ARBOWET: VERSTARREND OFMETGEZONDVERSTANDtIn 1980 werd de Veiligheidswet van 1934 vervangen door de Arbeidsomstandighedenwet. Hoogno-dig, want de oude wet was toe aan aanpassing aan de 'actuele' standpunten op het gebiedvan veilig-heid,gezondheiden welzijn. Voorde bouwwaren aanvullende bepalingen nodigin verband metde ont-wikkeling van nieuwe bouwmaterialen, van het bouwproces en de bouwtechnieken.Nadatdewet in 1980van krachtwerd, i~ deze gefaseerd ingevoerd en in de loop van de tijd aangevuldmet een aantal besluiten. Op het ogenblik is er veel discussie Over de praktische toepasbaarheid vanhet Bouwprocesbesluit en het naleven van de bepalingen. Deze tweede aflevering in de serie Arboplaatst enkele kanttekeningen bij de gevoerde discussie.De Veiligheidswet was gebaseerd op wat in de jaren dertig als aan-vaardbare werkomstandigheden golden. Doel van de wet was al teonmensel?ke omstandigheden te kunnen aanpakken en bedrijvente verplichten om een onaanvaardbaar geacht werkklimaat te verbe-teren. De inzichten van toen zijn thans achterhaald. De huidige sa-menleving staat niet langer toe dat er op grote schaal ongezondewerkomstandigheden voorkomen. Waar deze onvermijdelijk zijn,moet beschermende kleding worden verschaft en moet in elk gevalde honorering in overeenstemming zijn met de aard van het werk.De nieuwe Arbowet en dusook het Bouwprocesbesluitlegtde verant"woordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden bij de verschillendepartijen in hetbouwproces. De wet dwingtbetrokkenen tot keuzes enhandelwijzen die stroken met de huidige inzichten over veiligheid engezondheid. Verantwoorde werkwijzen worden afgedwongen in devorm van geboden. Op deze wijze tracht de overheid de gemeen-schap te behoeden voor de nadelige consequenties die het gevolgkunnen zijn van riskante werkprocessen. Daarmee roeptde overheiddezelfde discussies op als destijdsmethetgebod om autogordels tedragen. Stellingen als: 'Waarom geboden die betrekking hebben oponze eigen veiligheid; wij zijn toch mans genoeg om daarvoorzelf deverantwoording te dragen?' worden ook nu weer geponeerd.De opgeroepen weerstanden door de Arbowet moeten worden om-gebogen naar een discussie over het nut van veilig werken. Zo werdhet gebod om autogordels te dragen door de gemeenschap aan-vaard nadat was komen vast te staan hoeveel mensenlevens daar-mee gespaard werden.Het is nu eenmaal moeilijk mensen te dwingen tot een handelwijzewaar ze niet achter staan. Deze 'open deur' is speciaal van toepas-sing op ons, Nederlanders. Wij zijn altijd bereid het waarom afte we-gen tegen het nut en de noodzaak. Daarna zullen we, desnoods in devorm van een principezaak, onze eigen weggaan, tenzij de financi?leconsequenties te grootworden. Pragmatisch denken moetons bij deintroductie van nieuwe zaken worden opgedrongen.De kans datde nalevingvan het Bouwprocesbesluittegen deze men-taliteit oploopt, is groot. 'We maken zelf wel uit wat goed voor ons is.'CEMENT1995/12Maar het betekent gelukkig ook dat, zodra wij het nut van wet en re-gelgeving inzien, wij zeker bereid zijn hieraan gevolg te geven. Dat ishoopvol. Want er zijn situaties genoeg die het nut van maatregelen i1"lustreren en deze situaties kunnen we gebruiken als uitgangspuntvoordiscussies. Wel hebben wij als bouwers een andere meningoverde aanvaardbaarheid van arbeidsomstandigheden dan leken, maarde eerlijkheid gebiedt ons toe te geven dat er soms aan de veilig-heidsaspecten van werkzaamheden het een en ander voor verbete-ring vatbaar is.Maar, moeten wij ons in een keurslijf laten dwingen bij de zorgvoor deveiligheid en gezondheid vanbouwpersoneel? Met dit keurslijf be-doelen wij: het Standaard V en G plan, wettelijke bepalingen over ta-ken en verantwoordelijkheden en bepalingen over de uitvoering vanwerken, inhoud en verantwoording van dossiers enz.De regelgevende en controlerende instanties schrijven en bewaken.Dat leverteen niettestoppen stroomvan regeltjes op en een giganti-sche papierberg voor de registratie. Ditbrengt een abstractieniveaumet zich mee dat op de werkvloer nietmeer herkenbaar is. Het mogeduidelijkzijn dat nog meerofnoggedetailleerderbeschrijven van watmoet, de naleving van de wet niefvergroot.De wet moet niet afdwingen, maar richtlijnen moeten appelleren aanons gezond verstand.Op het ogenblik maken wij een mentaliteitsomslag mee vanwege hetbesef dat veilig werken kwaliteit oplevert. Dat is in het belang van deopdrachtgever en de andere betrokkenen bij het bouwproces. Veiligwerken wordt daardoorgoedkoop, zeker op langetermijn. In dat lichtbezien kan de vraag worden gesteld of de overheid moet doorgaanmet het voorschrijven van de Arbo-werkwijze, al dan niet gegaran-deerd door een Arbo-certificaat. Of moet erruimte komen voor hetzelf uitwerken van algemeen overeengekomen Arbo-principes? Zijnwij al zo vl'lr datregelgeving met mazen kan worden toegelaten en datsancties worden afgestemd op ontoelaatbare situaties?De tijd zal leren of het bezwaar tegen het huidige Bouwprocesbesluitleidt tot een aangepaste versie die op deze leest is geschoeid enwaarbij een wissel wordtgetrokken op iedersgevoel voorverantwoor-delijkheid. ?63ARBOWET: VERSTARREND OFMETGEZONDVERSTANDtIn 1980 werd de Veiligheidswet van 1934 vervangen door de Arbeidsomstandighedenwet. Hoogno-dig, want de oude wet was toe aan aanpassing aan de 'actuele' standpunten op het gebiedvan veilig-heid,gezondheiden welzijn. Voorde bouwwaren aanvullende bepalingen nodigin verband metde ont-wikkeling van nieuwe bouwmaterialen, van het bouwproces en de bouwtechnieken.Nadatdewet in 1980van krachtwerd, i~ deze gefaseerd ingevoerd en in de loop van de tijd aangevuldmet een aantal besluiten. Op het ogenblik is er veel discussie Over de praktische toepasbaarheid vanhet Bouwprocesbesluit en het naleven van de bepalingen. Deze tweede aflevering in de serie Arboplaatst enkele kanttekeningen bij de gevoerde discussie.De Veiligheidswet was gebaseerd op wat in de jaren dertig als aan-vaardbare werkomstandigheden golden. Doel van de wet was al teonmensel?ke omstandigheden te kunnen aanpakken en bedrijvente verplichten om een onaanvaardbaar geacht werkklimaat te verbe-teren. De inzichten van toen zijn thans achterhaald. De huidige sa-menleving staat niet langer toe dat er op grote schaal ongezondewerkomstandigheden voorkomen. Waar deze onvermijdelijk zijn,moet beschermende kleding worden verschaft en moet in elk gevalde honorering in overeenstemming zijn met de aard van het werk.De nieuwe Arbowet en dusook het Bouwprocesbesluitlegtde verant"woordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden bij de verschillendepartijen in hetbouwproces. De wet dwingtbetrokkenen tot keuzes enhandelwijzen die stroken met de huidige inzichten over veiligheid engezondheid. Verantwoorde werkwijzen worden afgedwongen in devorm van geboden. Op deze wijze tracht de overheid de gemeen-schap te behoeden voor de nadelige consequenties die het gevolgkunnen zijn van riskante werkprocessen. Daarmee roeptde overheiddezelfde discussies op als destijdsmethetgebod om autogordels tedragen. Stellingen als: 'Waarom geboden die betrekking hebben oponze eigen veiligheid; wij zijn toch mans genoeg om daarvoorzelf deverantwoording te dragen?' worden ook nu weer geponeerd.De opgeroepen weerstanden door de Arbowet moeten worden om-gebogen naar een discussie over het nut van veilig werken. Zo werdhet gebod om autogordels te dragen door de gemeenschap aan-vaard nadat was komen vast te staan hoeveel mensenlevens daar-mee gespaard werden.Het is nu eenmaal moeilijk mensen te dwingen tot een handelwijzewaar ze niet achter staan. Deze 'open deur' is speciaal van toepas-sing op ons, Nederlanders. Wij zijn altijd bereid het waarom afte we-gen tegen het nut en de noodzaak. Daarna zullen we, desnoods in devorm van een principezaak, onze eigen weggaan, tenzij de financi?leconsequenties te grootworden. Pragmatisch denken moetons bij deintroductie van nieuwe zaken worden opgedrongen.De kans datde nalevingvan het Bouwprocesbesluittegen deze men-taliteit oploopt, is groot. 'We maken zelf wel uit wat goed voor ons is.'CEMENT1995/12Maar het betekent gelukkig ook dat, zodra wij het nut van wet en re-gelgeving inzien, wij zeker bereid zijn hieraan gevolg te geven. Dat ishoopvol. Want er zijn situaties genoeg die het nut van maatregelen i1"lustreren en deze situaties kunnen we gebruiken als uitgangspuntvoordiscussies. Wel hebben wij als bouwers een andere meningoverde aanvaardbaarheid van arbeidsomstandigheden dan leken, maarde eerlijkheid gebiedt ons toe te geven dat er soms aan de veilig-heidsaspecten van werkzaamheden het een en ander voor verbete-ring vatbaar is.Maar, moeten wij ons in een keurslijf laten dwingen bij de zorgvoor deveiligheid en gezondheid vanbouwpersoneel? Met dit keurslijf be-doelen wij: het Standaard V en G plan, wettelijke bepalingen over ta-ken en verantwoordelijkheden en bepalingen over de uitvoering vanwerken, inhoud en verantwoording van dossiers enz.De regelgevende en controlerende instanties schrijven en bewaken.Dat leverteen niettestoppen stroomvan regeltjes op en een giganti-sche papierberg voor de registratie. Ditbrengt een abstractieniveaumet zich mee dat op de werkvloer nietmeer herkenbaar is. Het mogeduidelijkzijn dat nog meerofnoggedetailleerderbeschrijven van watmoet, de naleving van de wet niefvergroot.De wet moet niet afdwingen, maar richtlijnen moeten appelleren aanons gezond verstand.Op het ogenblik maken wij een mentaliteitsomslag mee vanwege hetbesef dat veilig werken kwaliteit oplevert. Dat is in het belang van deopdrachtgever en de andere betrokkenen bij het bouwproces. Veiligwerken wordt daardoorgoedkoop, zeker op langetermijn. In dat lichtbezien kan de vraag worden gesteld of de overheid moet doorgaanmet het voorschrijven van de Arbo-werkwijze, al dan niet gegaran-deerd door een Arbo-certificaat. Of moet erruimte komen voor hetzelf uitwerken van algemeen overeengekomen Arbo-principes? Zijnwij al zo vl'lr datregelgeving met mazen kan worden toegelaten en datsancties worden afgestemd op ontoelaatbare situaties?De tijd zal leren of het bezwaar tegen het huidige Bouwprocesbesluitleidt tot een aangepaste versie die op deze leest is geschoeid enwaarbij een wissel wordtgetrokken op iedersgevoel voorverantwoor-delijkheid. ?63
Reacties