Het imago van betonJaarrede van de voorzitter van de Betonvereniging -prof. ir. A.Glerum - uitgesproken te Utrecht tijdensde Betondag 1985, 21 novemberjJ.materiaalaluminiumconstruetiestaalglasbaksteen_metselwerkkalkzandsteen_metselwerkgewapend betonongewapend betonenergie_ inhoud in mj/kg120302162,72,50,80Gedachten over betonHoewel zeker niet vaststaat, dat het gebruik van een bepaald produkt sterk afhankelijk isvan het imago van dat produkt, is .het toch nuttig na te gaan hoe de afzet van beton in deverschillende toepassingsgebieden zich de laatste jaren heeft ontwikkeld. Daarbij kijken wewelke redenen er misschien waren voor die ontwikkelingen en in hoeverre nieuwe mogelijk-heden voor beton kunnen ontstaan. Nieuwe mogelijkheden die mede konden worden be?n-vloed door het imago, dat beton voor het betreffende toepassingsgebied wellicht heeft.Bovendien zullen we ons moeten afvragen in hoeverre de betonwereld in het algemeen ende Betonverenlqlnq in het bijzonder daarbij een actieve rol kunnen spelen.1Energie-inhoud van bouwmaterialen2Bouwvolume in Nederland (omvang 1979is op 100% gesteld)De bouw en het bruto nationaal produktOndanks het inzettende herstel van de economie, valt ernog steeds een teruggang in bouw-volume te constateren. Dit blijkt uit figuur 2 waarin op de horizontale as de jaren zijn uitgezeten op de verticale as de omvang in procenten.De omvang in het jaar 1979 is daarbij op 100% gesteld. Het bruto nationaal produkt geeftaanvankelijk een geringe teruggang te zien, maar stijgt weer sinds 1982. Anders is het metde bouwinvesteringen. Deze zijn volgens schatting voor het jaar 1985 afgenomen tot 83%Toch komt het beeld dat het publiek van beton heeft, niet overeen met al die goede eigen-schappen zoals hiervoor omschreven. Integendeel: naar de mening van veel mensen is betonkil, grijs, vuil, hard, onaangenaam. Bovendien werd het publiek de afgelopen jaren geconfron-teerd met schadegevallen, die het gevolg zijn van slechte detaillering, slechte uitvoering,verkeerd materiaalgebruik en het daarmee vaak gepaard gaande ontbreken van voldoendeonderhoud en tijdige reparatie.De reputatie die het beton een aantal jaren geleden had - weliswaar vaak niet mooi, maarwel hard en duurzaam' - is nu geworden: 'nog steeds vaak niet mooi, maar ook niet meerzo hard en zo duurzaam'. Ten onrechte, want bij verreweg de meeste toepassingen voldoetbeton uitstekend aan de gestelde eisen.Beton is een natuurlijk, universeel toepasbaar bouwmateriaal. Natuurlijk, omdat het meestalwordt vervaardigd met natuurlijke toeslagmaterialen zoals zand, grind, water en cement alsbindmiddel. Deproduktie van cement is de laatste vijftig jaar weliswaar sterk gemoderniseerden verbeterd, maar het principe is ontleend aan bindmiddelen, die reeds in een ver verledenwerden toegepast. Dat natuurlijke heeft ook een grote invloed op de energiebehoefte bij devervaardiging van beton. Zowel de winning en de vervaardiging van de grondstoffen als hetvervaardigen van betonprodukten en constructies, vragen relatief weinig energie, zeker invergelijking met een aantal andere bouwmaterialen. Figuur 1 toont dat beton onderaan delijst staat en dus uiterst energie-arm is.Beton biedt de architecteengrote vormvrijheid en de constructeur onbeperkte constructievemogelijkheden. Betonspecie laat zich immers modelleren naar de vorm van de bekistingwaarin zij wordt gestort, terwijl de eigenschappen die het beton na verloop van tijd moetbezitten, binnen nauwe grenzen zijn te realiseren. Eigenschappen, die ook daarnabehoudenblijven..Het uiterlijk van beton wordt bepaald door de structuur en de vorm van de bekisting alsmededoor de nabewerking, die het oppervlak eventueel krijgt. Met andere woorden: het uiterlijkkan nooit aanhet materiaal zelf worden geweten. De architect, de constructeur en de uitvoer-der bepalen het gezicht van de betreffende constructie.Beton is als geen ander materiaal te vari?ren in volumieke massa. Daarvan getuigen ondermeer schuimbeton met een volumieke massa van enkele honderden kilo's per m3en zwaarbeton, waarvan het gewicht kan oplopen tot maar liefst 5000 kg/m 3? (In het laatste gevalmoeten we het beton vrijwel volstoppen met ponsdoppen.)Voorts is beton bij deskundige uitvoering duurzaam, bestand tegen brand en tegen vorsten biedt het zowel betonstaal als voorspanstaal een goede bescherming tegen corrosie.Tenslotte is beton, vooral gezien zijn eigenschappen, een zeer goedkoop materiaal, dat snelkan worden vervaardigd en zonodig in zeer grote hoeveelheden.'83 '84 '85'82'811-- ---\ ........-- t--....,....---- ------II I !1-__ cementverbruik ..-._._ bruto nationaal productI I----I totaal70601979 '808090Cement XXXVII (1985)nr. 12 876r-,-2- .........1976 '78 '80 '82 '84 '86van het niveau in 1979. Voor het cementverbruik geldt dat nog sterker: in 1985 nog maar76%. De bouwactiviteiten blijven dus achter bij het algemeen economisch beeld en dat iseen uitermate zorgelijke ontwikkeling!Figuur 3 laat dat zien over een langere reeks van jaren, zowel in het verleden als in prognose-, vorm voor de toekomst. Op de verticale as zijn nuuitgezet de bouwinvesteringen als percen-tage van het bruto nationaal produkt. In de jaren 1975 tot 1980 schommelde het percentagerond de 13 ? 14%. Daarna volgde een snelle teruggang tot bijna 10% in 1985, terwijl detoekomst een nog somberder beeld te zien geeft.3Aandeel bouwinvesteringen alspercentage van het bruto nationaal produkt-, I\-I--II140301976 78 80 82 84 86Tot nog toe is alleen over percentages gesproken. Figuur 4 geeft de ontwikkeling van delnvesterlnqen In de bouw in miljarden guldens Weer. Guldens hebben echter geen vastewaarde. Daarom is - rekening houdend met de inflatie - het geheel herleid tot de waardevan de gulden in 1980. Het beeld is echter niet anders dan in procenten: na de piek van 44miljard gulden in 1980 bedragen de investeringen in 1985 nog maar 35'miljard gulden. Hetzal duidelijk zijn dat de omzet van beton direct afhankelijk is van de ontwikkeling van detotalebouwinvesteringen.Maar de bouwmarkt is en daarbinnen spelen zich verschillende ontwikkelingen af. Eenverdere uitsplitsing is te zien in figuur 5 waarin het jaar 1979 weer op 100% is gesteld.Vergelijken 'we de toestand in 1985 met die van het uitgangsjaar 1979, dan constateren wedat de sectoren woningbouw en GWW (grond-, weg- en waterbouw) relatief gezien minderzijn afgenomen dan de totale omzet in debouw, terwijl de utiliteitsbouw de sterkste teruggangte zien geeft.Het terugvallen van de overheidsinvesteringen speelt hierbij een belangrijke rol. In opdrachtvan het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond en de Grontmij heeft het NederlandsEconomisch Instituut een onderzoek verricht naar het verband tussenoverheidsinvesterin-gen en werkgelegenheid in de grond-, weg- en waterbouw. Uit dat onderzoek bleek dat dewerkgelegenheid in de GWW-sector in 198353 arbeidsjaren bedroeg en de werkloosheidin diezelfde sector 23500 arbeidsjaren. Dat komt neer op een werkloosheid van 30%.5De bouwmarkt, onderverdeeld in sectoren4Bouwinvesteringen (in miljarden guldens)In het rapport van het Nederlands Economisch Instituut wordt er op gewezen, dat in deafgelopen jaren zowel door de Sociaal Economische Raad als de Commissie Wagner en deNationaleInvesteringsbank, pleidooien zijn gehouden voor het verhogen van overheidsinves-teringen in de infrastructuur. Deze investeringen dienen twee doelen: het bestrijden van dewerkloosheid op kortere termijn en het verbeteren van de nationale infrastructuur.Dit laatste is een sterke stimulans voor het verbeteren van de economie en voor het aantrek-ken van buitenlandse bedrijven en activiteiten. Dat betekent ook op langere termijn eenbetere werkgelegenheid. Prof. Molle, onder wiens leiding het onderzoek is verricht, komt totde conclusie dat het stimuleren van investeringen door de overheid budgettair neutraal kanzijn, indien 35% door derden wordt gefinancierd.Het belang van de rijksinvesteringen in de GWW-sector blijkt duidelijk uit figuur 6, waarinde ontwikkelingen zijn geschetst tussen 1967 en 1987. Op de verticale as zijn de totaleinvesteringen uitgezet in miljoenen guldens van 1967. Daarbij is een onderverdeling gemaaktin landwegen, scheepvaartwegen en overige objecten. Tot de post 'overige objecten' beho-ren bijvoorbeeld de Deltawerken. 'Het topjaar was 1971 , waarin het Rijk ca. 1150 miljoen gulden in de GWW-sector investeerde.Dat bedrag was in 1985 teruggelopen tot ruim 500 miljoen gulden; een schrikbarende afname.Prof. Molle heeft becijferd dat een investeringsimpuis van 1 miljard gulden in de GWW-sectoreen werkgelegenheid zal opleveren van 7000 arbeidsjaren in de bedrijfstak zelf alsmede4200 arbeidsjaren aan toeleveringen. Bij elkaar komt dit neer op ca. 50% van het geregistreer-de aantal werklozen in de GWW-sector.In het linker deel van figuur 8 zien we dat de afname van 800 000 m3nagenoeg gelijk isverdeeld over betenmortel. betonwaren en specie. De bestemmingen wijzen echter op dui-delijke verschuivingen. De woningbouw neemt af met 0,7 miljoen m3, terwijl de utiliteitsbouwen de GWW-sector bijna stabiel blijven. Op nog langere termijn (1985-1990) wijzen debouw-prognoses van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordeningen Milieubeheerweer op een herstel van debetonproduktie.Het overzicht betreft de situatie van 1984. Er zijn echter ook prognoses voor 1988 beschik-baar, die in figuur 8 zijn weergegeven. Daarin staan tevens de cijfers van 1984, om enkeleontwikkelingen zichtbaar te maken.De omvang van de betonmarktNa dit macro-economisch cijfermateriaal is het interessant na te gaan hoeveel beton er perjaarwordt gemaakten waarvoor dit wordt gebruikt. Als voorbeeld nemen we het jaar 1984.Zoals het linkergedeelte van figuur 7 laat zien, gaat het om 6,4 miljoen m3betonmortel en5,2 miljoen m3betonwaren en -produkten. Samen dus 11,6 miljoen m3. Voegt men daaraantoe de 2,7 miljoen m3specie, die is verwerkt in metselwerk, vloeren e.d., dan wordt de totalehoeveelheid 14,3 miljoen m3?Het rechter deel van figuur 7 laat zien waar deze enorme hoeveelheden hun bestemmingvonden: 5,1 miljoen in woningen, 4,3 miljoen in de utiliteitsbouw en 4,9 miljoen in de GWW-sector.'84 '85'83'82'81I/ \__\,\landwegen enI- oeververbin d?ngen \ Cement XXXVII(1985)nr. 12 877(- 800 000 m3)7Produktstromen en hun bestemmingen -omvang van 19848Prognose van produktstromen en hunbestemmingen voor 1988, ter vergelijkingzijn de cijfers van 1984 eveneens gegeven De GWW-sector is een belangrijk afzetgebied voor betonartikelen, zoals de wegenbouw,in rioleringen, alsmede oever- en dijkbekledingen.De laatste tijd valt niet alleen een sterke toename te constateren van beton in de kleinschalige,maar ook in de grootschalige wegenbouw. Voor het eerst sinds jaren zijn in ons land weerbetonnen autosnelwegen in uitvoering. Het betongebruik per km autosnelweg van 2 x 2rijstroken en 2 vluchtstroken, bedraagt ca. 5000 m3voor de verharding zelf en zo'n 3000 m3voor de schraalbetonfundering. Oude wegen, zowel asfalt- als betonwegen, kunnen uitste-kend worden gereconstrueerd door er een betonnen overlaging op aan te brengen. Verschil-lendegeslaagde uitvoeringen bewijzen, dat een betonoverlaging een goede en economischeoplossing is.Beton is ongetwijfeld ook in de utiliteitsbouw uitermate geschikt voor toepassing in zoweldragende als niet-dragende gevels. Als voldoende aandacht wordt besteed aan detailleringen daarmee aan het voork?men van' vervuiling van gevels, kan de concurrentie met anderegevelmaterialen, zoals metaal en kunststof, glansrijk worden doorstaan.Andere toepassingsgebiedenEen mogelijk nieuwe toepassing in de utiliteitsbouw betreft kerncentrales en opslagvoorzie-ningen voor kernafval. Deze toepassing zou het imago van beton afbreuk kunnen doen, maarwe moeten re?el zijn en constateren dat, als onze samenleving ook voor deze vorm vanenergie-opwekking kiest, beton een uitermate goed en betrouwbaar materiaal is voor dezegrote werken.Beton en andere bouwmaterialenIn elke sector ondervindt beton uiteraard concurrentie van andere bouwmaterialen. Het isdaarom interessant na te gaan hoe de positie van het materiaal beton zich heeft ontwikkeldin de afgelopen jaren. Cijfermateriaal is alleen beschikbaar voor de woningbouw en wel overde periode 1971-1981. Figuur 9 geeft daar een samenvatting van.Voor paalfunderingen, dakpannen en vloeren is beton veruit het belangrijkste materiaal ge-worden. Goedkoop en degelijk zijn daarbij de argumenten. Bij gevels in de woningbouw isbeton vrijwel geheel verdwenen, wat in ons land met zijn eeuwenoude baksteentraditie ove-rigens geen verbazing behoeft te wekken. Bij gevels in de utiliteitsbouw ligt het beeld uiter-aard heel anders.Door de goede concurrentiepositie van de kleinschalige gietbouw kan het gebruik van betonvoor dragende binnenwanden verder toenemen. Dat zou zeker het geval zijn als er verande-ring zou komen in de vreemde situatie dat in bouwvoorschriften vaak strengere eisen wordengesteld aan beton dan aan andere materialen. Daaraan zullen we iets moeten doen.Bij niet-dragende binnenwanden kunnen lichte betonsoorten zeker een veel groter marktaan-deel verwerven.Dergelijk nuttig cijfermateriaal. is helaas niet beschikbaar voor de utiliteitsbouw en voor deGWW-sector. Duidelijk is echter, dat in de utiliteitsbouw de aandacht vooral dient te wordengericht op de specifieke mogelijkheden van beton, zoals:-de snelle bouwtijd, onder meer te realiseren door het toepassen van geprefabriceerde ele-menten;-de brandbestandheid;-de mogelijkheid beton te gebruiken voor opslag van warmte, waardoor energie-arme gebou-wen kunnen worden gemaakt. Op dit terrein zijn door verder onderzoek zonder meer positieveontwikkelingen mogelijk.gwwwoningbouwutil iteitsbouwbestemmingentotaal 14,3 milj. m2,5stromen bestemmingen1984 1988 1984 1988betonmortel 6,4 6,0 woningbouw 5,1 4,4betonwaren 5,2 5,0 utiliteitsbouw 4,3 4,3specie 2,5 gww 4,9 4,8totaal 14,3 13,5 13,5bron: encitotaal 14,3 milj. mbeton mortelBetonnen kunstwerken in de weg- en waterbouw hebben gedurende meer dan 60 jaar ge-toond barre omstandigheden te kunnen trotseren, omstandigheden als expositie aan zeewa-ter, scheepsstoten en dooizouten. Deze duurzaamheid en de relatief lage kosten zullen ookin de toekomst beton het meest ge?igende materiaal doen zijn voor dit soort constructies.9Aandeel beton in de woningbouw, naarmarktsectorenonderdeelpaalfunderingengevelsdakpannenvloerendragende binnenwandennieLdragende binnenwandenaandeel beton (%l1971 198158 814 061 9067 9140 5524 12Een ander, belangrijk toepassingsgebied van beton is de landbouw. Dat is al vele jaren hetgeval. Aanzienlijke hoeveelheden beton worden verwerkt in bedrijfsgebouwen, erfverhardin-gen, kavelwegen en opslagfaciliteiten. Deze traditionele toepassingen blijven bestaan. Daar-naast kondigen zich nieuwe ontwikkelingen aan in de land- en tuinbouw, die grote hoeveel-heden beton zullen vragen.Zo zal er voor transport en opslag van mestoverschotten in ons land een goede infrastructuurmoeten worden gemaakt. Becijferd is, dat er een mestopslagcapaciteit van 5 ? 8 miljoen m3moet komen in de vorm van silo's. Dit is een gigantische opslag, die in dezelfde orde vangrootte ligt als de opslag die benodigd is voor de strategische reserve aan ruwe olie in onsland (op basis van een jaarverbruik van 40 miljoen m3ruwe olie en een reserve voor 2 maan-den).Onderzoek, gericht op de bouw van voldoende duurzame constructies is hiervoor nodig.Bovendien bestaat er behoefte aan richtlijnen en aan hetontwikkelen van kwaliteitssystemenvoor de bouw van dergelijke opslagconstructies. Voor onderzoek en voorschriften zal eenberoep op CUR-VB moeten worden gedaan, terwijl BMC en BV hun bijdrage kunnen leverenaan het bevorderen van goede kwaliteit.Ook voor het zuiveren van mest zijn grote installaties nodig. Foto 1Otoont de onlangs geopen-de zuiveringsinstallatie voor kalvergierin Elspeet, een project van de Mestbank Gelderland.Cement XXXVII(1985)nr. 12 87810Zuiveringsinstallatie voor kalvergier teElspeet, eigendom van de StichtingMestbank Gelderland, in beheer van hetZuiveringsschap Veluwe.Van onder naar boven: gieropslagtank,twee beluchtingstanks en eenslibopslagtankfoto: Aerophoto-Schiphol BV, Schiphol-OostCement XXXVII (1985)nr. 12Voor dit werk zijn 4 tanks gebouwd, met elk ca. 2500 m3inhoud. De Mestbank Gelderlandheeft op dit moment ??n zuiveringsinstallatie in uitvoering, terwijl er 3in voorbereiding zijn.Een grote markt in de land- en tuinbouw wordt o?kgevormd door erfverhardingen, kavelwe-gen en opslagplaatsen voor landbouwprodukten. Door Wageningen is becijferd, dat alleenal voor vervanging en overlaging van betonverhardingen jaarlijks 1,5 miljoen m2verhardingmoet worden gemaakt inde komende 10 jaar. Dat betekent ca. 225 000 m3beton per jaar.In de tuinbouw past men tegenwoordig andere teeltmethoden toe dan vroeger. Zo wordenplanten en groenten nu geteeld op verwarmde betonvloeren.De opslag van ruwvoer op rundveebedrijven gebeurt thans veelal in sleufallc's. Ook daarvooris onderzoek naar de duurzaamheid nodig en er bestaat behoefte aan richtlijnen. Dus weereen nieuwe taak voor de CUR-VB, die overigens dit jaar het ontwerp afrondde voor hetvoorschrift roostervloeren in bedrijfsgebouwen en de CUR-VB-aanbevelingDuurzaamheidvan betonnen poeren in tuinbouwkassen heeft uitgegeven. Op landbouwgebied krijgt CUR-VB veel steun van specialisten van het IMAG (Instituut voor Mechanisatie/Arbeid en Gebou-wen) in Wageningen.Terug naar het imagoHet imago van een produkt en dus ook van beton wordt vaak meer bepaald door het geringeaantal min of meer mislukte toepassingen dan door het grote aantal probleemloze realiserin-gen. Alseen boer een erfverharding heeft laten aanbrengen, die al na 1jaar sterke vorstscha-de vertoont omdat bij het aanleggen de betonspecie met grote hoeveelheden water 'beter'verwerkbaar is gemaakt, waardoor. het beton van bedenkelijke kwaliteit is geworden, danheeft dat een sterke uitstraling in de regio waar de boer woont. Goede voorlichting en vooralook goede zorg door toeleveranciers van beton kunnen mislukkingen voorkomen.Door de. betonschade aan galerijen en balkons hebben nogal wat woningbeheerders enbeleggers de indruk gekregen, dat beton minder geschikt zou zijn om buiten in weer en windte worden toegepast. Merkwaardigerwijze realiseert de woningbeheerder zich daarbij niet,dat het beton van de brug, waarover hij iedere dag naar huis fietst, er w?l degelijk uitziet engeen schade vertoont. Ook in dit geval zal goede voorlichting, maar vooral het waarborgenvan kwaliteit van alles wat thans wordt gebouwd, het imago van beton - waar dat een deukheeft opgelopen - moeten verbeteren.Bij het waarborgen van kwaliteit speelt de Stichting Betonmortelcontrole een belangrijkerol. De offici?le erkenning van BMC door de Raad voor de Certificatie is de bevestiging, dathet certificatiesysteem voor beton mortel een goed werkend systeem is, dat de toets derkritiek glansrijk kan doorstaan. Ook het kwaliteitskostenonderzoek dat door de BFBN isuitgevoerd, betekent een belangrijke impuls voor het verbeteren van de kwaliteits;zorg in debetonindustrie.De Betonvereniging zal bij het geven van voorlichting, bij het organiseren van cursussen,studiedagen en excursies, bij het uitgeven van publikaties en bij het stimuleren van kwaliteits-zorg in de bouw, aandacht besteden aan die aspecten, die het imago van beton kunnenversterken.Zo waren in 1985 de excursie naar het nieuwe hoofdkantoor van de Nederlandse Midden-stands Bank in Amsterdam, het symposium Gein in Beton, gecombineerd met een bezoekaan het nieuwe stadscentrum van Nieuwegein en de Betonwegendag, allemaal activiteitenwaarmee het imago van beton op uitstekende wijze werd gediend.Met verbetering van het imago oefenen we weliswaar geen invloed uit op het percentagevan het bruto nationaal produkt dat wordt besteed in de bouwen ook niet op de vraag ofde overheid bereid is haar investeringen in de bouw op te voeren, maar w?l op de marktpositievan beton op die terreinen waar beton concurrentie ondervindt van andere materialen. Daar-naast oefenen we invloed uit op de appreciatie door de samenleving van het onmisbarebouwmateriaal beton. Goede voorlichting, maar vooral een goede kwaliteitszorg zijn daarbijsleutelwoorden. Beide kosten geld; dat is duidelijk. Maar geen voorlichting en geen kwali-teitszorg kosten veel meer.879
Reacties