Willem van Dijk is een selfmade man, begonnen op de tekenkamer in de bekistingsindustrie. Inmiddels beoordeelt hij bouwmethodieken en constructies van de grootste projecten in Nederland. Hij kijkt daarbij vooral naar efficiency en risico's. Volgens hem onderschatten constructeurs zelf nog wel eens hun belang op dit terrein. "Zij moeten zich meer bekommeren om het optimale ontwerp. Honorarium is daarbij van ondergeschikt belang."
Willem van Dijk 7 2 011 52
interviewinterview
Een spiegel voor de constructeur
Willem
van Dijk
52_58 11_Interview.indd 52 31-10-2011 14:17:06
1
Als hij begin jaren 80 zijn studie Civiele Techniek afrondt, gaat
Van Dijk aan de slag bij Maco in Veenendaal (tegenwoordig
Hendriks). Niet dat hij al iets afweet van bekistingen. De keuze
voor het bedrijf is vooral ingegeven door de regio. Van Dijk
begint op de tekenkamer en maakt het vak zich snel eigen. Via
een job-rotation-programma komt hij in aanraking met de
fabriek en de buitendienst. Vrij kort na zijn start wordt hij zelfs
uitgezonden naar het buitenland, voor opdrachten van Ballast
Nedam en Interbeton. "Ik was nog heel jong en kreeg snel veel
verantwoordelijkheid. Bij veel projecten deed ik de coördinatie
ter plaatse, in de laatste fase als job-contractor voor Ballast
Nedam International. Bij een groot militair vliegveld in
Khamis Mushayt in Saoedie-Arabië kreeg ik de opdracht niet
alleen de bekistingen te coördineren maar ook alle hulpcon-
structies eromheen. Ik heb daar toen circa drie jaar als expat
gezeten. Ik was vrijgezel en had alle vrijheid van de wereld. Ik
ben in die periode op veel plekken in de wereld geweest.
Behalve in het Midden-Oosten bijvoorbeeld ook in Azië en het
Caribisch gebied waar we met Ballast Nedam een groot hotel
in gietbouw hebben gerealiseerd Al deze ervaringen hebben
mij sterk ontwikkeld. Ik kon mijn kennis en kunde vergroten
maar deed ook veel ervaring op in het leidinggeven. Ik had in
Khamis Mushayt de verantwoordelijkheid voor de hele form-
workyard (soort bekistingsafdeling). Het ging niet alleen om
bekistingen van Maco maar ik kwam ook in aanraking met de
systemen van Peri. Ik kwam erachter dat er meer was dan
alleen bekistingen. Het hele bouwproces vond ik machtig inte-
ressant."
1 Willem van Dijk is kritisch
over de beroepsgroep
van constructeursfoto: Ivar Pel
Willem van Dijk is een selfmade man, begonnen op de
tekenkamer in de bekistingsindustrie. Inmiddels beoor -
deelt hij bouwmethodieken en constructies van de groot-
ste projecten in Nederland. Hij kijkt daarbij vooral naar
efficiency en risico's. Volgens hem onderschatten construc-
teurs zelf nog wel eens hun belang op dit terrein. "Zij
moeten zich meer bekommeren om het optimale ontwerp.
Honorarium is daarbij van ondergeschikt belang."
CV
naam Willem van Dijk
leeftijd 48 jaar
opleiding Civiele Techniek,
Bedrijfskunde
werkgevers Maco, Doka,
Ballast Nedam
52_58 11_Interview.indd 53 31-10-2011 14:17:08
Willem van Dijk 7 2 011 54
interview
foto: Ivar Pel
Maar als de toenmalige directeur vertrekt acht men hem nog
te jong om de totale eindverantwoordelijkheid op zich te
nemen. In die periode wordt hij benaderd door Ballast
Nedam. "Ik heb op commercieel en technisch gebied heel
veel geleerd bij Doka, maar besefte wel dat dit niet het eind-
doel was. Het was een moeilijke keuze en ook Doka
betreurde het, maar ik heb toch voor mezelf gekozen. Ik
kreeg bij Ballast Nedam gewoon veel meer kansen, bijvoor -
beeld om mij op managementgebied verder door te ontwik-
kelen." Van Dijk zegt in 1993 de commercie vaarwel en gaat
aan de slag als coördinator bij Beton- en Waterbouw. Hij
komt in een omgeving terecht die hij kent vanuit het begin
van zijn carrière. Wel verandert het nodige aan de organisa-
tie. "De technische afdeling waar ik zat werd gecentraliseerd
en ondergebracht bij de materieeldienst in Nieuwegein, die
later verhuisde naar Almere. Niet iedereen was daar even blij
mee. De cultuur was daar heel anders. Afrondingen van
huurmaterieel met projecten voerde de boventoon, terwijl we
gewend waren in lump-sum-contracten te denken, met het
accent op de technische oplosbaarheid."
Van Dijk richt zich bij Ballast Nedam Materieel dan vooral op
de utiliteitsbouw. Het proces in die sector intrigeert hem sterk,
vooral de focus op bouwsnelheid. Na het avontuur van de
materieeldienst komt hij in 1998 terecht bij Ballast Nedam
Bouw. Hier wordt hij verantwoordelijk voor bekistingen en
hulpconstructies, wat zich later ontwikkelt in de afdeling BCB
(Bouwmethodiek, Constructie en Bekistingstechniek). Over
die afdeling heeft hij nu als adjunct-stafdirecteur de eindver -
antwoordelijkheid. Bovendien is hij verantwoordelijk voor de
discipline maatvoering. Zijn kennis over de bouw verbreedt
zich in zijn nieuwe rol. "Wij moeten een objectieve keuze
maken tussen bouwmethodieken. Het gaat dus niet alleen over
Doka
In 1989 wordt Van Dijk benaderd door Doka Oostenrijk, voor
een commerciële functie. Het Oostenrijkse bedrijf was toen
bezig een Nederlandse tak op te zetten. "Ik zag dit als een groot
avontuur. Die commercie was nieuw voor me en beviel me
goed. Het was wel een andere cultuur waarin ik terechtkwam:
pak aan, stropdas om, leaseauto mee. Toch heb ik ervaren dat
je je ook in dat vak met kennis kunt onderscheiden. Dat werkt
veel beter dan het verkopen op de 'boekjesmanier', voor mij
althans. Ik had daarbij veel profijt van mijn netwerk dat ik in al
die jaren had opgebouwd." Van Dijk houdt zich bezig met
projecten als de Willemspoortunnel in Rotterdam, het kantoor
van Sony in Badhoevedorp en de Bundestag in Bonn. Dat
laatste project kaapt Doka Nederland weg voor de neus van het
Duitse zusterbedrijf.
Het vak bekistingstechniek is op dat moment sterk in ontwik-
keling. "Doka Oostenrijk was vooral met zelfklimbekistingen
actief in de infrastructuur. Wij wilden deze techniek ook in de
utiliteitsbouw inzetten. Toen werden kernen nog vooral gegle-
den of kraanafhankelijk geklommen. Het eerste werk dat we
met een zelfklimbekisting hebben uitgevoerd is de Rembrandt-
toren in Amsterdam. Samen met Strukton hebben we toen
echt onze nek uitgestoken."
Ballast Nedam
De Nederlandse tak van Doka groeit in korte tijd uit van 4 tot
circa 40 man. Van Dijk wordt eindverantwoordelijk voor de
commercie en bouwt een goede band op met het moederbe-
drijf. Er lag dan ook een mooie carrière in het verschiet.
2
3
52_58 11_Interview.indd 54 31-10-2011 14:17:13
Willem van Dijk 7 2011 55
"Er heerst totaal geen afrekencultuur
bij constructeurs"
2 Één van de vele Shelters in Khamis Mushayt
3 Één van de werken bij Doka was de Bundestag
in Bonn
4 Het eerste werk dat Ballast Nedam met een
zelfklimbekisting heeft uitgevoerd is de
Rembrandttoren
Een constructief adviseur moet volgens Van Dijk ook meeden-
ken over de meest economische oplossing. Dat is lastig
wanneer het een bestekswerk betreft en de kennis van bouwers
in het ontwerp nog niet kan worden meegenomen. "De vraag
is wie in zo'n situatie de kennis over de uitvoering moet
inbrengen. Kun je dat van adviseurs verwachten? Vaak zie je
dat als het gaat om kosten zij blind varen op de input van
kostendeskundigen. Maar die rekenen meestal alleen met de
bekende eenheidsprijzen en kijken niet naar het geheel. Ik vind
het de taak van de constructeur om tegengas te geven en om na
te blijven denken of oplossing in het geheel nou wel de meest
economische is. Ook als je bijvoorbeeld het installatieconcept,
bouwtempo en kraankosten meeneemt."
natte of droge ruwbouw maar ook over de constructieve maak-
baarheid en de daarbij behorende risico's. We bekijken projec-
ten altijd vanuit de driehoek techniek, kosten en organisatie."
Het is de bedoeling dat de afdeling twee van de zes clusters
gaat bedienen binnen Ballast Nedam: Bouw & Ontwikkeling
Speciale Projecten en de regionale vestigingen van Bouw &
Ontwikkeling. "We opereren nu vanuit Speciale projecten
maar zijn aan het kijken of we onze adviezen ook clusterover -
stijgend kunnen positioneren, zodat de regio's er nog meer
gebruik van kunnen en gaan maken."
Kritiek
Van Dijk heeft dus een mede bepalende rol als het gaat om de
keuze van bouwmethode en constructies. Hij krijgt daarbij veel
te maken met constructeurs. Hij is erg betrokken bij die
beroepsgroep maar is ook kritisch. En hij schuwt het niet die
kritiek te uiten. "Wij geven veel geld uit aan plantoetsen of het
nu een bestekswerk of een DBFMO-werk is. Ook schakelen we
in veel gevallen externe bureaus in, wat door de betreffende
hoofdconstructeur aanvankelijk niet altijd in dank werd afge-
nomen. Die plantoetsen zijn hard nodig om het wantrouwen
weg te nemen. Mijn ervaring is dat constructeurs hun werk
vaak niet volledig goed doen en veel te volgend zijn. Dat zeg ik
ze ook: 'Heren, zeur niet over een laag honorarium maar los
het probleem op.' Er komt ook bijna altijd wat uit die plantoet-
sen. Dat voedt het wantrouwen. Treffend is wat dat betreft wat
ik een ontwikkelaar hoorde zeggen: 'Adviseurs worden alleen
maar rijk van hun eigen fouten.' Hij heeft een punt. Er heerst
totaal geen afrekencultuur bij constructeurs. Sterker nog, als er
iets fout gaat moeten ze het zelf oplossen, tegen meerkosten.
En die rekening ligt altijd bij de opdrachtgever of de aanne-
mer."
"Het komt ook voor dat we op basis van een plantoets tot de
conclusie komen dat er te veel risico's in zitten. De opdrachtge-
ver vindt dat vaak niet leuk. Maar voor het klein beetje winst
dat wij bouwers mogen maken en de bijbehorende risico's
moeten we voorzichtig zijn. En ik zie het als onze plicht het te
signaleren, ook in het kader van de constructieve veiligheid.
Een opdrachtgever zou dat juist moeten waarderen. Hij leunt
nu heel sterk op zijn adviseur en gaat ervan uit dat hij die kan
vertrouwen. Maar een fout kan iedereen maken. Ik blijf dan
ook geloven in het vier-ogenprincipe."
4
52_58 11_Interview.indd 55 31-10-2011 14:17:14
Willem van Dijk 56
interview
5 Het oorspronkelijke ontwerp van 52
degrees is aangepast omdat Ballast
Nedam het er niet mee eens is
6 Bij Westpoint in Tilburg werd aangetoond
dat gietbouw ook boven de 100 m moge -
lijk is
zijn uitgevoerd. Het gaat er ook om wie er bij die vergaderin-
gen aanwezig is. De raadgevend ingenieur moet kennis van
zaken hebben. Die moet ter plekke kunnen beslissen wat de
constructieve afmetingen moeten zijn van een hoofddraagcon-
structie, en of een kolom wel of niet weg kan. Niet dat hij voor
elke beslissing terug moet naar het bureau. We moeten een VO
bij wijze van spreken in één of twee dagen kunnen afronden in
plaats van om de twee weken een ontwerpteamvergadering
houden waarin te weinig of niets gebeurt."
Wat wel moet worden opgelost is de manier van selecteren.
Van Dijk is nu volop aan het nadenken over hoe dat op een
goede, eerlijke en rationele manier moet, zonder direct naar
geld te kijken. Dit doet hij onder andere in de werkgroep
'Leidraad voor het selecteren van een constructeur' van
VNconstructeurs. "Uiteraard kun je putten uit de ervaringen
uit het verleden. Maar dat is niet voldoende. We moeten toe
naar een model waarbij we bij de selectie een bureau uitdagen
zijn visie te geven. Je kunt denken aan een soort assessment. Je
zou hem daar ook voor kunnen betalen. Dat is helemaal geen
vreemde gedachte. Bij de selectie van een architect gaat het ook
om het plan dat hij indient."
Er moet ook een goede match zijn tussen de spilfiguren, zoals
tekenaar, constructeur en projectleider en eventueel BIMmer
aan de ene kant, en het team dat verantwoordelijk is voor de
realisatie aan de andere kant. "Wij laten die personen ook vaak
in een kennismakingssessie bij elkaar zitten om te kijken of het
werkt. Het risico is dat je erachter komt dat dat niet zo is. Dat
is wel belangrijk om te weten. Je bent toch zo'n 2 tot 3 jaar aan
elkaar overgeleverd. Dit is ook een criterium dat je mee moet
nemen bij de selectie."
Constructeursregister
De markt is volop in beweging, zowel in positieve zin als in
negatieve zin. "Op het gebied van kwaliteit is er een hoop
verbetering zichtbaar. Er zijn goede initiatieven zoals het Plat-
Een van de mogelijkheden om de kennis over uitvoering
vroeger in het proces mee te nemen zijn zogenoemde markt-
consultaties. Hierbij worden bouwers, voordat de opdracht
wordt verstrekt, uitgenodigd mee te denken over het ontwerp,
tegen een vergoeding. Nog beter is uit te gaan van een
DBFMO-contract of een afgeleide hiervan. Maar dat is niet
altijd mogelijk of gewenst.
Selectie
De cultuur binnen de constructiebureaus moet volgens Van
Dijk veranderen. "Wij verwachten van hen geen commerciële
houding, zoals het bewust laag inschrijven om een werk
binnen te halen en dan op het meerwerk tot prijsverbetering te
komen. In plaats daarvan vragen wij oplossend en ontzorgend
gedrag. En het gaat ons helemaal niet om het honorarium.
Desnoods betalen we een constructeur per uur als we maar
kunnen rekenen op optimale creativiteit en een goed advies. Je
kunt de scoringskans aanzienlijk verhogen en de kosten die je
ermee kunt besparen zijn een veelvoud van het honorarium."
Ook de vergader- en ontwerpteamcultuur moeten veranderen.
"We zijn nu geneigd iedere twee weken bij elkaar te komen om
vervolgens te constateren dat de afgesproken actiepunten niet
6
5
52_58 11_Interview.indd 56 31-10-2011 14:17:20
Willem van Dijk 7 2011 57
"De raadgevend ingenieur moet ter plekke
kunnen beslissen wat de constructieve
afmetingen moeten zijn van een
hoofddraagconstructie"
7 De productieloods bij het Erasmus MC is
een belangrijke schakelfoto: Tom Wolbrink
wordt gemaakt dat je het geld dat je in BIM investeert terug-
verdient, hetzij in directe kosten, hetzij in stafkosten."
MVO
Van Dijk beseft dat het imago van de bouwers niet altijd even
goed is. Hij vindt het dan ook belangrijk dat het Ballast Nedam
zich etaleert als een bedrijf met kennis, kunde en oplossend
vermogen. Bijvoorbeeld door mee te denken met opdrachtge-
vers over goede en economische oplossingen. Hoewel dit niet
altijd mogelijk is. "Soms staat in het bestek letterlijk dat een
aannemer niet met alternatieven mag komen. Dat vind ik erg
jammer. Ik denk dat als wij onze kennis inbrengen dat altijd
resultaat oplevert in de zin van rendement. Mits we dat doen
met respect voor het ontwerp." Dit meedenken past wat Van
Dijk betreft ook in een brede trend van Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen (MVO). "Als je ziet dat een gebouw
dat met publiek geld wordt gebouwd beter of slimmer kan, dan
moet je dat niet vóór je houden. Vanuit MVO is het je plicht
dat te signaleren." MVO is een onderwerp dat tegenwoordig
veel aandacht krijgt, ook bij Ballast Nedam. "Het is een heel
breed begrip. Eerder genoemde punten als het eerlijk contrac-
teren vallen daar feitelijk ook onder. En het gaat vaak om
milieu en energie. Wij hebben een afdeling Sustainability die
hierover nadenkt. Over de positie op de CO 2-ladder bijvoor -
form Constructieve Veiligheid en het Constructeursregister.
Aan de andere kant zit de huidige markt niet echt mee. Door
de crisis is iedereen heel gretig, wat prijsconcurrentie in de
hand werkt. Daar zitten we niet op te wachten. Het gaat ons
zoals gezegd om het optimale ontwerp."
Het genoemde constructeursregister is volgens Van Dijk niet
zaligmakend. "Een RC of RO zegt niet alles. Je moet goed
kijken wanneer je wat nodig hebt. Je zou projecten kunnen
indelen van een dakkapel naar een binnenstedelijk hoogbouw-
project, in schaal 1 tot 10. Je zou kunnen zeggen dat je voor
alles dat hoger is dan 5 een RC of RO nodig hebt. Maar voor de
laagste categorie is dat helemaal niet nodig. En nog belangrij-
ker dan het register vind ik het feit dat een bureau het hele
scala aan moet kunnen, dus niet alleen conceptueel kan
denken maar ook werktekeningen kan maken."
Aannemerij
Van Dijk legt zo wel veel neer bij de constructeurs. Maar
desgevraagd wil hij ook wel de hand in eigen boezem steken.
"Ook in de aannemerij kan er veel worden verbeterd. Zo wordt
er nu lang niet altijd efficiënt met de tijd omgesprongen. Er
worden veel dingen dubbel gedaan en we hebben de neiging te
veel met elkaar mee te denken. Gewoon omdat we dat leuk
vinden. Als je niet oppast heeft je organisatie een groot water -
hoofd. Dat moet absoluut eens tegen het licht worden gehou-
den."
Belangrijk daarbij is dat processen 'Lean' moeten worden. "Het
is een modewoord maar er zit wel veel bruikbaars in. Hier valt
ook onder dat je eerlijk tegen elkaar bent en dat je elkaar kunt
aanspreken op fouten en tekortkomingen. Tegenwoordig
houden we vaak van dit soort Lean-sessies, waar we focussen
op de samenwerking en procesverbetering. Dat hebben we
bijvoorbeeld gedaan bij het Erasmus MC waar de productie-
loods een belangrijke schakel was. Het hele proces moest
daarop aansluiten. Of het nou gaat om de aannemer, de
constructeur, installateur of de prefab leverancier. Iedereen is
erbij betrokken. Hiermee kun je ervoor zorgen dat iedereen
zijn spullen op tijd aanlevert. Daar voorkom je een hoop irrita-
tie mee. Deze filosofie moet gemeengoed worden in het hele
bouwproces."
Ook met BIM is er nog een hoop te winnen. Hoewel dat nog
altijd niet vlekkeloos verloopt. "Zo vind ik het belangrijk dat
als er wordt geBIMd, dat iedereen eraan meedoet en iedereen
ook al zijn gegevens afstaat. Zo hebben we onlangs meege-
maakt dat een partij zijn model als intellectueel eigendom
beschouwde en niet wilde afgeven. We hebben daardoor alles
opnieuw moeten doen. Het is ook belangrijk dat inzichtelijk
7
52_58 11_Interview.indd 57 31-10-2011 14:17:23
Willem van Dijk 7 2 011 58
interview
"Zeur niet over een laag honorarium,
maar los het probleem op"
8 OVT Breda waar men met Lean sessies tot een optimale samenwerking
komt tussen architect, constructeur, installatieadviseur en bouwcombinatie
Bestuur van Universteiten niet als wetenschap gezien. De
budgetten staan daardoor enorm onder druk. En het kost de
grootst mogelijke moeite om een aantal vacante leerstoelen
ingevuld te krijgen. Ik zeg wel eens dat we daar als bedrijf ook
een bijdrage aan kunnen en moeten leveren. Want wat als deze
gaten niet worden opgevuld? Dan houdt het straks op met de
instroom vanuit het academische onderwijs. Waar halen we
dan nog het academische denkniveau vandaan?"
Tot slot
Van Dijk heeft tot nu toe een gevarieerde carrière, zonder dat
hij daarbij een duidelijke planning heeft gehad. "Veel kwam
gewoon op mijn pad. En het kan nog veel kanten op. Ik ben
pas 48 dus terugkijken is nog veel te vroeg." Van Dijk heeft
nergens echt spijt van in zijn loopbaan. "Soms heb ik wel eens
getwijfeld of ik niet een academische studie had moeten
volgen. Van de andere kant had ik dan een stuk minder erva-
ring gehad. Als academicus begin je in het bedrijfsleven ook
gewoon op 0."
Zijn hart blijft liggen bij het operationele bouwproces, daar is
hij wel achter. "Ik wil graag deel blijven uitmaken van het
bouwbedrijf zelf en zou het jammer vinden als wij als een
soort adviseur op enige afstand moeten gaan opereren. De
dynamiek van het bouwbedrijf staat mij enorm aan met de
grote projecten en de veranderende contractvormen. Dat is
waar ik dagelijks mijn motivatie uit haal." ?
Jacques Linssen
beeld. We bezetten daarop nu inmiddels de hoogste trede. Dit
onder meer dankzij maatregelen in onze eigen gebouwen en
het wagenpark. Dat rijdt nu voor het merendeel op aardgas.
Ook bij de inkoop bij projecten is deze afweging belangrijk.
Neem bijvoorbeeld transportafstanden. Is het nog wel verant-
woord om producten van heel ver te halen omdat ze iets goed-
koper zijn? Is prefab wel altijd zo'n duurzame oplossing?"
Onderwijs
Naast het bouwen wordt Van Dijk ook gedreven door idea-
lisme. Dat is een van de redenen dat hij tijd steekt in het
onderwijs. Hij heeft twee gastdocentschappen. Een op de TU
Eindhoven waar hij studenten bij de vakgroep Uitvoerings-
techniek op een praktische manier leert over materiaal en
materieel. Hij doet dat samen met BAM-collega Jaap Ceder -
hout. Daarnaast is hij docent bij de Hogeschool Arnhem
Nijmegen (HAN) op de academie voor Bouw en Infra, waar hij
doceert binnen de duale opleidingen. Hij treedt ook af en toe
op als assessor voor het EVC-centrum (Erkennen van Verwor -
ven Competenties) op de Hogeschool van Amsterdam.
Hij maakt zich zorgen om recente ontwikkelingen in het
academisch onderwijs. "Bouwen wordt door de Colleges van
8
52_58 11_Interview.indd 58 31-10-2011 14:17:25
Reacties