Bij nagenoeg alles wat Klaas van Breugel doet, vraagt hij zich af of en hoe het kan bijdragen aan een betere samenleving. Hij is ervan overtuigd dat civiel ingenieurs daadwerkelijk verschil kunnen maken. Voorbeelden daarvan zijn er volop in zijn sectie Materials & Environment.
Klaas van Breugel7201342interviewinterviewKlaas vanBreugelVerschil maken7201372013 43CVKlaas van Breugel groeit op op een boerderij, niet bepaald eentechnische omgeving. Toch wordt daar de kiem gelegd voorzijn latere studiekeuze. "Ik groeide op tussen het water en dedijken, in West-Friesland. In mijn herinnering regende het eraltijd. Als mijn vader met paard en wagen uitreed, trok datdiepe sporen die vol water liepen. Dat leverde een prachtigeproeftuin op: dijkjes bouwen, het water van het ene spoor naarhet andere laten lopen. Toen al werd het mij duidelijk: ik wildeiets met water en techniek gaan doen."BouwenNa de MULO gaat Van Breugel op kamers in Amsterdam omdaar de HTS te gaan doen. Hij is dan pas zestien jaar. "Zovroeg gaan studeren was erg ongebruikelijk in mijn omgeving.Toch lieten mijn ouders me gaan. Ik heb er nog altijd veelrespect voor dat ze dat met mij hebben aangedurfd." Op deHTS komt hij in aanraking met vakken als beton en grond-mechanica. Dat laatste wordt gedoceerd door Van Koperen,werkzaam bij Ballast Nedam en parttime verbonden aan deHTS, echt een autoriteit in het vakgebied. Door hem wordtVan Breugel uitgenodigd om bij Ballast Nedam te komenwerken. "Dat sloot heel goed aan bij wat ik wilde. Ik had mijaltijd voorgenomen om na de HTS te gaan werken, liefst inde bouw. Maar toen ik bij het eerste gesprek mijn cijferlijstliet zien, werd mij door projectingenieur Van Tongeren,later hoogleraar in Twente, geadviseerd naar Delft te gaan."Van Breugel neemt de raad ter harte en vervolgt zijn studieaan de TU. Daar specialiseert hij zich gaandeweg in beton.Hij studeert af op jong, verhardend beton bij ir. Brakel in desectie van professor Bruggeling. "Toen ik klaar was metmijn studie, was toch echt de tijd aangebroken om te gaanwerken. De bouw leek mij nog altijd heel aantrekkelijk.Maar voordat ik aan solliciteren toekwam vroeg professorBruggeling of ik niet wilde promoveren. Ik ben op dataanbod ingegaan. We spraken af dat ik 50% aan mijnpromotiestudie ging werken en 50% ging lesgeven. En datBij nagenoeg alles wat Klaas van Breugel doet, vraagthij zich af of en hoe het kan bijdragen aan een beteresamenleving. Hij is ervan overtuigd dat civielingenieurs daadwerkelijk verschil kunnen maken.Voorbeelden daarvan zijn er volop in zijn sectieMaterials & Environment.Naam prof.dr.ir. Klaas van BreugelLeeftijd 61Opleidingen HTS Weg- enwaterbouwkunde (Amsterdam),TU DelftWerkgevers TU DelftNevenfuncties Diverse RILEM enfib-commissies, College vanDeskundigen Betonreparatie(2002-2010)1 Klaas van Breugel in zijnkantoor aan de TU Delftfoto: Boudewijn Bollmann,Twisted Streets Fotografie1Klaas van Breugel44interview2Ongeveer anderhalf jaar later overlijdt plotseling zijn promo-tor, professor Theissing. Ook professor Bruggeling stopt bij deTU. Van Breugel neemt veel van zijn werk over, waardoor zijnpromotiewerk aanvankelijk volledig komt stil te liggen. Alseind tachtiger jaren professor Walraven naar Delft komt, krijgthij weer gelegenheid om zijn promotieonderzoek voort tezetten. Uiteindelijk duurt het tot 1991 vooraleer hij zijnpromotie afrondt bij professor Wittmann en professor Bijen."Toen, na tien jaar, was dus eindelijk de tijd gekomen te gaanwerken. Mogelijkheden waren er genoeg, onder meer bijBallast Nedam en bij TNO. Maar door een vervelend fietson-geluk heb ik twee ? drie jaar heel weinig kunnen doen. Ik hadhet geluk dat ik een paar heel goede promovendi om mij heenhad die veel van mijn werk overnamen. Toen ik weer eenbeetje was opgeknapt, was het bouwen wel zo'n beetje uit beeldverdwenen. Er kwamen interessante plaatsen vrij aan buiten-landse universiteiten. In diezelfde periode werd ook de vacanteleerstoel van professor Reinhardt bij de betongroep weer open-gesteld en werd ik in 1999 benoemd tot hoogleraar Betonmo-dellering en Materiaalgedrag." In 2001 wordt Van Breugeldirecteur van het Microlab, het laboratorium bij de sectieMateriaalkunde waar fundamenteel onderzoek wordt gedaanaan bouwmaterialen. Bijna gelijktijdig wordt hij opleidings-directeur van Civiele Techniek. Als in 2004 professor Hendriksonverwachts overlijdt, wordt Van Breugel ook nog eens sectie-leider van Materiaalkunde. Een tijd lang heeft hij daardoor vierpetten op.MicrolabHet Microlab groeit enorm in die periode. Mede dankzij deinzet van alle medewerkers worden er grote projectenbinnengehaald. Daarnaast wordt de sectie versterkt met eenonderzoekgroep op het gebied van scheidingstechnologie,afkomstig van de faculteit Technische Aardwetenschappenen geleid door Peter Rem. Van Breugel zelf steekt vooral veelenergie in het financieel gezond maken van het lab enherstructureren van de sectie. "Doordat wij op tijd zijn gaansaneren, hebben de bezuinigingsronden van de laatste jarenons nauwelijks geraakt. Er werken nu ongeveer tachtig manbij de sectie, inclusief promovendi. Een van de grootsteprojecten is momenteel het IS2C-project (Integral Solutionsfor Sustainable Construction), een STW-Perspectief projectvan Eddy Koenders op het gebied van asset management.Maar de sectie is ook succesvol met projecten op het gebiedvan bijvoorbeeld bio-based materials, zelf herstellend beton,recycling en het toepassen van smart nano particles voor hetverhogen van de weerstand tegen wapeningscorrosie."Behalve op zijn eigen leerstoel concentreert Van Breugel zichtegenwoordig op het sectieleiderschap van Materiaalkunde,nu Materials & Environment geheten. De leerstoelen vanhet voor een periode van vier jaar zou zijn. Daarna wilde iktoch echt de bouw in."Van Breugel verdiept zich in de opslag van cryogene stoffen,een hot topic in die tijd, ook internationaal. Een onderwerpvoor het promotieonderzoek moet hij zelf formuleren:aanhechting bij lage temperaturen. "Toen ik echt aan de slagkon, waren er twee jaar verstreken. Veel tijd was gaan zitten inhet begeleiden van studenten. Het was inmiddels duidelijk datdit onderzoek te lang zou gaan duren. In overleg met professorBruggeling heb ik toen mijn afstudeerwerk over verhardendbeton weer opgepakt om het verder uit te werken tot eenpromotieonderzoek. Het onderzoek naar aanhechting bij lagetemperaturen heeft Cor van der Veen opgepakt."foto:BoudewijnBollmann,TwistedStreetsFotografieKlaas van Breugel 72013 4532 LNG-opslagtank3 Opstelling voor het bepalen van spanningsontwikkeling in verhardendbeton; versie ontwikkeld bij de TU Delft, proefstuklengte 1,5 menorme bedragen. Ook zie ik kansen voor toepassing van zelf-herstellende materialen. Het zijn echter wel ontwikkelingen dieniet van vandaag op morgen zijn gerealiseerd. Met self healingzijn we al acht jaar bezig. Maar voor echt nieuwe ontwikkelin-gen is dat vrij normaal. Met het invoeren van iets nieuws kunje niet over ??n nacht ijs gaan. Je moet met veel randvoorwaar-den rekening houden en je moet echt zeker van je zaak zijn.Wat is het gedrag van een nieuw materiaal op lange termijnbijvoorbeeld? Je moet zien te voorkomen dat je dingen doetwaarvan je op lange termijn spijt krijgt. Pas dan ben je `sustai-nable' bezig. Ik heb voorbeelden gezien van bedrijven die tesnel zijn geweest met het invoeren van nieuwe concepten endaardoor uiteindelijk kopje onder zijn gegaan. Ik ben daaromterughoudend met het naar buiten brengen en doorvoeren vaninnovaties. Daar komt bij dat je, om iets echt tot een succes temaken, vraagstukken vaak multidisciplinair moet aanpakken.Veel problemen waar wij mee bezig zijn, zijn nu eenmaalmultidisciplinair en bij multidisciplinaire vraagstukken horenook multidisciplinaire oplossingen."NanotechnologieOok bij het onderzoek naar bouwmaterialen heeft nanotech-nologie zijn intrede gedaan. Om ontwikkelingen goed tekunnen onderbouwen worden materialen tot op het kleinsteniveau bekeken. "Samen met collega's in het buitenlandwordt onderzocht hoe je op basis van de kleinste deeltjes devorming van hydratatieproducten kunt simuleren. Dergelijkonderzoek staat natuurlijk heel ver af van de dagelijkse prak-tijk. Je gaat geen brug uitrekenen op atomair niveau. Omtoch van deze fundamentele kennis te kunnen profiterenwordt gebruikgemaakt van multiscale modelling. Je ontwik-kelt bouwstenen op een bepaald schaalniveau en elke bouw-steen is weer de bouwsteen voor een volgende schaal. Viamultiscale modelling belandt fundamentele kennis uiteinde-lijk toch bij de betontechnoloog of constructeur. Doel vandeze strategie is dat de kwaliteit van het product er uiteinde-lijk beter van wordt".Ageing en zelfherstellende materialenDe groep materiaalkunde besteedt aandacht aan uiteenlopendeonderwerpen. Een van de meest recente onderzoekthema'sbetreft `ageing'. Het gaat daarbij om de vraag waarom materia-len en constructies verouderen. "Ageing komen we overaltegen. Samen met andere onderzoekgroepen aan de TU Delftrichten wij ons op de fundamentele processen en mechanis-men die aan het verouderen van materialen en constructies tengrondslag liggen. Dit fundamentele onderzoek levert geenoplossingen op de korte termijn. Wat overigens niet wil zeggendat wij niet graag een innovatie in de praktijk toegepast zienprofessor Jan Bijen en professor Charles Hendriks zijn inge-vuld door professor Rob Polder en professor Michiel Haas.De groep scheidingstechnologie gaat verder onder de naamResources & Recycling onder professor Peter Rem. Deleiding van het Microlab is overgenomen door professor ErikSchlangen.Serious gamingEen van de ontwikkelingen waar Van Breugel in de toekomstveel van verwacht is serious gaming. "Als je het hele bouwpro-ces in een game kunt vormgeven heb je heel sterk gereedschapin handen voor educatieve doeleinden en training. Je maaktinzichtelijk wat de invloed is van bepaalde keuzes op bijvoor-beeld scheurvorming, noodzakelijk onderhoud, degradatie enlevensduur van een constructie. Er liggen enorme kansen omde kwaliteit te verhogen, faalkosten terug te dringen en onder-houd te optimaliseren. De investering om zoiets van de grondte krijgen mag dan misschien wel fors zijn, maar die verdien jeop den duur zeker terug. De faalkosten in Nederland bedragen 6 miljard per jaar, ongeveer 10% van de omzet in de bouw.Als je dat maar een fractie kunt terugbrengen gaat het al omKlaas van Breugel7201346interview4cementvervanger. Het bleek technisch goed mogelijk omplaggenhutten in India te vervangen door betonnen wonin-gen met een dergelijk materiaal. Het leverde winst op intermen van comfort en duurzaamheid. Toch werd het niettoegepast. De bevolking uit die plaggenhutten kreegvanwege het kastenstelsel niet de kans om in deze meercomfortabele huizen te trekken. Een overtuigend voorbeeldvan de multidisciplinariteit van het bouwen. Het gaat er dusniet alleen om dat de materiaalkunde en mechanica in ordezijn, maar ook de sociale en culturele aspecten moetenaandacht krijgen. Wat dat betreft is het boeiend dat er inonze groep nu meer dan 20 nationaliteiten zitten. Dat levertje een schat aan indrukken op van anderen culturen en vande manier hoe men in andere landen met kennis en onder-zoek omgaat. Kijk eens naar China. Daar investeert men opgrote schaal in onderzoek. Ze sturen de top van hun studen-worden. Zo heeft het onderzoek naar zelfherstellende materia-len inmiddels mooie resultaten opgeleverd. En stel je maareens voor wat het betekent als je de levensduur van ZOAB vanzes tot acht jaar kunt verlengen. Dat levert echt enorme bespa-ringen op!"Een ander voorbeeld van een succesvolle ontwikkeling is demodellering van verhardingsprocessen en spanningsontwikke-ling, een thema waar Van Breugel sinds zijn afstuderenaandacht aan besteedt. Die kennis wordt inmiddels op groteschaal op de bouwplaats toegepast. "Je kunt tegenwoordig ?real time ? op afstand de sterkteontwikkeling van een beton-constructie volgen en bepalen of er extra moet worden gekoeldof niet. Het is een ontwikkeling waarin ik al vanaf begin jarentachtig sterk heb geloofd. Dat is overigens wel een voorwaardevoor succes, dat je erin gelooft. Als je in een bepaalde ontwik-keling niet gelooft, bereik je niets."InternationaliseringSucces is van veel factoren afhankelijk. Ook de sociale kantspeelt een rol. "Recent hadden we een promovenda dieonderzoek deed naar de toepassing van rijstkaf-as als"Slechte verhalen vallen op denduur altijd om"Klaas van Breugel 72013 475a 5b4 Appartementencomplex in Montreal, Canada5 Betonmodellering: virtuele microstructuur van cementsteen, gesimuleerdmet het simulatieprogramma HYMOSTRUS, simulaties door dr. Ye GuangOnderwijsGedegen kennis begint bij goed onderwijs, naast onderzoekhet andere aandachtsgebied van Van Breugel. Maarmisschien is hij toch wel meer onderzoeker dan docent. Hijdoceert vooral aan ouderejaarsstudenten, en dat in meerspecialistische vakken, bedoeld voor kleine groepen studen-ten. Maar dat hij zelf niet veel lesgeeft, wil niet zeggen dat hijer zich niet mee bezighoudt. In tegendeel. Ook nu hij al eenpaar jaar is gestopt als opleidingsdirecteur, maakt hij zichzorgen om recente ontwikkelingen. Bijvoorbeeld over hetfeit dat HBO-instellingen richting de universiteiten opschui-ven. "Je moet doen waar je goed in bent. Dat geldt voorzowel de HTS als de universiteit. Een HTS moet zich nietwillen bezighouden met zaken waarmee een universiteit zichnu juist onderscheidt van een HTS. En omgekeerd moet eenuniversiteit niet altijd net zo praktisch willen zijn als eenHTS. De onderwijsprogramma's zijn niet vergelijkbaar endat is ook goed. Het idee dat je na het HBO direct, zonderschakelklas, kunt instromen in een masteropleiding ? ietswat een paar jaar geleden werd gepropageerd ? was nietre?el. Gelukkig zijn die pogingen ook mislukt. Soms is hetmaar goed dat een onderwijsvernieuwing mislukt. Daar knaptten met een zak geld de wereld in om te gaan studeren enpromoveren. De meeste studenten keren terug en nemen zoeen vracht aan kennis mee. En die studenten zijn ook echtbereid hun tanden ergens in te zetten. Ze willen wat voorhun land betekenen. Door de enorme inzet van deze jongemensen lopen deze landen hun kennisachterstand snel in.Als Nederland echt kennisland wil zijn en kennis als export-artikel wil valoriseren, dan moet er ook hier blijvend inonderzoek worden ge?nvesteerd. Maar ten opzichte vanandere Europese landen investeert Nederland juist niet veelonderzoek. Finland en Zweden besteden twee keer zoveel alsNederland. Ons land zit, Europees gezien, in de midden-moot. Bedenk dat ook op gebied van bestuur en manage-ment van bouwprojecten andere landen snel bijleren. Kijkmaar naar de grote projecten die in bijvoorbeeld Chinaworden gerealiseerd. Ze bouwen de grootste bruggen entunnels en dat in een tempo dat hoger is dan waar dan ook.En dat zonder hulp van andere landen."Universiteit in perspectiefKlaas van Breugel schreef over de ontwikkelingen op HBO-instel-lingen en universiteiten een opiniestuk in Cement 2009/5. Ditartikel is te raadplegen op www.cementonline.nl."Stilstand is geen achteruitgangmaar groei"Klaas van Breugel7201348interviewstudieduur te verkorten) brengt docenten in de verleidingom te morrelen aan het niveau. "Dat mag niet gebeuren. Wemoeten het niveau vasthouden. Als je afstudeert aan de TUDelft, moet je aan de TU Delft maat voldoen. Onvoldoendeis onvoldoende. Voor zover ik weet denken de meeste colle-ga's er net zo over. Maar de druk om af en toe maar eenssoepel te zijn is groot."Een ander probleem dat Van Breugel signaleert is dan van dekennisborging. "Ik zie dat er dingen opnieuw worden onder-zocht die al in de jaren zeventig of tachtig zijn uitgezocht.Maar men is destijds niet in staat geweest die kennis goedvast te leggen. Of althans niet op zo'n manier dat die nogterug is te vinden. Dit is geen verwijt maar een constatering.Kennisborging is gewoon heel erg lastig. Als je het al netjeshebt opgeslagen, digitaal of als hard copy, betekent dat nogniet dat het ook in de hoofden van mensen zit en blijftzitten. Het is echt een uitdaging voor onze en komendegeneraties om hier goede oplossingen voor te vinden".Verschil makenDoor zijn houding naar studenten wil hij iets toevoegen inhun ontwikkeling. Dat is een belangrijke rode draad in eencarri?re, die anders is verlopen dan hij had voorzien. "Ikhad nooit gedacht dat ik bij een universiteit zou gaanwerken. Maar het loopt zoals het loopt. Natuurlijk kun je`nee' zeggen en iets anders gaan doen, maar elke kans diezich voordeed, zag ik weer als een uitdaging. Wat voor mijvooral leidend is geweest was de vraag of ik in een functie aldan niet verschil kon maken, iets kon opbouwen. Dat isaltijd een van mijn belangrijkste drijfveren. Op die manierwil ik proberen een bijdrage te leveren aan de samenleving,via overdragen van kennis, via onderzoek naar nieuweoplossingen en verantwoorde innovaties. De bouw is geenindustrie die alleen maar streeft naar winstmaximalisatie,maar vooral naar het realiseren van basiscondities om eensamenleving goed te kunnen laten functioneren. Dat isciviele techniek! Zo voegt de bouw echt iets toe. Daaraaneen bijdrage leveren geeft voldoening, vooral als je dat magdoen samen met enthousiaste collega's." Jacques Linssenhet onderwijs echt flink van op. De schakelklas van een half-jaar is nu opgerekt tot een heel jaar. Ik heb daar altijd voorgepleit. Een traject HAVO ? HBO ? Master kan niet indezelfde tijd en met dezelfde kwaliteit van de uitstromersplaatsvinden als het traject VWO ? Bachelor ? Master (ziekader Universiteit in perspectief, red.). Dat was gewoon eenslecht verhaal en slechte verhalen vallen op den duur altijdom."De voortdurende drang naar verandering doet het onderwijslang niet altijd goed. "`Stilstand is achteruitgang', hoor jedan. Daar ben ik het echt niet mee eens. Sowieso klopt hetwiskundig niet: 0 = -1. Dat is dus al verdacht. Ik zou zeggen:`stilstand is groei'! Ik gebruik vaak de metafoor van eenboom. Die is ook gebaat bij stilstand. Je moet een boom nietelk jaar uit de grond halen om te kijken of de wortels nogleven. Dan gaat hij dood. Je moet hem laten staan en zorgendat de randvoorwaarden om te groeien goed zijn. Bijvoor-beeld door goed voedsel toe te voegen en het dode hout eruitte halen. Alleen zo wordt het een mooie, stevige boom. Veelveranderaars lijken dat niet te zien. Ze willen iets nalaten enzijn daarom altijd op zoek naar verandering. ProfessorHeertje ? altijd goed voor een prikkelende uitspraak ?schreef eens dat je het onderwijs geen betere dienst kuntbewijzen dan met het wegsturen van een manager. Dat daarde kwaliteit van omhoog gaat. Je moet natuurlijk oppassenmet generaliseren, maar ik denk wel dat hij een punt heeft."Het voortdurend doorvoeren van veranderingen in de hetonderwijs dreigt de kwaliteit onder druk te zetten. De drukom het rendement te verhogen (bedoeld wordt dan de`Nobel-moment'Bij alles wat Klaas van Breugel doet, stelt hij zichzelf de vraagwaarom hij het doet en wat het toevoegt."Je moet op tijdnagaan hoe je herinnerd wil worden en voorkomen dat, als jeaan het eind van je carri?re terugkijkt, je erachter komt dat jeeigenlijk niets nuttigs aan de samenleving hebt toegevoegd."Over die visie heeft Van Breugel in 2012 een column gepubli-ceerd in Delta. Hij verwees daarbij naar Alfred Nobel die, toen hijdoor een persoonsverwisseling abusievelijk dood werdgewaand, vooral werd getypeerd als de uitvinder van het dyna-miet. Zo wilde hij niet de geschiedenis ingaan en hij besloot zijnfortuin in te zetten voor een betere wereld.Een link naar deze column staat op www.cementonline.nl."Onvoldoende is onvoldoende""Als je er niet in gelooft, is de kansvan slagen minimaal"
Reacties