lr. 1.J. B. J. 1.Bouvylid NV Ingenieursbureau Bouvy,Van der Vlugt en Van der Niet1Dr.-lng.L.A.Sanders op 85-jarige leeftijdTuinhuis van gemetalliseerde betonelemen-ten, tentoongesteld op de Utrechtse Jaar-beurs van 1917arch.: Jan Gratamaconstr.: Dr.-lng.L.A.Sandersfoto: Bern. EiiersjAmsterdamCement XIX (1967) nr. 8Dr.-lng.h.c.L.A.SandersNederlands pionier van hetgew.apendbeton1867-1956Nu al weer enige tijd geleden ontving ik een brief van dr.Chr.Ostenfeld van het Ingenieursbu-reau Ostenfeld & Jensen te Kopenhagen, waarin hij mij schreef bezig te zijn een boekwerksamen te stellen aangaande zijn vader, prof.A.Ostenfeld, en diens tijdgenoten, constructeursen wetenschapsmensen, van 1890 tot 1930. Zoals hij stelde een soort geschiedkundig over-zicht van de bouwtechnische ontwikkelingen gedurende die periode.Een van deze tijdger:oten, een collega en vriend van zijn vader, was een Nederlander en dr.Ostenfeld vroeg mij met betrekking tot deze landgenoot, Dr.-lng.A.L.Sanders, bepaalde ge-gevens te verzamelen, ter verwerking in zijn boek.Bij het lezen van deze naam gingen mijn gedachten terug naar de jaren 1947 tot 1950, toen ikmet dr.Sanders veel contacten mocht hebben. Graag gaf ik dan ook gehoor aan het verzoekvan dr.Ostenfeld.Dit bleek echter niet zo eenvoudig als ik oorspronkelijk wel had gedacht, maar gelukkigherinnerde ik mij indertijd in aanraking te zijn gekomen met de zoon van dr.Sanders, ir.L.A.Sanders, die, na een jarenlang verblijf in Afrika, nu weer in Den Haag bleek te wonen. Eenbezoek aan lr,Sanders stelde mij instaat de vragen van dr.Ostenfeld te beantwoorden en te-vens ontving ik van hem een aantal boekwerken, brochures en krantenknipsels, die op zijnvader betrekking hebben. Een bestudering daarvan bracht mij dr.Sanders weer geheel en alvoor de geest; een zo volkomen voorbeeld van een 'selfmade man', die met alleen een am-bachtsschool-opleiding zich door zelfstudie zodanig "kon ontwikkelen dat hem in 1913 inDresden aan de Technische Hogeschool aldaar het eredoctoraat in de technische weten-schappen werd verleend; vooral voor een buitenlander in die jaren een grote uitzondering endaardoor des te meer eervol.Dr.Sanders, de man over wie de nu nog steeds zo bekende Von Emperger verklaarde dateerst de onder leiding van Sanders uitgevoerde bouwwerken en proefnemingen hem het ver-trouwen hadden gegeven in het gewapend beton als constructiemateriaal. terwijl de doorSanders toegezegde medewerking voor hem een stimulans had betekend tot voortzetting vande uitgave van het tijdschrift Beton und Eisen, het tegenwoordige Beton- und Stahlbetonbau.Het valt dan ook te betreuren dat bij het overlijden van dr.Sanders in december 1956 dooromstandigheden geen enkel bericht over hem is verschenen. Toch zullen ongetwijfeld velenbelangstellend zijn iets naders omtrent deze pionier van het gewapend beton in ons land tevernemen, al is het meer dan 10 jaar na zijn overlijden. Vooral ook omdat het 31 augustus a.s.100 jaar geleden zal zijn dat dr.Sanders in Rotterdam werd geboren, leek het mij een goedegedachte aan de redactie van Cement voor te stellen in dit augustus-nummer een beschou-wing over het leven en de werken van dr.Sanders op te nemen.LevensloopGeboren, zoals reeds vermeld, op 31 augustus 1867 te Rotterdam, volgde Ludwig AdrianSanders de ambachtsschool, alwaar hij nu niet bepaald zo'n oppassend leerling was.Voor straf ontving hij dan ook alleen maar het diploma voor de theoretische vakken!Na bij een bouwbureau werkzaam te zijn geweest, trad hij in dienst bij de Pletterij Enthoven& Co. In 1889 werd hij door de 'Nieuwe Afrikaansche Handelsvennootschap' uitgezondennaar de Congo om in dat gebied 'bouwwerken te vervaardigen en boten in elkaar te zetten',maar al in 1893 kwam hij weer terug, omdat er volgens hem 'niets meer te doen was'. Hijtrad toen in dienst bij de gemeente 's-Gravenhaqe als 'tekenaar-opzlchter', onder de inge-nieur bij de gemeentewerken ir.A.J.M.Stoffels, later directeur van het Bouw- en Woningtoe-zicht. Deze was getroffen door de grote intelligentie van Sanders en hij gaf hem persoonlijklessen in de toegepaste mechanica. Maar al in 1895 verliet Sanders de Haagse gemeente-werken om benoemd te worden tot technisch ambtenaar bij de 'Amsterdamsche Fabriek vanCement-IJzerwerken, systeem Monier', van welke firma de naam later werd gewijzigd in "Am-sterdamsche Fabriek van Cement-IJzerwerken 'Wittenburg". Hier werd hij na enkele jaren be-vorderd tot 'ingenieur'. In 1909 trad hij op als directeur van de door hem opgerichte 'N.V.Nederlandsche Beton-llzerbouw' te Amsterdam.27532Belastingproef op een betonplaat,breed 1 m en dik 20 cm, met een over-spanning van 7 m; de breukbelastingbedroeg 11 200 kg (1899)3Beproeving van balkjes, dikte 10 cm envari?rende breedte.ime: een overspan-ning van 2 m; in totaal zijn op deze wijzein 189740 'buigbreekproeven' uitgevoerd4Beproeving van T-balken bestemd voorde Willemskazerne te Gorkum (1900)5Toepassing van betonnen moerbalken,overspanning 6 rn, met daarop betonnenvloerplaten (aan de onderzijde hebbendeze platen de vorm van figuratieveI-ijzers met trogwelven) in het gebouwvan de Rijks-Postspaarbank te Amster-dam (1899)Cement XIX (1967) nr. 8,4PublikatiesIn deze periode liggen zijn grote werken en zijn vele proefnemingen, benevens publikaties inbinnen- en buitenland op theoretisch gebied en met betrekking tot de onder zijn leiding ge-nomen proeven en uitgevoerde werken. Naast de vele publikaties in De Ingenieur en in Be-ton und Eisen moet hier speciaal genoemd worden zijn boekwerk 'Het Cement-Ijzer in Theo-rie en Practijk' [22] *, dat in 1907 verscheen en lange tijd het Nederlandse standaardwerk opdit gebied is geweest.In dit lijvige boekwerk van nagenoeg 650 bladzijden geeft Sanders allereerst een kritischebeschouwing over de verschillende toenmalige theorie?n ten aanzien van de berekening van'cement-ijzer constructi?n', zoals onze gewapend-betonconstructies in die tijd werden ge-noemd. Deze theorie?n konden worden geput uit publikaties in binnen- en buitenland en San-ders trekt hieruit een vergelijking met hetgeen hij zelf had ontwikkeld, uitgaande van de toenalgemeen bekende wet van Bach-Sch?le met betrekking tot de indrukking bij erop ultqeoe-fende toenemende druk ten aanzien van verschillende betonsoorten. Ook hield Sanders reke-ning met hetgeen door hem kon worden waargenomen bij zijn vele proefnemingen met wer-kelijke constructies, op ware grootte derhalve, waarbij hij dikwijls de belasting opvoerde tot-dat de breuk werd bereikt.Zo kwam hij tot een benaderende berekening, waarbij de optredende trekspanning in de trek-zone van het beton in aanmerking werd genomen en daartoe, evenals voor druk, ook voortrek een constante elasticiteitsmodulus werd ingevoerd, echter verschillend voor druk entrek. Ook stelde Sanders als grens voor de spanning in het ijzer bij de breuk van de con-structie niet de treksterkte maar de vloeigrens van het gebruikte metaal.Met een uitvoerige toelichting en vele tabellen maakt Sanders zijn theorie bruikbaar voorplaten, rechthoekige balken, T- en i-profielen en ook voor kolommen. Nu nog steeds is eenlezing en bestudering van dit gedeelte van het boekwerk van dr. Sanders uitermate interes-sant te noemen, vooral wanneer we een en ander beschouwen tegen de achtergrond van demoderne opvattingen, tot uiting gekomen bij de internationale contacten in het verband vanhet Comit? Europ?en du Beton (CEB.),Een volgend hoofdstuk van zijn boekwerk is door Sanders gewijd aan een beschrijving vanzijn proefnemingen, waarbij speciaal de aandacht valt op de i-vormige platen, die door hemDe tussen vierkante haken geplaatste getallen verwijzen naar de litteratuur op blz. 281 en 2822766Graanpakhuis te Leeuwarden van defirma Swildens en Kuipers (1902)7Proefneming met 'cement-ijzeren'heipalenCement XIX (1967) nr. 8,erg worden aangeprezen omdat, met de toenmalige kwaliteiten van beton en 'ijzer', bij eendergelijke vormgeving meer kans bestond op een zoveel mogelijk gelijktijdig bezwijken vande constructie door verbrijzeling ten gevolge van druk en scheuring door trek. INa een kritische beschouwing van de niet lang te voren uitgekomen Duitse 'Normen', waar"in het op trek werkende beton werd verwaarloosd en voor 'n' ?en vaste waarde van 15werd aangehouden, waardoor volgens Sanders een groot verschil in zekerheldsco?fftcl?ntwerd verkregen tussen 'cement-ijzer' met weinig wapening en slechte betonsoorten, en con-structies met een hoger wapeningspercentage en een betere kwaliteit van het beton, komtSanders dan uiteindelijk tot een beschrijving van een groot aantal tot die tijd uitgevoerde 'ce-ment-llzerconstructl?n', voor het merendeel door hemzelf ontworpen en onder zijn leiding ge-bouwd. Vermeldenswaard zijn hierbij de al in 1899 geconstrueerde vloerplaten in het g?bouwvan de Rijks-Postspaarbank te Amsterdam, welke platen een overspanning verkregen van8,50 rn, voor die tijd een uitzonderlijke prestatie. Verder de vloerplaten van de Glasfabriek teLeerdam met een belasting van 6 tf/m2en overspanningen van 6 m. Daarnaast het graanpak-huis in Leeuwarden van Swildens en Kuipers, gebouwd in 1902, waarvan wordt vermeld dathet, ten gevolge van een ongelijke belasting, eerst 16 cm uit het lood zakte, waarna het weerrecht kwam te staan toen de volle belasting werd aangebracht. Dit alles slechts ten koste,volgens Sanders, van een enkel klein, ongevaarlijk scheurtje.Verder de drukkerij en de zetterij van de Landsdrukkerij te Den Haag, met vloeren berekendop 2 tf/m2, waarbij op de kolommen 185 tf kwam te rusten, terwijl ook de kap, gedeeltelijkvlak en gedeeltelijk in de vorm van een shed-constructie, geheel uit 'cement-ijzer' bestond.Bij een beschrijving van de bouw, in 1906, van de Diamantslijperij Van Dam aan de Ruysdael-straat te Amsterdam, een begane grond en 4 verdiepingen, vermeldt Sanders dat deze ver-diepingen werden vervaardigd in gemiddeld 10 1/3 werkdag per verdieping en hij stelt hierbij:'Als men dus uit rec/amezucht beweert, dat aan de toepassing van holle vervoerbare balkende voorkeur zou moeten worden gegeven wegens het vluggere werken, dan dient men eerstte iconen, dat dit werkelijk zoo is. Wij zijn er van overtuigd, dat juist bij grootere bouwwer-ken het maken ter plaatse van alle constructiedelen het snelst gaat'.Ook naar aanleiding van de constructie van 3 pakhuizen voor de Deli-Maatschappij te Am-sterdam, met verdiepingen van ruim 400 m2, die binnen 10 werkdagen werden 'gestampt',merkt Sanders op: 'Een groot voordeel aan het maken van de werken op de plaats zelve,is het niet te onderschatten gemak van het aanbrengen van wijzigingen, als omschikken vantrapgaten, /iftgaten, ventilatiekokers, zelfs omschikken of wijzigen van balken en kolommen';terwijl hij een paar regels verder schrijft: 'Het grootste voordeel, verbonden aan de toepas-sing van ter plaatse gemaakte constructies, het monolite, gaat bij de toepassing van de voor-af klaargemaakte constructiedeelen geheel verloren'.Een ander voorbeeld van de snelheid waarmee blijkbaar in die tijd kon worden gewerkt, geeftSanders wanneer hij melding maakt van de constructie, in 1904, van een vrijdragende wandin het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, welke in 14 dagen gereed moest zijn bij een over-spanning van 10,45 m en een hoogte van 16 m. De onderslagbalk werd 3 dagen na de op-dracht al 'gestampt', om na enkele weken te worden belast met 45 tf.Sprekende over de toepassing van het 'cement-ijzer' bij funderingen geeft Sanders zijn me-ning ten aanzien van betonnen heipalen en het is amusant dit nu, na 60 jaar, te herlezen.'Meermalen heeft men hier te lande beproefd cement-ijzeren heipalen in te voeren. Enigemalen is dit ook door agenten of vertegenwoordigers van buitenlandsche firma's gelukt. Hetresultaat was echter, zoowel te Rotterdam als te Arnhem, bepaald bedroevend. Vooral te Rot-terdam was het ?chec groot en de meeste technici weten zich nog waarschijnlijk wel teherinneren hoe treurig het daar is toegegaan.Ergens anders hier te lande heeft men onder toezicht van Rijksambtenaren proeven genomenmet een zestal heipalen van cement-ijzer van verschillende constructie, waarbij zelfs palenvan zoogenaamde omsnoerde beton. Men heeft die palen eerst een eind in den zuiverenzandbodem ingespoten en daarna trachtte men die palen een 50 cM tot 1 Meter na te heien.om aldus het risico van het gedeeltelijk zakken op te heffen.Het doel van deze beproeving was aan te toonen, dat deze wijze van werken zonder gevaarkon worden gevolgd. In fig. 315 (foto 7) is de fotografische afbeelding gegeven van deproefbelasting die men op de koppen der palen heeft aangebracht. Niet alleen verzakteneenige palen op ernstige wijze, doch bij ontgraving bleek, dat alle palen, dus geen enkeleuitgezonderd, onder den grond gescheurd waren, ten gevolge van het heien.Men ziet hieruit dat het nog lang niet is uitgemaakt hoe zich cement-ijzeren ingeheide palenop den duur zullen houden, hoewel men in het buitenland, misschien minder conscientieuswerkende, reeds vele en zeer groote werken op deze wijze heeft uitgevoerd. Men gebruiktedaar echter heiblokken van 4000 KG. gewicht, hetgeen misschien een aanwijzing kan zijn vande richting welke moet worden ingeslagen, hoewel schrijver dezes daarom nog geen vertrou-wen in deze wijze van werken kan hebben'.Op het gebied van de waterbouwkundige werken vinden wij in het boek van Sanders een uit-voerige beschrijving van de in 1903 door hem gebouwde steiger in de vissershaven vanIJmuiden. Deze 250 m lange steiger werd gefundeerd op een dubbele rij holle putten uit 'ce-ment-ijzer', met een diameter van 2,50 m voor de schacht en van 3 m voor het verzwaardevoetstuk, een wanddikte van 8 cm en een hoogte van 8,75 m. Voor het inbrengen van dezeputten werden eerst hulpcilinders met een diameter van 3,75 m ingespoten en daarna leegge-zogen. Na plaatsing van de putten werd de tussenruimte met zand aangevuld en de hulpcilin-2778'TraveJler' met daarin hangende hulp-cilinder bij de bouw van de steigerin de vissershaven te IJmuiden (1903)9Onderaanzicht voltooide steigercon-structie te IJmuiden10Bouw van de onderdoorgang in deKruislaan te Amsterdam (1906)11De 'Schollenbrug' in de weg Amsterdam-Weesp (1900)Cement XIX (1967) nr. 8der getrokken. De putten werden aan de achterzijde met elkaar verbonden door damplaten,ter verkrijging van de afdichting. Omdat deze damplaten evenals de putten geprefabriceerdwaren, behoefde geen beton onder water te worden gestort, hetgeen als een groot voordeelwerd beschouwd. Vermelding verdient nog dat bij de beproeving de voorste putten belastwerden met 185 tf, de achterste met 150 tf, terwijl de zijdelingse gronddruk per put 149 tf be-droeg. De uitvoering was in handen van de 'Amsterdamsche Cement-ijzer Fabriek', in combi-natie met de 'Ingenieur-Aannemer M. J. van Hattum',De ondervinding, opgedaan bij de constructie van deze steiger, heeft Sanders later aan-gespoord tot zijn studies op het gebied van de bouw van dijken en zijn stellingneming tenaanzien van de uitvoering van de Zuiderzeewerken en het Deltaplan.Wat zijn verdere werkzaamheden op waterbouwkundig gebied betreft, beschreven in zijnboekwerk, kan nog vermeld worden de voorziening aan de zeemuur te Veere, alwaar deoude muur uit metselwerk een betonnen bekleding verkreeg, en de caissons ter beschermingvan de pierkoppen te llmulden, aangebracht in 1905.Verder wordt een beschrijving gegeven van de onderdoorgang in de Kruislaan te Amsterdamonder het emplacement Watergraafsmeer, met een totale lengte van meer dan 140 m, en vande onderdoorgang in de Leidseweg onder het stationsemplacement te Utrecht. Deze beidewerken werden in 1906 gebouwd.Als een voorbeeld van een brug kan nog genoemd 'worden de in 1900 gebouwde 'Schollen-brug' in de weg Amsterdam-Weesp, overspanning 14 m.Van de uitvoering van verschillende dezer werken, als ook van de onderscheidene proefne-mingen, heeft Sanders in zijn boekwerk foto's opgenomen en het is grappig op te merken hoevaak hij daar zelf op voorkomt, uitgerust met bolhoed en martiale knevel! Men was in die tijderg trots op deze bouwwerken en waarschijnlijk wel met reden, want zij trokken ook in hetbuitenland veel aandacht, getuige de artikelen daarover in buitenlandse tijdschriften, zoalsBeton und Eisen.Gezien de vele studies, door Sanders verricht voor de berekening van zijn gewapend-beton-constructies, valt niet te verwonderen dat hij deel uitmaakte van de commissie die in 1912de eerste Nederlandse Gewapend-Betonvoorschriften voorbereidde (G.S.v. 1912).Het ere-doctoraatEn zo komen wij tot het jaar 1913, waarin hem, zoals reeds vermeld, in Dresden het ere-doc-toraat in de technische wetenschappen werd verleend. Over deze onderscheiding merkte ir.R.A. van Sandick, destijds algemeen secretaris van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, inDe Ingenieur op:27812, 13 en 14Het gemetalliseerde tuinhuis op deUtrechtse Jaarbeurs in 1917; vooraan,zicht (12), beschilderen van de eletnen-ten (13) en interieur (14)121314Cement XIX (1967) nr. 8'Het feit op zichzelf, dat een Nederlander het ere-doctoraat verkrijgt van een zo beroemdebuitenlandse Technische Hogeschool als die te Dresden, is zeker merkwaardig te noemen.Het wordt echter een feit van betekenis omdat deze onderscheiding werd verleend op een-stemmig initiatief van de Bauingenieur-Abteilung, die onder haar leden mannen telt van Euro-pese vermaardheid, zoals F?rster en Engels. De waarderende bewoordingen, waarin de doc-torsbulgesteld is, maken de onderscheiding bijzonder eervol'.De 'metallisatie'Blijkbaar heeft de verlening van deze doctors-titel voor Sanders de afsluiting betekend vanzijn belangstelling voor de verdere bestudering van het vraagstuk van de berekening vangewapend-betonconstructies, want wij zien hem nu op een ander terrein van deze bouw-techniek met iets nieuws naar voren komen.Veel architecten konden namelijk moeilijk in het zicht blijvend beton als constructiemateriaalaanvaarden in verband met de niet egale grauwe kleur en het monotone oppervlak. Sanderswilde hierin verandering brengen en te samen met zijn broer A.J.Sanders ontwikkelde hij watdoor hem werd genoemd het 'metalliseren' van beton: het laten inwerken van bepaalde me-taalzouten, in oplossing, op het betonoppervlak, hetgeen tot een zekere diepte plaatsvindt,waardoor een behoorlijk duurzame kleuring kan worden verkregen. Een groot aantal metaal-zouten kan hiervoor worden gebruikt, waardoor een verscheidenheid van kleuren wordtbereikt. Ook wordt het betonoppervlak door een dergelijke 'metallisatie' duurzamer enharder.Op de Utrechtse Jaarbeurs, in 1917, werd door Sanders een tuinhuisje gezet. ontworpen doorde architect Jan Gratama. De af.netlnqen van het hoofdvertrek waren 8 X 6 m2, met aan deene kant een voorportaal en aan de andere zijde een kleine bibliotheek. Voor de constructievan dit bouwwerk werden betonplaten bevestigd op een stevig houten geraamte. Ook dedakpannen waren van beton. De betonnen platen waren in vele kleuren 'gemetalliseerd' envoor een deel door de kunstschilder H.Heuff van schilderingen met metaaloplossingenvoorzien. Sommige platen en panelen waren daarna in de was gezet om ze een warmglan-zend karakter te geven; anderen waren dof gehouden met een ruw oppervlak. Ook de in hettuinhuis aanwezige kunstvoorwerpen, vervaardigd door de beeldhouwer C. Agterberg, warenvan 'gemetalliseerd' beton.Wanneer wij nu nog eens lezen over de veelkleurigheid van hetgeen werd tentoongesteld,krijgen wij de indruk dat alles 'groenen geel' voor de ogen moet hebben gezien. Wat bijvoorbeeld te denken van dergelijke omschrijvingen [33]:'De entree had een hoge lambri; de platen hiervan waren zo bewerkt dat op bepaalde plaat-sen zuiver roodkoperen strepen en vlakjes zichtbaar waren. Het plafond bestond uit tegels,waarop ??n- en veelkleurige boomblaadjes met metaalzouten waren beschilderd'.De 'rok van Jozef' was er niets bij!Blijkbaar viel dit alles in 1917 erg in de smaak, want het tuinhuis werd d? grote sensatie vande Utrechtse Jaarbeurs en nog jaren later werd erover gesproken. Na afloop van de Jaar-beurs werd het tuinhuis afgebroken en weer opgebouwd op het terrein van de 'N.V, Neder-landsche Beton-llzerbouw' te Diemen. Het zou interessant zijn te weten of er nog iets vanover is.Deze 'metallisatie', een soort beitsen, een chemische omkleuring van de vrije kalk in het be-tonoppervlak, lijkt een goede en vooral goedkope methode om het uiterlijk van het beton le-vendiger te maken en daardoor architectonisch meer acceptabel, ook bij grote oppervlakken.Direct na de oorlog was hiervoor veel belangstelling, vooral ook in verband met de te voor-ziene vlucht van de prefab-woningbouw in betonconstructies. Het was toen, begin 1947, datik als directeur van de NV. Ingenieursbureau IBIS in aanraking kwam met dr.Sanders,omna te gaan of met deze 'metallisatie', dit 'beitsen', een goede oplossing kon worden gevon-den. Hiervoor moesten echter allereerst nog een groot aantal beproevingen worden doorge?voerd, zowel met een kleuring ten aanzien van binnenwerk, als ook voor buitenwerk. Vooralde heer A.A.S.Verweij, toenmaals een van de 3 directeuren (en, het mag nu wel vermeldworden, enige personeelsleden!) der NV. Ingenieursbureau IBIS, heeft zich daarvoor veelmoeite gegeven.Helaas bleek hierbij al spoedig dat deze beproevingen en onderzoekingen veel uitgebreiderzouden moeten zijn dan oorspronkelijk was voorzien. Daartoe ontbraken ons echter de nodl-ge fondsen en wij moesten besluiten tot staking van onze bemoeiingen. Wat daarna nog vandeze 'metallisatie' is terecht gekomen is mij niet bekend. In ieder geval dient te worden be-dacht dat inmiddels de chloorrubber- en de plasticverven op de markt zijn gekomen, waar-door voor een dergelijke 'betonbeits' minder belangstelling bestaat. Maar toch is het merk-waardig dat indertijd in Amerika produkten op de markt zijn gekomen, vergelijkbaar met deze'metallisatie' van Sanders, zoals de 'KEMKO Permanent Concrete Stain' van Rohloff & Co.in Hollywood [40].Naast zijn 'metallisatie' had Sanders ook een proc?d? ontwikkeld voor een goedkope eneenvoudige vervaardiging van pigmenten voor olieverven. Ook met betrekking daartoe zouhet interessant zijn te weten of er na 1947 nog bepaalde ontwikkelingen zijn geweest.Betonnen dijkenMaar ook op ander gebied bewoog Sanders zich. Zoals reeds vermeld was in 1903 de toe-passing van betonnen putten en platen bij de fundering van de steiger in de vissershaven27915Voorstel Sanders voor de aan te leggenAfs/uitd?k (1907)van llmuiden een groot succes geweest, hetgeen Sanders er toe bracht een dergelijke con-structie-wijze ook voor te stellen voor de bouw van dijken. En zo schreef hij in 1907 een bro-chure met betrekking tot de voorgenomen aanleg van de afsluitdijk in de Zuiderzee, waarbijhij door een toepassing van dergelijke betonnen putten aan de teen, tot een besparing vanongeveer 30% kwam.Ook vroeg Sanders in 1914 concessie aan voor het maken van een polder tussen Amelanden Friesland, welke concessie hij later weer introk.In 1924 nam hij wederom stelling tegen het offici?le ontwerp voor de Afsluitdijk en hij steldevoor een internationale prijsvraag te doen uitschrijven. Bij lezing van de hierop betrekkinghebbende brochure [29] treft ons nog weer eens de scherpe toon van dr.Sanders, die hembeslist veel vijanden heeft bezorgd en niet bevorderlijk is geweest voor een aanvaarding vanzijn voorstellen. Zo schrijft hij over 'het knoeiwerk, dat men thans wil maken', en ook 'kan deDirecteur-Generaal der Zuiderzeewerken worden gehandhaafd?', waarop werd vervolgd met:'W? zijn ervan overtuigd dat de Directeur-Generaal verplicht is Z?n oude plunje overboordte werpen en zich modern te kleden, zoals dit aan zee nu eenmaal gebruikel?k is'.Het valt te begrijpen dat, na de overstromingsramp van 1953, de toen B6-jarige Sanders heviggeinteresseerd was in de plannen voor de afsluiting der zeegaten. Hiervoor ontwierp hij eenbuitengaatse betonnen dijk, van Westkapelle tot Rockanje [36-39], welk plan hij met zijnin de loop der jaren niet noemenswaardig afgestompte pen energiek verdedigde.Vliegtuigbouw en atoomtheorieMaar ook op heel wat andere terreinen van wetenschap had de 'oude Sanders' niet stil kun-nen zitten. Zo bestudeerde hij de vliegeigenschappen van vliegtuigen, zoals stijgsnelheden,stijgtijd, plafond en horizontale snelheden, op welk gebied hij windtunnel-proeven deed ne-men in Parijs met door hem vervaardigde modellen. En ook de atoomtheorie had zijn belang-stelling, waarbij hij in confllctkwam met theorie?n van geleerden van wereldnaam, die doorhem in volle scherpte werden aangevallen, met ware 'leeuwenmoed', vanuit zijn studeerka-mertje in de Rijswijkse Leeuwendaallaan.16Plan Sanders voor het afsluiten van dezeegaten in Zeeland (1954)Viering 25-jarig bestaan van de BetonverenigingIn 1952 kwam hij nog eenmaal in de openbaarheid, toen hij als ere-gast deelnam aan de vie-ring van het 25-jarig bestaan van de Betonvereniging, gehouden op 15 november 1952 in hetAmsterdamse Victoria-hotel. Uit het verslag van deze viering [35] kan worden geciteerd:'De thans 85-jarige dr.Sanders, naast de overleden dr.ir. Van Hemert, nestor en grondleggervan de wetenschappelijke behandeling van het beton in ons land, is ondanks zijn hoge leef-tijd nog recht van lijf en leden en helder van geest'. En verder: 'Zijn aanwezigheid verleendeaan het jubileum meer luister, terwijl de ontmoeting na vele jaren met zijn oud-discipel VanGeluk een bijna aandoenlijke noot was, al geven 'betonmensen' uiteraard niet zo gemakkelijkaan hun emoties toe'.Cement XIX (1967) nr. B 28017Tijdens de receptie van de jubilerendeBetonvereniging (1952)18Brandende slotvraag in de stel/ingne-ming van Sanders tegen het offici?leontwerp van de Afsluitdijk (1924)CementXIX (1967) nr. 8De na-oorlogse ontwikkelingen op betongebiedUit persoonlijke ervaring weet ik hoeveel belangstelling Sanders nog op hoge leeftijd hadvoor de meer moderne ontwikkelingen op betongebied, zoals de voorspanning en de schaal-daken, en ik beschouwde het als een grote eer de 81-jarige onder mijn gehoor te mogen re-kenen, toen ik op 7 oktober 1948 in Den Haag een lezing over voorgespannen beton voor deSetonvereniging mocht houden; voor hem derhalve juist 50 jaar na zijn eerste publikatie ophet gebied van de berekening der gewapend-betonconstructies. Or.Sanders zag veel analo-gie?n, ook ten aanzien van de wijze waarop een nieuwe techniek zich baan breekt.Wat, bij voorbeeld, te denken van hetgeen hij in 1907 schreef op bladzijde 412 van zijnboekwerk 'Het Cement-IJzer in Theorie en Practijk' [22], wanneer hij het heeft over de on-derlinge concurrentie van 'systemen' op het gebied van het 'cement-ijzer':'In landen, waar patenten worden verleend (in Nederland was dat in 1907 nog niet het geva!!),meent iedereen voor de kleinste verbetering die hij aanbrengt, of meent aan te brengen, pa-tent te moeten aanvragen. Zelfs zijn de meeste firma's er op bedacht zoo spoedig mogelijk'patenten' hierop of daarop te nemen, luk of raak, goed of slecht;, dat doet er niet toe, alsslechts kan worden gemeld, dat zij bezitters zijn van een of meer patenten, om deze zoodoen-de als grootsche reclamemiddel dienst te laten doen'.Men ging zelfs zoover patent te nemen op eene bepeelde. toepassing van het cement-ijzerin het algemeen, ten doel hebbende persoonlijke recleme, vooruit wetende dat dergelijke'patentjagerij' tot niets zou leiden. Aan al die verschil/ende patenten zijn dan evenveel zoo-genaamde 'systemen' te danken.Wij zien zelfs niet in, dat het rechtvaardig kan zijn meerdere patenten uit te reiken voor detoepassing van het cement-ijzer in het algemeen. Men maakt van cement-ijzer wat men wil.Op al/erlei gebied kan het worden toegepast, voor al/erlei doeleinden kan het met vruchtworden gebeZigd. Men moet zich slechts afvragen of er reden is voor de toepassing en ofhet materiaal voor het doel geschikt was'.En zo kwam dan op 24 december 1956, op de kerstavond, een einde aan dit welbestede enstellig vruchtbare leven. Or.Sanders blijft voor ons staan als een belangwekkende persoon-lijkheid, maar ook als een moeilijk mens, voor zichzelf en ook voor diegenen, die hij als zijntegenstanders beschouwde. Mede hierdoor heeft hij toch uiteindelijk minder bereikt dan an-ders mogelijk zou zijn geweest en ook was daardoor zijn naam in het buitenland in menig op-zicht groter dan in zijn eigen land. Maar hij is zijn 'mensen' steeds voorgegaan. Aardig is indit verband de anekdote over de uitvoering, onder zijn leiding, van het eerste vrijdragendebalcon in een theaterzaal in Amsterdam. Uit angst weigerde men tot Wegneming der stuttenOver te gaan. Sanders liet toen onder het balcon, te midden der stutten, een tafel en stoelplaatsen, waarna hij vanuit het naburige restaurant een flinke biefstuk liet aanrukken. Hij gingaan de tafel zitten, knoopte een servet voor, liet zich de biefstuk goed smaken en voegde zijn'mensen' toe: 'En nu slopen!' Oe angst was voorgoed geweken!Sanders is gedurende zijn leven een inspiratie voor zijn omgeving geweest. Ook op ons,betonconstructeurs, werkt het nu nog inspirerend, wanneer wij ons verdiepen in deze in veelopzichten indrukwekkende figuur, een ware pionier uit de beginperiode van het gewapendbeton!Geraadpleegde Iitterat!J!JrL.A.Sanders, Technisch Ambtenaar bU de Amsterdamsche Fabriek van Cernent-ljzerwerken. 'Onderzoeknaar de theorie der beton- en cement-Uzerconstructi?n'; De Tnqenieur, 1898, nrs. 15 t/m 19 (iater in boek-vorm verschenen)2 L.A.Sanders. 'Over de waarde van 'empirische' gegevens ter berekening van cement-ljzerccnstructl?n':3 L.A.Sanders. 'De 1 in de cement-Uzerconstructi?n'; De Ingenieur, 1900, nr. 11, blz. 1584 L.A.Sanders. 'Het systeem "Matral": De Ingenieur, 1900, nr. 34, blz. 5205 L.A.Sanders. 'Voor- en nadeel en van cement-Uzerconstructi?n', naar Paul Christophe, in verband met eenvraag gesteld door het hoofdbestuur der Maatschapplj tot Bevordering der Bouwkunst' (brochure);Amsterdam, 19006 L.A.Sanders. 'Aantekentnqen over gewapend beton', De lnqenieur, 1901, nr. 15, blz. 259(vervolg op blz. 282)281Cement XIX (1967) nr. 81 L.A.Sanders. 'Cernent-ljzerconstructt?n': De lnqenleur, 1901, nr. 34, blz 558/5648 L.A.Sanders. 'Theorie van cement-llzerconstructl?n': De lnqenleur, 1902, nr. 43, blz. 751/759; nr. 44, blz.787/791; nr. 45, blz. 800/8049 L.A.Sanders. 'De van cement-ijzeren platen'; De lnqenteur, 1902, nr. 48, blz. 849/85210 L.A.Sanders. 'Belastunqsproben mlt doppelt armierten Monierplatten'; Beton und Eisen, 1902, Heft V,blz. 16/1911 L.A.Sanders. 'Die Durchblequnq von armierten Betonplatten'; Beton und Eisen, 1902, Heft V, blz. 22/2412 L.A.Sanders. 'Over den elasttcttetts-co?fftcl?nt voor druk bij beton-ljzer-berekeningen'; De Ingenieur, 1903,nr. 22, blz. 385 en nr. 30, blz. 542/54313 L.A.Sanders. 'Vergleichende Proben mlt T- und l-f?rmigen Verbund-Balken'; Beton und Eisen, 1903, Heft I,blz. 27/3214 L.A.Sanders. 'Beton mit Querarmatur, verglichen mit 'Beton frett?' (umschn?rter Beton)'; Beton und Eisen,1903, Heft 11, blz. 108/11015 L.A.Sanders. 'Debatte ?ber die Schubspannunqen': Beton und Eisen, 1903, Heft lil, blz. 20416 L.A.Sanders. 'Der Landungsteg im Fischereihafen llmulden': Beton und Eisen, 1904, Heft I, blz. 22/24; Heft11, blz. 58/6217 L.A.Sanders. 'Zelt- und Streitfragen. Besprechung der Deutschen Letts?tze. Bemerkungen zu del) Normen';Beton und Eisen, 1904, Heft lil, blz. 169/17018 Fritz von Emperger. 'ZurGeschichte des Verbundes von Beton und Eisen. Die Entwicklung des Eisen-betonbaues in Holland' Beton und Eisen, 1904, Heft IV, blz. 191/19219 L.A.Sanders. 'Die letzten Fortschritte auf dem Gebiete des Etsenbetons': Beton und Eisen, 1904, Heft IV,blz. 239/24420 Dr. Max R. von Thullie. 'Die Versuche von Sanders in Amsterdam'; Beton und Eisen, 1905, Heft IX, blz.227/22821 Ingenieur H.Masereeuw. 'Tunnel im Rangierbahnhofe der Hoil?ndischen Eisenbahn-Gesellschaft in Water-graafsmeer bei Amsterdam'; Beton und Eisen, 1907, Heftill, blz. 62/65; Heft IV, blz. 89/92; Heft VI, blz.146/14822 L.A.Sanders, Ingenieur Amsterdamsche Fabriek van Cement-IJzerwerken 'Wittenburg' . 'Het Cement-IJzerin Theorie en Praktijk': Amsterdam, 190723 L.A.Sanders. 'Bijdrage tot de oplossing van het Zuiderzee-vraagstuk' (brochure); 's-Gravenhage, 190724 L.A.Sanders. 'Het Zuiderzee-vraagstuk uit technisch, oeconomisch en nljverheldsooqpunt': De Ingenieur,1908, nr. 3, blz. 43/4825 L.A.Sanders. 'De afsluiting der Zuiderzee'; De Ingenieur, 1908, nr. 6, blz. 98/9926 L.A.Sanders. 'De Toekomst van Cement-ljzeren Putten en Platen, op Waterbouwkundig Gebied'; Amsterdam,190827 R.A. van Sandlck c.1. 'Dr. Ing. h.c. L.A.Sanders'; De Ingenieur, 1913, nr. 42, blz. 872/87328 Jan Gratama, Bouwmeester B.I., C.Agterberg, Beeldhouwer, H.Heuff, Schilder, en de N.V. Ned. Betonijzer-bouw, Directeur L.A.Sanders. 'Album ter Herinnering aan den Bouw van het Tuinhuis van gemetalliseerdBeton opde Jaarbeurs te Utrecht, Anno 1917; Opgedragen aan A.J.Sanders'29 L.A.Sanders Jr. c.I, en Dr. Ing. h.c, L.A.Sanders. 'De Zuiderzeewerken' (brochure); Delft, 192430 P.W.Scharroo. 'Cement en Beton, Oud en Nieuw'; Amsterdam, 194631 'Kleuren van Beton; Metallisatie'; Cobouw, 1949, nr. 51, blz. 832 'Leerling Haagse Ambachtsschool werd Ere-doctor: Dr.lng.L.A.Sanders 85 jaar. Merkwaardige carri?re vanNederlander, die nooit hoger onderwijs kreeg'; Nieuwe Haagsche Courant, 17 augustus 195233 Ing.GJ.Hamer. 'Het metalliseren van beton'; Cement, 1952, nr. 23/24, blz. 381/38334 'Het 25-jarig bestaan van de Betonvereniging'; Cement, 1952, nr. 23/24, blz. 39535 'Verslag van de viering van het 25-jarig bestaan der Betonvereni.glng op 15 november 1952'; De Ingenieur,1953, nr. 3, blz -, Bt 1-436 L.A.Sanders. 'Betonnen dijken'; Cement, 1953, nr. 5, blz. 75/7737 'Dr.Sanders ontwierp ??n buitengaatse rechte dijk van Westkapelle tot Rockanje'; De Maasbode, 30augustus 195438 L.A.Sanders. 'Afsluiting Zeegaten van Westkapelle tot Rockanje'(brochure); 's-Gravenhage, 195439 L.A.Sanders. 'le vervolg afsluiting Zeegaten van Westkapelle tot Rockanje' (brochure); Rijswijk, 195540 'Color and concrete'; Concrete Construction; september 1965, blz. 329/33241 Dr.Chr.Ostenfeld. 'A.Ostenfeld og hans Samtid; 1866 - 13 oktober - 1966'; Kopenhagen, 1966Colloquia BetonconstructiesBij de hoogleraar prof.dr.ir.A.M.Haas behaalden een zestal studenten huningenieurstitel.Zoals gebruikelijk presenteerden zij, als laatste proeve van hun bekwaamheid een ontwerpvaneen betonconstructie waarvan alle facetten van ontwerp en uitvoeringsmethodiek doorhen zelf waren uitgewerkt, zij het dan onder leiding van een mentor.Het volledig uitwerken van een afstudeergroep is geen sinecure; er moet daarvoor heelwat werk worden verzet. Ook al mogen deze ontwerpen dan al niet rijp zijn voor uitvoering,het uitwerken ervan geeft niettemin een goede aansluitlnq op de praktijk van het bouwen,waarbij de afgestudeerde ingenieurs later betrokken zullen worden.Op vrijdag 16 juni en donderdag 22 juni jl. vonden tijdens een tweetal colloquia de voor-drachten van deze afstudeeronderwerpen plaats. Zij betroffen onder meer de hoogbouw(H.J.C. van den Boek, M.DAPiers en CAM. de Boo). De eerstgenoemde had als bijzon-derheid een raatvorm gekozen voor de woonunits. De laatstgenoemde behandelde een toe-passing volgens het lift-slab systeem, een vrij recent in Nederland ge?ntroduceerde bouw-methode volgens welke nog maar een enkel gebouw werd gerealiseerd.Op het gebied van de bruggebouw was er een tweetal varianten, nl. op het Spoorweg-viaduct te Delft (H.Kullberg) en op de Oosterscheldebrug (H.J.C.Oud). Ofschoon de heerOud opmerkte tot de ontdekking gekomen te zijn dat het een moeilijke taak is om een va-riantoplossing te bedenken voor een geniale methodiek zoals die, toegepast bij de realise-ring van de Oosterscheldebrug, is het niettemin leerzaam en interessant om ook andereontwerpmethoden onder ogen te zien.Het laatste afstudeeronderwerp was van theoretische aard en behandelde het bezwljkcri-terium voor orthogonaal gewapende betonplaten (C.Hartsuiker). Dit onderwerp was van eendermate specialistisch karakter, dat er slechts weinigen zijn die zo ver in deze problematiekzijn doorgedrongen.Wij wensen de jonge ingenieurs veel succes voor hun verdere loopbaan.282
Reacties