GJ.M.KosterIngenieurbureau Dwars,Heederik en Verhey NV., AmersfoortVoo.r- en nabezinktanks1Bezinktank bijn? gereedCement XXII (1970) nr. 12InleidingBij de behandeling van het afvalwater wordt gebruik gemaakt van bezinktanks. waarvan doelen plaats in het zuiveringsproces reeds door prof. ir.A. C.J.Koot zijn beschreven (zie blz. 505).In dit artikel zal aandacht worden besteed aan het ontwerpen de uitvoering van deze tanks,waarbij alleen de ronde tanks worden beschouwd omdat voor grote afmetingen, in Nederlandhoofdzakelijk deze vorm wordt toegepast. De rechthoekige tanks die in het buitenland welworden gebouwd, hebben een vrij gecompliceerd slibruimingsmechanisme nodig, terwijl ookde betonconstructie duurder is. Dat dergelijke tanks toch worden toegepast komt voorname-lijk doordat het voor de zuiveringsinstallatie bestemde terrein beter kan worden benut doorhet wegvallen van 'dode hoeken'.Voor een beter begrip van het beschrevene zal eerst aan de hand van fig. 2 de werking vande tank in het kort worden behandeld. Het rioolwater komt via de centrale inlaat in de tank,stroomt langzaam naar de buitenkant en stort na het bezinken van de vaste deeltjes over inde afvoergoot. De bezonken deeltjes worden door de slibruimer over de bodem naar de slib-zak in het midden van de tank geschoven en vandaar afgezogen. Deze slibruimer steunt aan??n zijde op de middenkolom en aan de andere zijde met een wiel op de tankwand. Dit wielwordt door een elektromotor aangedreven en zorgt daarmee voor de beweging van de ruimer.Richtlijnen voor het ontwerpBodemhel/ing: ofschoon weinig bekend is over de gunstige invloed van de bodemhelling opde slibruiming, is een helling van 1 : 12 gebruikelijk. Voor tanks uitgerust met slibafzuiging(stofzuiger), kan de bodem horizontaal blijven.Waterdichtheid: voor zover het in de grond gemaakte tanks betreft, hoeft de constructie nietabsoluut waterdicht te zijn. Voor hooggelegen tanks (fig. 3) geldt dit uiteraard niet, dezemoeten geheel waterdicht zijn omdat lekkages hinderlijk en zichtbaar zijn.Toleranties: het slib dient volledig te worden geruimd, omdat achtergebleven slib op den duurgaat gisten. In verband hiermee mag de ruimer met slechts een geringe speling over de vloerdraaien.De straal van de tank zal op enkele centimeters nauwkeurig moeten zijn. Deze eis is gesteldomdat naast het loopwiel op de wand slechts weinig ruimte aanwezig is en deze ruimte ooknog dient voor het opnemen van lengte-verandering van de ruimer door temperatuurswisse-lingen.De overstortranden van de afvoergoot moeten zuiver horizontaal gesteld kunnen worden omgelijkmatig afvloeien van het water te waarborgen.Onderhoud: voor controle en onderhoud van de tank moet deze op regelmatige tijden wordenleeggezet. Dit leegzetten, waarvoor de grondwaterstand indien nodig moet worden verlaagd,moet op eenvoudige en betrouwbare manier kunnen gebeuren. Hoeft alleen de ruimer teworden gecontroleerd, dan kan dit bij bepaalde ruimerconstructiesgebeuren door deze op tehalen.522SCHEMAwater _ ????? '15 tot SSmvoor- Or Inebezinkrsti):Ifund'ering op sfaalII_:=:=: ..\ . drainaqe\\ I\ I\ 1IIfundering op palenI. I /\ '. - I /\ /\ /. ,iprefab randbalkmetalen gootopprefab betonconsolelicht gewap, vloerprefab randbalkvoorgespannenof betonwandmetalen gootopprefab betonconsolevoegen in de wandspringluikboveneenztch!Figuur 2bavenaanzichfCement XXII (1970) nr. 12 5233Hooggelegen bezinktank fundering op palen fundering op staal4Wandoplegging bij toepassing van een lossewandvoegstriprubber oplegstrokenafwerklaagCement XXII (1970) nr. 12Om een Indruk te krijgen van deafrnetingen van de tanks, kan men stellen dat de diameterals regel varieert van 15 tot 55 m en de kantdiepte van 1,5 tot 2 m. Deze afmetingen wordenoverwegend bepaald door zulvertnqstechnlsche eisen.Constructief ontwerpAlgemeenWanneer men zich voor de opgave geplaatst ziet om een in de grond gelegen waterreservoirte ontwerpen, dan zal men liefst een oplossing kiezen waarmee zoveel rnogelijk een gewonevijver wordt benaderd en waarbij weinig constructief beton benodigd is. Hoewel het bijbezinktanks in verband met de vereiste nauwkeurigheid helaas niet mogelijk is dit principever door te voeren, is het bijv. voor de in fig. 2 geschetste op staal gefundeerde tank wel hetuitgangspunt geweest. De vloer in deze tank bestaat nl. uit losse, licht gewapende beton-platen, die de waterbelasting rechtstreeks op de grond overbrengen. De grondkering langsde rand bestaat uit Lvormlqekeerwanden. Voor het toepassen van deze constructie is eengoede kennis van de ondergrond onontbeerlijk. Door zettingsberekeningen zal moeten wor-den aangetoond dat de maatafwijkingen binnen de gestelde toleranties blijven. Is het door degrondgesteldheid niet mogelijk de bovengenoemde constructie toe te passen, dan zal menover moeten gaan op een onderheide constructie (zie fig. 2) die aanzienlijk duurder is. Menheeft immers niet alleen met de extra kosten van de palen te maken, maar ook zal een zwaregewapend-betonvloer nodig zijn om de watermassa te dragen.Verder kan in geval van twijfel bij de fundatiekeuze nog een tussen-oplossing worden toe-gepast, waarbij de tank is uitgevoerd als een op staal gefundeerde stijve betonnen 'bak'.Hiermee wordt bereikt dat ongelijke zettingen overbrugd kunnen worden.WandconstructieVoor de wandconstructie van de tanks heeft men de keuze uit de volgende mogelijkheden diein principe gelijk zijn voor tanks gefundeerd op staal of palen:a . een wand door verticale voegen verdeeld in stukken die uitkragen vanaf de voetplaat (tankop staal) of de vloer (tank op palen) (zie fig. 2);b. een losse ringwand, met een flexibele oplegstrip, geplaatst op de voetplaat of de vloer (fig. 4);c. een wand die met de voetplaat of de vloer ??n geheel vormt en niet door voeqen is onder-verdeeld.? De onder a gegeven oplossing leidt tot wandafmetingen die alleen afhankelijk zijn van de tekeren grondhoogte en niet van de diameter. Door het aanbrengen van verticale voegen ver-mijdt men immers ringtrekkrachten die de wanddikte be?nvloeden. Het verdient aanbevelingom bij tanks gefundeerd op staal de voetplaat w?l als ??n geheel uit te voeren, om ongelijkezetting te voorkomen.? Oplossing b geeft wandafmetingen die afhankelijk zijn van de kerende hoogte ?n de diameter.Voordelen zijn echter dat er geen krimpspanningen op kunnen treden tussen wand en vloeren dat de mogelijkheid bestaat de wand op eenvoudige wijze voor te spannen. Vooral bijhooggelegen tanks is deze constructie aantrekkelijk omdat zij een minimum kans op scheur-vorming biedt. Als nadeel is te noemen dat een losse ringwand weinig weerstand biedt tegenniet-symmetrische horizontale belasting. Om bij ongelijke grondaanvulling het vervormen vande wand te voorkomen, zullen zonodig extra maatregelen moeten worden getroffen.? Oplossing c ten slotte, ofschoon niet vaak toegepast, valt te overwegen bij de bouw van inde grond gelegen tanks met niet t? grote afmetingen. De extra kosten van de wapeningbenodigd voor het opnemen van krachten ten gevolge van verhinderde krimpverkorting oftemperatuurvariaties, zijn dan niet zo groot en worden geheel of gedeeltelijk gecompenseerddoor het vervallen van voeg- en oplegstrippen.VloerconstructieBij aanwezigheid van goed draagkrachtige grond krijgt men een goedkope oplossing door devloer te maken van losse betonplaten zoals onder 'algemeen' reeds is vermeld. Om krimp-scheuren in deze ca. 10 cm dikke vloer te vermijden, is het raadzaam om de platen niet te5246Voeg in de looprand, de opstaande stekkenmoeten nog tot haken worden omgebogen7Omloopgootduikschot** borgboutCement XXII (1970) nr. 12groot te maken, bijv. 30 tot 40 en een licht wapeningsnet aan te brengen. Om tussen deplaten onderling nog enige samenhang te krijgen, kunnen de voegen worden voorzien vaneen visbek. Als gevolg van het aanbrengen van de voegen is het uiteraard noodzakelijkgeworden om ook de afwerklaag op deze plaatsen te dilateren. Deze voegen worden met kitgevuld, waarmee de vloer waterdicht wordt gemaakt en afbrokkelen van de voegkanten wordtvermeden (fig. 5).Voor een tankvioer op palen zijn er de volgende mogelijkheden:a. een 'vlakke' plaatvloer;b. een paddestoelvloer met ingegraven kolornkoppen:c. een vloer ondersteund door concentrisch gelegen ringbalken.De keuze tussen deze systemen wordt bepaald door de toelaatbare paalbelasting. Past meneen groot aantal licht belaste palen toe, waarbij geen gevaar voor doorponsen bestaat, dan ishet meestal voordelig om een vlakke vloer te kiezen.Bij zwaar belaste palen, die men bijv. toe zal passen als de draagkrachtige laag op grotediepte ligt, leidt deze constructie tot grote vloerdikten en is het voordeliger over te gaan opkolomkoppen of ringbalken.Toepassing van monoliet gestorte vloeren bij grote tanks geeft een vrij grote kans op scheu-ren ten gevolge van uitdrogings- of verhardingskrimp. Om dit te vermijden, wat vooral belang-rijkis bij hooggelegen tanks waar bergruimten onder zijn geprojecteerd, kan de vloer met eenringvoeg losgehouden worden van de slibkegel en met radiale voegen worden onderverdeeld.Wel zal men hierbij moeten zorgen voor het horizontale evenwicht van de vloerdelen. Alsgevolg van de bodemhelling heeft men immers te maken met een horizontale component vande waterdruk.Een beschrijving van de vloerconstructie is niet compleet zonder een nadere beschouwingvan het drainage-systeem eronder. Bij een vloer bestaande uit losse platen zal immers altijdeerst de grondwaterstand moeten worden verlaagd, voordat de tank kan worden drooggezet,omdat de vloer bijna geen weerstand biedt tegen opdrijvende krachten. Het maken van eenvoldoende zware vloer biedt hier geen economische oplossing omdat men dan vervalt invloerdikten van 1 tot 2 m. Bij tanks op palen kunnen de opwaartse krachten soms door trek-palen worden opgenomen en is geen drainage nodig. Het meestal toegepaste drainage-systeem bestaat uit een aantal in concentrische ringen gelegde drainageleidingen, omgevenmet een filter van zand of grind.Deze leidingen zijn elk afzonderlijk verbonden met een pompput van waaruit het drainage-systeem wordt bemalen. Voor het controleren van de grondwaterstand moeten peilbuizenworden aangebracht. Het hele systeem kan men op eenvoudige wijze beveiligen door hetmaken van 'veiligheidskleppen' in de vloer, bijv. door het aanbrengen van een aantal tegelsdie bij een geringe opwaartse waterdruk uit de vloer worden gedrukt.LooprandZoals reeds beschreven, rolt het loopwiel van de slibruimer gedurende de levensduur van detank continu over de bovenzijde van de wand. Om slijtage aan ruimer en wand te beperken,zal men proberen een glad en slijtvast oppervlak te krijgen. Oe oplossing van dit probleem isgevonden door het toepassen van een geprefabriceerde betonnen looprand. bestaande uitdelen van ? 2,50 m lang die 'los' op de wand worden gelegd.Door deze constructie wordt bereikt dat:a. een hoge betonkwaliteit kan worden vereist;b. de rand zuiver op hoogte kan worden gesteld;c. de rand, die bloot staat aan extreme temperaturen, ten opzichte van de wand kan vervormenwaardoor scheuren worden voorkomen.De stukken rand worden slechts aan ??n zijde vastgestort aan de wand, waartoe in de wandstekken zijn geplaatst (foto 6). Het andere eind ligt met een 'vis bek' voor het opnemen vanzijdelingse krachten, los tegen de vastgestorte zijde van het volgende deel. Om aanhechtingvan de rand aan de wand te voorkomen, wordt de onderzijde van de rand met bitumenverfbestreken. De bovenzijde van de aanstorting tussen de randdelen wordt afgewerkt met eenlaagje kunstharsmortel.AfvoergootOm de gelijkmatige stroming in de tank niet te verstoren, is het nodig dat het water steedsover de volle lengte van de goot afvloeit. De overstortranden van de goot zullen dus zuiver'waterpas' moeten liggen, wat slechts bereikt kan worden als de rand nastelbaar is.Verder wordt de goot blootgesteld aan temperatuurswisselingen en zal er dus een expansie-mogelijkheid moeten zijn. In fig. 7is een oplossing gegeven voor een stalen goot die voldoetaan deze eisen. V??r het storten van de wand worden de geprefabriceerde consoles zo goedmogelijk op hoogte gesteld en naar het midden gericht. Met behulp van de bevestigings-bouten door de console kan de goot later worden afgesteld. Door deze bevestigingsbout iseen asje gestoken waarop de goot los, maar wel bestand tegen opwaartse krachten geplaatstwordt. De goot, die in de werkplaats tegen corrosie is behandeld, wordt in delen op de bouw-plaats aangevoerd en door middel van een flenskoppeling met tussengelegen neopreenstriptot ??n geheel verbonden. Op deze manier hoeft op de bouwplaats niet te worden gelast enblijft de bescherming intact.De keuze vaneen stalen goot in plaats van een betonnen goot is voornamelijk gedaan uitesthetische overwegingen. De kosten van beide oplossingen ontlopen elkaar niet veel.525Cement XXII (1970) nr. 12BerekeningDe berekening van de constructie van de tank zal in het algemeen niet veel problemen op-leveren. Daarom zullen hier slechts enkele punten worden behandeld.Slibkegel: deze wordt zo zwaar gemaakt dat ook tijdens de uitvoering, dus zonder centralekolom en ruimer, geen gevaar voor opdrijven bestaat. Dit heeft het voordeel dat de drainageniet onder het diepste punt van de tank hoeft te worden gelegd, wat de uitvoering zeer ver-gemakkelijkt. Meestal leidt deze berekening tot dermate grote wanddikten dat volstaan kanworden met een praktische wapening.Wand: bij toepassing van een niet voorgespannen losse wand zal de betontrekspanning ver-oorzaakt door ringtrekkracht beperkt moeten worden om voortgezette scheurvorming tevoorkomen. Gebruikelijk is een toelaatbare betontrekspanning in de wand ter grootte van dehalve zuivere betontreksterkte.Deze rekenregel, die ook in het buitenland wel wordt toegepast, geeft geen garantie voor eenabsoluut scheurvrije wand, omdat ook andere factoren bijv. temperatuursspanningen een rolspelen. Wel wordt de scheurvorming op deze wijze binnen aanvaardbare grenzen terug-gebracht.Vloer: indien een monoliete vloer wordt toegepast dan is de juiste berekening die voor een'flauwe' kegelschaal, in concentrische ringen ondersteund. Deze berekening kan echter alleenmet de computer worden uitgevoerd. Staan de ondersteuningsringen niet te ver uit elkaar,dan kan met voldoende nauwkeurigheid de kegelschaal worden berekend als een vlakkeronde plaat.Vergelijking met de exacte berekening geeft aan dat de momenten dan aan de veilige kantzijn. Wel zal voor het opnemen van ringtrekkrachten wat extra tangenti?le wapening moetenworden bijgelegd.MaterialenBetonBij het samenstellen van een betonmengsel voor betonconstructies van bezinktanks staatprimair het verkrijgen van een hoge dichtheid. Dit staat in verband met de eis van een rede-lijke waterdichtheid en een hoge weerstand tegen chemische aantasting. Uit sterkte-overwe-gingen is het, vooral bij bezlnktanksqefundeerd op staal, niet altijd nodig dat men ook eenhoge druksterkte verlangt.Omdat echter naast de grootte van het volumegewicht ook de grootte van de druksterkte eenindicatie kan geven over de mate van dichtheid, lijkt het alleszins wenselijk om naast eenopgave van een bepaalde hoeveelheid te verwerken cement per m3beton, ook een minimaledruksterkte te verlangen. Dit mede in verband met het feit dat men bij de berekening vandeze constructies zal moeten uitgaan van een bepaalde betonkwaliteit.Bij het vervaardigen van beton voor deze constructies wordt dan ook de volgende beton-kwaliteit c.q. betonsamenstelling gevraagd.Betonkwaliteit: K 300.Betonsamenstelling:cement - 350 kg hoogovencement per m".toeslagmaterialen - de zeefkromme van het zand-grindmengsel moet bij voorkeur liggentussen de lijnen 1 en 3 van het B.v.-formulier.zetmaat - 6 tot 10 cm.Zoals reeds eerder in dit artikel is vermeld dient men, in het bijzonder bij de verbindingtussen wand en vloer van bezinktanks op staal, bedacht te zijn op een belemmering van dekrimpvervormingen en daardoor een verhoogde kans op scheurvorming. Het lange tijd nathouden van vooral deze onderdelen, verdient daarom ook speciale aandacht.Voor wat betreft het toepassen van een plastificeerder het volgende: het vervaardigen enverwerken van een betonkwaliteit K 300 met 350 kg cement per m", bij het hierboven genoem-de gebied waarbinnen de zetmaat moet blijven, is tegenwoordig een volkomen redelijke eis.Alleen indien men dit beton wil verwerken bij constructie-onderdelen met kleine afmetingen(bijv. een wanddikte < 15 cm) en/of met hoge wapeningspercentages (bijv. > 1%) kanhet zinvol zijn een plastificeerder toe te passen daar men anders te veel water aan het beton-mengsel zou moeten toevoegen. Afhankelijk van bovengenoemde voorwaarden zal men dusper constructie-onderdeel moeten nagaan of toepassing van een plastificeerder verantwoordis!Een ander belangrijk punt bij het samenstellen van het beton mengsel is de vraag of men aldan niet gebruik zal moeten maken van een betonverbeterende hulpstof ter verkrijging vaneen dichter beton. Dit houdt voornamelijk verband met de kans op chemische aantasting vanhet beton door het omringende, agressieve water. Wanneer men zich op dit gebied ori?nteert.zowel in binnen- als buitenland, dan blijken hierover de meningen nogal sterk uiteen te lopen.Bij de een moet in alle beton, dat met rioolwater in aanraking komt, een hulpstof ter verho-ging van de dichtheid worden toegepast, bij de ander hoeft men het zelden of nooit te gebrui-ken. Men krijgt de indruk dat hierbij zowel onwetendheid als traditie een belangrijke rolspelen. Van een eenmaal (gevoelsmatig?) genomen beslissing wordt, gezien de daarmee ver-kregen resultaten, maar moeilijk afgeweken.Het zou beter zijn om de noodzaak van een dergelijke maatregel van geval tot geval werkelijkte bestuderen. Hierbij dient men er echter van uit te gaan dat met een goede betonsamenstel-ling, verwerking en nabehandeling, een beton verkregen kan worden dat 'van nature' reedseen hoge dichtheid zal bezitten. Indien echter de concentratie van agressieve stoffen (bijv.5269Verticale voeg, eerste stort10Verticale voeg, tweede stortCement XXII (1970) nr. 12vetzuren en sterke anorganische zuren en zouten) in het rioolwater te hoog gaat oplopen. zalmen er toe over moeten gaan zijn toevlucht te nemen bij bovengenoemde hulpstoffen. Eenchemische analyse van het rioolwater is dan echter onontbeerlijk!StaalBij die constructies waar beperkte scheurvorming toelaatbaar wordt geacht, heeft men bij debepaling van zowel de staalkwaliteit als de plaats en de vorm van de wapening, rekening tehouden met twee belangrijke factoren, namelijk de economie en de corrosie.? De economie.Daar bij toepassing van staalkwaliteit FeB 40 een minimale staalbesparing van 20% kanworden verkregen (bij het minimale wapeningspercentage) zal deze staalsoort de voorkeurverdienen boven de staalkwaliteit FeB 24. Staal FeB 40 is immers ongeveer 15% duurder danstaal FeB 24.Ondanks het feit dat toepassing van FeB 48, in de vorm van geprefabriceerde wapenlnqs-matten, qua materiaalkosten niet altijd economischer zal zijn dan FeB 24, wordt ook dezestaalkwaliteit toegepast omdat de hierbij verkregen arbeidsbesparing doorslaggevend kanzijn. Of deze geprefabriceerde wapening zinvol kan worden toegepast, is zeer sterk afhanke-lijk van de vorm van de constructie en de mate waarin de hoeveelheid wapening in de con-structievarieert. Zo zullen bij toepassing van een bezinktank op staal, waarvan de wand alsL-wand is ontworpen, zowel de bodemplaten als de wand zich er zeer goed voor lenen. Dit integenstelling tot een bezinktank op palen, waarbij men de wapening in de vloer graag radiaalen tangentiaal wil leggen terwijl vaak zeer variabele wapeningshoeveelheden boven de steun-punten en in de velden aanwezig zullen zijn.? De corrosie.Om het wapeningsstaal zoveel mogelijk tegen corrosie te beschermen, dient men zowel tezorgen voor een voldoende dekking op het staal als voor een beperkte scheurwijdte. Ditlaatste kan verkregen worden door, vooral bij toepassing van de staalsoorten FeB 40 enFeB 48, erop te letten dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van kleine hart op hartafstanden tussen de wapeningsstaven. Dit mag echter niet zo ver gaan dat staven met eendiameter kleiner dan 0 6 mm worden toegepast.Bij het bepalen van de grenzen die aan de betondekking en de scheurwijdte moeten wordengesteld, lijkt het alleszins re?el te handelen conform de eisen die hierover in de GBV'62staan met dien verstande dat rekening moet worden gehouden met een agressieve omgeving.De wandbekistingZoals bij praktisch iedere wand kan ook hier de bekisting worden opgebouwd uit een bekls-tingshuid, horizontale regels en staanders. Afhankelijk van het gewenste uiterlijk van hetbetonoppervlaken van de, bij de aannemer beschikbare materialen op het.moment van uit-voering, kunnen de diverse bekistingsonderdelen vari?ren van geschaafde delen met daar-achter zowel horizontale als verticale baddingen, tot geprefabriceerde bekistingspanelen. Eenkeuze uit deze bekistingsonderdelen en alle varianten daartussen, kan tevens sterk bepaaldworden door het aantal uniforme bezinktanks.Ondanks dat een weloverwogen keuze van de bekistingsopbouw duidelijke financi?le conse-quenties heeft blijkt dat een zo goed mogelijk bekistingssysteem (repetitie in het gebruik vanelementen en/of gehele wandbekistingsdelen) economisch gezien veel belangrijker kan zijn.Ook bij het optimaliseren van het bekistingssysteem zullen beschikbaarheid van materialenen aantal uniforme constructies van invloed zijn. Veelal wordt gebruik gemaakt van het bekis-tingssysteern waarbij de binnenbekisting volledig rondgaand wordt uitgevoerd, terwijl debuitenbekisting een parti?le kist is met een lengte die overeenkomt met bij voorbeeld deafstand tussen de verticale voegen in de wand. Men bereikt hiermee dat enerzijds maatafwij-kingen zowel van de wand in zijn totaliteit als van de plaats van de geprefabriceerde consolesniet in het gedrang komen terwijl anderzijds een aanzienlijke besparing in bekistingsmateriaalkan worden verkregen. Een variant op dit bekistingssysteem is dat ook een parti?le binnen-bekisting toegepast wordt, zij het alleen voor het gedeelte boven de bovenkant van de conso-les waardoor de nauwkeurigheid in eventuele maatafwijkingen niet wordt aangetast, terwijl debesparing van het bekistingsmateriaal nog groter zal zijn. Bij een dergelijke optimaliseringdient men er wel rekening mee te houden dat het storttempo nadelig be?nvloed kan worden.hetgeen in sommige gevallen weer consequenties zal hebben voor de totale bouwtijd.In fig. 8 (blz. 528) is, als voorbeeld, de opbouwen het systeem van de wandbekisting gegevendie toegepast wordt bij de bouw van de bezinktanks van de rioolwaterzuiveringsinstallatie teAmersfoort (aannemer: ABM - NV. te Amersfoort). Zoals tevens moge blijken uit de figuren9 en 10 is bij het ontwerp van deze bekisting gekozen voor een zo veel mogelijk parti?lebekisting.Ondanks dat de onderstaande punten als bekend mogen worden verondersteld, blijkt dat bijzowel het ontwerp als de uitvoering vaak onvoldoende aandacht wordt geschonken aan ondermeer:? de aansluiting van de wand aan de vloerNog maar al te vaak wordt deze verbinding zodanig uitgevoerd dat de kans op het weglopenvan specie groot is. Juist ter plaatse van deze verbinding, waar het maximale wandmomentaanwezig is en waar de grootste kans bestaat op scheurvorming door krimp. moet men527binnenaanzicht8Wandbekistingdrsn. A-Azorgen voor een homogene betonsamenstelling. Door het toepassen van een opstorting opde vloer ter plaatse van de wand, kan de wandbekisting goed tegen het beton worden aan-geklemd zodat bovengenoemd verschijnsel zo veel mogelijk wordt vermeden.? de plaatsing van horizontale en verticale voegstrippenRegelmatig blijkt dat de uiteinden van deze voegstrippen niet zodanig gefixeerd zijn dattijdens het storten verschuiven wordt voorkomen. Het resultaat is dan dat de strip niet in delengte-as van de wand ligt (soms zelfs haaks daarop!) waardoor een waterkerende functienauwelijks wordt verkregen.? de bekistingsdrukken tijdens de betonverwerkingJuist omdat over de grootte van de optredende bekistingsdrukken nog geen eenduidigemening bestaat, doet men er bij het ontwerpen van de bekisting goed aan enige reserves inte bouwen bij de bepaling van het aantal staanders en/of centerpennen. In de praktijk blijktregelmatig dat de grootte van deze drukken steeds weer onderschat wordt!De afwerklaag op de tankvloerGezien de hoge eisen die gesteld moeten worden aan de vlakheid van de vloer van debezinktanks - maatafwijkingen mogen niet groter zijn dan 6 mmover de vloerbreedte en/of3 mm per meter - dient men de afwerklaag dan pas aan te brengen nadat de ruimerbrug isgemonteerd. Met behulp van een stijl- en regelwerk wordt aan de ruimerbrug een rei beves-tigd die over de totale breedte van de tank wordt aangebracht en die zuiver op hoogte kanworden gesteld (foto 12). Deze constructie wordt nu gebruikt als hoogtemaat voor de aan tebrengen uitvullaag en deklaag!11Keerwand in uitvo?ringCement XXII (1970) nr. 1212Het aanbrengen van de afwerklaag528
Reacties