Bij de realisatie van kunstwerken bestaat doorgaans de wens de constructiehoogte te beperken en de verkeershinder te minimaliseren. Het prefab brugsysteem 3P, dat enkele jaren geleden is ontwikkeld, komt tegemoet aan die wensen. Daaraan is ook het 4P-systeem toegevoegd, waarbij onderslagbalken achterwege kunnen blijven.
thema
3P-/4P-systeem
3 2 0 12
52
thema
3P-/4P-systeem
Bij de realisatie van kunstwerken bestaat doorgaans
de wens de constructiehoogte te beperken en de
verkeershinder te minimaliseren. Het prefab brug-
systeem 3P, dat enkele jaren geleden is ontwikkeld,
komt tegemoet aan die wensen. Daaraan is ook het
4P-systeem toegevoegd, waarbij onderslagbalken
achterwege kunnen blijven.
Extra voorspanning reduceert constructiehoogte en verkeershinder
Kokerliggersysteem
Het kokerliggersysteem voor de bouw van prefab brugdekken
is ontwikkeld in de jaren tachtig. Het voorzag in rechthoekige
profielen met een breedte van 1180 mm. De maximale hoogte
was circa 1400 mm. De kokerliggers werden met een kleine
voegafstand van minimaal 20 mm en maximaal 200 mm naast
elkaar geplaatst. De zijvlakken van de liggers waren aan de
bovenzijde voorzien van een sponning. Deze ruimte werd na
plaatsing gevuld met betonspecie. Na verharding kon dwars
voorspanning worden aangebracht en gespannen. Hiermee was
een statisch bepaald brugdek gerealiseerd. Brugdekken gecon
strueerd met kokerliggers boden zo interessante voordelen ten
opzichte van de tot dan toe gangbare prefab brugsystemen,
waarbij vaak nog druklagen en verbindingen in het werk
moesten worden aangebracht. De kokerliggers maakten
3P-/4P-systeem3 2 0 12
53
constructies mogelijk met een slankheid van 30 (verhouding
overspanning/constructiehoogte). Bovendien kon de bouwtijd
aanzienlijk worden verkort, omdat geen druklagen en verbin
dingen meer nodig waren.
In de jaren negentig is het kokerliggersysteem verder door
ontwikkeld. Het systeem kwam tegemoet aan de toenemende
wens meer aandacht te besteden aan de esthetica. Er konden
immers slanke brugdekken worden verkregen met toepassing
van afgeschuinde randliggers. Ook de ontwikkeling van de
horizontaal gebogen kokerligger sluit hierop aan.
De volgende vraag was: Hoe kon worden ingespeeld op de
bijkomende wens naar steeds toenemende overspanningsleng
ten? Deze wens kwam voort uit de doelstelling viaducten zoveel
mogelijk verkeershindervrij te bouwen en dus zo weinig moge
lijk tussensteunpunten toe te passen. Deze uitdaging werd
vergroot doordat regelgeving zwaardere belastingeisen ging
stellen (overgang van VOSB verkeersbelastingen naar Europese
belastingen, zoals vooruitlopend in de ROBK5 vastgelegd).
Nieuwe ontwikkeling
Om een antwoord op deze ontwikkelingen te geven, is gezocht
naar een nieuw systeem. Het vertrekpunt was het bestaande
SKKkokerliggersysteem. Dit systeem kent kokerliggers met een breedte van inmiddels 1480 mm en hoogten van 700 mm
tot 1600 mm. Er kon een slankheid van circa 30 à 32 mee
worden gerealiseerd. Doel was deze slankheid met 15% te
vergroten, ondanks de zwaardere belastingeisen. Daarnaast was
er ook behoefte de toename van het liggergewicht te beperken,
omdat de bestaande infrastructuur begrenzingen stelt aan de
transportgewichten.
Statisch onbepaald
Door een dekconstructie van minstens twee overspanningen
statisch onbepaald te maken ? dus door de beide dekconstruc
ties buigstijf met elkaar te verbinden ? worden buigende
momenten ten gevolge van de uitwendige belasting anders over
de constructie verdeeld dan bij nietverbonden overspannin
gen. Het veldmoment wordt kleiner maar er treedt wel een
steunpuntsmoment op. De verkleining van het veldmoment is
gunstig, omdat de maatgevende doorsnede van een ligger ter
plaatse van het veldmidden minder wordt belast. Dit is aanlei
ding om de liggerhoogte te reduceren.
Echter, bij een bouwwijze met prefab liggers is het effect
hiervan op de constructiehoogte bij grote overspanningen
beperkt, omdat een ligger eerst als statisch bepaalde ligger op
twee steunpunten wordt geplaatst en pas daarna buigstijf wordt
verbonden. Daar komt bij dat bij grote overspanningen het
1
ir. Kees Quartel
Spanbeton BV 1
Kruising van de A59 met
de nog om te leggen
Zuid-Willemsvaart bij
Rosmalen, 4P-systeem
3P-/4P-systeem
3 2 0 12
54
thema
3
3P-/4P-systeem3 2 0 12
55
2
2 Lage Weide in de A2, 3P-systeem
3 Montage van de SKK1500-liggers (A59 ? Zuid-Willemsvaart)
Voorbeeld 1: A2, KW11
Het eerste project (in 2006) waar dit 3P systeem is toegepast,
was een kunstwerk ten behoeve van de verbreding van de A2
tussen Holendrecht en Maarssen (KW11), dat de A2 kruist ter
hoogte van Nieuwer Ter Aa. Dit kunstwerk bestaat uit drie
overspanningen. Aanvankelijk voorzag het referentieontwerp
in twee in situ eindoverspanningen en een middenoverspan
ning over de (nog oude) A2 met prefab kokerliggers die door
middel van tandconstructies op uitkragingen zouden dragen.
In goed overleg met de aannemer, zijn adviseur en Rijkswater
staat is besloten het oorspronkelijk ontwerp te wijzigen naar
een toepassing met SKK1300kokerliggers volgens het
3P systeem, met het overspanningsschema 44,8 46,2 44,9 m.
De slankheid van de grote overspanning is hierbij 35,5.
Voorbeeld 2: A2, Lage Weide
Spoedig (in 2007) volgde een tweede project, ook over de A2,
bij Lage Weide ter hoogte van Maarssen.
In het oorspronkelijk ontwerp van Rijkswaterstaat waren vier
overspanningen opgenomen van circa 24 m, in situ te realise
ren. Vanwege logistieke redenen en beperkte beschikbare
bouwtijd is dit gewijzigd in twee overspanningen van circa
47,8 m. De constructiehoogte moest daardoor echter wel zo
gering mogelijk zijn. Daarom heeft Rijkswaterstaat gekozen
voor het 3P systeem. Het viaduct bestaat uit twee parallelle
dekken, ieder met twee overspanningen met SKK1350liggers.
De bereikte slankheid is 35,4.
4P-systeem
In 2007 is het 3P systeem uitgebreid naar het 4P systeem.
Aanleiding hiertoe was de kruising van de A59 met de nog om
te leggen ZuidWillemsvaart bij Rosmalen. Maar in feite was
het een antwoord op een door ontwerpers lang gekoesterde
wens de esthetisch onaantrekkelijke onderslagbalken bij prefab
liggerdekken te voorkomen.
Het project betrof de aanleg van twee identieke parallelle
bruggen met drie overspanningen, elk circa 20 m breed. De
vereiste doorvaarthoogte en de al vastgelegde hoogteligging
van de A59 maakten een zeer slanke constructie van de
hoofdoverspanning van 53 m bij dit project noodzakelijk. De
zijoverspanningen waren circa 35 m en 50 m. De constructie
hoogte mocht niet meer dan 1,5 m bedragen. Voor het ontwerp
waren de vormgevingseisen voor de A2 Rondweg Den Bosch
van toepassing. Hierin was ondermeer bepaald dat er geen
dragende constructiedelen, anders dan kolommen, onder het
brugdek zichtbaar mochten zijn. Daarmee waren pijlerbalk
constructies uitgesloten. In verband met de korte bouwtijd
bleek een in situ bouw geen optie en is gezocht naar een prefab
constructie.
eigen gewicht al gauw 60% van de totale belasting vertegen
woordigt. Het buigstijf verbinden heeft dan alleen nog een
beperkende werking voor de overige 40% van de belasting.
Hier komt bij dat bij uitvoering met passieve wapening een
verzwakking van de buigstijve verbinding optreedt door
scheurvorming aan de bovenzijde van de constructie ter
plaatse van het middensteunpunt.
3P-systeem
Het op traditionele wijze uitvoeren van een buigstijve verbinding
(met passief betonstaal) heeft dus onvoldoende effect. De oplos
sing is gezocht in het benutten van de goede eigenschappen van
beton (hoge druksterkte) en voorspanstaal (hoge treksterkte). Bij
deze oplossing wordt ? na de primaire voorspanning in de ligger
bij het productieproces volgens het langebanksysteem (1P) en de
dwarsvoorspanning (2P), waarmee de liggers tot één constructief
brugdek worden samengesteld ? een extra, derde fase voorspan
ning aangebracht (3P). Hierbij worden de dekken (minimaal
twee) in langsrichting buigstijf verbonden door langsnaspanning.
Door deze langsnaspanning een slim verloop te geven over de
lengte van de dekken wordt bovendien een omhoog gerichte
belasting uitgeoefend die reducerend werkt op de belasting uit
eigen gewicht. Daardoor wordt extra draagvermogen voor de
nuttige belasting verkregen.
De langsnaspanning wordt verankerd boven de eindopleggingen
en bevindt zich daartussen in de holle ruimte van de kokerliggers.
We spreken daarom van uitwendige of externe voorspanning,
omdat de kabels en kabelomhullingen niet met beton zijn
omgeven. Spanbeton heeft deze techniek ontwikkeld samen met
partner Dywidag Systems International, die ook de uitvoering van
de spanwerkzaamheden op de bouwplaats verzorgt.
thema
3P-/4P-systeem
3 2 0 12
56
4 4P-systeem: geen pijlerbalken (A59 ? Zuid-Willemsvaart)foto's: Ineke Key / Spanbeton BV
Per brug kon na zes dagen montage worden begonnen met het
vullen van de langsvoegen en de voegen in dwarsrichting ter
plaatse van de liggereinden, ten behoeve van de inwendige
pijlerbalk. Vervolgens werd de dwarsvoorspanning aangebracht
in zowel dek als inwendige pijlerbalken. Daarna kon een begin
worden gemaakt met het doorkoppelen van de onderlinge
overspanningen tot één statisch onbepaalde constructie. Hier
voor worden kopvoegen tussen de velden onderling gevuld,
waarna de langsvoorspanning kon worden aangebracht. Ten
slotte zijn de omhullingen van de langsvoorspankabels geïnjec
teerd.
De montage van de liggers en het aanbrengen van de diverse
voorspansystemen heeft per brug bij elkaar slechts zes weken in
beslag genomen. Hierna is het brugdek op de definitieve opleg
gingen geplaatst en kon de tijdelijke ondersteuning worden
verwijderd.
Tot slot
Het moderne bouwen vereist de beschikbaarheid van bouw
systemen die op eenvoudige wijze tot een eindproduct leiden.
De kernwaarden daarbij zijn: snel, hindervrij bouwen en
esthetische waarde. Door een slimme combinatie van hoog
waardig beton, verschillende voorspansystemen en maximale
prefabricage is hierop ingespeeld met de ontwikkeling van het
3P en 4P systeem.
?
Het realiseren van een brugdekoverspanning van 53 m met een
constructiehoogte van 1,50 m is geen standaardwerk. De
gevraagde slankheid van 35,3 bleek met SKK1500liggers haal
baar, maar er kwam een uitdaging bij: geen pijlerbalken!
Omdat de liggers ter plaatse van de middensteunpunten bij het
3Psysteem kop aan kop worden geplaatst, met inachtname van
een voeg van maximaal 100 mm, was de toepassing van een
brede natte knoopverbinding geen optie, nog afgezien van de
hiervoor benodigde bouwtijd. Daarom is wederom een oplos
sing gezocht die wordt gekenmerkt door een maximale uitnut
ting van hoogwaardig beton en voorspanning.
Dit hoogwaardige beton is toegepast in de massieve ligger
einden van de kokerliggers. Door de voegen in dwarsrichting
tussen deze liggereinden lokaal over de gehele hoogte te
vullen en voor te spannen (4P), wordt als het ware een inwen
dige pijlerbalk verkregen die de oplegkrachten over de kolom
men kan verdelen. Zo ontstond het 4P systeem, waarbij het
brugdek via rubberopleggingen direct rust op ronde kolom
men. Deze werkwijze vereist wel de inzet van tijdelijke onder
steuningsconstructies waarop de kokerliggers worden
geplaatst.
De zwaarste liggers hadden een gewicht van 140 ton en zijn per
as aangevoerd. De liggers zijn met grote nauwkeurigheid en
zeer geringe onderlinge afstand gemonteerd.
4
Reacties