IUTILITEITSBOUW IMATERIALEN ISCHADE IOERHOUT, EEN LASTIGEVERONTREINIGINGMONOLIET BEDRIJFSVLOEREN EN VERONTREINIGING INTOESLAGMATERIAAL IN DE VORM VAN OERHOUTing.c.Souwerbren, Certificatie-instell?ng BMC, GoudaVerontreiniging in toeslagmateriaal in de vorm van oerhout kan aanzienlijke schadein betonvloeren veroorzaken. Er zijn verschillende oplossingen beschikbaar omschade te voorkomen. Een meer marktgerichte benadering van de aanbieders vantoeslagmateriaal en betonmortel en het tot stand komen van goede kwaliteitseisenvoor betonvloeren zijn daarbij een voorwaarde. Bovendien zullende eisen voortoeslagmateriaal ten .aanzien van verontreinigingen moeten worden verbeterd.De schade ontstaan door oerhout in hetgrind is dus het grootsteprobleem.Doorde putjes komen er oneffenheden in deMonolietvloer in uitvoeringAnalyse van de schadeWat op zich een onschuldige verontrei-niging lijkt, wat oerhout in het zand en!of grind, kan echter tot grote schade-claims bij monolietvloeren leiden als ditoerhout zich na het afWerken in de topvan de vloer blijkt te bevinden en de ce-menthuid van die top afslijt door debanden van heftrucks en vooral door deharde, massieve wieltjes van palletwa~gens.Bij oplevering was de bedrijfsvloer eenplaatje: hard, vlak en slijtvast, maar naenige maanden gebruikkomener putjesDe moderne bedrijfsvloer be-? staat uit een betonvloer, waar-van het oppervlak direct na hetstorten wordt ge?galiseerd, eventueelingestrooid met slijtvast materiaal, envervolgenswordt geschuurd en gepolijstmet afWerkmachines. Uitzetvoegenkunnen tijdens het storten worden aan-gebracht of na enige dagen worden in-gezaagd.Deze uitvoeringswijze is effici?nt, eco-nomisch en levert als regel een uitste-kende vloer op.In vergelijking met de andere construc-tieve mogelijkheid, ondervloer metdaarover een dekvloer, is de monoliet-vloer technisch een verbetering, omdatde kans op fouten en daarmee schade isafgenomen. wel is uiteraard bij de mo-nolietvloer het moment en het tempovan afWerken kritisch.Er doen zich echter bij monolietvloerenschadegevallen voor, die de goede repu-tatie van de vloer niet ten goede komen. '--__~ - ~~~---_ _~------~---,-Jin het oppervlak als het cementhuidje vloer, aan de rand van de putjes treedtwat is afgesleten. In die putjes zitten vrij watafbrokkeling op, waardoor de putjeszachte brokjes oerhout, die met een groter worden, hetgeen kan leiden totme* gemakkelijk zijn te verwijderen. problemen bij hetplaatsenvan hoge sta-Als het oerhout in het grind voorkomt pels pallets, waarbij een kleine oneffen-zijn de putjes zo groot als flinke grind~ heid in de vloer tot een flinke scheef-korrels; komt de verontreiniging alleen stand bovenin de stapel kan leiden. Ookuit het zand, dan zijn de putjes maar en- esthetisch is het een ergernis als de oor-kele mm groot en is het bezwaar meer spronkelijk zo mooie vlakke en hardegebaseerd op esthetische dan op techni- vloeral na enige maanden bezaaidis metsche argumenten. putjes. Constructiefgezien is de schademeestal van weinig belang, de sterktevan een vloer wordt door de putjes nau-welijks be?nvloed.Deze schadeverschijnselen kunnen tot28 Cement 1993 nr. 10aanzienlijke schadeclaims leiden, om-dat niet alleen de reparatie van de vloer,maar ook bedrijfsschade vaak onderdeelvan de claim uitmaakt.Afwikkeling van de schadeWerd tot voor enige jaren een schadenog vaak in goed overleg tussen partijengeregeld, thans wordt steeds meer dooropdrachtgevers een hard standpunt in-genomen. Geen goede vloer, dan geengeld of een rechtzaak met inschakelingvanjuristen.Arbitrage of een bindend advies dooreen door partijen aan te stellen arbiterzou inveel gevallen een betere oplossingbetekenen.Schade door een verborgen gebrek,waarvan immers bij eenverontreinigingdoor oerhoutsprake is, zou normaal on-der de CAR-verzekering van de aanne~mer moeten vallen. Door de toenemen-de omvang van schadeclaims zijn verze~keraars echter voorzichtiger gewordenen is een tendens waar te nemen, datschade aan bedrijfsvloeren door oer-hout dreigt te worden uitgesloten; hieren daar al is uitgesloten. Datleidt tot eenverzwakking van de marktpositie vaneen op zich uitstekend type bedrijfs-vloer.De betonmortelindustrie heeft dat ge~vaar tijdig zien aankomen. De Vereni-ging van ondernemingen in de beton-mortelindustrie in Nederland (VOBN)heeft in het voorjaar van 1993 een over-leg bijeengeroepen, waarbij alle partijendie op een of andere wijze bij het pro-bleem betrokken zijn, aanwezig waren:betonmortelindustrie, zand-en grind-producenten, vloerenbedrijven, verze-keraars en certificatie-instelling BMC.Aan alle partijenis verzocht op eigenge-bied aan het vinden van oplossingenmee te werken.ToeslagmateriaalHet oerhoutprobleem doet zich voor inzand en grind, gewonnen in de Rijn ende Maas en in zee. Het is afkomstig uitafzettingen in de (oude) rivierbed-dingen of in de zeebodem, die zo af entoe bij het baggeren worden aangesne-den, zodat stu~es min of meer ver-steend hout met het toeslagmateriaalmeekomen. Als de brokjes zacht zijndan wordenze bij hetwas-enzeefprocesmeestal verpulverd en kunnen resten inhet zand terechtkomen. Hardere brok-jes gedragen zich als grindkorrels en ko-men dan ook in het grind terecht. Visu-eel zijn ze moeilijk van grindkorrels teonderscheiden.Naast oerhout kunnen ookstukjes hout,afkomstig Van bijvoorbeeld scheeps-wrakken in grind terechtkomen. DezeCement 1993 nr. 10verontremlgmgen zijn uiteraard welwaar te nemen in een lading grind.Bij de keuring van toeslagmateriaal isoerhout moeilijk als verontreiniging teonderkennen. Een visuele beoordelingvan een partij, bijvoorbeeld in de vormvan een scheepsvracht, leidt zelden tothet ontdekken van de verontreiniging.Er bestaat een proef met een zwarevloeistofdie de oerhoutkorrels doet op-drijven. Deze proef is echter niet in denorm NEN 5905 voorgeschreven enookeigenlijk nietgeschiktom ineen be-drijfslaboratorium te worden uitge-voerd.Om enige kans te maken dat oerhout-korrels in een uit een partij getrokkenmonster voorkomen, is een zeer grootmonster nodig. Veel groter dan in dethans geldende normen is voorgeschre~ven. Dit betekent, dat een betonmortel-bedrijf geen verwijt te maken is als be-tonmortel met oerhout wordt geleverd,indien de keuring van het toeslagmate-riaal volgens de norm heeft plaatsgehad.Een Stutech-studiegroep 'Oerhout'heeft nagegaan hoeveel oerhoutkorrelsin grind uiteindelijk schade aan een be-tonoppervlakveroorzaken. Daarbij spe-leneentol: devloerdikte, deconsistentievan de betonspecie en de volumiekemassa van de oerhoutkorrels. In eenpraktijkproefwerd aan 100 liter beton~. specie 0,14% (mlm) ten opzichte van hettoeslagmateriaal aan oerhoutdeeltjestoegevoegd. De deeltjes waren gemid-deld 1 cm3groot. Van dit mengsel werdachtereenvolgens in consistentiegebied2, 3 en 4 (verhoging van consistentiedoor watertoevoeging) een aantal ku-bussen gestort. In een oppervlak van1350 cm2dreven op in:- consistentiegebied 2: 8 deeltjes;- consistentiegebied 3: 10 deeltjes;- consistentiegebied 4: 19 deeltjes.Omgerekend tot een m2komt dit neerop respectievelijk 59,74 en 140 deeltjes.In de wetenschap dat het voorkomenvan 10 deeltjes per m 2al als een ernstigeschade wordt beschouwd, is duidelijkdat hoeveelheden in de orde van groottevan 0,02% (mlm) al tot ernstige schadekunnen leiden, indien in consistentie-gebied 3 wordt gewerkt.Om met enig succes verontreinigingdoor oerhout te kunnen aantreffen zoude monstergrootte zo'n 100 kg moetenbedragen, waarbij uiteraard het pro-bleem nog niet is opgelost dat er geengoede beproevingsmethode beschik-baar is.NonneisenNEN 5905 stelt in artikel 5.2.1 datzanden grind geen verontreiniging in zoda-nige hoeveelheden mogen bevatten, datdeze schadelijk zouden kunnen zijnvoor het beton ofhet staal dat in beton isopgenomen. In de toelichting wordtnog verklaard, dat zelfs de zeer geringeaap.wezigheid van kooldeeltjes, hout~deeltjes, kleigebonden produkten enz.voor sommige toepassingen niet toe~laatbaar kunnen zijn.Geen tekst die geschikt is om te beoor~delen ofeen partij in een geschil aan zijnverplichtingen heeft voldaan.Het opstellen van betere keuringscrite-ria en van een bruikbare beproevings-methode voor dit doel is van groot be-lang.Normeisen voor monolietvloeren ont-breken. De enige norm die enig houvastbiedt is NEN 2741 'Met cement gebon-den dekvloeren'. Daarin komen eisenvoor ten aanzienvan de druksterkte vande dekvloennortel, de dikte en de vlak-heid.Door CUR-Voorschriftencommissie30 'Monoliet afgewerkte betonvloeren'wordt op dit moment regelgeving voorde monolietvloer voorbereid.Door het ontbreken van goede regelge-ving is het ook niet mogelijk in bestek-ken naar goede kwaliteitseisen voor devloeren te verwijzen. Ook dat maakt hetvinden van een oplossing in geval zichschade voordoet, niet eenvoudiger.OplossingenDe eerste en meestvoor de hand liggen-de oplossing is het verwijderen van hetoerhout bij de bron, bij de zand-engrindwinning. Deze producenten zijnzich het belang ervan zeer goed bewust,hetgeen heeftgeleid tot het bouwenvanonthoutingsinstallaties op verschillendebedrijven. Hetresultaat isgoed, hethoutkan tot een zeer hoog percentage, hoe-wel nooit helemaal volledig, wordenverwijderd. Zand en grind dat een der-gelijke bewerking heeft ondergaan, isvolledig geschikt om te worden toege~pastin betonmortel voor monolietvloe-ren. De investering voor een onthou~tingsinstallaties is echter zodanig hoog,dat de markt ook bereid moet zijn omvoor dat verbeterde produkt de prijs tebetalen.De vraag is natuurlijk of het gerecht-vaardigd is te verlangen dat alle zand engrind, ook voor andere toepassingendan monolietvloeren, via een onthou-tingsinstallatie wordt geleid. Als een be-tonmortelbedrijf onvoldoende opslag-capaciteit heeft zal het inderdaad ge-dwongen zijn om schoon toeslagmate-riaal aan te kopen, als het bedrijf ten-minste ook alle leveringen wil kunnenuitvoeren.Een tweede oplossing is een selectiefin-29I~UT~..~IL~I_T_EI_T_SB_O_UW~~~ I_MA:_:r_E_RIALE_.~~N .LIS_C_H~AD~~E ~koopbeleid van het betonmortelbedrijE.Wil men ook betonmortel voor mono-lietvloerenkunnenleveren, danzal menmoeten kunnen beschikken overschoon toeslagmateriaal zonder oer-hout. Dit kan zijn: onthout zand engrind, maar ook gebroken kalksteen,granieten dergelijk. Ditvraagteen meermarktgerichte benadering van het be-tonmortelbedrijf, niet alleen bij de in-koop, maar ook bij het aannemen vanbestellingen.Een derde oplossingis het terugbrengenvan de consistentie van de betonspecievoor monolietvloeren. Door toevoegingvan superplastificeerder wordt thansmeestal in consistentiegebied 4 gewerkt.Dit vloeibeton vraagt weinig arbeid omte verwerken en is dus economisch. Bo-vendienwordt daarmee voldaan aan hetstrevende arbeidsomstandigheden voorde vloerafwerkers te verbeteren. Dekans op schadeis echter ten opzichtevanconsistentiegebied 2 ruim verdubbeld.Indien als uitgangsconsistentie consis-tentiegebied 2 zou worden gekozen endoor middel van een plastificeerder deconsistentie zou worden verhoogd naarconsistentiegebied 3,zouden beidedoe-len: een betere vloeren verbetering vanarbeidsomstandigheden kunnen wor-den bereikt.Ook betontechnologisch zijn er onge-twijfeld nog mogelijkheden om meng"':sels te ontwerpen die een goede stabili-(vervolg van blz. 27)Indien voor deze oplossing wordt geko-zen, dan dienen de wapeningspro-gramma's deze staafcodes te ondersteu-nen.Organisatorische aspectenHet zal de lezer van dit artikel niet zijnontgaandat de aanpakviahetWUF veelorganisatorische aspecten met zichmeebrengt. Er zal een duidelijke ver-schuiving van werkzaamheden, kennis,verantwoordelijkheden en kosten gaanplaatshebben. Deze problematiek en demogelijke oplossingen hiervoor, kun-nen in een later te plaatsen artikel wor-den behandeld.Conclusies en aanbevelingenHet resultaat van deze eerste praktijk~proefheeft veel nuttige informatie op-geleverd. Uiteraard kan na het testenvan ??n tekening niet worden gezegddat alle aspecten zijn uitgetest. De vol-gende stap die moet worden gezet is hetuittesten van het WUF op grotereschaal. Op dit moment is dit opgestart30teit en een goede verwerkbaarheid inzich verenigen.ConclusieVoor het oplossen van het oerhoutpro-bleem zijn er oplossingen beschikbaardie zowel op korte termijn als meerstructureel op langere termijn het voor-komen van schade kunnen beperken enzelfs voorkomen. Een meer marktge-richt denken van de producenten vantoeslagmateriaal en betonmortel isdaarvoor nodig.Maar ook op normalisatiegebied is erdringend verbetering nodig.Bij de thansin voorbereiding zijnde herziening vanNEN 5905 door CUR-Voorschriften-comrnisie 13 zal een methode moetenworden ingevoerd die voorlopig eenbe-tere keuring van zand en grind op oer-hout mogelijk maakt, totdat adequatebeproevingsmethodenbeschikbaarzijn.Wantwil een producent kunnen beoor-delen ofhet toeslagmateriaal inderdaadhoutvrij ofhoutarm(?) is, dan moet ookhij goede beproevingsmethoden be~schikbaar hebben ten behoeve van deproduktiecontrole. Het ontwikkelenvan diebeproevingsmethode(n) heeftdehoogste prioriteit.Verzekeraars zullen ongetwijfeld bereidzijn omweer hetvolledige risico van eenverborgen gebrek in betonvloeren tedekken, indien dat risico aanvaardbaarbij de bouw van het Stadhuis in DenHaag, waarvan de tekeningen zijn ge-maakt door Grabowsky & Poort metAutoSTRUCT. De wapening wordt ge-maakt door Hoogovens Wape~ningsstaal. Bij deze proefzullen behalvevloerwapening, ookzoveel mogelijkan-dere constructie-onderdelen wordenuitgetest. Tevens zal de opgedane kennisbij de in dit artikel beschreven proef, zo-veel mogelijk worden verwerkt.Behalve enkele zaken die niet door hetWUF worden ondersteund, blijkt hetdat de meeste moeilijkhedeninprincipeniets met het WUF van doen hebben,maar zich ook zouden voordoen indienhet ingenieursbureau devolledige buig-staten zou gaan leveren. Voor de werk~groep is het ondoenlijk voor alle, vooralorganisatorische problemeneen pask1a~re oplossing aan te bieden. Het zal meerin de lijn van de werkgroep liggen metaanbevelingen te komen, die mogelijkin de toekomst tot oplossingen kunnenleiden.Men dient zich er derhalve goed van be-wust te zijn, dat een jarenlange opge-wordt geacht. Door een gezamell1ijkeinspanning, waarop de VOBN recent inhet overleg heeft aangedrongen, moetdie situatieinhetbelangvanalle betrok-ken partijen snel kunnen worden be-r?ikt.bouwde traditie niet in korte tijd doorinvoering van de informatietechnologiekanwordenvervangen. Maar indien de-ze technologie bedachtzaam en goeduitgedacht wordt ingevoerd, is een eer-ste stap gezet in de richting van een opgrote schaal uitwisselen van digitale be~standen tussen de diverse participantenin het bouwproces, waardoor er uitein~delijk van een optimale communicatiesprake kan zijn, met alle voordelen vandien.De technologie hiervoor is aanwezig.* Het WUF is ontwikkeld binnen de Werk-groep Praktijk van de SITRUB (SectoroverlegInformatietechnologie Ruwbouw Beton). SI-TRUB is een samenwerkingsverband van:- ABT Adviesbureau voor Bouwtechniek BV;- Ballast Nedam Engineering BV;- BV Handelmij B.M. van Noordenne;- Hollandsche Beton- en Waterbouw BV;- Hoogovens Wapeningsstaal BV;- Ingenieursbureau Grabowsky & Poort BV.Cement 1993 nr. 10
Reacties
Marion Schuurman - Arno Prinsen bouw-en metselbedrijf 21 april 2023 12:49
Hoe zit het met betonmortel verontreinigd met rubberstukkjes. Producent van de mortel erkend dat er iets mis is gegaan. Deze deeltjes zijn dus ook aan de oppervlakte gekomen tijdens de afwerking. Het veroorzaakt gaatjes, putjes, uitstulpingen etc. Hoe los je deze verontreinigingen op en kunnen deze deeltjes ook later nog aan de oppervlakte komen?
Chys ivan - Chivado Projects BVBA 13 september 2019 10:32
Beste Ik ben werkzaam als betonexpert voor een aantal rechtbanken en had graag van U het volledige verslag betreffende oerhout ontvangen. Mocht hieromtrent iets niet duidelijk zijn aarzel niet om mij te contacteren . Met beleefde groeten Chys Ivan Betontechnoloog Expert .