In het noorden van het land, vlak onder de stad Groningen, staat het geheel vernieuwde kantoor van Ingenieursbureau Wassenaar. Het bureau is marktleider in de regio maar heeft ook landelijk behoorlijk aanzien. De redactie van Cement ging op bezoek bij de man achter het bedrijf: ir. Roel de Jong. In het dossier Interviews vindt u alle interviews vanaf editie 2008/8.
Roel de Jong3200950interviewinterviewRoel de JongDe ontwerpende constructeurCV"Het leefklimaat in Groningen is uitstekend," zegt Roel deJong. Zijn lichte accent verraadt echter zijn werkelijke afkomst.Want hij is geboren en getogen in Eindhoven. Na zijn middel-bare school in de lichtstad moedigt zijn vader ? een HTS'er ?hem aan ook naar de HTS te gaan. `"Ben je helemaal belazerd,'reageerde mijn natuurkunde leraar toen ik hem dat vertelde."Mede dankzij deze inspirerende leerkracht wordt het toch deTH Delft (nu TU). "Eindhoven viel af, omdat constructievebouwkunde toen in mijn ogen nog onvoldoende ontwikkeldwas. Het was de tijd van de Deltawerken en mijn interesse gingtoch vooral uit naar het echte Weg- en waterbouwkunde." InDelft specialiseert De Jong zich uiteindelijk in de eindige-elementenmethode en studeert af op een stalen buizenknoop-punt in een groot offshore platform. Hij is een van de laatsteafstudeerders van professor van Douwen, destijds een monu-ment in het vak. Hoewel De Jong zijn studie met veel succesafrondt, wordt het hem duidelijk dat dit niet is wat hij wilblijven doen "Het was me t? specialistisch: je maanden opslui-ten met een enkel probleem en dan wachten tot het deurtjeopen gaat." Zijn ambitie ligt meer in het praktische. Een van dedrie werkgevers waar hij solliciteert is IngenieursbureauWassenaar, het is dan medio jaren '80. "Ze waren op zoek naareen specialist in de eindige-elementenmethode. In ruil gavenze een degelijke opleiding. Dat aanbod sprak me erg aan."1 Roel de jong voor het Centrum voorLevenswetenschappen in aanbouwfoto: Anne Froma FotografieIn het noorden van het land, vlak onder de stad Groningen, staathet geheel vernieuwde kantoor van Ingenieursbureau Wassenaar.Het bureau is marktleider in de regio maar heeft ook landelijkbehoorlijk aanzien. De redactie van Cement ging op bezoek bij deman achter het bedrijf: ir. Roel de Jong.Naam ir. Roel de JongLeeftijd 49Opleiding TH DelftWerkgevers IngenieursbureauWassenaar1Roel de Jong52interviewlaten." Alle projecten beginnen bij hem, of zijn compagnonGeert van Oost. Bij de grotere projecten wordt een projectlei-der betrokken en bij de wat kleinere een projectingenieur."Tijdens de DO-fase trek ik me meestal terug. Dat eerstetraject is het meest interessant. Dan worden de essenti?lebeslissingen genomen. Dan kun je slimme en inventieve oplos-singen zoeken. Maar de lijnen bij ons zijn erg kort, dus ik blijfde projecten ook daarna in de gaten houden."Centrum voor LevenswetenschappenBureau Wassenaar is vooral actief in de utiliteitsbouw. "Ik houervan om met complexe projecten bezig te zijn. Veel meer danmet woningbouw. In de woningbouw krijg je de kans niet omover verschillende oplossingen na te denken. Het is daar vooralgewoon `wegmeppen.'" Zo'n 75 % van de projecten doet hetbureau in de regio. Maar ook daarbuiten zijn ze actief. "Datgebeurt vooral als we een goede relatie hebben met de archi-tect. Zo werken we veel samen met architectenbureaus alsAtelier Pro uit Den Haag en DeZwarteHond met vestigingenin Rotterdam en Groningen.""Toch hebben constructeurs uit onze omgeving een handicap.Het is vanzelfsprekender dat een bureau uit het westen hier eenproject doet dan andersom." Ingenieursbureau Wassenaar onder-vindt dus ook concurrentie van grote landelijke bureaus. Zekerbij Europese aanbesteding zoals bij het Centrum voor Levenswe-tenschappen van de Universiteit Groningen (fig. 3). "Wel is hetGroningenNog voor hij afstudeert verhuist De Jong naar Groningen engaat aan de slag als constructeur. "Ik rekende toen veel, maarhad door mijn achtergrond toch ook een vrijbuitersrol. Deeindige-elementenmethode was voor velen onbekend terrein.Ook voor Bouw- en woningtoezicht. Met hen heb ik erg veelmoeten discussi?ren. De strokenmethode was voor hen nog d?manier om vloeren te berekenen.Snel wordt hij projectleider. Een van de eerste projecten waar-voor hij verantwoordelijk wordt, is het Groninger Museum(foto 2). Een jaar of 10 geleden krijgt hij de kans het bureauover te nemen van de naamgever Otto Wassenaar, overigensniet de oprichter van het bureau. De oorsprong ligt bijGrabowsky & Poort. Nadat de gasbel in Slochteren is ontdekten de GasUnie is opgericht, besluit de directie van Grabowsky& Poort een vestiging te openen in Groningen. De eerste werk-nemers kwamen mee uit Den Haag. Na een jaar of zes verlaatOtto Wassenaar de landelijke directie en komt ook naarGroningen. Hij verkiest een kleinschalig bureau boven allemanagementtaken die horen bij een groot landelijk ingenieurs-bureau. Hij neemt de vestiging over en verandert de naam.Begin '99 neemt Roel de Jong, samen met twee compagnons,heb bureau over, waarbij De Jong de dagelijkse leiding krijgt."De stap naar de overname van het bureau, is ook een stapnaar het ondernemersschap. Je leert in Delft een hoop, maarniet hoe je ondernemer moet zijn."Het bureau bestaat al lange tijd in de huidige grootte, zo'n 25man. "De ideale omvang. Groot genoeg om interessanteprojecten te kunnen doen en niet t? groot, waardoor je je maaralleen op managementtaken zou moeten richten. Nu besteed iknog altijd zo'n 50 ? 60% van de tijd aan projecten. En dat vindik toch het leukste. Ik blijf teveel een techneut om dat los teJe leert in Delft een hoop maar niet hoe jeondernemer moet zijnfoto:AnneFromaFotografie253Roel de Jong 320092 Groninger museum is een van de eerste projec-ten waar De Jong verantwoordelijk voor is3 Opvallende constructie voor het Centrum voorLevenswetenschappenbron: Cees van Giessen4 Nieuw Zaailand Leeuwarden doet Wassenaarsamen met Stoel Partners uit ZwolleCombinatiesBij het maken van plannen voor het fraaie gebouw, naar eenontwerp van Rudy Uytenhaak, haalt De Jong ook Rob Nijssevan ABT erbij. Hij is al in een vroeg stadium bij het projectbetrokken. "Steeds vaker schrijven we ons niet alleen in maar ineen combinatie. Die trend is ontstaan sinds Europese aanbeste-dingen verplicht zijn voor overheidsprojecten. We doen dat nietzozeer vanwege de capaciteit ? met 25 man kunnen wij bestgrote projecten aan. Belangrijker is dat je samen met een anderepartij de kansen op succes vergroot. Je kunt van elkaars sterkepunten gebruikmaken. Bijvoorbeeld als een van de twee kennisvan de regio heeft, zoals bij het project Nieuw Zaailand in Leeu-warden (fig. 4). Het is een omvangrijk project. Behalve eenparkeergarage, een uitbreiding van het winkelcentrum Zaai-land, nieuwe woningen en winkels en een vernieuwde parkeer-garage wordt hier ook het Fries Museum gevestigd. De realisa-tie van dit museum is een van de voorwaarden die architectAbe Bonnema stelde bij zijn nalatenschap aan de stad Leeuwar-den." Bij dit project schrijft Wassenaar zich samen in met StoelPartners uit Zwolle, die ook een bouwkundige afdeling in huisheeft. Dat komt goed van pas, omdat de parkeergarage ookbouwkundig moet worden uitgewerkt. "Samen wonnen we hettoch van de grote landelijke bureaus. Op het onderdeel referen-ties scoorden we het maximale aantal punten."voor regionale projecten een pre dat wij in deze buurt actief zijn.Maar uiteindelijk geeft de kwaliteit voor een groot deel de door-slag. Globaal kun je stellen dat bij een selectie de prijs voor de enehelft en de kwaliteit voor de andere helft telt."Het genoemde Centrum voor Levenswetenschappen is een vande opvallendste projecten van het moment. Van de 35.000 m2is 23.000 m2gerealiseerd met een kanaalplaatvloer van VBIwaarin veel installaties zijn ge?ntegreerd, zoals betonkernacti-vering en de sprinklerinstallatie. "Wij hebben deze oplossingaangedragen en met VBI hebben we al in het ontwerpstadiumuitvoerig overlegd. In de werkvoorbereiding bleek niet alles zorooskleurig te zijn als van te voren wordt voorgesteld enwerden niet alle beloftes waargemaakt. Ook de installateur wasniet helemaal gelukkig met de keuze want hij moest erg vervan te voren zijn leidingen aangeven."Achteraf bezien is de gekozen staalconstructie ook niet demeest gelukkige. Onder meer omdat in de in het gebouwondergebrachte faculteiten Biologie en Scheikunde veel elek-tronenmicroscopen staan, gelden er erg strenge eisen aan tril-lingen. "We hebben de constructie behoorlijk moeten overdi-mensioneren. Waar we aan de ene kant proberen de construc-tie met staal zo licht mogelijk te maken moeten we aan deandere kant vloeren cre?ren van 600 kg/m2. Maar de keuzevoor het architectonische ontwerp was al gemaakt en daarhoorde een staalskelet bij."Het is vanzelfsprekender dat een bureauuit het westen hier een project doet danandersom3454 Roel de Jong32009gaan. En ik vind dat je rekening moet houden met de uitput-ting van natuurlijke bronnen. Vaak zijn extra investeringen diehiervoor nodig zijn echter moeilijk voor elkaar te krijgen.We hebben veel geleerd bij het Cultureel Centrum in Assen.Samen met BAM, De Zwarte Hond en Greiner en Van Goorhebben we het ontwerp verzorgd. In een soort Design&Build-contract. Op basis van een uitgebreid PvE zijn in een paarmaanden tijd door drie consortia voorontwerpen gemaakt. Hetontwerpproces was dankzij de samenwerking met een aanne-mer echt anders. Normaal zouden we veel meer alternatievenbekijken, maar door de snelle en praktische input van BAMkonden we veel sneller keuzes maken. De voorkeuren vanBAM speelden daarbij zeker ook een rol.""Ons ontwerp, volledig in beton, heeft uiteindelijk gewonnen.Het project met een parkeergarage, een ondergronds theater,vijf ondergrondse bioscoopzalen, een kleine theaterzaal, eenbibliotheek, kantoorfuncties en commerci?le ruimtes moet alin mei starten. Dat is eigenlijk gekkenwerk."3D-modellerenNog verder ging het bij het DBFMO-project van de IBG-Groepen de Belastingdienst Groningen. Daar werd ook het onder-houd mee aangeboden. "Samen met BAM hebben wij eenontwerp gemaakt (zie artikel Cement 2008/6, red.). Dat is hetuiteindelijk niet geworden, maar van het rekening houden metexploitatie en onderhoud hebben wij enorm veel opgestoken."Via een omweg is Wassenaar toch bij het project betrokkengeraakt. Hoofdconstructeur is Arup, Wassenaar treedt op alsdeelconstructeur voor alle vloeren, kolommen en prefab wanden.Het bureau maakt een herontwerp van de stabiliteitswanden. Diewordt nu in prefab uitgevoerd. De volledige constructie is in 3Dmet behulp van Revit Structure uitgewerkt (fig. 6). "Wij makeneen tekening waar alles op staat. Onderaannemers en leveran-ciers moeten hun gegevens aanleveren die wij in het systeemintegreren. Dankzij Revit Structure heeft nu elk element eenintelligentie. Vroeger was een kolom een lijntje. Nu is het eenkolom in bijvoorbeeld 600 x 600 mm in B65. Het modelleertrazendsnel en in een vroeg stadium kun je problemen tackelen.Constructieve flexibiliteitVolgens De Jong heeft de constructeur een belangrijke advise-rende functie als het gaat om de keuze van bouwsystemen.Hoewel hij van oorspong vooral een staalconstructeur is, en hijdaardoor ook vaak in staal denkt, maakt hij altijd een zorgvul-dige afweging. Bijvoorbeeld over de vloertypes. "Aannemers zijnbijvoorbeeld dol op kanaalplaatvloeren. Vanwege de bouwsnel-heid en de flexibiliteit die te danken is aan de grote overspannin-gen. Maar feitelijk zijn kanaalplaten erg rigide. Wijzigingenachteraf in installaties zijn bijvoorbeeld nauwelijks mogelijk.Een trapgat wijzigen al helemaal niet. Door de grote overspan-ningen is de bouwkundige flexibiliteit inderdaad groot, maar deconstructieve flexibiliteit is dat niet." Vooral bij ziekenhuizen isdie constructieve flexibiliteit belangrijk. De praktijk leert dat 6 ?7% van de binnenwanden jaarlijks moet worden vervangen,mede gezien de snelheid waarin de medische technologie zichontwikkelt. Het installatieconcept gaat eens in de 15 jaar over-hoop. Dat terwijl het skelet van het gebouw toch 40 jaar meemoet. Alle reden om flexibiliteit in de constructie in te bouwen.Om die reden is de indeling van bijvoorbeeld het Martinizieken-huis uiteindelijk gewijzigd (foto 5). Aanvankelijk is een over-spanning van gevel tot gevel van 16,6 m voorzien in kanaalpla-ten. "Dat hebben we omgezet in twee overspanningen metbreedplaten en balkbodems. De architect bleek daar prima meeuit de voeten te kunnen. Voordeel was niet alleen de flexibiliteitmaar ook dat de vloer een stuk dunner kon, wat weer resul-teerde in een lager gebouw." Al tijdens de inrichting bleek dezeflexibiliteit goed van pas te komen. Na vier jaar ? de tijd dienodig was vanaf het eerste ontwerp tot aan de uiteindelijkeinrichting ? bleek er al andere en zwaardere apparatuur in tekomen en op andere plaatsen dan eerst was bedacht.Duurzaam bouwenHet gaat dus om `life cycle costs'. Het bureau denkt daar veelover na. Zo is het vaak beter een gebouw te hergebruiken dannieuwbouw te realiseren, zeker in het kader van DuurzaamBouwen. "Voordat je een nieuw gebouw neerzet moet jenadenken over hoe er in de toekomst mee kan worden omge-interview5Roel de Jong 55320095 Omwille van de flexibiliteit is de draagstructuur van hetMartiniziekenhuis flink gewijzigdfoto: Jacomien Boonstra Fotografie6 De volledige constructie van het kantoor voor de IBGGroep en de Belastingdienst Groningen is in 3D metbehulp van Revit Structure uitgewerktmaar de vraag is wie die opleiding moet geven. HTS'ers die bijons binnenkomen beginnen met de opleiding Allroundconstructeur, een prima opleiding." De Jong ziet ook een belang-rijke taak voor de bureaus zelf als het gaat om opleiding. "In destudie krijgen ze wat fundamentals mee. Maar het 2e gedeeltevan de opleiding start vanaf het moment dat ze hier beginnen.En eigenlijk stopt die niet. Long life learning noemen ze dat."Het besef van het belang van de co?rdinerende en ontwer-pende taak van de constructeur begint langzamerhand ook bijopdrachtgevers te ontstaan, vooral bij ontwikkelende aanne-mers. "Met hen kun je goede afspraken maken, bijvoorbeelddat je je werk wat uitgebreider doet. Dat je ook genoeg tijdhebt voor een co?rdinerende rol. Ze willen er best wat extra'svoor betalen. Zij zien ook in dat wat extra investeren zichruimschoots terugverdient. Door wat verschillende variantente bekijken en ramingen te maken in het VO-stadium, kun jeveel beter optimaliseren. Maar bij woningcorporaties is hetnog regelmatig alleen een prijsafweging."Keurmerk"We moeten zelf de verantwoordelijkheid nemen en niet opere-ren vanuit een underdogpositie. Niet klagen dat het honorariumte laag is, maar zelf het heft in handen nemen. Met een paarbureaus zijn we in gesprek om eens na te denken wat wij vindenwat je als hoofdconstructeur moet doen. Zo moet je niet uitgaanvan controle van Bouw- en Woningtoezicht. En het is op zichprima om een kwaliteitssysteem te hebben, maar dat zegt nogniets over de inhoudelijke kwaliteit van het werk. Daar zou je ookiets voor moeten vastleggen. Als een soort keurmerk. Daarinkunnen afspraken worden gemaakt over controles en bewaking.En over toezicht op de bouw. Het is ook belangrijk terugkoppe-ling te krijgen van de bouw over wapeningstekeningen. Laatconstructeurs het maar horen: `Kijk nou eens wat je verzonnenhebt.'" Roel de Jong denkt graag na over dit soort problemen. "Eris nog een boel te doen in constructief Nederland."Jacques LinssenHet is veel duidelijker hoe de constructie in elkaar zit, ook voorde architect en opdrachtgever. Het is ook veel effici?nter. Op detraditionele manier gebeuren er veel dingen dubbel, ieder maaktzijn eigen tekeningen. Dat geldt ook binnen de constructiebu-reaus zelf. De constructeur moet alles modelleren en de tekenaarmoet alles weer opnieuw opbouwen. Dat is nu niet meer nodig."BeroepsgroepNet als veel collega's maakt ook De Jong zich zorgen over depositie van de beroepsgroep. "We hebben ons de kaas van hetbrood laten eten. Onze opdrachten zijn uitgekleed en wehebben er aan meegewerkt. Steeds meer van de opdracht is viade aannemer toegeschoven aan leveranciers en onderaanne-mers. Dit als reactie op het feit dat ons werk steeds goedkopermoest. Het werk raakt hierdoor erg versnipperd, met alle risi-co's van dien. Het is van groot belang dat er iemand zorgt voorde samenhang, de zogenoemde co?rdinerend constructeur.Maar ook de rol als ontwerpende constructeur moet duidelijkerworden. Waar de architect vooral creatief moet zijn, moet deontwerpend constructeur slim en inventief zijn. Tegenwichtkunnen bieden aan de architect. Je moet als constructeur deverantwoordelijkheid nemen om voor het gehele gebouw testaan. Precies zoals Remko Wiltjer het eerder in dit blad heeftverwoord. Als er nog geen aannemer bij een project betrokkenis, moeten wij die rol overnemen. Letten op de maakbaarheidvan gebouwen. Een gebouw moet logisch in elkaar zitten. Hetmoet op een achterkant van een sigarendoosje uit te rekenenzijn. Je moet niet afhankelijk zijn van een computermodel. Hetcomputermodel moet alleen een bevestiging zijn van wat jehebt uitgedacht. Dit probeer ik ook in ons bureau uit te dragen."Een groot belang ligt ook bij de opleidingen. "Een post-docto-rale opleiding Constructief Ontwerpen is best een goed idee,Als er nog geen aannemer bij eenproject betrokken is moeten wij die rolovernemen6
Reacties