C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gPrefabr icagecement 2006 8 53prof. ir. F. van Herwijnen en ir. G.A. Lebbink, ABT advi-seurs in bouwtechnieking. E. Weenink, Betonson bvDe Rijksgebouwendienst ontwikkelt in Westraven,Utrecht een kantoorgebouw van circa 52 000 m? vooreen drietal diensten van Rijkswaterstaat. In dit `EnsembleWestraven' wordt de te renoveren bestaande kantoorto-ren met een nieuwbouw tot ??n ge?ntegreerd geheelgemaakt. Voor de vloeren in de nieuwbouw is gekozenvoor het betonnen integrale vloersysteem Wingvloer. Indit artikel wordt aandacht besteed aan het ontwerp, deproductie en de montage hiervan en aan de resultatenvan het experimentele onderzoek dat voor dit project isuitgevoerd.De nieuwbouw van totaal 24 000 m? bestaat uit tweevleugels aan weerszijden van de bestaande kantoorto-ren (fig. 1). Deze vleugels hebben een vingervormigestructuur (twee `vingers' ten noorden van de hoog-bouw en drie ten zuiden ervan) en worden onderlingverbonden door vier verdiepingen hoge serres. Aan dewestzijde bevindt zich over de volledige lengte van hetproject een glazen serre, evenwijdig aan het Amster-dam-Rijnkanaal. Transparantie is een belangrijk te-rugkerend thema in het ontwerp, waarin glas en staalde boventoon voeren.De bijzondere vorm van de plattegronden, de eisenten aanzien van de integratie van de installaties en deconstructieve noodzaak tot schijfwerking hebben ge-leid tot een verdere ontwikkeling van de Wingvloerten aanzien van detaillering, maatnauwkeurigheid enflexibiliteit.K e u z e v o o r i n t e g r a a l v l o e r c o n c e p tBij integrale vloersystemen zijn de leidingen en kana-len voor de technische installaties op een zodanigewijze opgenomen in de vloerdikte, dat de installatiesbereikbaar blijven voor onderhoud, aanpassing envervanging. Dit betekent in de praktijk een demonta-bele topvloer. Vloersystemen waarbij de technischeinstallaties zijn ingestort, waardoor ze in de gebruiks-fase niet meer bereikbaar zijn, gelden volgens de ge-geven definitie dus niet als integrale vloersystemen.Van de op de markt beschikbare integrale vloersyste-men zijn de volgende voor het project Westraven inbeschouwing genomen:? Wingvloer: combinatie van een voorgespannen be-tonnen breedplaatvloer (breed 2,4 m) en een ka-naalplaatvloer (breed 1,2 m), waarbij boven de aanbeide zijden van de kanaalplaat uitstekende breed-plaat (de zogenaamde `wings') ruimte is voor hetopnemen van leidingen en kanalen (foto 2). Ten be-hoeve van de bereikbaarheid van deze ruimte voorinstallaties wordt een demontabele computervloertoegepast.? Infra+-vloer: stalen IPE-liggers, waarvan de lijvenzijn voorzien van gaten ten behoeve van leidingdoor-voer en de onderflenzen zijn ingestort in een beton-plaat (fig. 3a). De vloer wordt aan de bovenzijde voor-zien van een topvloer in diverse uitvoeringen.? IDES-vloer: uit staalplaat gevouwen cassettes, ge-vuld met isolatiemateriaal, waarboven ruimte isvoor technische installaties. De vloer wordt aande bovenzijde voorzien van een droge topvloer(fig. 3b).Demontabele topvloer metWingsysteem in kantoorRijkswaterstaat1 |Ensemble Westraven,bestaande uit de te reno-veren bestaande kan-toortoren en twee vleu-gels aan weerszijdendaarvan (bron: Cepezed)2 |Wingvloer in de nieuw-bouwvleugelsC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gPrefabr icage54 cement 2006 8Om tot een keuze te komen, zijn deze drie integralevloersystemen onderling vergeleken op basis van devolgende aan de vloer gestelde eisen:constructieve eisen:voldoende draagvermogen (veranderlijke verticale be-lasting 4 kN/m?);vrije overspanning van overwegend 7,2 m tot maxi-maal 9,6 m;voldoende stijfheid (doorbuigingseisen conformNEN 6702);voldoende schijfwerking voor de stabiliteitsvoorzie-ning van de `vingers';bouwfysische eisen:specifieke werkzame massa (SWM) > 50 kg/m?;geen voelbare trillingen ten gevolge van lopen over devloer;akoestische eisen:luchtgeluidisolatie-index Ilu> 0 dB;contactgeluidisolatie-index Ico > 0 dB;genormeerde luchtgeluidisolatie Dn,c,w,hor> 45 dB;milieutechnische eisen:minimaal materiaalgebruik;minimale hoeveelheid afval.Alle drie vloersystemen kunnen voldoen aan de ver-eiste waarden van de specifiek werkzame massa, hetdraagvermogen en de stijfheid.De IDES- en Infra+-vloeren zijn gunstig uit milieu-technisch oogpunt. De hoge eisen ten aanzien van degeluidisolatie zijn bij deze vloeren niet zonder meerrealiseerbaar. De IDES-vloer geldt als trillingsgevoe-lig, zeker bij een overspanning van 7,2 m. Om dezereden en de beperkte geluidwering, viel de IDES-vloeraf. Voor de keuze tussen de Wingvloer en de Infra+-vloer was bepalend de mogelijkheid om een thermischactieve vloer te maken. Ten tijde van de keuze was ernog geen ervaring met ge?ntegreerde koelsystemen inde Infra+-vloer. Dit gaf de doorslag om verder te gaanmet de Wingvloer, waarbij echter zowel de schijfwer-king als de verankering van de vloerplaat aan de stalenrandbalken nader onderzocht moesten worden.C o n s t r u c t i e f o n t w e r p ` v i n g e r s 'Het bouwkundig ontwerp van de plattegrond van dekantoorvleugels hangt sterk samen met de wens omvanuit de kantoorruimten via de serres zicht te heb-ben op het kanaal; dit resulteerde in de vingervormigestructuur.De constructie van de vleugels bestaat uit een staal-skelet met betonnen verdiepings- en dakvloeren,hoofdzakelijk bestaande uit Wingvloeren (fig. 4). Eenklein deel van de vloer bestaat uit kanaalplaten en deronde top van de vingers bestaat uit prefab-betonpla-ten. Deze laatste lijken wat opbouw betreft op deWingvloerplaten.Het staalskelet is opgebouwd uit buiskolommen?323,9 mm en ?244,5 mm, en enkele kokervormigekolommen 250 x 250 mm2ter plaatse van twee verti-cale stabiliteitsverbanden. De kolomafstand varieertvan 3,6 m (gevel- en gangzone) tot 7,2 m.De vloerplaten worden gedragen door ge?ntegreerdestalen THQ- en PET-liggers, met op de vloerdikte en3 |Infra+-vloer (a) en IDES-vloer (b)a b4 |Constructieve platte-grond vinger5 |Isometrie vloerveld metinstallaties en afwerk-vloer (bron: Cepezed)abC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gPrefabr icagecement 2006 8 55esthetische wensen afgestemde afmetingen, en doorsterkte en stijfheid bepaalde plaatdiktes.Door de integratie van de liggers en de installatievoor-zieningen in de constructieve vloerdikte kon een rela-tief kleine verdiepinghoogte van 3100 mm worden ge-kozen. De stabiliteit van de vingers wordt verzorgddoor vier stuks verticale stalen stabiliteitsverbandenper vinger, in combinatie met schijfwerking van deWingvloeren. Door het ontbreken van een druklaagop de vloeren was het noodzakelijk voorzieningen tetreffen om de samenwerking te bewerkstelligen tus-sen de vloerplaten onderling en tussen de vloerplatenen de vloerliggers. Dit is gebeurd door een aantal ver-bindingen aan te brengen in de langsvoegen en stalendoken op de liggers.De Wingvloerplaten zijn standaard 2,4 m breed en indit project overwegend circa 7,2 m lang. De grootsteplaat heeft een lengte van circa 9,6 m.De onderplaat (het breedplaatdeel) is 100 mm dik ge-kozen om voldoende ruimte te bieden voor het beton-kernactiveringssysteem en de wapening.De bovenplaat (het kanaalplaatdeel) is 1,2 m breed envoor dit project 180 mm hoog.Voor het opnemen van leidingtrac?s in de richtingvan de overspanning en haaks daarop (fig. 5) zijn devolgende voorzieningen getroffen:? De ruimte boven de `wings' wordt volledig vrijge-houden.? Voor doorvoer van leidingen door de kanaalplaatzijn haaks op de overspanningsrichting sparingen?85 mm aangebracht.? De kanaalplaat stopt circa 600 mm voor het eindevan de onderplaat voor de plaatsing van leidingenen kanalen evenwijdig aan de gevel. Het eerderstoppen van het bovenste deel is in het ontwerptra-ject met Betonson doorgesproken en rekentech-nisch getoetst. Door het afzonderlijk producerenvan zowel onderplaat als bovenplaat is het mogelijkin de onderplaat extra onderwapening aan te bren-gen (naast de voorspanwapening) waardoor de gro-te momenten, met name bij het beginpunt van dekanaalplaat op circa 600 mm uit de oplegging, kun-nen worden opgenomen.E x p e r i m e n t e e l o n d e r z o e k W i n g v l o e r e nMet het oog op de voorgenomen toepassing vanWingvloeren in het project, is in opdracht van Beton-son een aantal proeven uitgevoerd in het Pieter vanMusschenbroeklaboratorium van de TU Eindhoven.Deze proeven hadden betrekking op het constructievegedrag van de Wingvloeren specifiek ten aanzien van:? de maximaal opneembare verticale schuifkracht inde langsvoeg in geval van belast/onbelast situatiesvan naastliggende vloerplaten;? de maximaal opneembare horizontale schuifkrachtin de langsvoegverbinding ten gevolge van horizon-tale belastingen op een vloerschijf;? de maximaal opneembare horizontale schuifkrachtin de dookverbinding bij de oplegging van de vloer-platen op de staalconstructie.Voor de proeven is gebruikgemaakt van twee Wing-vloerplaten van het type `Wing 100-180', waarvan dekanaalplaatvloer tot 600 mm van het einde van debreedplaatvloer loopt (fig. 6). BetonsterkteklasseC53/65; voorspanstaal FeP 1860; wapening FeB 500.De platen zijn in wisselende configuraties in de proef-opstelling opgenomen.De vloerplaten waren opgelegd op SBR-rubber opleg-strips. In beide langszijden van de platen waren tweeinkassingen aangebracht en in de koppen twee stalenbuizen voor een dookverbinding.Voor de tixotrope vulling van de voeg en de inkassin-gen is gebruikgemaakt van Beamix voegenbeton 116,sterkteklasse C28/35.De langsvoeg heeft een gemiddelde diepte van 70 mm(nominaal 75 mm). De inkassingen hebben een afme-ting van 600 x 130 mm2. De diepte verloopt van30 mm aan de binnenzijde tot 40 mm aan de voegzij-de. De inkassingen worden na plaatsing van de Wing-vloerplaten voorzien van een wapening (Intersig Con-structieligger type E) en van de hiervoor genoemdevoegvulling voorzien. Na verharding is hiermee eendeuvelverbinding ontstaan.Voor de doken is gebruikgemaakt van op de randbal-ken gelaste stalen draadeinden M20, kwaliteit 8.8.De gaten in de vloer ten behoeve van de dookverbin-ding worden gevormd door stalen buizen ?88,9 x 3,2met een lengte van 95 mm, staalsoort S235. Deze zijningeklemd tussen de voorspanstrengen om de positiete fixeren bij het storten van de vloerplaat.Na plaatsing van de Wingvloerplaten worden de sta-len buizen rondom de doken gevuld met de hiervoorgenoemde voegvulling. Na verharding is hiermee eendookverbinding ontstaan (fig. 7 en 8).Onderzoek 1: het bepalen van de maximaal opneemba-re verticale schuifkracht in de langsvoeg plus gewa-pende inkassing met de daarbij optredende vervor-mingen.Voor dit onderzoek is ??n proef uitgevoerd. Hierbijwerd op ??n van de twee vloerplaten een met gelijke6 |AfmetingenWingvloerplaatC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gPrefabr icage56 cement 2006 8stappen toenemende verticale belasting aangebracht:eerst acht betonblokken van 900 kg per stuk, gevolgddoor vier pallets stenen, elk 1400 kg per stuk (foto 9).De totale belasting bedroeg dan 128 kN. De gemiddel-de belasting bedroeg 128 / (7,20x2,40) = 7,4 kN/m2.Conclusie onderzoek 1Wanneer bij twee naast elkaar gelegen Wingvloerplatenvan het beproefde type de ene vloerplaat is belast meteen gemiddelde belasting van 7,4 kN/m2en de anderevloerplaat onbelast is, treedt geen bezwijken van de ge-vulde langsvoeg en geen zichtbare (> 0,5 mm) wisse-ling van de vloerplaten op.De maximale verticale schuifspanning in de langsvoegbedraagt in geval van volledige samenwerking en gelij-ke vervorming van de twee naastliggende vloerplaten:max 0 52 4 7 4 103,?,1000 7?, 0 13 N/mm2,= =b, max, geribd, splijten 0 36ckfb 0 11f 'bm,+,=Onderzoek 2: het bepalen van de maximaal overdraag-bare horizontale belasting door de langsvoegverbin-ding tussen twee vloerplaten, met de daarbij optre-dende vervormingen.Deze verbinding bestaat uit een voegvulling in combi-natie met een deuvelverbinding met wapening.Bij elke proef werd op ??n van de twee vloerplatenmet behulp van een vijzel een geleidelijk toenemendehorizontale belasting FHaangebracht. De werklijn vandeze kracht greep aan op 250 mm afstand van delangsvoeg tussen de vloerplaten. Hierbij werden op dekop van beide vloerplaten de horizontale verplaatsin-gen ten opzichte van de vaste wereld gemeten mettwee Mitutoyo's (M0 en M1). Met behulp van drieLVDT's werden de verplaatsingen van de vloerplatenten opzichte van elkaar gemeten (fig. 10).Conclusie onderzoek 2Voor een goed uitgevoerde langsvoegvulling met tweegewapende deuvels kan een representatieve sterkteworden aangehouden van circa 170 kN.Opmerking: De resultaten van de proefnemingen zijngebaseerd op zuivere afschuiving, waarbij geen druk-spanningen loodrecht op de langsvoeg optreden. In-dien dit wel het geval is, kan dit leiden tot hogerewaarden van de afschuifsterkte.Onderzoek 3: het bepalen van de maximaal overdraag-bare horizontale belasting door de dookverbinding bijde oplegging van de vloerplaten op een staalconstruc-tie, met de daarbij optredende vervormingen.Hiertoe zijn twee identieke proeven uitgevoerd.Bij de proeven werd een Wingvloerplaat op de onder-liggende staalconstructie bevestigd door twee dook-verbindingen. Deze bestonden uit twee draadeinden,bevestigd op de staalconstructie, die werden ingestortin de twee stalen buizen in de vloerplaat. Bij het be-proeven is op de vloerplaat met behulp van een vijzeleen geleidelijk toenemende horizontale belasting FHaangebracht. Het centrum van deze kracht greep aanin het midden van de vloerplaat. Hierbij werden mettwee Mitutoyo's (M0 en M1) op de kop van de vloer-plaat de horizontale verplaatsingen ten opzichte vande vaste wereld gemeten. Deze bevonden zich terhoogte van de dookverbinding (fig. 11).In tabel 1 zijn de resultaten van de twee proeven sa-mengevat:Tabel 1 | Kracht FHin kN bij eerste scheurvorming respectievelijkbezwijken van de dookverbindingproef scheurvorming bezwijkenverbinding verbinding(kN) (kN)a: dookverbinding 150 228b: dookverbinding 125 204Conclusie onderzoek 3Een dookverbinding heeft een representatieve af-schuifsterkte van 94 kN. De verbinding bezwijkt doorafschuiving van een betonschol in de gedrukte beton-zone van de vloerplaat. De stalen buizen worden uit7 |Bovenaanzicht stalenbuizen met wapening tenbehoeve van dookverbin-ding bij oplegging8 |Boven- en zijaanzichtstalen buis met wape-ning9 |Belasting op vloerplaatC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gPrefabr icagecement 2006 8 57de vloerplaat gedrukt. Tevens treedt plastische vervor-ming van de doken op.P r o d u c t i e W i n g v l o e r e nBij het productieproces van de Wingvloerplaten wor-den de volgende fasen onderscheiden:? Aftekenen van de omtrek van de onderplaat en desparingen door middel van een plotter. Hiermeewordt geregeld dat schuine koppen onder de juistehoek worden geproduceerd en alle op de tekeningaangegeven sparingen en in te storten voorzienin-gen ook daadwerkelijk op de goede positie in deplaat worden opgenomen. Dit was met name be-langrijk voor de stalen buizen in de koppen van deplaat.? Aanbrengen van de voorspanwapening, verdeel-wapening, extra wapening op de koppen, sparingenen in te storten voorzieningen, waaronder ook debetonkernactivering (foto 12).? Storten van de onderplaat.? Aanbrengen van folie over circa 600 mm vanaf dekopzijden na het gedeeltelijk verharden van de on-derplaat (zie hierna).? Aanbrengen van de bovenplaat na het van te vorenopruwen van de onderplaat (foto 13), opdat de vloerals ??n geheel gaat werken.? Na het storten van de bovenplaat worden de dwars-sparingen ?85 mm eveneens door de plotter afgete-kend en in het verse beton geboord. Tevens wordenin deze fase PVC-buizen in de dwarssparingen aan-gebracht voor een strakke en gladde doorvoer vande leidingen.? De volgende morgen worden de platen op lengtegezaagd en afgevoerd naar het tasveld.Omdat het productieproces een zogenoemd lange-bankproces is en niet een proces met vaste mallen,was het noodzakelijk aandacht te besteden aan devolgende punten:? De toleranties op de positie van de stalen buizenvoor de dookverbinding op de koppen waren be-langrijk in verband met de passing op de bouw-plaats. Opdat de stalen buizen in de dwarsrich-ting niet kunnen verschuiven zijn daartoe deposities van de voorspanstrengen aangepast. Voorde controle van de plaatsing in de lengterichtingwerd een extra meting uitgevoerd. Met name deafstand tussen de stalen buizen was daarbij vanbelang.? In verband met het plaatsen van een sprinkler-installatie was het noodzakelijk gasbetonsparingenop te nemen in een overmaatse uitvoering. Dezewerden op de bouwplaats geboord, na inmetingdoor de installateur. Een en ander was niet te ver-mijden in verband met de kleine toleranties bij hetaanbrengen van de sprinklerleidingen. De toleran-ties op het plaatsen van de sparingen tezamen metde afwijkingen tijdens het montageproces blekenhiervoor te groot.? In verband met de tolerantie op de vlakheid van debovenkant van de onderplaat is hierop v??r het stor-ten van de bovenplaat over een lengte van circa600 mm vanaf de kopzijden een PVC-folie aange-bracht. Hierdoor kon na het zagen van de boven-10 | Proefopstellingonderzoek 2a b11 | Proefopstellingonderzoek 3abC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gPrefabr icage58 cement 2006 8plaat, het afvalstuk worden verwijderd zonder hetlos te steken van het onderdek, waardoor een vlaken strak oppervlak werd verkregen.? Om de leidingen op de koppen niet te laten kruisenmet het hijsoog, moest dit worden geplaatst naastde terugliggende kanaalplaat .? Bij het toepassen van betonkernactivering moetgoed worden gelet op het optreden van toogver-schillen tussen naastgelegen platen. Bovendienblijft de onderzijde van de platen voor een grootdeel in het zicht. Besteksmatig zijn hier tolerantiesvoor afgesproken en ook gerealiseerd. Met name bijde keuze van de grootte van de voorspanning en bijde opslag van de elementen moet hiermee rekeningworden gehouden.? Door de grote hoeveelheid dwarssparingen, hetdubbele van wat tot nu toe maximaal mogelijk was,was het noodzakelijk een nieuwe machine te bou-wen.U i t v o e r i n g W i n g v l o e r e nDe montage van de Wingvloeren is zonder grote pro-blemen verlopen. Dit kan voor een belangrijk deelworden toegeschreven aan de afstemming in het ont-werptraject.Bij de montage zijn er uiteraard nog wel enkele speci-fieke zaken naar voren gekomen. Deze hebben de uit-voeringsplanning echter niet be?nvloed.Zo bleken bij een aantal vloerplaten de doken niet inde stalen buizen in de plaat te passen. Deze zijn afge-slepen en op de juiste plaats gelast.Verder bleek een aantal PET-liggers na het plaatsenvan de vloerplaten enigszins te roteren. Mogelijk hadde verbinding tussen de consoles aan de kolommenen de PET-liggers plaatselijk te veel speling, waardooreen kleine verdraaiing kon optreden. Aan dit detailwas wel de nodige aandacht besteed om een verdraai-ing te voorkomen, onder meer door vulplaten te voor-zien.Omdat in de montagefase bovenin de staalconstruc-tie een aantal tijdelijke windverbanden moest wor-den aangebracht, werden de platen loodrecht op deoverspanningrichting ingehesen en onder de wind-verbanden weer gedraaid. Dit leverde bij de eersteverdieping van de eerste vinger enig oponthoud op,dat later ruimschoots is ingelopen bij de resterendeverdiepingen.In verband met de stabiliteit van de staalconstructiein de montagefase was het tijdens de uitvoeringnoodzakelijk de voegen tussen de Wingvloerplaten tevullen. Aangezien de hoeveelheid voegvulling perverdieping zeer gering was, was vullen met eenpomp en een silo niet effici?nt. Daarom is gekozenvoor het gebruik van een andere voegvulling met de-zelfde eigenschappen en het handmatig vullen vande voegen met een gieter.In verband met het aangieten van de dookverbindingmoesten rond de doken grotere oplegmaterialenworden aangebracht dan voorzien.De foto's 14 en 15 tonen een beeld van de uitvoering.T e n s l o t t eMonopoliepositie BetonsonMet de keuze voor een Wingvloer in het ontwerpstadi-um wordt de opdrachtgever afhankelijk van ??n leve-rancier, in dit geval Betonson uit Son. De vloer moetals systeem in het bestek worden omschreven, welis-waar met de vermelding `of gelijkwaardig', maar infeite past alleen de Wingvloer op de besteksomschrij-ving. Hierdoor wordt concurrentie bij de prijsvormingvan het vloersysteem uitgesloten. Dit nadeel is dooralle betrokkenen onderkend en in dit geval ondervan-gen door de leverancier al intensief in het ontwerpsta-dium erbij te betrekken. De productspecificaties zijnin onderling overleg vastgelegd (met name de vereisteen als haalbaar geachte toleranties van elementen ensparingen daarin), evenals de richtprijs voor de vloer.Projectspecifieke details zijn v??r de aanbestedinggoed geanalyseerd en op haalbaarheid besproken engetoetst.Dit betreft het aanbrengen van sparingen in dwars-richting, productie van schuin aflopende vloerplaten,platen met een smallere `wing', platen met een `knik'in de zaagsnede, pasplaten enz.Door de vloer in de ontwerp- en bouwvoorberei-dingsfase reeds volledig in detail uit te werken, zijnalle problemen aan het licht gekomen en tijdig opge-lost, waardoor de risico's voor de fabrikant/leveran-12 | InstortvoorzieningenWingvloerplaat13 | Storten kanaalplaat oponderplaatC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gPrefabr icagecement 2006 8 59cier calculeerbaar waren en vooraf een vaste markt-conforme prijs kon worden overeengekomen die bijde geselecteerde aannemers in de aanbestedingsfaseis neergelegd. Hierdoor was het niet nodig het ge?n-tegreerde ontwerp na de aanbesteding te herzien.Noodzaak uitvoerige ontwerpafstemmingTen aanzien van het ontwerp van kantoorgebouwenmet Wingvloeren kan worden vastgesteld dat eenuitvoerige ontwerpafstemming in de ontwerpfaseonontbeerlijk is voor een goede realisatiefase. Hier-bij moet de inbreng van architect, constructeur, in-stallatieadviseur, bouwfysisch adviseur, kostendes-kundige en leverancier in voldoende mate aanwezigzijn.De extra inspanning van de ontwerpende partijen inde ontwerpfase resulteerde in een vrijwel probleem-loos verlopen realisatie.Wanneer zoals in dit geval de uiterste grenzen vande mogelijkheden van een vloersysteem worden op-gezocht, bijvoorbeeld ten aanzien van de overspan-ning en het aanbrengen van sparingen, is de kans opproblemen bij de realisatie uiteraard vele malen gro-ter dan wanneer dit niet het geval is.Het vooraf maken van een mock-up van de Wingvloer,waarbij ook de technische installaties en de computer-vloer zijn aangebracht, heeft veel bijgedragen aan hetvooraf onderkennen en oplossen van ontwerp- en uit-voeringsproblemen. nProjectgegevensopdrachtgever:Rijksgebouwendienstarchitect:Cepezed, Delftdirectievoering:Brink Management en Advies, Leidschendamconstructeur:ABT, Velpinstallatie adviseur:Grontmij Technical Management, Amersfoortbouwfysica en brandveiligheid:DGMR raadgevende ingenieursbouwkosten:BBN, Amsterdamaannemer:Westraven (Ballast Nedam Bouw, BAM Utiliteitsbouw,Homij Technische Installaties en Imtech Projects)leverancier wingvloeren:Betonson, Son14 | Kantoorvleugels C, Den E in aanbouw15 | Situatie in ronding vin-ger D
Reacties