? ? ? bevestigingendr.ir.D.A.Hordljk, TNO Bouw, rapporteur CUR VC20subcommissie 1ing.R.Sage/, dS+V hoofdafdeling Bouw- en Woningtoezicht Rotterdam, voorzitter CURVC20 subcommissie 1Op 27 januari is in het Conferentiecentrum de Reehorst in Ede een studiemiddag 'Korteankers in beton' gehouden. De studiemiddag was georganiseerd door de Betonvereni-ging, het Staalbouwkundig Genootschap en de CUR en stond in het teken van de nieuweconceptversie voor CUR-Aanbeveling 25 (1998-versie). In deze door subcommissie1 vanCUR-voorschriftencommissie20 'Ankers in beton',in samenwerking met het Staalbouw-kundig Genootschap, opgestelde aanbeveling wordt een berekeningsmethode gegevenvoorverbindingen metkorte ankers in beton. Daarnaastwordtingegaan op eenaantal uit-voeringszaken. Naast achterafaangebrachte ankers worden, in tegenstelling tot de1991-versie, ook ingestorte ankers behandeld. Aangesloten wordt op recente internatio-nale ontwikkelingen in CEB- en EOTA-verband.Metdeals een soort groene versie uitgebrachte CUR-Aanbevelingwordt beoogd om in dekomende maanden praktijkervaring op te doen. Nahetverzamelen en verwerken van kri-tieken op de conceptversie,zal eind 1998 de definitieve versie worden gepubliceerd. Indit artikel wordt op enkele aspecten en achtergronden van de aanbeveling ingegaan.REACTIES GEVRAAGD OP NIEUW CONCEPT VOOR CUR-AANBEVELING 25de grote ankerproducenten, is allereerst dekennis verzameld in een State-of-the-Artrapport [5]. Vervolgens is een berekenings-methode opgesteld [6]. Daarnaast is in EO-TA-verband gewerkt aan een goedkeurings-richtlijn [7] voor achteraf aangebrachte an~kers, die binnenkort als eerste EuropeseGoedkeuringsrichtlijn (ETAG) van kracht zalworden.De genoemde internationale ontwikkelin-gen waren aanleiding om CUR-Aanbeveling25 te herzien. Daarvoor is subcommissie 1?nkersin beton' van CUR Voorschriftencom-missie VC 20 nieuw leven ingeblazen. In eengeheel nieuwe samenstelling heeft die com-missie in een eerste fase gekeken hoe denieuwe rekenmethode, die is gebaseerd opde in CEB-verband ontwikkelde methode(en daarom kortweg ook CEB-methodewordtgenoemd ), hetbeste in Nederland zoukunnen worden ge?ntroduceerd [8].Besloten werd om de CEB-methode nage-noeg integraal van toepassing te verklaren,waarna de vraag rees op welke manier diedan voor de gebruikerstoegankelijk zou kun-nen worden gemaakt. De mogelijkheid vaneen soort 'NAD-document' is overwogen.Uiteindelijk is ervoor gekozen om in de her-ziene CUR-Aanbeveling 25 (1998) [9] tochde belangrijkste aspecten op te nemen. Ditheeft geleid tot een redelijk omvangrijk do-cument, dat qua opzet enigszins afwijkt vande opzetin hetbetreffende CEB-Bulletin [6].Sinds het in 1991 verschijnen van CUR-Aan-beveling 25 [1] voor momentgecontroleer-de spreidankers en lijmankers, die voor eenbelangrijk deel was gebaseerd op STUVO-rapport85 [2] enhetwerkvan SBR-commis-sie B7 [3,4], hebben de ontwikkelingen metbetrekking tot korte ankers in beton (foto 1)zeker niet stilgestaan. Op basis van vele on-derzoekingen, veelal uitgevoerd aan de Uni-versiteit van Stuttgart, is de kennis van hetgedrag van korte ankers in beton sterk toe-genomen. Verschillende aspecten, zoals hetgedragvan ankergroepen, de invloed van deaanwezigheid van een randvan het betone-lement, of een scheurterplaatse van het an~ker op de sterkte van het anker, zijn uitvoerigbestudeerd.Door een werkgroep van het CEB, waarinwordt geparticipeerd door zowel onderzoe-kers als vertegenwoordigers van verschillen-CD Foto's van twee typen korte ankers:a. in te storten ankerboutb. momentgecontroleerd spreidankerKORTE ANKERS INBETON20 CEMENT1998j2ankerrailbuishulsCUR-Aanbeveling 25 (1998) is van toepas-sing voor korte ankers in constructieve ver-binding aan beton, waarbij de ankers over-wegend statisch worden belast. Voor de bo-vengrens ten aanzien van de ankerlengteis,arbitrair, twintigmaal de bout" c.q. staafdia"meter aangehouden.De ankertypen waarvoor de berekenings-methode in CUR-Aanbeveling 25 (1998)van toepassing is, zijn schematisch weerge-geven in figuur 2. Voor de ingestorte ankersgeldt dat hetverbrede gedeelte aan het uit-einde van de verankering, dat bepalend isvoor de grootte van de betonkegel die wordtuitgebroken, aan een aantal geometrischevoorwaarden moet voldoen. Bij ankergroe"pen worden de belastingen via een buigstij-ve voetplaat over de verschillende ankersverdeeld.ToepassingsgebiedAnkers in beton is een ruim begrip. Veelalwordt er onderscheid gemaakt tussen korteen lange ankers. In principe wordt er dan ei-genlijk onderscheid gemaakt tussen ener-zijds de 'bevestigingstechniek' en ander-zijds de 'gewapend-betontechniek'.Bij de laatste wordt voor de verankering uit-gegaan van de verankeringslengte zoals dievoorwapeningsstaven in constructief betonwordt toegepast. Afhankelijk van de toepas-sing leidt dit principe, dat ook de basis isvoor de verankering met ingestorte ankersvolgens art. 9.16 van de VBC 1995 [10],veelal tot een verankeringslengte inde ordevan grootte van dertigmaal de staafdiame-ter. In ieder geval is deze lengte veel groterdan de lengte van de ankers waarvoor de be-vestigingstechniek geldt. Daarbij is deveran"keringslengte veelal in de orde van groottevan tienmaal de boutdiameteren is de weer-stand van het beton tegen het uitbreken vaneen betonkegel hetbasismechanisme voorde verankering.ingestorteankersEvenals voor het CEB-Bulletin geldt voor deETAG dat op dit ogenblik delen voor enkeleankertypen gereed zijn, terwijl aan delenvoorandere ankertypen doorde betreffendeEOTA-werkgroep, waarin vanuit Nederlanddoorde Stichting Bouwkwaliteit (SBK) wordtgeparticipeerd, nogwordtgewerkt. De delenvoor momentgecontroleerde ankers en ach-terinsnijdende ankers zijn gereed en zullenbinnenkortofficieel verschijnen. Aan bijvoor-beeld het deel voorlijmankers wordt nog ge-werkt.Binnen niet al te lange tijd zullen dus ankersmet de Europese goedkeuring ETA en dedaaraan gekoppelde CE-markering, op demarkt komen. De eigenschappen, zoals diedaarin worden vermeld, moeten dan in allelidstaten van de Europese Unie worden ge"accepteerd. De ETAG sluit direct aan op deberekeningsmethode volgens het CEB endus ook volgens CUR-Aanbeveling 25(1998). De voor de berekening benodigdegegevens kunnen dus aan een ETA wordenontleend.Om de CUR-Aanbeveling toe te kunnen pas-sen zolang er nog geen ETA's beschikbaarzijn, zal voor het betreffende ankertypemini-maal de karakteristieke sterkte voor de ver-schillende bezwijkmechanismen bekendmoeten zijn. Voor de aan te houden waardenvoor de hart-op-hartafstanden en rand-afstanden, kunnen de waarden worden aan-gehouden die in de CUR-Aanbeveling alseerste benadering worden aangegeven.Opmerking:ln de ETAG voor ankers is ook devoor het ankermetCE-markering aan te hou-den berekeningsmethode aangegeven. Zo-dra de ETAG voor eenankertype door de Eu"ropese Commissie is afgekondigd en isgermplementeerdin de Nederlandse regel-geving (Bouwbesluit), moetde berekenings-methode worden gebruikt. Voor twee anker-typen, waarvoor de ETAG binnen afzienbaretijd van kracht wordt, geldt dat CUR-Aanbe"veling 25 (1998) daarmee in lijn is.achterafaangebrachteankersankerboutInternationale documentenDe CEB-berekeningsmethode is opgeno-men in CEB-Bulletin 233 [6]. De opzet daar-bij is dat na algemene bepalingen in eendeel I, in navolgende delen voor de verschil-lende ankertypen achtereenvolgens wordtingegaan op de karakteristieke sterkte vaneen verbinding met dat type anker. Op ditogenblik zijn deel 11 voor spreidankers (ach-teraf aan te brengen) en deel 111 vooringe"storte ankerbouten beschikbaar [6]. Aan dedelen voor andere ankertypen, zoals lijman-kers en ankerrails, wordt nog gewerkt.De berekeningsmethode volgens CEB, endus ook volgens CUR Aanbeveling 25(1998), heeft betrekking op de manierwaarop de krachtsoverdracht van het te ver-binden element (bijv. een stalen kolom meteen voetplaat) via de ankersnaar het beton,moet worden berekend. De eigenschappenvan het anker zelf zijn daarbij input. Met an-dere woorden, devoor hetbetreffende ankeraan te houden waarden voor bijvoorbeeld dekarakteristieke sterkte behorend bij de teonderscheiden bezwijkmechanismen en deminimale hart-op-hartafstanden, moetenzijn vastgesteld.De manier waarop die eigenschappen voorankers moeten worden bepaald, is onder-werp van de ETAG [7]. Zonder in detail in tegaan op wat allemaal nog meer in de ETAGaan de orde komt, kan worden gemeld dat debeoordelingvan de geschiktheid van een an-ker voor toepassing in beton een belangrijkonderdeel ervan is. Met geschiktheidsproe-ven ('suitability tests') wordt nagegaan ofhet te beoordelen anker gevoelig is voor be-paalde ongunstige situaties tijdens plaat-sing en gedurende hetgebruik. Aspecten alsboorgatdiameter, wijze van schoonmakenvan het boorgat en het plaatsen tegen eenwapeningsstaaf, spelen hierbij een rol.Opgemerkt moet wel worden dat het hiergaatom de gevoeligheid voor kleine afwijkin-gen. Grove fouten, zoals het toepassen vaneen boor met een verkeerde diameter, hetniet schoonmaken van het boorgat daarwaar het volgens de ankerleverancierwel isvereist (zeer belangrijk bij eenlijmanker) ofhet toepassen van verkeerd plaatsingsge-reedschap, kunnen met de beoordelings-procedure niet worden afgedekt. Die foutenzullen moeten worden voorkomen door eengoede training van de mensen die de ankersplaatsen en door controle tijdens en na deuitvoering.? Ankertypen waarvoor CUR-Aanbeveling25 (1998) van toepassing ismomentgecontroleerd momentgecontroleerdspreidanker achterinsnijdendankerlijmankerCEMENT1998j2 21?tI?t? bevestigingentstaalbreuk uittrekken ankertbetonkegelbreuk staalbreuk, afschuifkracht staalbreuk, afschuifkrachtzonder hetboom met hetboomsplijten zijdelings uitbreken aanhechtingsbreuk betonachteruitbreken randbreuk? Schematische weergave van bezwijkmechanismen die bij een trekbefastingop kunnen treden@ Schematische weergave van bezwijkmechanis-men die bij een afschuifbefasting op kunnen tredenZoals voorgaand is aangegeven, zijnde CEB-delen voor ankerraUs enlijmankers nog nietbeschikbaar. De commissie heeft het ver-antwoord geacht om, op basis van CEB"con"ceptdocumenten voor die delen, in de aan-beveling de ankertypen lijmankers en inge-storte ankerrails toch mee te nemen. Voorde ankerrails geldt dat er op veel puntengeen verschil is met de ingestorte ankers.Basisprincipe van de rekenmethodeDe berekeningsmethode voor ankerverbin-dingen is gebaseerd op de veiligheidsfiloso-fie van de parti?le veiligheidsfactoren, zoalsdie aan de normbladen NEN 6700 ?lgeme-ne basiseisen' en NEN 6702 'Belastingenen vervormingen' ten grondslag ligt. Dat wilzeggen datmoetworden aangetoond datderekenwaarde van de belasting niet groter isdan de rekenwaarde van de sterkte. Ditmoet worden aangetoond voor zowel eentrekbelasting, een afschuifbelasting als eengecombineerde trek-jafschuifbelasting,alsmede voor de verschillende bezwijkme-chanismen die worden onderscheiden.Bij ankergroepen zal voor de belastingen opde verbinding (normaal- en afschuifkrach-ten, buigende en wringende momenten)eerst moeten worden bepaald tot welke be-lastingen (trek- en afschuifkrachten) op deafzonderlijke ankers van de verbinding datleidt. Bij afschuifkrachten op ankergroepenmoet rekening worden gehouden met hetfeit dat bij een ten opzichte van de ankerdia-meter relatiefgrootdoorvoergat in hette ver-binden elementde afschuifkracht nietgelijk-matig verdeeld zal zijn over de ankers. Voorbijvoorbeeld eenankergroep bij een randkan dit betekenen dat alleen de ankers hetdichtst bij de rand, bepalend zijn voor de ca-paciteit.22In de figuren 3 en 4 worden de verschillendebezwijkmechanismen, die worden onder-scheiden voor respectievelijk een trek- en af-schuifbelasting, schematisch weergegeven.Afhankelijk van het betreffende ankertypezijn bepaalde, in figuur 3 voor trekbelastingaangegeven bezwijkmechanismen niet vantoepassing. Zo zal 'zijdelings uitbreken' al-leen bij ingestorte ankers maatgevend kun-nen zijn, waardoor dit mechanisme voor deandere ankertypen nietgeverifieerd behoeftte worden. Bij de te beschouwen bezwijkme-chanismen kan onderscheid worden ge-maakt tussen enerzijds mechanismenwaarbij de capaciteit van het anker kan wor-den be?nvloed doorandere ankers ofrandenvan het betonelement (bijv. betonkegel-breuk en randbreuk), en anderzijds mecha-nismen waarbij dat niet het geval is (bijv.staalbreuk en anker uittrekken). Voor delaatsten geldt dat voor het zwaarst belasteanker van een ankergroep moet worden ge-verifieerd of de rekenwaarde van de belas-ting nietgroter is dan de rekenwaarde voorde sterkte. Hoe voor de andere mechanis-men de verificatie wordt uitgevoerd, wordtnavolgend toegelicht aan de hand van hetmechanisme betonkegelbreuk.BetonkegelbreukBetonkegelbreuk is hetmechanismewaarbijonder een trekbelasting een stuk beton indevorm van een kegel uit hetbeton wordtge-trokken (foto 5). De sterkte die bij ditmecha-nisme hoort, is goed bekend voor een ankerdat ver verwijderd van andere ankers ofran-den van het betonelementis geplaatst. Desterkte wordt alleen bepaald door de dieptewaarop de verankering aangrijpt, aangeduidmet effectieve diepte hef' en de betoneigen-schappen.Op basis van de niet-lineaire breukmechani-ca voor beton wordt aangenomen dat de be"zwijkbelasting bij betonkegelbreuk afhanke-lijk is van de betoneigenschappen: de elasti-citeitsmodulus en de breukenergie [5]. Ompraktische redenen wordt in een empirischerelatie voor het bepalen van de sterkte ech-ter gebruik gemaakt van de betondruksterk-te.Zoals in figuur 6 te zien is, is op basis vanex-perimentele resultaten een empirische rela-tie gekozen, waarbij de treksterkte van hetanker afhankelijk is van de effectieve dieptetot de macht 1,5 en de wortel uit de druk-sterkte. De karakteristieke sterkte van inge-storte ankerbouten onder trekbelasting,waarmee volgens de aanbeveling moet wor-den gerekend als uitgegaan wordt van ge-scheurd beton, is bijvoorbeeld:Hetverband tussen de factor 8,3 in deze for-mule voor de karakteristieke sterkte, en defactor 15,5 in de relatie in figuur6voorde ge-middelde sterkte, wordt enerzijds bepaalddoor de bij de proeven behorende variatie"co?ffici?nt van 14%. Anderzijds is de relatiein figuur 6 afgeleid voor proeven in onge-scheurd beton. Voor gescheurd beton wordteen reductie meteen factor 1,4toegepast.? Betonkegef uit het beton getrokkenCEMENT1998j2(b)(a)A~,N = sc'.N . sc'.N? Voorbeelden van de berekening van Ae.Nbij ankergroepen enranden van het betonelement [6J(J) Ge?dealiseerde betonkegel en het betonoppervlak A'e,N [6J600" ~ t>0'",.-.t N200 400he( mmB400 1----~-~__i_'~-_I_~~+_~---___1fee = 25MPaNu'= Nu(25/fedo.5800 1----~~~__i_'--~-~+_-_I_--___11000 I-------+------+---~f___I1200 .---'-~~-~--'--r-~-~----,------~z~~ 600 f-------+---------,)'j--c-~---_I? Experimentele resultaten voorde gemiddelde treksterkte, in hetgeval van betonkegelbreuk, van ingestorte ankerbouten als functievan de effectieve diepte hef (ankers geplaatst in ongescheurd betonen resultaten genormaliseerd op een betondruksterkte van 25 MPa)[SJ.Als de onderlinge afstand van ankers relatiefgering is, zoals veelal bij ankergroepen, ofals een anker bij een rand van het betonele-ment is geplaatst, dan wordt de capaciteitvan het anker gereduceerd. In CUR-Aanbe-veling 25 (1991) is dat in rekening gebrachtdoor de capaciteit van het beschouwdean-ker, afhankelijk van de hart- en randafstan-den te reduceren doorhettoepassen van re-ductiefactoren. In tegenstelling tot die aan-pak, waarbij een afzonderlijk ankerwordt be"schouwd, wordt in CUR-Aanbeveling 25(1998) de ankergroep als geheel be-schouwd. Dat gebeurt als volgt:-Yoor een afzonderlijk anker dat niet wordtbernvloed door andere ankers en/of doorbetonranden, wordt een gerdealiseerd bo-venoppervlak, A'e,N' gedefinieerd (fig. 7).Omdat het eenvoudiger is om met opper-vlakken van vierkanten en rechthoeken terekenen dan met oppervlakken van cirkels,is de betonkegel daarbij als pyramide ge-schematiseerd.De afstand van het anker tot een rand vanhetbovenvlak van de pyramide is gelijk aan0,5scr,N' Met andere woorden scr,N is de mini-male hart-op-hartafstand van ankers, waar-bij er geen onderlinge beTnvloeding plaats-vindt.-Yoor ankergroepen en ankers bij een randmet hart-op-hartafstanden < ser,N en/ofeen afstand tot de rand < 0,5Cc"N (cer,Nis deminimale afstand tot een rand, waarbij dezegeen invloed heeft), wordt een bijbehorendoppervlakAc,N bepaald op de manier zoals infiguur 8 is aangegeven.-De karakteristieke sterkte van de anker-groep of een anker bij een rand, NRk,C' is gelijkaan Ac,N/A'C,N maal de karakteristieke sterktevan een afzonderlijk anker, N?Rk,e' maalenkele vermenigvuldigingsfactoren. Voormeer informatie over deze vermenigvul-dingsfactoren wordt verwezen naar de CUR-Aanbeveling.De waarde die voor een bepaald ankertypevoor onder meer hef' scr,N moet worden aan-gehouden, moet worden ontleend aan eenEuropese Goedkeuring (ETA) ofeen Confor-miteitsdocument dat in overeenstemmingismet NEN 6700. Als eerste benadering magworden aangehouden:Yoor meer gedetailleerde informatie wordtverwezen naarCUR Aanbeveling 25 (1998).Opgemerkt kan nog worden dat het bezwijk-mechanisme randbreuk op een zelfde wijzewordt behandeld als betonkegelbreuk.Daarbij wordt dan gewerkt metde oppervlak-ken op de rand van het betonelement(fig. 9). ~? Ge?dealiseerde betonkegel bij rand-breuk en het betonoppervlak A'e,v [6JCEMENT1998/2 23? ? ? bevestigingen@ Foto van momentsleutelsOp ??n aspect met betrekking tot de reken-methode zal hier nog worden ingegaan. Datbetreftde relatie tussen gemiddelde sterkteen aan te houden rekenwaarde voor desterkte. Als een anker op trek wordt belasten de ankerstang vloeit, dan hoeft dat nogniet te betekenen dat staalbezwijken hetmaatgevende mechanisme is. Bedachtdient te worden dat bij staalbezwijken eengeringe spreiding hoort en dat vanwege hetfeit daterweinig onzekerheden zijn, met eenkleine waarde voor de materiaalfactor wordtgerekend (1,0 voor een draadeind als van devloeispanning wordt uitgegaan).Voor betonbezwijken bij een anker op trekbelastligt dat duidelijk anders. De spreidingzal relatief groot zijn en gerekend moetwor-den met een materiaalfactor ~ 1,8 [9].Zo kan rekentechnisch betonkegelbreukmaatgevend zijn (lagere rekenwaarde voorde sterkte) ondanks hetfeit dat in een expe-riment vloeien van het staal van de anker-staaf optreedt.UitvoeringDe subcommissie is van mening dat met deberekeningsmethode, zoals die in de CUR-Aanbeveling wordt gegeven, weliswaar eenbijdrage kan worden geleverd aan het op eenveilige manier toepassen van verbindingenmet korte ankers in beton, maar dat de wer-kelijke veiligheid staat of valt bij het op eenjuiste manier aanbrengen van de ankers. Deleden van de subcommissie zijn van meningdat bij ankers het aspect uitvoering op debouwplaats op dit momentvaak nietde aan-dacht krijgt, die het behoort te krijgen, waar-doorankers somsnietop dejuiste wijze wor-den geplaatst. Om die reden wordt in deCUR-Aanbeveling in deel U aandacht be-steed aan uitvoeringstechnische zaken. Ooktijdens de studiemiddag is aandacht aan ditpunt besteed.Het is moeilijk om vooral bij achteraf aange-brachte ankers, algemenerichtlijnen voor deuitvoering te geven. De uit te voeren hande-lingen zijn veelal afhankelijk van het betref-fende ankertype. De belangrijkste aanwij-zing is dat te allen tijde de plaatsing dient tegeschieden volgens de instructies zoals diedoor de ankerleverancier zijn meegeleverd.Belangrijke aspecten zijn bijvoorbeeld hetgoed schoonmaken van het boorgat en hetmet hetjuiste aandraaimoment aandraaienvan het anker.24Dat laatste wordt bereikt doorgebruikte ma"ken van een momentsleutel (foto 10). Eendergelijke momentsleutel komt men echterveelal op de bouw niet tegen, met als gevolgdat veel ankers, en met name de kleinerediameters, veel te hard worden aange-draaid.De commissie is van mening dat ??n van debelangrijkste activiteiten die met betrekkingtot achteraf aangebrachte ankers in betonopgepakt dienen te worden, het verbeterenvan dekwaliteitszorgbij de uitvoering is. E?nvan de mogelijkheden waaraan bijvoorbeeldzou kunnen worden gedacht, is een ontwik-keling in de richting van gecertificeerde be-drijven voor hetplaatsen van korte ankers inbeton.Ten slotteHet met de hand doorrekenen van een an-kerverbinding volgens de berekeningsme-thode, die in de aanbeveling wordt gegeven,zalalsnel een te grote hoeveelheid werk blij-ken te zijn. Gegeven de computerfaciliteitendie heden ten dage ter beschikking staan,wordt dit niet als een probleem gezien. Eenmogelijke vervolgactiviteit, waarover ge-dacht wordt,is dan ook om de berekenings-methode op een eenvoudige manier in eenspreadsheet, rekenprogramma of anderedi-gitale vorm vast te leggen. Daarmee ont-staat dan de mogelijkheid om een bepaaldeverbinding onafhankelijk van de eventueeldoor de leverancier aangeleverde software,doorte rekenen. De wenselijkheid en moge-lijkheid hiervoor zullen nog nader bekekendienen te worden.Het is de bedoeling om in een tweetal publi-caties in komende nummers van Cementrespectievelijk de rekenmethode toe te lich-ten aan de hand van enkele rekenvoorbeel-den en nader in te gaan op uitvoeringsas-pecten bij de toepassing van korte ankers inbeton.De concept CUR Aanbeveling 25 (1998-ver-sie) kan worden verkregen bij de CUR en hetStaalbouwkundig Genootschap. Tot 1 mei1998 zal er gelegenheid zijn om commen"taar daarop aan te leveren bij de CUR te Gou-da.literatuur1. CUR-Aanbeveling 25: Momentgecontro-leerde spreidankers en korte lijmankers inverharde betonconstructies. CUR, Gouda,1991.2. STUVO-rapport 85: Constructieve bevesti-gingen aan een verharde betonconstructie.3. SBH-rapport 153: Spreidankers. Inventa-risatie, betrouwbaarheidsanalyse, aanbe-velingen.4. SBR-rapport 186: Lijmankers. Inventari-satie, betrouwbaarheidsanalyse, aanbeve-lingen.5. Fastenings to concrete and masonrystructures; State ofthe artreport. CEB-bulle~tin no. 216, Thomas Telford, juli 1994.6. Design of Fastenings in concrete. CEBGuide - Part 1 to 3. CEB-bulletin no. 233,Thomas Telford, januari 1997.7. Guideline for European Technical Approvalof Anchors (metal anchors) for use in con-crete. Part 1, 2 and 3and Annex A, Band C(Final Draft). EOTA, Brussel, februari 1997.8. Hordijk, D.A., Introductie in Nederland vande CEB-berekeningsmethode voor kortemetalen ankers in beton. TNO Bouw rapport97-CON-R0741/02, juni 1997.9. Concept CUR-Aanbeveling 25 (1998-ver-sie): Korte ankers in beton; Berekening enuitvoering. CUR, Gouda, 1998.10. NEN 6720, Technische grondslagen voorbouwconstructies TGB 1990 - VoorschriftenBeton. Constructieve eisen en rekenmetho-den (VBC 1995). NNI, september 1995.?CEMENT1998j2
Reacties