Nieuwe bouwsystemen voor woningenwijkgebouw,waarboven zgn.maisonnettes,te SchiedamU.D,C. 69.002.22II. Het systeem 'Muwi'In Cement 10 (1958) Nr. 21-22 heeft prof. dr. ir J. P. Mazure een artikel gepubliceerd over nieuwe bouw-systemen voor woningen, waarin onder meer is nagegaan aan welke eisen nieuwe bouwsystemen dienente voldoen. Tevens werd gesteld, dat bij de 'beton-gebruikende' systemen drie hoofdgroepen kunnenworden onderscheiden, namelijk gietbouw, stapelbouw en montagebouw.In Cement 10 (1958) Nr. 23-24 hebben architect F. Klein B.N.A. en irs. A. van der Ploeg en 't Harteen architectonische visie op resp. een technische beschrijving van het grote-elementen-bouwsysteem'Rottinghuis' gegeven.In de navolgende artikelen geeft architect E. F. Groosman B.N.A. een overzicht van de ontwikkeling ende architectonische mogelijkheden van het stapelbouwsysteem 'Muwi' alsmede een technische beschrijvingvan dit systeem. Behalve de school te Schiedam zijn de hierbij gepubliceerde gebouwen ontworpen doorde schrijver van dit artikel.A. Ontwikkeling van het bouwsysteem 'Muwi'door E. F. Groosman, arch. B.N.A.InleidingIn de scala van bouwsystemen, die in Nederland thans toepassingvinden om de woningnood te lenigen, neemt het Muwi-systeem??n van de belangrijkste plaatsen in.Het zou binnen het kader van dit beknopte artikel te ver voerenom de gehele ontwikkelingsgeschiedenis van dit bouwsysteem,waarbij schrijver dezes ten nauwste betrokken is, in details uiteente zetten.De hoofdprincipes van de constructie van muren, zowel als vanvloeren, zijn erop gebaseerd, dat elk samenstellend onderdeeldoor ??n of twee man kan worden gehanteerd. In zekere zinschuilt in deze idee een grote kracht; ondanks de grote vooruit-gang van de transporttechniek in de bouwnijverheid, is aan ditprincipe steeds met grote zorgvuldigheid de hand gehouden.Voor de constructieprincipes moge worden verwezen naar deeveneens in dit tijdschrift opgenomen beschrijving, ge?llustreerdmet de belangrijkste principedetails, deels gedestilleerd uit detekst van de bij het systeem behorende, door Ratiobouw opge-stelde 'Bouwkeur'.De ontwikkeling van het Muwi-systeem is een proces geweestvan steeds opnieuw proberen van en zoeken naar de beste tech-nische oplossingen, die optimale constructieve, thermische enakoestische eigenschappen zouden waarborgen.Van niet geringe invloed, vooral op het tempo van de ontwikke-ling, was de voortdurend wisselende instelling van de rijksover-heid ten aanzien van de bouwsystemen.666Na een sterke daling van het aantal toepassingen van systeem-bouw in de jaren 1954 en 1955, heeft gelukkig na 1956 een sterkestijging plaatsgevonden, die nog steeds voortduurt.Van niet minder invloed op de ontwikkeling was ook de instellingvan de opdrachtgevers en de 'smaak' van het publiek. Ik komhierop nader terug.Wat zijn nu de principes, die bij het ontwerpen van woningen inhet systeem Muwi moeten worden gehanteerd ? Men kan zeggen,dat deze vrijwel niet verschillen van die in de traditonelebouw, met dien verstande dat de maten tussen de bouwmureneen veelvoud van 10 cm moeten bedragen.De blokdiepte wordt bepaald door een veelvoud van de lengtevan de bouwmuursteen enerzijds (50 cm of 25 cm) en een veel-voud van de hart-op-hart-maat van de voorgespannen vloer-balkjes anderzijds. Deze h.o.h.-maat is echter een functie van deoverspanning. Bij grotere overspanningen liggen de balkjes dich-ter bij elkaar dan bij de kleine overspanningen. Daar een woning-plattegrond veelal uit verschillende overspanningen is samenge-steld, zal steeds pas na veel studie voor een bepaalde plattegrondde meest economische hoofdopzet van de constructie wordengevonden. De verschilmaten bij voor- en achtergevel wordensteeds opgevangen in de in het werk te storten gedeelten (bal-kons en randbalken).In principe kan elke gezond opgebouwde plattegrond in Muwiworden 'vertaald'.Cement 12 (1960) Nr. 8winkels, waarboven etagewoningen, te Schiedam foto: MulticolorVan de in totaal na 1945 gebouwde 600000 woningen produceerdeMuijs & de Winter's Bouw- en Aannemingsbedrijf N.V., deels insamenwerking met verschillende andere aannemingsbedrijven,16 000 woningen oftewel 2,7%.De architectonische consequenties en mogelijkhedenEen teer onderwerp; de architect -en zeker hij die werkt meteen bouwsysteem- moet'beslist niet alleen worden gezien als deestheet, die een gebouw een 'fraai' aanzien geeft. Zeker in dewoningbouw zal hij zich bij voortduring in het wezenlijke van deopgaaf moeten verdiepen. Hij is verantwoordelijk voor de gaveplattegrond met optimale gebruikswaarde en goede ruimtelijkeverhoudingen. Op grotere schaal werkend zal hij zich mede in destedebouwkundige consequenties en opzet moeten verdiepen.Samenwerkend met de promotor van het systeem wordt van dearchitect en zijn staf inzicht verlangd in de mogelijkheden van hetbouwbedrijf. Hij moet bereid zijn tot samenwerking in een groterverband. Van willekeur is geen sprake meer. Het hoe en waaromvan elk detail, ook het kleinste, zal hij moeten verantwoorden.Kortom, ook hij zal veel gedisciplineerder dan algemeen gebrui-kelijk te werk moeten gaan.Het is niet waar, dat het werken met een bouwsysteem beknot-ting van zijn werk als scheppend kunstenaar betekent. De biblio-theek van voorschriften en de ambtelijke interpretaties, waaraande woningbouw in ons land moet voldoen, leggen hem m??r aanbanden dan het bouwsysteem ooit kan doen.De hierbij gepubliceerde foto's van enkele uitgevoerde werkenzijn slechts bedoeld als illustratie van de verschillende architec-tonische mogelijkheden voor scholenbouw en bij etagebouw inportiek- en galerijbouw en maisonnettes.Essentieel voor woongebouwen in meerdere lagen zijn de hori-zontale banden, die zoals gezegd de onderlinge koppeling van allebouwdelen verzekeren. Toen in 1952 het Muwi-systeem nog metin gestandaardiseerde bekisting gestorte betongevels werd uit-gevoerd, werd ?n op technische ?n op psychologische grondenreeds gestudeerd op een baksteenbekleding.Wij kwamen toen naar aanleiding van de betreffende bouwvoor-schriften tot de conclusie, dat de horizontale banden rondom inhet zicht moesten komen; de baksteen kan dan als half-steens-spouw van verdiepingvloer tot verdiepingvloer worden aange-bracht. De ramen worden daar eveneens als puien tussengesteld.De van buiten naar binnen doorlopende betonbanden moetenuiteraard ter voorkoming van condens worden ge?soleerd.Voor de scholen zijn thans een serie principe-details uitgewerkt,waarbij gebruik wordt gemaakt van dezelfde elementen als in dewoningbouw. Voor de grote overspanningen der klaslokalenworden voorgespannen moerbalken met een lengte van 7 of 8 mtoegepast, waarin de kinderbinten worden opgelegd.De voor- en achtergevels kunnen dan van puien in hout of metaalworden gemaakt, waarvan constructie en indeling gemakkelijkkunnen worden aangepast aan de zich wijzigende omstandigheden.Inmiddels werd in Rotterdam begonnen met de bouw van 21L.O.-scholen, kleuterscholen en gymnastieklokalen.De ontwikkeling van de systeembouw in ons land slaat m.i. in ver-gelijking tot Belgi? en Duitsland geen slecht figuur. De omvangvan de opdrachten is hier net voldoende groot om een zekerecontinu?teit in produktie en ook om verdere ontwikkeling tekunnen garanderen.Laten wij hopen, dat dit klimaat zo blijft, want het is mijn stelligeovertuiging, dat zeer spoedig zal blijken, dat wij de extra bouw-capaciteit, die de systeembouw levert, hard en hard nodig hebben.De taak van de architecten is hierin gelegen, dat zij met de zichals zodanig aandienende nieuwe bouwmethoden met enthousias-me leren werken.Voor hem, die het nog nooit heeft gedaan, gaat -als hij er zichwerkelijk in verdiept- een andere wereld open.twee hogewoongebouwen(12 verdiepingen)te S hiedamcfoto:KLM Aerocarto N.V.B. Technische gegevens van het systeemdoor E. F. Groosman, arch. B.N..Algemene gegevensBeschrijving van de constructieDe vloerconstructie bestaat uit vooraf vervaardigde spanbeton-balkjes, h.o.h.-afstand vari?rend van 0,50 t/m 0,65 m, waartussenholle vullichamen van licht beton. De vullichamen rusten op eenrand aan de balkjes, die opgelegd zijn op de ringbalk, welke opde muur is gestort en eventueel in moerbinten van gewapendbeton.Het ondervlak van de vullichamen ligt 1,5 cm lager dan de onder-kanten van de balkjes. De aldus ontstane sponning dient voor hetbergen van elektrische leidingen. Ten behoeve van dergelijkeleidingen haaks op de balkjes zijn aan de onderzijde van de vul-lichamen sleuven uitgespaard.Bij de aansluiting aan de dragende muren en moerbalken wordenmassieve vul-elementen aangebracht. De uitstekende wapenings-einden van de balkjes grijpen in de boven de muurelementen testorten ringbalk en dienen dus als verankering van de vloer.Aan de gevels worden de vloeren opgesloten door een aldaar inhet werk gestorte gewapend-betonlatei, die onder de vloer aan debinnenzijde met een vezelplaat of een kurkplaat is bekleed.Om een geheel gesloten vloerveld te verkrijgen, worden devoegen, die tussen de afgeschuinde bovenkant der vul-elementenen de balkjes zijn ontstaan, met cementzandspecie dichtgegotenen wordt de gehele vloer ingewassen tot de bovenkant van devloerbalkjes.de vloerconstructie (nog niet 'ingewassen') foto: Multicolorhet 'droogstapelen' van bouwsteenmuren foto: MulticolorUitvoeringDe vloerbalkjes worden eerst gelegd op houten hulpjukken, dieminimaal 5 cm boven de muren uitsteken. De vulelementenworden vervolgens op de balkjes gelegd. Na het storten van deringbalk in de muur liggen de vloerbalkjes in de muren verankerd.Hierna wordt de vloer aan de bovenzijde afgewerkt, zoals in hetvoorgaande is beschreven.FabricageDe licht-betonelementen en de oorgespannen betonbalkjesvworden in stalen mallen getrild.MaterialenDe vloerbalkjes zijn van voorgespannen beton. Het licht-betonvan de vul-elementen heeft een samenstelling (in volumedelen)van I cement : 0,7 zand : 1,4 natuurbims :4,25 lavakies.AfwijkingenDe bovenzijde wordt gewoonlijk voorzien van een 1,5 cm dikkeafwerklaag van vermiculiet-beton, met de samenstelling I cement:I vermiculiet : 3,5 zand.Aan de onderzijde van de vul-elementen wordt steengaas beves-tigd, dat afgepleisterd wordt. Gipsplaten- of zachtboard-plafonds,zijn uiteraard ook mogelijk.Dakvloeren krijgen aan de bovenzijde een speciale voorzieningom de vloer tegen te grote temperatuurwisselingen te bescher-men en om het dak voldoende warmte-isolerend te maken.668 Cement 12 (1960) Nr. 8machine voor de vervaardiging van licht-betonelementen(produktie 9000 elementen per dag) foto: MulticolorBijzonderheden ten aanzien van kwaliteitsfactorenSterkte, stijfheid en stabiliteitIn het desbetreffende Modelblad van de Commissie voor de Be-oordeling van Gewapend-beton-constructies in woningen is devloerconstructie aanvaard. De voorwaarden, waaraan moetworden voldaan, zijn ?n dit blad vermeld. Hiervan mogen ge-noemd worden:a. de sterkte-berekeningen moeten voldoen aan de 'Stuvo-Richt-lijnen', de G.B.V. 1950 en de V.G.B.W. 1949;b. het beton van de balkjes moet na 28 dagen een kubusdruk-sterkte van 525 kg/cm2bezitten;c. minimum-treksterkte van het staal 160 kg/mm2, toelaatbarewerkspanning 88 kg/mm2, rekmodu lus Est =20 000 kg/mm2;d. de opleglengte van de vloerbalkjes moet ten minste 6 cm zijn;e. de uiteinden van de voorgespannen wapening moeten over eenlengte van ten minste 10 cm buiten de balkkoppen uitsteken enin de draagbalken e.d. worden ingestort;f. het vul-element moet een puntlast van 300 kg kunnen dragen.Duurzaamheid en onderhoudDe vloeren hebben, gedurende de jaren dat thans ervaring be-staat, geen gebreken vertoond en er is geen reden om aan tenemen, dat de constructie in dit opzicht zal tekortschieten.Het is noodzakelijk, het toeslagmateriaal lavakies regelmatig opvoor beton en staal schadelijke bestanddelen te onderzoeken.Brandveil?ghe?dUit een bij het Brandveiligheidsinstituut T.N.O. gehouden onder-zoek naar de brandwerendheid is volgens de normen, die vermeldzijn in het normblad NEN 1076, een brandwerendheid van 99minuten gevonden voor de vloerconstructie zonder steengaas-afwerking.De constructie kan dan ook worden ingedeeld in klasse E van deindeling volgens bovengenoemd normblad.Thermische eigenschappenVolgens het desbetreffend rapport van de Stichting Ratiobouwvoldoet de vloerconstructie aan de in het voorlopige normbladV 1068 gestelde eisen.Uit een oogpunt van warmte-isolatie is geen extra isolerende af-werklaag nodig bij toepassing als etagevloer en als begane-grond-vloer boven een zwak geventileerde kruipruimte. Boven eensterk geventileerde kruipruimte is een extra isolerende laagnodig en wel zodanig, dat de warmteweerstand van de totale af-werklaag boven woonruimten 0,14-0,16 en boven secundaireruimten 0,05-0,09 m2h ?C/kcal bedraagt. De warmteweerstandvan de isolatielaag boveii dakvloeren dient 0,50 m2h?C/kcal te zijn.GeluidweringAan de vloer met steengaasplafond kan het prestatienummer = 11 volgens het voorlopige normblad V 1070 worden toegekenden aan de vloer zonder steengaasplafond (begane-grondvloer) hetprestatienummer = 10 of 11, afhankelijk van het vloergewicht.De vloer kan overal in de akoestische kwaliteitsklasse 'goed'worden toegepast.MurenBeschrijving van de constructieDe muren bestaan uit in half-ste?nsverband los op elkaar gesta-pelde licht-betonelementen, waarvan de holten met een beton-specie worden gevuld. De elementen van de bouwmuren hebbeneen lengte van ca. 49 cm, een breedte van 21 cm en een hoogtevan 19,4 cm. Zij bevatten twee ovaalvormige gaten met een lengtevan 17,7 cm en een breedte van 16 cm, die gescheiden zijn dooreen verticaal schot (dikte 6,5 cm). De eindschotten zijn 2,8 cm diken liggen zodanig, dat ??n eindschot 1,8 cm binnen het eindvlakvan het element valt, terwijl het andere 1,3 cm buiten het elementuitsteekt. Beide eindschotten zijn bij de aansluiting aan voor- enachterwand in dikte verzwaard tot ca. 3,5 cm, zodanig dat destootvoegaansluiting een visbekvorm heeft. De schotten stekenter vergrendeling van de elementen 1,4 cm boven de elementenuit over een lengte van ca. 10 cm, terwijl aan de onderzijde eengedeelte uit het schot is weggelaten, zodat een zijdelingse onder-linge verbinding tussen ovaalvormige gaten en de stootvoegendosering van de grondstoffen bij de elementenfabriek foto: Multicolor opslagterrein bij elementenfabriek te Alphen a.d. Rijn foto: MulticolorCement 12 (1960) Nr. 8 669lagere school te Schiedam (ontw. Gemeentewerken Schiedam) foto: Multicolorwordt gevormd met een oppervlakte van min. 40 cm2. Aan debuitenzijde is voorts in de lange zijvlakken in het midden eenmerkstreep aangebracht om het half-steensverband en het cor-responderen van de gaten te waarborgen.Er worden ook halve stenen vervaardigd en voorts elementen metaan ??n zijde een dikker eindschot, dat gelijk met de zijkant vanhet element komt te liggen. Voor hoeken en ontmoetingen wor-den speciale hoekelementen vervaardigd. Voorts worden voorbouwmuren ook 25 cm dikke elementen met 18 cm brede gatengefabriceerd. Voor binnenmuren zijn ook 16 cm dikke elementenbeschikbaar. Aansluitende constructies als vloeren, kozijnen, e.d.worden in de betonvulling verankerd.UitvoeringOp een speciebed boven op de vloer of fundering worden de ele-menten van de eerste laag onder de draad gemetseld in eenmortel van minimum I cement : 2? zand; verder worden de ele-menten los gestapeld tot min. 5 cm beneden de onderkant van dehoger gelegen vloerconstructie. Tegen de aldus gestapelde muurworden houten hulpjukken gesteld, waarvan de bovenkant is ge-legen ter hoogte van de onderkant van de vul-elementen-vloer.Hierop komen de vloerbalkjes op afstanden van 60 cm te rusten,waarna de vloervul-elementen worden aangebracht. Daarna wor-den de openingen in de elementen met grindbeton gevuld, waarnahet storten van de ringbalk over de elementen volgt. Zonodigwordt wapening in de openingen aangebracht, bijv. boven ko-zijnen of als drukwapening bij hoge belastingen.FabricageDe elementen worden getrild in stalen mallen.MaterialenDe elementen bestaan uit een licht beton met de samenstelling(in volumedelen) van I cement : 0,75 zand : 2,5 natuurbims : 3,1lavakies. In het vulbeton, dat in de holten van de elementen wordtgestort, verwerkt men 300 kg cement per m3en in niet-dragendeen niet-steunende binnenmuren 275 kg per m3.AfwerkingPleisterlaag van ca. I cm dikte.etagewoningen (met portiek) te Den Helder foto: Multicolordoorsnede vloerconstructie bij aansluiting aan bouwmuurKwaliteitsfactorenSterkte, stijfheid, stabiliteit e.d.Blijkens bij het Proefstation van de Gemeentelijke Woningdienstte Amsterdam gehouden drukproeven hebben verdiepinghogemuren van ca. 21 cm dikte bij centrische belasting een druksterktevan 121 kg/cm2, aflopend tot 34 kg/cm2bij een excentriciteit van6,2 cm. Voor 25 cm dikke muren zijn deze cijfers respectievelijk112 en 50 kg/cm2. De druksterkte van het licht beton moet mini-mum 50 kg/cm2bedragen.Volgens de door het Ministerie van Volkshuisvesting en Bouw-nijverheid uitgegeven voorschriften van 16 juni 1958 voor binnen-muren van gestapelde bouwelementen mogen in draagmurenelementen van 21 cm in een bouw tot en met 4 bouwlagen wordentoegepast. Voor vloersteunende muren kan met een dikte van16 cm worden volstaan mits de som van de dagmaten der aan-liggende vloervelden niet groter is dan 8,00 m en indien geen vanbeide aanliggende vloervelden een grotere overspanning heeftdan 5,00 m bij een som van groter dan 7,00 m t/m 7,50 m en 5,50 mbij een som van groter dan 7,50 m t/m 8,00 m.Aangezien de constructie rust op een fundering, die van gewapendbeton wordt vervaardigd of van een waterkerende laag wordtvoorzien, behoeft voor het optrekken van bodemvocht geen vreeste bestaan. Aan de kopeinden zijn de muren beschermd door eenbuitenspouwwand van baksteenmetselwerk.Bij een volumegewicht van 1600 kg/m3van het lavakies-beton en2200 kg/m3van het grindbeton bedraagt de k-waarde van de21 cm dikke muurconstructie 1,85-1,95 kcal/m2h ?C. Decon-structie voldoet aan de eisen van het voorlopige normblad V 1068.Het gewicht van de 21 cm dikke muur is groter dan 360 kg/m2,zodat aan de eisen van het voorlopige normblad V 1070, gesteldvoor bouwmuren, wordt voldaan.670 Cement 12 (1960) Nr. 8
Reacties