Sinds de 'betonrot-affaire' in de jaren tachtig wordt de kwaliteitszorg in de betonreparatiewereld serieus aangepakt. Er is met een samenhangend stelsel van regelgeving en opleidingen veel bereikt. En de ontwikkelingen gaan onverminderd voort. Zo zijn in een relatief korte tijd CUR-Aanbevelingen herzien en is ook de beoordelingsrichtlijn aangepast. Dit op basis van nieuwe kennis, Europese regelgeving en algemene maatschappelijke ontwikkelingen. De onderliggende kennis, vastgelegd in handboeken, wordt ook up-to-date gemaakt. Dat alles vormt een geharmoniseerde basis om weer jaren kwalitatief goede betonreparaties uit te voeren.
themaRegelgeving betonreparaties gewijzigd7 201618themaSinds de `betonrot-affaire' in de jaren tachtig wordtde kwaliteitszorg in de betonreparatiewereld serieusaangepakt. Er is met een samenhangend stelsel vanregelgeving en opleidingen veel bereikt. En deontwikkelingen gaan onverminderd voort. Zo zijn ineen relatief korte tijd CUR-Aanbevelingen herzien enis ook de beoordelingsrichtlijn aangepast. Dit opbasis van nieuwe kennis, Europese regelgeving enalgemene maatschappelijke ontwikkelingen. Deonderliggende kennis, vastgelegd in handboeken,wordt ook up-to-date gemaakt. Dat alles vormt eengeharmoniseerde basis om weer jaren kwalitatiefgoede betonreparaties uit te voeren.RegelgevingbetonreparatiesgewijzigdStand van zaken regelgeving en kwaliteitsborging betonreparatiesEuropese regelgevingDe Europese regelgeving voor het uitvoeren van betonreparatiesen de eisen aan de materialen zijn opgenomen in de NEN-EN1504-serie `Producten en systemen voor de bescherming enreparatie van betonconstructies' (tabel 1). Het is een zeer uitge-breide normenserie die vrijwel alle aspecten van betonreparatiebestrijkt. Na de definities in deel 1, worden in deel 2 t.m. 7materiaaleisen beschreven en wordt naar beproevingsnormenverwezen. In deze delen zijn ook de eisen beschreven waaraanmaterialen moeten voldoen om een CE-keurmerk te voeren.Deel 8 stelt eisen aan de kwaliteitszorg, in deel 9 worden deverschillende principes beschreven voor het repareren vanbeton en tot slot stelt deel 10 eisen aan de uitvoering.CUR-Aanbeveling 117CUR-Aanbeveling 117:2015 gaat over de inspectie van en hetonderzoek aan kunstwerken. De volledige titel luidt: `Inspectieen advies kunstwerken ? Voor instandhouding van civiel-tech-Regelgeving betonreparaties gewijzigd 7 2016 19CUR-Aanbeveling 118Sinds 1997 is er een serie CUR-Aanbevelingen voor betonreparatie.Het gaat om:? CUR-Aanbeveling 53 `Spuitbeton en gespoten cementgebondenmortels'? CUR-Aanbeveling 54 `Betonreparatie met handmatig aange-brachte of gegoten mortels'? CUR-Aanbeveling 55 `Betonreparatie met kunstharsgebondenmortels'? CUR-Aanbeveling 56 `Injecteren van scheuren in betoncon-structies met kunstharsinjectievloeistoffen'Deze serie heeft altijd goed gefunctioneerd. Bij het verschijnenvan de Europese normserie NEN-EN 1504 ontstond echter deonwenselijke situatie dat er tegenstrijdigheden waren tussenenerzijds de Nederlandse documenten en anderzijds de Europese.Met name de eisen aan de materialen verschilden. Om diereden werden in veel adviezen en contracten de materiaaleisenuit de CUR-Aanbevelingen ongeldig verklaard en vervangendoor de materiaaleisen uit de NEN-EN 1504-serie. CUR-Aanbevelingen 53 t.m. 56 bleven evenwel belangrijk omdat deeisen aan de uitvoering en uitgevoerde reparaties in deNEN-EN 1504-serie veel minder ver zijn uitgewerkt dan in deCUR-Aanbevelingen.Ter vervanging van CUR-Aanbeveling 53, 54 en 55 is recentCUR-Aanbeveling 118:2015 `Specialistische instandhoudings-technieken ? repareren van beton' verschenen. Hiermee is eeneind gekomen aan deze onwenselijke situatie.In CUR-Aanbeveling 118 is veel gewijzigd ten opzichte van de53-55-serie. In het artikel `Nieuwe opzet repareren beton' elders1Dick Stoelhorst 1)Maarten Swinkels 1)SGS INTRON1 Constructief vloerherstelfoto: SealteQ1) Dick Stoelhorst is voorzitter College van Deskundigen betonreparaties.Maarten Swinkels is rapporteur van BRL 3201.nische constructies incl. mechanisch-elektrotechnische instal-laties en besturing'. Het is de vervanger van CUR-Aanbeveling72 `Inspectie en onderzoek van betonconstructies'.CUR-Aanbeveling 117 beschrijft de wijze waarop inspectiesvan infrastructuur moeten worden uitgevoerd. Hierbij maakthet niet uit of het om beton-, staal-, hout- of metselwerkcon-structies gaat of om mechanische of elektrotechnische installaties.De inspectiemethodiek wordt beschreven, er wordt niet specifiekingegaan op materialen of constructies. Immers, voor materi-aalspecifieke kennis worden in samenhang met CUR-Aanbeveling117 de Handboeken inspectie hout, beton, metselwerk, voegover-gangen en opleggingen conform CUR-Aanbeveling 117 opgesteld.Het Handboek staal is gereed, het Handboek beton wordt nogdit jaar verwacht en ook de andere handboeken worden opkorte termijn verwacht.Overigens is CUR-Aanbeveling 72 nog wel relevant voorandere constructies dan kunstwerken en de specifieke onder-zoeken aan de betonconstructies.Tabel 1 NEN-EN 1504 serieNEN-EN 1504 Producten en systemen voor de bescherming en reparatie van betonconstructies ?Definities, eisen, kwaliteitsborging en conformiteitsbeoordelingNEN-EN 1504-1 Deel 1 DefinitiesNEN-EN 1504-2 Deel 2 Oppervlaktebeschermingssystemen voor betonNEN-EN 1504-3 Deel 3 Constructieve en niet-constructieve reparatieNEN-EN 1504-4 Deel 4 Constructieve hechtingNEN-EN 1504-5 Deel 5 Injecteren van betonNEN-EN 1504-6 Deel 6 Verankeren van betonstaalNEN-EN 1504-7 Deel 7 Bescherming tegen wapeningscorrosieNEN-EN 1504-8 Deel 8 Kwaliteitsborging en conformiteitsbeoordelingNEN-EN 1504-9 Deel 9 Algemene principes voor het gebruik van de producten en systemenNEN-EN 1504-10 Deel 10 Gebruik van producten en systemen op de bouwplaats en kwaliteitsbeheersing van het werkRegelgeving betonreparaties gewijzigd7 201620themabetonrepareren, voor betonspuiten als voor cementgebondenen kunstharsgebonden mortels. Het onderscheid dat met dedrie verschillende aanbevelingen 53, 54 en 55 werd gemaakt,is verdwenen.CUR-Aanbeveling 119Naast CUR-Aanbeveling 53, 54 en 55 moest natuurlijk ookCUR-Aanbeveling 56, over het injecteren van scheuren,worden vervangen. (foto 2) Vervanger is CUR-Aanbeveling 119`Specialistische instandhoudingstechnieken ? vullen en injecte-ren van scheuren, naden en holle ruimtes in beton'. In dezeaanbeveling wordt aangesloten op NEN-EN 1504 deel 5`Injecteren van beton', maar wordt ook rekening gehouden metde Nederlandse praktijk.in deze uitgave van Cement wordt daar een volledig artikel aangewijd.Voor de vervanging van CUR-Aanbeveling 56 zie onder de kop`CUR-Aanbeveling 119'.Voor de kwaliteitsborging zijn de volgende wijzigingen inCUR-Aanbeveling 118 ten opzichte van de oude serie vanbelang:? CUR-Aanbeveling 118 sluit volledig aan op de NEN-EN 1504serie.? Er wordt onderscheid gemaakt tussen uitvoeringsklassen teweten: esthetische (RE), technische (RT) en constructieve(RS) betonreparatie.? Er zijn gevolgklassen (GK1, GK2 en GK3) ge?ntroduceerd,die aangeven wat de gevolgen van het falen van de reparatiezouden kunnen zijn.? De intensiteit en frequentie van de uit te voeren controles enkeuringen zijn afhankelijk van de uitvoeringsklasse en degevolgklasse.? De keuringen moeten op elk werk worden uitgevoerd.? In de CUR-Aanbeveling is het bezit van een certificaatvolgens BRL 3201 voorgeschreven, afhankelijk van de gevolg-klasse en het type herstel (tabel 2).? In de CUR-Aanbeveling zijn de ervaringseisen en deopleidingseisen van het personeel vastgelegd.? CUR-Aanbeveling 118 geldt voor zowel handmatigTabel 2 Gevolgklassen en uitvoeringsklassen volgens CUR-Aanbeveling 118uitvoeringsklassegevolgklasse RE RT RSesthetische betonreparatie technische betonreparatie constructieve betonreparatieGK1 eigen controle BRL 3201 of ISO 9001 BRL 3201GK2 eigen controle BRL 3201 BRL 3201GK3 BRL 3201 of ISO 9001 BRL 3201 BRL 3201 + extern2Regelgeving betonreparaties gewijzigd 7 2016 212 Injecteren expoxyhars in scheurfoto: Talfotografie Chantal de VisserCertificatie: BRL 3201Certificering ven betonreparatiebedrijven gebeurt op basis vanBeoordelingsrichtlijn 3201 (BRL). Bij het opstellen van denieuwe BRL is besloten CUR-Aanbeveling 118 en 119 volledigte volgen, waar mogelijk naar CUR-Aanbevelingen te verwijzenen de inhoud van NEN-EN 1504 en CUR-Aanbeveling 118 en119 niet ter discussie te stellen. In de BRL wordt naar de CUR-Aanbevelingen verwezen, teksten worden niet gekopieerd.Tegenstrijdigheden of interpretatieverschillen worden op diemanier voorkomen. Nadeel is dat de BRL moeilijker leesbaar isen altijd in samenhang met CUR-Aanbevelingen moet wordengelezen. Door deze keuzen is de opzet van de BRL dan ookingrijpend gewijzigd.Deze aanbeveling is op exact dezelfde wijze opgebouwd alsCUR-Aanbeveling 118 en waar mogelijk zijn eisen enformuleringen gelijk.De belangrijkste wijzigingen voor de kwaliteitsborging tenopzichte van CUR-Aanbeveling 56 zijn:? Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie uitvoeringsklassen,waarbij de onderverdeling in subklassen I-2a en I-2w enklasse I-3 nieuw zijn (tabel 3).I-1 constructief verlijmen van scheuren, naden en holleruimten in beton;I-2 technisch (af)dichten van scheuren, naden en holleruimten in beton;I-2a het vullen of injecteren van de scheur, naad ofholle ruimte, bijvoorbeeld met het doel indrin-ging van schadelijke stoffen te voorkomen;I-2w het waterdicht maken van betonconstructies;I-3 technisch (af)dichten van scheuren, naden en holleruimten door het aanbrengen van een membraan achterhet beton.? In de CUR-Aanbeveling is het bezit van een certificaatvolgens BRL 3201 voorgeschreven, afhankelijk van de gevolg-klasse en het type herstel.? In de CUR-Aanbeveling worden twee verwerkingstechniekenonderscheiden:- vullen, het drukloos of met nagenoeg geen druk aanbren-gen van materiaal;- injecteren, het onder druk aanbrengen van materiaal.CUR-Aanbeveling 119 verschijnt naar verwachting eind 2016.Tabel 3 Gevolgklassen en uitvoeringsklassen volgens CUR-Aanbeveling 119uitvoeringsklassegevolgklasse I-1 I-2a en 1-2w I-3constructief verlijmen technisch (af)dichten in beton technisch (af)dichten achter betonGK1 BRL 3201 of ISO 9001 eigen controle eigen controleGK2 BRL 3201 BRL 3201 of ISO 9001 BRL 3201 of ISO 9001GK3 BRL 3201 + extern BRL 3201 BRL 32013 Beschadiging van betonnen kas in Almelo4 Injecteren dilatatie34Regelgeving betonreparaties gewijzigd7 201622themahandmatig verwerken, spuiten en injecteren vervallen.Er is dus voor gekozen geen apart certificaat voor uitvoerings-klasse esthetisch repareren (RE) af te geven. De eisen zoudennamelijk minimaal zijn. De vrees bestond dat aannemers, diealleen dit certificaat hebben, zich voor zouden doen alsvolwaardig gecertificeerd betonreparatiebedrijf en bij minderdeskundige opdrachtgevers ook technisch en constructiefherstel zouden uitvoeren.Constructief adviseurBij reparaties in zowel de klasse RS als klasse I-1 worden deconstructieve eigenschappen van een betonconstructie hersteld.Het is dan van belang dat een constructeur of constructiefdeskundige een oordeel over de constructie heeft geveld. Wijzi-gingen in de constructieve eigenschappen hebben namelijk inveel gevallen een direct gevolg voor de veiligheid van een beton-constructie. Om die reden eist de BRL dat een constructief advi-seur betrokken is bij constructieve reparaties. Er worden boven-dien eisen gesteld aan het kennis- en ervaringsniveau. In hetgeval herstelmaatregelen door of namens de opdrachtgever zijnuitgewerkt, moet de gecertificeerde aannemer wel toetsen of hetadvies tot een goed resultaat zal leiden. Hierdoor kunnen ookIn de vorige BRL (versie 2009) waren afzonderlijke uitvoerings-richtlijnen (URL's) voor drie uitvoeringstechnieken opgenomen:handmatig verwerken van mortels (URL 3201-1), spuiten vanbeton (URL 3201-3) en injecteren van beton (URL 3201-2).Bedrijven werden voor ??n of meerdere van deze URL's gecerti-ficeerd.Net als in CUR-Aanbeveling 118 zijn in de BRL drie uitvoe-ringsklassen van betonreparatie ge?ntroduceerd: esthetischebetonreparatie (RE), technische betonreparatie (RT) enconstructieve betonreparatie (RS). Het zou voor gebruikers vande BRL onoverzichtelijk worden indien voor al deze uitvoe-ringsklassen en uitvoeringstechnieken afzonderlijke URL's endeelcertificaten zouden bestaan.Er is voor gekozen de BRL niet in drie (RE, RT, RS) maar intwee delen te splitsen: technisch repareren (RT) en constructiefrepareren (RS). Indien het certificaat voor uitvoeringsklassetechnische repareren wordt behaald, wordt ook aan de eisenvoor esthetisch repareren (RE) voldaan. Om het certificaatvoor constructief repareren te behalen, moet zowel aan alleeisen voor technisch repareren als constructief reparerenworden voldaan. Het certificaat is dan ook geldig voor zowelesthetisch, technisch als constructief repareren. De URL's voor5Regelgeving betonreparaties gewijzigd 7 2016 235 Spuiten van betonvertrouwd worden dat de kwaliteit van de uitgevoerde reparatiesgoed is. Dit vertrouwen is gebaseerd op een goed proces, goeduitvoerend personeel, voldoende kennis binnen het bedrijf, hetgebruik van goed materieel en materiaal, het goed vastleggenvan afspraken en een goede interne controle.Het College van Deskundigen Betonreparatie begeleidt hetgehele proces en adviseert de drie CI's over een goede handhavingvan de beoordelingsrichtlijn.De Raad voor Accreditatie controleert of de CI's hun werk goeden volgens de afspraken uitvoeren.KwaliteitsniveauBetonreparatie is een vak apart, met specifieke normen, richtlij-nen en aanbevelingen. Er is in de benadering van betonreparatiein die documenten recent veel gewijzigd. Samen met deontwikkeling op het gebied van onderwijs, is er daarmee eenuitstekende basis gelegd voor een hoog kwaliteitsniveau vanbetonreparaties in de komende jaren. andere partijen ervan uitgaan dat, indien een betonconstructiewordt hersteld door een gecertificeerde aannemer, opnieuw eenveilige constructie ontstaat.Het beoordelen van constructieve schaden en het opstellen vaneen hersteladvies voor een constructieve reparatie zijn overigenseen specialisme. Het is niet vanzelfsprekend dat een goede,ervaren constructeur, die normaal aan nieuwbouw werkt, ookhiervoor de aangewezen persoon is. Ervaring met schade enkennis van aantastingsmechanismen en materiaaleigenschappenzijn essentieel. Daarnaast moet de constructeur kunnenomgaan met grotere onzekerheden in de constructie dan bijnieuwbouw. Om deze reden wordt bij de gevolgklassen GK2 enGK3 dan ook ervaring met, en opleiding op het gebied van,betonreparatie vereist.Totstandkoming BRLDe nieuwe BRL is opgesteld door SGS INTRON in nauwesamenwerking met een commissie uit het College van Deskun-digen voor betonreparaties, waarin de VBR, de LSVB en deVABOR vertegenwoordigd waren. De uitgangspunten voor deBRL zijn opgesteld door het College van Deskundigen en deBRL is op 5 oktober 2016 aangenomen.De nieuwe BRL 3201 wordt naar verwachting eind 2016 vankracht. De gecertificeerde aannemers hebben dan een jaar detijd om hun werkwijze aan te passen.Gang van zaken certificatieEr zijn drie certificatie-instellingen (CI's) die betonreparatie-certificaten mogen verlenen: SKG IKOB, KIWA, en SGSINTRON Certificatie. Op dit moment hebben ongeveer vijftigbetonreparatieaannemers een certificaat. Hiermee wordt naarschatting 80% van de betonreparatiemarkt gedekt.De CI's beoordelen in eerste instantie of het kwaliteitssysteemvan de aannemer voldoet aan de eisen in de BRL. Vervolgenswordt zesmaal per jaar in het werk gecontroleerd of de werk-zaamheden conform het kwaliteitssysteem worden uitgevoerd.Bij herhaald goed gedrag wordt dit teruggebracht tot vierbezoeken. Ook wordt tweemaal per jaar een bedrijfsbezoekuitgevoerd. Hierbij wordt de administratieve zijde van de werk-zaamheden beoordeeld, zoals het offertetraject en het vastleg-gen van de uitgevoerde werkzaamheden en keuringen. Bij hetbedrijfsbezoek wordt ook gekeken of de inkoop en opslag vanmaterialen en het onderhoud van het materieel voldoen.Bij het certificatieproces wordt niet elk werk gecontroleerddoor de CI's. Dat is de taak van de betonreparatieaannemer.Wel controleert de CI steekproefsgewijs of dit ook gebeurt en ofvolgens het vastgelegde kwaliteitssysteem wordt gewerkt.Indien er afwijkingen worden geconstateerd, worden sanctiesopgelegd, conform een door het College van DeskundigenBetonreparatie goedgekeurd sanctiebeleid. Hierdoor kan er opOpleidingenDe opleidingen vormen een wezenlijk onderdeel van de kwali-teitszorg voor betonreparatie. Met elkaar vormen ze een samen-hangend geheel. De bestaande opleidingen zijn en wordenaangepast op de nieuwe kennis in de vernieuwde normen,aanbevelingen en beoordelingsrichtlijn. Er zijn vele opleidingenop het gebied van betonreparatie. In de BRL 3201 zijn er vijfvoorgeschreven:? Basisopleiding betonreparateur (MBO niveau 2) gegeven doorde Stichting Landelijk Samenwerkingsverband Betonrepara-tiebedrijven (LSVB). Deze opleiding wordt voorgeschrevenvoor reparateurs die esthetische en technische reparatiesuitvoeren en assisteren bij constructieve reparaties.? Allround betonreparateur (MBO niveau 3) gegeven door deLSVB. Deze opleiding wordt voorgeschreven voor reparateursdie constructieve reparaties uitvoeren.? Kaderfunctionaris betonreparatie GA (MBO niveau 4) gegevendoor de LSVB en de opleiding Uitvoering Betonreparatie voorMiddenkader gegeven door de Betonvereniging. Een van dezetwee opleidingen wordt voorgeschreven voor projectleiders/uitvoerders.? Betononderhoudskundige BV gegeven door de Betonvereni-ging. Deze opleiding wordt voorgeschreven voor de functio-naris die aanvragen en werkplannen toetst. Nieuw binnen deBRL is dat het verplicht is dat betononderhoudskundigenmoeten worden nageschoold. De Betonvereniging geeftregelmatig nascholingscursussen, maar het is ook mogelijk opeen andere wijze relevante nascholing te organiseren.
Reacties