, inclusief de uitvoering en het inrijden
van de spoordekken. De spoordekken en de
paalfundering van de toeritten hadden van-
wege de planning de hoogste prioriteit. Voor
de prefab-betonnen palen waren reeds mal-
len gereserveerd in de fabriek. De betonnen dekconstructies zijn aan
de zuidzijde op een voorbouwlocatie ge-
bouwd. Dit is op traditionele wijze gedaan.
De bekisting en vlechtwerkzaamheden zijn
op een ondersteuningsconstructie op hoogte
gemaakt. De dekken zijn niet voorgespan-
nen, maar enkel gewapend met traditionele
wapening. Hierdoor kon beter worden gean-
ticipeerd op de krachtwerking in de ver-
schillende fasen (inrijden versus eindfase).
De opleggingen tijdens inrijden, bouwfase
en definitieve situatie liggen immers op an-
dere plaatsen. Een voorgespannen dek zou
door de krommingsdrukken beperkingen
ten aanzien van de locaties van de steun-
punten in de verschillende fasen opleveren.
Na het uitharden van het beton zijn de
dekconstructies ingereden (foto 9, 10 en 11).
De voorbereidende werkzaamheden
zijn in een gezamenlijke sessie achter de com -
puter verricht. De rekenmodellen voor zowel
9 11
10
9, 10, 11 Na het uitharden van het beton zijn de dekconstructies ingereden, foto 9 en 11: Gemeente Goes; foto 10: Gebr. De Koning 26? CEMENT 5 20 22
de wapeningsberekeningen als de SPMT's
moesten qua aangehouden steunpunten,
stijfheden en veerconstanten met elkaar
overeenkomen. Een en ander is zorgvuldig
afgestemd. De benodigde wapening voor het
inrijden is vervolgens op tekening verwerkt.
In TVP-03 zijn achtereenvolgens de
trogbrug en het dubbelspoorsdek ingereden.
Deze TVP bestond uit het opbreken van het
spoor, het verwijderen van de grond, het
aanbrengen van grondverbetering, het
plaatsen van rijplaten, het inrijden van de
dekken (tijdelijk opgelegd op stalen buispa-
len), aanstortingen ter plaatse van de palen
en het terugbouwen van het spoor. Ook de kunstwerken in de wanden
zijn op traditionele wijze uitgevoerd. De
kunstwerken zijn in de bekisting opgenomen
(foto 12).
Gedetailleerde planning en
voorbereiding
De uitwerking van het constructief ontwerp
en de weg naar een realiseerbare oplossing
was in dit project behoorlijk ingewikkeld en
de vooraf vastgestelde TVP's waren zeer uit-
dagend. Omdat tijd een beperkende factor
was, was een gedetailleerde planning en
voorbereiding nodig van alle betrokken disci -
plines, van ontwerp tot uitvoering. Daarbij
gold: wat vooraf was bedacht, moest buiten in
de TVP worden gemaakt. De treinen moesten
immers weer op tijd rijden. In Goes heeft
deze aanpak zijn vruchten afgeworpen. De
werkzaamheden zijn binnen de TVP's gerea -
liseerd en het spoor is conform planning
weer in dienst gegeven. Het heeft geleid tot
een prachtig eindresultaat met een hoog
bouwkundig afwerkniveau.
VIDEO
Op www. cementonline.nl staat
een timelapse van de TVP
(treinvrije periode).
12?Kunstwerken in de wanden opgenomen in de bekisting, foto: Gebr. De Koning
12
CEMENT 5 2022 ?27
Projectgegevens
Project: Onderdoorgang Van Hertum te Goes
Opdrachtgever: ProRail
Architect: Studio SK, ontwerpbureau van Movares
Constructeur: Wagemaker (voorontwerp, definitief ontwerp en uitvoeringsontwerp)
Hoofdaannemer: Gebroeders De Koning Papendrecht
Inrijden spoordekken: Mammoet
Leverancier prefab palen: Haitsma
Tussen 1863 en 1873 werd de Zeeuwse Lijn aangelegd, een spoorlijn tussen Roosendaal en Vlissingen die Goes passeert. De stad en het station waren verbonden door de Frans den Hollanderlaan, de overweg aan de Van Hertumweg verbond Goes met het achterland (fig. 2).
Sinds die tijd is er veel veranderd: Goes groeide, de spoorwegovergang in de van Hertumweg was de belangrijkste verbinding tussen het centrum en de wijken ten zuiden van het spoor, het verkeer werd steeds drukker en het treinverkeer nam toe. Het verkeer in de binnenstad ondervond geregeld hinder van de gesloten spoorbomen. Bovendien vormt een spoorwegovergang altijd een risico voor de verkeersveiligheid.
Om de verkeersdoorstroming en de verkeersveiligheid te verbeteren, is een spooronderdoorgang aangelegd: de Terwellegang. De onderdoorgang bestaat uit een verkeersweg met twee rijbanen en een fiets- en voetpad. Daarnaast werd ook het Terwelleplein, het plein bij het station, opgewaardeerd. De spooronderdoorgang sluit aan de Zuidzijde met een nieuwe weg en een ovale rotonde aan op de bestaande rotonde Poelplein, en aan de noordzijde op de bestaande weg met een nieuwe rotonde, het Kompasplein. Ook de fiets- en voetpaden werden aangesloten op de nieuwe rotondes, waardoor de routing vanuit de onderdoorgang veel logischer is.
Voor het slagen van het project was een strakke planning essentieel. Een grote uitdaging die om een intensieve samenwerking vroeg, waarbij veel uitgangspunten voor het ontwerp in korte tijd werden besproken en vastgelegd. Het contract van ProRail omvatte namelijk een einddatum en vastgelegde buitendienststellingen (TVP’s), die een-op-een in de planning moesten terugkomen.
Reacties