foto 1. model foto 2. betonnen beeldNederlandse beelden in gewapend betonReeds werd een beschrijving in dit blad opgenomen van het be -tonnen beeld in het Olympisch Stadion van de beeldhouwer F.Carasso*).Inmiddels zijn ook andere kunstenaars aangetrokken gewordenhun scheppingen in beton uit te laten voeren.Een zeer geslaagd beeld is dat van de Antwerpse beeldhouwerA. Poels. Dit beeld werd uitgevoerd door de Hollandsche BetonMij en bij monde van de directeur ir A. Peiserten geschenke aan-geboden, mede namens de Aannemersfirma Boele & Van Eesteren,aan ir P. F. S. Otten, president van de Raad van Bestuur van deN.V. Philips Gloeilampenfabrieken bij het 60 -jarig bestaan.Het beeld stelt voor: de arbeid in gezonde wisselwerking metkunst (muziek en toneel) en sport. Het is opgesteld bij hetentreevan het sportpark. Deze gedachte is verenigd in een krachtige1,30 m hoge mannenfiguur, een rustende arbeider in sportcos -tuum die een vrouw met masker en lier (de kunst) in beschermingneemt.Foto 1 geeft het model en foto 2 het beeld in beton, bewerkt metde punthamer. Het valt direct op, dat alle details van het modelin het beton zijn te verwezenlijken, zodat beton bij juiste vorm-geving, naar de eisen van het storten en afwerken, zeer geschiktis voor toepassing in architectonisch verband. Beton bezit eeneigen karakter en steekt daarbij gunstig af bij namaakmaterialen.Een monument werd opgericht ter nagedachtenis van Mr PieterJelles Troelstra. Dit beeld van Prof. V. P. S. Esser, foto 3, staatbij het Westbroekpark in Den Haag. Het werd uitgevoerd doorde Hollandsche Beton Mij. De maximum hoogte van het beton be-draagt 15 m. Buiten de fundatie werd 70 m3gestort. De beelden-groep bovenop stelt voor. hoe de arbeidersklasse, gehoor gevendaan de oproep tot solidariteit, oprijst tot wilskracht en moed.Het beton werd met de luchtdrukhamer gebouchardeerd ondersupervisie van de beeldhouwer Gerard van Remmen.' . G. J. H.foto 3. Troelstra-monument van Prof. V. P. S. Esserbij het Westbroekcark Den HaagCement 6 (1954) Nr 23-24 419*) Zie Cement Nr 13-14, 1950, blz. 270-271.
Reacties