In mei 2011 bezweek een uitkragende galerijvloer van de Antillenflat in Leeuwarden (foto 1). Nadien zijn bij honderden woongebouwen in Nederland uit de periode van voor 1975 de uitkragende galerijen en/of balkonvloeren onderzocht en indien noodzakelijk versterkt. Wat hebben de vele onderzoeken en de diverse uitkomsten ons de afgelopen 10 jaar geleerd?
10 jaar na instorten galerijvloer Antillenflat
Analyse van resultaten onderzoek woongebouwen
1 In mei 2011 stortte een uitkragende galerijvloer van de Antillenflat in Leeuwarden in
1
30? CEMENT 5 20 21
Naar aanleiding van het incident
in Leeuwarden en de uitkomsten
van het technisch onderzoek, heeft
het ministerie van Binnenlandse
Zaken, in overleg met diverse par-
tijen, in 2012 een CUR-publicatie
opgesteld.
Het betreft de CUR-publicatie
248 ? Onderzoek naar en beoordeling van
de constructieve veiligheid van uitkragende
betonnen vloeren van galerijflats. In deze
publicatie is een onderzoeksprotocol be-
schreven dat is opgesteld door een team van
deskundigen van Platform Constructieve
Veiligheid, Rijkswaterstaat, ABT, SGS INTRON,
Adviesbureau Hageman, EconStruct en
Nebest. Dit protocol is mede gebaseerd op
ervaringen uit onderzoeken aan de Antillen-
flat en 11 andere geselecteerde woongebou-
wen in Leeuwarden.
Stappenplan
Uit het onderzoek bij de Antillenflat kwam
naar voren dat de uitkragende galerijvloer
is bezweken door een combinatie van te laag
liggende bovenwapening, hogere belasting op
de galerijvloer en corrosie aan de wapening
door ingedrongen chloriden (dooizouten e.d.).
Om deze reden omvatten de voorgestelde
onderzoeken uit het onderzoeksprotocol de
volgende stappen:
Stap 1: Verkennend onderzoek vloercon-
structie en belastingen
Stap 2: Aanvullend onderzoek naar de
wapening
Stap 3: Constructieve beoordeling
Stap 4: Destructief onderzoek naar moge-
lijke corrosie aan wapening
Stap 5: Aanvullende constructieve beoor-
deling
Het volledige stappenplan staat
in de publicatie van dit artikel op
Cementonline.nl.
Herziene uitgave en onderzoeks-
verplichting
Na de eerste ervaringen en uitkomsten van
onderzoeken, verscheen er in 2014 een nieu-
we uitgave van CUR-publicatie 248. In deze
tweede herziene uitgave wordt nadrukkelij-
ker onderscheid gemaakt tussen uitkragen-
de vloeren aan de galerij- en balkonzijde.
Ook zijn nuanceringen aangebracht in het
onderzoek naar chloridengehalten (die een
minder omvangrijk destructief onderzoek
mogelijk maken) en de mogelijke maatrege-
len naar aanleiding van een onderzoek en
beoordeling zijn benoemd.
Iets later besloot het ministerie van
BZK een onderzoeksverplichting in te stel -
len. Sinds 1 januari 2016 is het wettelijk ver-
plicht dat eigenaren, van gebouwen gebouwd
v
oor 1975, uitkragende betonnen galerij- of
balkonvloeren laten controleren op con -
structieve veiligheid. De onderzoeksverplich-
ting is opgenomen in het nieuwe hoofdstuk
5a, artik
el 5.11 'onderzoeksverplichting zorg -
plicht'. Voor 1 juli 2017 moest het onderzoek
v
oor alle galerijflats zijn uitgevoerd.
Afstudeeronderzoek
Na het verschijnen van de CUR-publicatie zijn
verschillende gebouweigenaren in Nederland
voortvarend aan de slag gegaan om de uit-
kragende (galerij)vloeren van honderden
woongebouwen in Nederland te laten onder-
zoeken. Ingenieurs- en adviesbureau Nebest
onderzocht maar liefst 552 woongebouwen
(fig. 3). Brandon van Ostaden, student
MARINUS POELERT
Senior adviseurNebest B.V.
ING. WOUTER VAN DEN BERG
Specialist duurzaamheid en innovatieNebest B.V.
BRANDON VAN OSTADEN
ZVIT
1)
1) Tijdens het schrijven van dit artikel was
Brandon van Ostaden student Technische
Informatica aan de Avans Hogeschool auteurs
In mei 2011 bezweek een uitkragende galerijvloer van de Antillenflat in Leeuwarden (foto 1).
Nadien zijn bij honderden woongebouwen in Nederland uit de periode van voor 1975 de uitkragende galerijen en/of balkonvloeren onderzocht en indien noodzakelijk versterkt.
Wat hebben de vele onderzoeken en de diverse uitkomsten ons de afgelopen 10 jaar geleerd?
CEMENT 5 2021 ?31
229; 41%
158; 29%
165; 30%
balkon galerij beide
Technische Informatica aan de Avans
H
ogeschool, analyseerde als onderdeel van
zijn
a
fstuderen de bevindingen uit deze
vele
onderzoek
en. Hieronder worden voor
v
erschillende onderdelen de resultaten
van dat onderzoek besproken.
Noodzaak onderzoek balkon-
vloeren
Over galerijvloeren is de CUR-publicatie
ondubbelzinnig; die moeten altijd worden
onderzocht. De publicatie gaf echter ruimte
voor interpretatie over de noodzaak van onderzoek aan uitkragende balkonvloeren.
Reden hiervoor was het lagere risicoprofiel
van deze vloeren, gezien het vaak minder
intensieve gebruik ten opzichte van galerij-
vloeren en hiermee de kans op strooizouten.
In mei 2016 wordt opheldering gegeven door
de opstellers van de CUR-publicatie waarin
de onderzoeksplicht voor balkonvloeren
nader is gespecificeerd. Op basis hiervan
zijn vier categorieën te onderscheiden:
1
Onderzoekv
erplichting bij galerijflats met
uitkragende galerijvloeren.
2
Onderzoekverplichting (artikel 2.4) bij gale-
rijflats* met uitkragende balkonvloeren die:
direct aan de kustlijn liggen (tot 10 km uit
de kust);
groter zijn dan de galerijvloeren (afwijkende
afmetingen en met name groter);
onderzocht moeten worden wanneer de
galerijvloeren niet voldoen.
3
Zorgplicht en aan te be
velen ook te onder-
zoeken (geen verplichting):
uitkragende vloeren portiekflats/laag-
bouw** direct aan de kustlijn (tot 10 km uit
de kust);
uitkragende vloeren portiekflats/laag-
bouw** met uitkraging groter dan 1,0 m en
langer dan 3 m;
2 De bezweken plaat van de Antillenflat
3 Verdeling onderzochte woongebouwen met uitkragende balkon- en/of galerijvloeren
ONDERZOEKSOPZET
Brandon van Ostaden studeerde in
2020 af aan de Avans Hogeschool in de
studierichting Technische Informatica.
Als afstudeeropdracht analyseerde hij
de CUR 248-onderzoeken aan 552
woongebouwen die Nebest de afgelo-
pen jaren onderzocht. Hierbij stond de
volgende hoofdvraag centraal:
'In hoeverre kan software geschreven
worden om op een efficiënte manier alle
CUR-publicatie 248-onderzoeken binnen
Nebest te ontsluiten uit documenten
geproduceerd door middel van de
Microsoft Office-suite en te analyseren
voor publicatiedoeleinden?'
Voor zijn onderzoek maakte hij gebruik
van een combinatie aan systemen:
Spacy, Python en Power Bi om data snel
en adequaat te kunnen analyseren. De
resultaten zijn handmatig gecontroleerd.
- Spacy: Artificial intelligence technieken
om verbanden tussen woorden en
samenstelling van teksten te kunnen
analyseren.
- Python: programmeertaal waarmee
data uit individuele rapporten is gehaald
en de elementen uit Spacy worden aan-
gesproken.
- Power Bi: visualisatie van verzamelde
data en resultaten.
2
3
32? CEMENT 5 20 21
uitkragende vloeren die permanent zwaar
zijn belast, b.v. gemetselde of betonnen
borstwering.
4
Alg
emene zorgplicht; geen onderzoekver-
plichting, wel te allen tijde een wettelijke
zorgplicht.
Hierbij is aangegeven dat onder een galerijflat
wordt verstaan een (flat)gebouw waarin zich
twee of meer galerijen boven elkaar bevinden.
Onder laagbouw wordt verstaan woongebouw/
woning van twee woonlagen met slechts één
galerij- of balkonvloer.
Resultaten afstudeeronderzoek? De resulta-
ten uit het afstudeeronderzoek laten een
ander beeld zien met betrekking tot de
noodzaak van onderzoek aan balkonvloeren.
Van de in totaal 229 onderzochte woonge-
bouwen met enkel balkonvloeren bleken er
circa 48 niet te voldoen voor de korte termijn
(afkeurniveau conform NEN 8700 voor be-
staande bouw) en 61 voor de langere termijn
(verbouwniveau). Daarnaast werden bij 38
van de onderzochte woongebouwen met balkonvloeren waar ook chlorideonderzoek
werd uitgevoerd chloridegehaltes > 0,4% m/m
ten opzichte van de cementmassa aange-
troffen.
Wapeningsconfiguratie
Volgens CUR-publicatie 248 moeten vooraf-
gaand aan de metingen, een onderzoek op
locatie, een archiefonderzoek en dossierstu-
die worden uitgevoerd, met name naar de
opgegeven wapening en staalkwaliteit van
de wapening in de uitkragende vloeren.
Resultaten afstudeeronderzoek? Uit het af-
studeeronderzoek kwam naar voren dat het
per gemeente verschilt welke informatie er
wel of niet beschikbaar is. Wel zijn bij woning -
corporaties vaak nog stukken aanwezig, be-
halve bij woningbouwverenigingen die zijn
samengegaan waar tijdens fusie archief-
stukken verdwenen zijn. Uit de door Nebest uitgevoerde onder-
zoeken op locatie kwam naar voren dat de
bovenwapening veelal laag in de vaak dunne
constructievloer ligt, zoals ook al was
De resultaten uit
het afstudeer -
onderzoek laten
een ander beeld
zien met
betrekking tot de
noodzaak van
onderzoek aan
balkonvloeren
4 6
5
4 Onderstempelde balkonvloeren
5, 6 (Put)corrosie op de wapening CEMENT 5 2021 ?33
geconstateerd bij de Antilllenflat. Dit gold
met name bij dunne uitkragende vloeren,
gerealiseerd begin jaren zestig, met losse
staven en enkel bovenwapening, dus zonder
onderwapening. Regelmatig werden deze
vloeren afgekeurd. Er werd niet voldaan aan
het gewenste verbouwniveau en ook niet
aan het wettelijk vereiste afkeurniveau. Een van de oorzaken is dat ten tijde
van de bouw van de vloeren alleen werd
gerekend met een vlaklast van 3,0 kN/m².
Conform CUR-publicatie 248 moet voor de
beoordeling van de uitkragende vloeren,
naast een lagere vlaklast (2,0 of 2,5 kN/m²),
worden gerekend met een puntlast van 3,0 kN
en een lijnlast van 5,0 kN/m' op 0,1 m van
de vrije rand. Uit de controleberekeningen
volgde vaak dat werd voldaan aan de lagere
vlaklast, maar dat niet werd voldaan aan de
opgelegde punt- en/ of lijnlast. Uit verschillende gesprekken kwam naar
voren dat meerdere, vaak ervaren construc-
teurs moeite hadden uitkragende vloeren
hierop af te keuren. De vloeilijnentheorie,
waarbij de punt- en lijnlasten worden ver-
spreid via de verdeelwapening, bood vaak
nog een uitkomst waarbij de uitkragende
vloeren wel voldeden. Ook rekenen met een
hogere staalspanning en/of hogere beton-
druksterkte, op basis van uitgevoerde trek-
en drukproeven, leidde vaak tot goedkeu-
ring.
Ingedrongen chloriden
Het onderzoek naar aanleiding van het inci-
dent bij de Antillenflat liet zien dat een com-
binatie van scheuren in de kritische zone
v
an de uitkragende vloer en het van buitenaf
indringen van chloriden (dooizouten e.d.),
waardoor (put)corrosie op de wapening ont -
staat, een onveilige situatie kan veroorzaken.
In dit geval moet de constructeur,
conform stap 3.3 uit het stappenplan, bij uit-
kragende galerijvloeren rekenen met een
theoretische gereduceerde wapeningdoor-
snede. Veelal voldoet de uitkragende con-
structie hierbij niet. De volgende stap is
onderzoek naar het chloridegehalte in het
beton en dan met name ter hoogte van de
wapening, waarbij kan worden beoordeeld
of er een mogelijke kans is op chloridegeïni-
tieerde wapeningcorrosie. Aan de hand van
een kernboring Ø50 mm schuin in de kim
van de constructie, tussen de wapening
door, wordt van de uitgenomen kern in het
laboratorium het chlorideprofiel bepaald en
wordt visueel beoordeeld of een scheur aan-
wezig is. De in de NEN-EN-206-1 gestelde grens-
waarde voor het maximaal toegestane per-
centage chloriden in nieuw beton ligt op
0,4% m/m (ten opzichte van de cementmas-
sa). Bij chloridegehaltes van circa 0,4% tot
1,0% m/m, ter plaatse van de wapening, is er
een verhoogd risico op het ontstaan van
chloridegeïnitieerde wapeningscorrosie. Het
daadwerkelijk optreden van corrosie wordt
voor een deel bepaald door andere factoren,
zoals de kwaliteit van de betondekking, het
carbonatatiefront in het beton en voldoende
vocht en zuurstof. Bij chloridegehaltes van
meer dan 1,0% m/m ter plaatse van de
Uit de onder-
zoeken kwam
naar voren dat
de bovenwape-
ning veelal laag
in de dunne
constructievloer
ligt
7
7 Geografisch weergave aangetroffen chloridegehaltes 34? CEMENT 5 20 21
243116193
0
50
100 150 200 250
300
Voldoen Voldoen niet Onbekend
187
168197
150 155
160
165 170 175
180
185
190
195
200
Voldoen Voldoen niet Onbekend
Wanneer
verhoogde
chloride
waarden
zijn aangetroffen,
maar geen
noemenswaar-
dige corrosie
aanwezig is, is
het van belang
de constructie in
de toekomst te
blijven monitoren
wapening is het ? op termijn ? ontstaan van
chloridegeïnitieerde wapeningscorrosie
aannemelijk.
Is het chloridegehalte ter hoogte van de
wapening hoger dan 0,4% m/m, dan is de
volgende stap uit het protocol onderzoek
naar mogelijke corrosieactiviteit aan de wa-
pening, aan de hand van potentiaalmetingen
over een groter gebied. Hierbij wordt contact
gemaakt met de wapening en wordt met een
referentie-elektrode het potentiaalverschil
gemeten tussen de wapening en de referentie-
elektrode. Sterk negatieve potentialen duiden
hierbij op een grote waarschijnlijkheid van
corrosieactiviteit. Minder negatieve poten-
tialen duiden op een lage waarschijnlijkheid
van corrosie. Om hier meer duidelijkheid
over te verkrijgen wordt op enkele locaties,
aan de hand van de potentiaalverschillen,
de wapening vrijgemaakt om visueel te
beoordelen of er daadwerkelijk corrosie
aanwezig is, met mogelijke staalafname tot
gevolg.
Resultaten afstudeeronderzoek? In het la-
boratorium van Nebest zijn voor onderzoek
bij uitkragende vloeren vele chlorideprofie-
len bepaald. Opvallend is dat de resultaten
per onderzochte vloer vaak verschillen bij
één en hetzelfde woongebouw. Deze ver-
schillen betreffen met name de ingedrongen chloriden, ontstaan door een gebrekkige
afwerking op de vloer, strooigedrag (dooi-
zout) en gebruik van chloorhoudende
schoonmaakmiddelen door bewoners en/of
beheerders.
Uit de vele potentiaalmetingen is
gebleken dat, ondanks verhoogde chloride-
waarden, het aantal gecorrodeerde wape-
ningstaven vaak beperkt is en zich veelal
rond de hemelwaterafvoeren concentreert.
De vaak lagere ligging van de wapening heeft
er hierbij voor gezorgd dat er voldoende be-
tondekking op de wapening aanwezig is. Het
percentage vocht rond de wapening was
hierbij vaak beperkt en het alkalische be-
schermende milieu nog aanwezig. Opvallend is dat bij uitkragende vloe-
ren, met onder- en bovenwapening die reken -
kundig veelal voldeden, vaker corrosie is
aangetroffen. Recente voorbeelden hebben
laten zien dat hierbij de beschermende be-
tondekking op de wapening onvoldoende is.
Vaak minder dan 15 mm. Dit heeft, wanneer
in het verleden de dekvloer of afwerking is
vervangen, regelmatig geleid tot het lokaal
beschadigen van de betondekking en soms
ook de wapening. Dit is visueel veelal direct
zichtbaar na het verwijderen van de dek-
vloer (afschotlaag). Potentiaalmetingen wor-
den daarom bij voorkeur uitgevoerd op het
constructiebeton. Daarnaast geldt dat vooraf -
gaand aan potentiaalmetingen kunst-
8a 8b
8 Aantal woongebouwen dat wel en niet voldeed voor de korte termijn (a) en langere termijn (b)
Referentietermijn 1 jaar Referentietermijn 30 jaar
CEMENT 5 2021 ?35
harsgebonden (isolerende) lagen moeten
worden verwijderd.
Bij de in totaal 552 onderzochte woongebou-
wen werd in 176 van de gevallen een verhoogd
chloridengehalte aangetroffen boven 0,4%
m/m. Bij 46 van de 176 werd ook daadwerke-
lijk wapeningscorrosie in de vorm van afname
aangetroffen. De kaart in figuur 7 geeft de
aangetroffen chloridegehaltes geografisch
weer.
Herstelmaatregelen en monitoring
Wanneer de uitkragende vloeren niet voldoen
aan het wettelijk vereiste afkeurniveau of
het gewenste verbouwniveau (lange termijn),
moeten ze worden vervangen of versterkt.
Figuur 8 geeft een overzicht van de in totaal
552 onderzochte woongebouwen, met het
aantal woongebouwen dat wel en niet vol-
deed voor de korte termijn (afkeurniveau)
en langere termijn (verbouwniveau).Voor het constructief herstel van uit-
kragende vloeren zijn al diverse methoden
ontwikkeld en op de markt gebracht. Wan-
neer verhoogde chloridewaarden zijn aan-
getroffen, maar geen noemenswaardige
corrosie aanwezig is, is het van belang om
de betreffende constructie in de toekomst te
blijven monitoren. Wanneer corrosie is aan-
getroffen aan de wapening, moet deze wor-
den gestopt door middel van bijvoorbeeld
kathodische bescherming.
Onverantwoord
De afgelopen 10 jaar zijn er vele honderden
galerijflats met uitkragende vloeren onder-
zocht, constructief versterkt of rekenkundig
goedgekeurd. Ook voor portiekflats met
balkonvloeren geldt dat deze te allen tijde
moeten voldoen aan de hiervoor vigerende
normen. Volgens het Bouwbesluit heeft
iedere gebouweigenaar hierbij een 'zorg-
plicht', om ervoor zorg te dragen dat als ge-
volg van de staat van een bouwwerk, open
erf of terrein, geen gevaar voor de gezond-
heid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt.
Onwetende gebouweigenaren laten beslissen
over deze constructief soms moeilijk zicht-
bare risico's is volgens de specialisten van
Nebest on
v
erantwoord. De al langer door de
onderzoeksraad bepleite APK voor gebou-
wen zou hierin uitkomst kunnen bieden. Overigens is de al in ontwikkeling zijnde
NTA voor
periodiek
e keuring constructieve
veiligheid vooralsnog vooral gericht op grote
publieke gebouwen. Met betrekking tot de kans op het ont-
staan en/of de toename van wapeningscor-
rosie is periodiek onderzoek en monitoring
essentieel. Niet alleen de afwerking (afdich-
ting) op de vloer moet hierbij op een hoog
niveau worden gehouden, maar ook monito-
ring naar mogelijke corrosie en periodieke
inspectie naar gebreken moeten worden
opgenomen in de MJOP (meerjarenonder-
houdsplanning). Bij (verdere) staalafname
door corrosie zal de constructieve veiligheid
van reeds onderzochte vloeren namelijk
alsnog in het geding kunnen komen.
36? CEMENT 5 20
21
Naar aanleiding van het incident in Leeuwarden en de uitkomsten van het technisch onderzoek en enkele daaruit voortgekomen vervolgonderzoeken, heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken, in overleg met diverse partijen, in 2012 een CUR-publicatie opgesteld. Het betreft de CUR-publicatie 248 – Onderzoek naar en beoordeling van de constructieve veiligheid van uitkragende betonnen vloeren van galerijflats. In deze publicatie is een onderzoeksprotocol beschreven dat is opgesteld door een team van deskundigen van Platform Constructieve Veiligheid, Rijkswaterstaat, ABT, SGS INTRON, Adviesbureau Hageman, EconStruct en Nebest. Dit protocol is mede gebaseerd op ervaringen uit onderzoeken aan de Antillenflat en 11 andere geselecteerde woongebouwen in Leeuwarden.
Uit het onderzoek bij de Antillenflat kwam naar voren dat de uitkragende galerijvloer is bezweken door een combinatie van te laag liggende bovenwapening, hogere belasting op de galerijvloer en corrosie aan de wapening door ingedrongen chloriden (dooizouten e.d.). Om deze reden omvatten de voorgestelde onderzoeken uit het onderzoeksprotocol de volgende stappen:
- Stap 1: Verkennend onderzoek vloerconstructie en belastingen
- Stap 2: Aanvullend onderzoek naar de wapening
- Stap 3: Constructieve beoordeling
- Stap 4: Destructief onderzoek naar mogelijke corrosie aan wapening
- Stap 5: Aanvullende constructieve beoordeling
Het volledige stappenplan is hier te vinden.
Reacties