O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i ePrefabricagecement 2007 4 73Antislipprofileringen en ?structu-ren van prefab betonelementenvoldoen in de praktijk vaak nietaan de eisen van de gebruiker.Een groot deel van deze antislip-problematiek ontstaat door eengebrek aan kennis bij de betrok-ken partijen. Steeds vaker komenin bestekken en opdrachten anti-slipwaarden voor die overgeno-men worden uit de keramischetegelindustrie. Een voorbeeldhiervan: een betonnen trap, bor-desvloer, galerij- of balkonplaatmoet voldoen aan antislipwaardenzoals R12 en V4.De R-waarde geeft de antislip-waarde weer voor de keramischetegelindustrie. Deze R-waarde isverdeeld over 5 groepen gebaseerdop de hoogte van het uitglijdrisico.De schaalverdeling loopt van R9tot en met R13, oftewel van weinigtot zeer stroef.De V-waarde staat voor verdrin-gingswaarde, vari?rend van V4 totV10. Deze waarde staat voor hetvolume van de holle ruimtentussen de bovenkant van hetprofiel en het lagerliggende tegel-gedeelte. Zij geeft de mate vanverdringing aan bij stoffen die hetuitglijdrisico verhogen.De verwijzing naar de R- en V-waarden is echter niet juist. De R-en V-waarden zijn namelijkwaarden die door de Woonkeurboven op het Bouwbesluit als aan-vullende eisen worden gesteld.Deze eisen zijn ter bevorderingvan de gebruikskwaliteit, inbraak-werendheid, sociale veiligheid,toegankelijkheid, flexibiliteit enaanpasbaarheid van de woningenen utiliteitsgebouwen. Wij hebbenop het gebied van prefab beton-nen vloeren vooral met het puntveiligheid te maken.A n t i s l i p e n c o n c u r r e -r e n d e p r o d u c t e nEr zijn vele leveranciers/produ-centen die producten leveren omte gladde steenachtige loopvlak-ken te behandelen en de antislipvan het loopoppervlak te verbete-ren. Te denken valt aan coatingsen antislipmatten, die op steen-achtige oppervlakken kunnenworden aangebracht.De betonindustrie is al eengeruime tijd actief met het pro-duceren van profileringen enstructuren op betonnen loopvlak-ken, bijvoorbeeld trappen, bor-desvloeren, galerij- en balkonpla-ten (foto 1).Het is beter om direct bij de pro-ductie van de prefab betonnenproducten een antislipprofileringaan te brengen, dan om er tijdensgebruik achter te komen dat devloeren te glad zijn. Als devloeren te glad zijn kun je welextra stroefheid aanbrengen doormiddel van coatings en antislipmatten, maar als de antislipprofi-lering bij de productie wordt aan-gebracht scheelt dit geld, overlasten discussie.Er zijn op dit moment geen con-currerende producten, die de anti-slipprofileringen en structurenkunnen vervangen. Wel is ersprake van concurrentie tussen dediverse profileringen en structu-ren zelf. Er zitten grote verschillenin de mate van antislip en deprijzen van de profilering enstructuren.Stroefheid prefabbalkon- en galerijplatenS.G.M. Albers en J.J. ter Bogt, Hogeschool Arnhem Nijmegen*Om veilig inzetbaar te zijn, moeten balkon- en galerijplaten over een correcteloopvlakprofilering beschikken die uitglijden en struikelen zoveel mogelijkvoorkomt. Door het ontbreken van juiste regelgeving en normeringen voorprefab-betonelementen worden echter vaak verkeerde eisen gesteld. Hierdooris het soms alsnog nodig om aanvullende maatregelen als coatings of stralenvan het loopvlak toe te passen.* Afstudeerproject aan de HogeschoolArnhem en Nijmegen, afdeling Built Envi-ronment, faculteit Techniek te Arnhemonder begeleiding van B. Vreman van HCIBetonindustrie te Hengelo (Gld.)1 |Voorbeeld van een pre-fab loopvlak2 |Antislipprofileringonderin een malO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i ePrefabricage74 cement 2007 4P r o d u c t i e w i j z eDe productie van de prefab beton-nen elementen van de HCI Beton-industrie gebeurt in de eigenfabriek in het Gelderse Hengelo.Alle elementen worden op maatgemaakt, het zijn dus geen stan-daard producten. De prefab beton-nen elementen worden in mallengestort, die van hout, staal of vaneen combinatie van hout en staalkunnen zijn. Staal wordt veelaltoegepast indien er van een typeelement repeterende eenhedenmoeten worden gefabriceerd.De elementen worden op de kopgestort, dit betekent dat de zichten loopzijde zich aan de onder-zijde van de mal bevindt.Antislip profileringen worden opmatten aangeleverd en worden inde mal verlijmd, de mattenhebben het contraprofiel van degewenste profilering (fig. 2).Alle prefab elementen voor dewoning en utiliteitsbouw wordenbij de HCI Betonindustrie metzelfverdichtend beton gestort.Zelfverdichtend beton zorgt ermede voor dat de profielen vaneen structuurmat goed vollopenen er geen luchtbellen ontstaan enhet maakt het trillen van demallen overbodig. De productie-wijze van elementen met een anti-slipprofilering verschilt dus nietvan die van traditionele elemen-ten, maar er moet wel een hande-ling extra worden verricht. Eenaandachtspunt bij zelfverdichtendbeton is wel dat de mallen nauw-keuriger moeten worden volge-stort zonder langdurige onderbre-king en ook dat het door destroperige substantie iets moeilij-ker is af te werken.Volgens de documentatie van eentoeleverancier voldoen de struc-tuurmatten aan een waarde R12,dit is niet mogelijk omdat dezenormwaarde niet refereert met detoepassingsdoeleinden van hetproduct. Dat zorgt voor extra ver-warring.M e e t m e t h o d e nDe R- en V-waardenDe R- en V-waarden wordenbepaald met behulp van eenhellend vlak, de zogenoemde`Schiefe Ebene' methodiek (fig. 3).De slipweerstand wordt afgeleiduit die hellingshoek, waarbij een`standaard' proefpersoon metvoorgeschreven schoeisel weg-glijdt. Omdat deze methode teafhankelijk is van variabele facto-ren, waaronder een verschillendmenselijk gewicht, is dezemethode niet geschikt om anti-slipprofileringen en structurenmee te meten. De vergelijkingtussen de R- en V-waarden enantislip van betonnen loopvlakkenis dan ook ongegrond en veroor-zaakt de nodige verwarring.De Nederlandse Technische Afspraak7909De NTA 7909 is een protocol voorbeproeving en eisen voor hetbepalen van de dynamische wrij-vingsco?ffici?nt en legt accepta-bele grenswaarden van deze co?f-fici?nt vast. Er zijn twee soortenwrijvingsco?ffici?nten: een stati-sche en een dynamische.Bij de statische wrijvingco?ffici?ntwordt de kracht bepaald, die nodigis om een voorwerp vanuit stil-stand in beweging te brengen. Bijde dynamische wrijvingco?ffici?ntwordt het afremmend effectgemeten, dus een wrijvingskrachtdie een bewegend voorwerpafremt (het moment dat je uit-glijdt).De wrijvingsco?ffici?nt is teberekenen met:Fw =FNwaarin:Fwis de wrijvingskracht in N;FNis de normaalkracht in N.Floor Slide Control 2000De NTA 7909 schrijft de FSC2000(fig. 4,5) voor als testapparaat.FSC2000 is een mobiel testappa-raat waarmee zowel op locatie alsin een laboratorium metingenkunnen worden uitgevoerd. Er isin de NTA 7909 ook een referen-tiemethode voorgeschreven, dezogenoemde stapsimulator. Destapsimulator is een methodewaarmee alleen testen in een labo-ratorium reproduceerbaar kunnenworden uitgevoerd.De FSC2000 is een apparaat dateen testzool op een stempel meteen normaalkracht van 24 N op deondergrond drukt en die een voor-waartse beweging maakt over eentestafstand van 0,6 m. Om eengoed gemiddelde te krijgenworden er drie metingen met deFSC 2000 uitgevoerd. Tevenswordt er met drie verschillendetestzolen getest: leer, rubber enkunststof.De metingen worden uitgevoerdin droge en vochtige omstandig-heden.O n d e r z o e k p r o f i l e r i n g e nIn samenspraak met de bedrijfs-leider van de HCI Betonindustrieis een selectie van tien verschil-lende profileringen gemaakt,waaronder glad en gestraaldbeton. Van alle profileringen zijnin de fabriek testplaten gefabri-ceerd van 0,8 m x 1,5 m. Later zijndaar nog drie profileringen vaneen andere leverancier en eeneigen ontwikkeling aan toege-voegd; het totaal aantal testplatenkwam hierdoor op 14.Uit de testresultaten van de FSC2000 komen enkele duidelijke ver-schillen naar voren tussen deloopvlakstructuren en -profilerin-gen. Sommige profileringen zijn3 |`Schiefe ebene' methode(illustratie J. ter Bogt)O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i ePrefabricagecement 2007 4 75juist te glad en andere weer testroef, in beide gevallen levert ditgevaarlijke situaties op.Ook blijkt een grote verscheiden-heid aan loopvlakstructuren/-pro-fileringen tijdens de testen nietbinnen de gestelde eisen van deNTA 7909 te blijven. Acht van deveertien (57%) voldoen niet, maarbij vijf van deze profileringen/structuren is de afwijking zoklein, minder dan 3%, dat eensecond opinion geen overbodigeluxe zou zijn. Bij de overige drieprofileringen/structuren is deafwijking zo groot dat hij niet temeten is, de wrijvingsco?ffici?ntis dan groter dan 1.AntislipfactorenGedurende het onderzoek is aande hand van de verkregen testre-sultaten duidelijk gebleken dat erbuiten de wrijvingsco?ffici?nt ookandere factoren invloed hebbenop het uitglijden, struikelen enslippen van personen door tegladde of te stroeve vloeren. Ditonderzoek beperkt zich tot debetonnen loopvlakken.Factoren die invloed hebben opuitglijden en slippen zijn:? wrijvingsweerstand;? voetbekleding;? verontreiniging;? omgevingsfactoren;? waarnemingsvermogen.De NTA 7909;2003 beperkt zichtot de wrijvingsco?ffici?nt van destructuur/profilering van devloeren. Dit is ook logisch omdatandere factoren per situatie varia-bel zijn. Dat betekent echter ookdat de NTA 7909 geen profilerin-gen kan voorschrijven als norm.A a n b e v e l i n g e nBij de keuze van een profileringmoet er rekening worden gehou-den met de volgende onderdelen:? kies een profilering of structuurdie voldoende waterafvoercapa-citeit heeft en die vuil kan afvoe-ren; sommige profileringen enstructuren hebben de neigingoveral vervuiling vast te houden;? kies een profilering of structuurdie slijtvast is; sommige profile-ringen of structuren zijn gevoe-lig voor slijtage en bij intensiefgebruik kan dit gevaren opleve-ren;? kies een neutrale profilering /structuur zodat de tijd geeninvloed op de esthetische afwer-king heeft.T e n s l o t t eOm de antislipproblematiek op telossen, moet er een normeringworden geschreven of moet de NTA7909 verder uitgewerkt worden. Opdie manier weten alle betrokkenpartijen waar ze aan toe zijn enworden er geen zaken meer doorelkaar gehaald of normen benoemddie niet aan het product gerelateerdzijn. Het blijft echter erg ingewik-keld om variabele factoren als voet-bekleding en omgevingsfactoren ineen normering op te nemen. n5 |Uitvoeren van de testenmet de FSC 20004 |De Floor Slide Control2000 meter
Reacties