In de prefab brandwandpanelen van de busremise Breda is het wapeningsstaal volledig vervangen door basaltvezelwapening. Hierdoor wordt een 31% lagere milieubelasting op de wapening bereikt (in productiefase, ofwel LCA-fase A1 t/m A3). De eigenschappen van basaltvezelwapening verschillen in bijna alle opzichten van wapeningsstaal. Het rekenen met basaltvezelwapening vergt daarom extra aandacht.
1 Productie brandwandpanelen met basaltvezelwapening
Basaltvezelwapening voor busremise
Basaltvezelwapening in brandwanden busremise Breda:
van materiaaleigenschappen tot constructieve berekening
1
28? CEMENT 3 2024
In beton wordt veel wapenings-
staal toegepast.
Gemiddeld 44 kg staal
per m³ beton [1], op een totale betonhoeveel -
heid van circa 14 miljoen m³ per jaar [2]. Wa -
peningsstaal heeft verschillende voordelen:
eenvoudige verwerking, goede vervormbaar-
heid, lange levensduur bij goede bescher-
ming, goede samenwerking met beton en
uitgebreide ervaring in het gebruik ervan.
Met gewapend beton kunnen indrukwek -
kende bouwwerken worden gemaakt. De
keerzijde van staal is echter de hoge milieu-
impact bij de productie, de enorme prijs-
fluctuaties en het risico op corrosie. Vanwege de groeiende vraag naar ver-
duurzaming staat de bouwsector steeds meer
open voor het gebruik van alternatieven.
Basaltvezelwapening (of basaltwapening) is
zo'n alternatief. Basaltvezelwapening valt in de familie-
groep van composietwapening en fiber
reinforced polymer (FRP), net als glasvezel -
wapening. De eigenschappen van basaltvezelwa -
pening verschillen op meerdere vlakken
sterk van wapeningsstaal. Afhankelijk van
de beoogde toepassing zijn sommige eigen -
schappen gunstiger, maar er zijn ook min -
der aantrekkelijke kanten. De belangrijkste
reden om het gebruik van basaltvezelwape-
ning te onderzoeken, is de lagere milieube-
lasting. De MKI is per volume-eenheid 40 tot
50% lager.
Productie en milieuwinst
Basaltgesteente is gestolde lava dat, wanneer
het de juiste chemische samenstelling heeft,
kan worden gebruikt voor wapening. Bij de
productie van de wapening wordt het ge-
steente verhit tot ongeveer 1400 °C. Uit deze
vloeibare substantie worden zeer dunne ve -
zels getrokken die op rollen worden gewik -
keld (fig. 3). Deze rollen worden vervolgens
uitgerold, waarbij de dunne vezels, in com -
binatie met epoxyhars, worden gevormd tot
een staaf met de gewenste diameter en voor-
zien van een profilering (fig. 4). Diameters
variërend van 4 mm tot 32 mm zijn mogelijk. In het productieproces van zowel
staalwapening als basaltwapening is een
aanzienlijke hoeveelheid warmte nodig. Per
gewichtseenheid is er zelfs meer energie
nodig om basalt te laten smelten. De volu -
mieke massa van basalt is echter vier keer
lager, waardoor de milieubelasting (MKI) in
de productiefase per staafdiameter omgere-
kend 40 tot 50% lager is, gebaseerd op een
interne berekening.
Eigenschappen en prestaties
Basaltvezelwapening vertoont van nature
een anisotroop gedrag. De eigenschappen
hangen af van het productieproces, de ver-
houding en oriëntatie van de vezels in de
wapeningsstaaf, het vezeltype, het type hars,
dimensionele effecten en kwaliteitscontrole.
De specifieke eigenschappen kunnen dus
IR. FELIX LEENDERS
Betonadviseur & Constructeur
Van Hattum en Blankevoort auteur
In de prefab brandwandpanelen van de busremise Breda is het wapeningsstaal volledig
vervangen door basaltvezelwapening. Hierdoor wordt een 31% lagere milieubelasting op
de wapening bereikt (in productiefase, ofwel LCA-fase A1 t/m A3). De eigenschappen
van basaltvezelwapening verschillen in bijna alle opzichten van wapening\
sstaal.
Het rekenen met basaltvezelwapening vergt daarom extra aandacht.
CEMENT 3 2024 ?29
Melt ing bath
Bu sh ing bat h
Ba sa ltfila men t
s
Si zin g
C olle cto r
f iber
Sp inni ng ca ke
2 Productie rollen (bron: Deutsche Basalt Faser)
3 Pultrusion techniek (bron: Orlitech)
PROJECTGEGEVENS
project
Busremise Breda opdrachtgever
Provincie Noord-Brabant bevoegd gezag
Gemeente Breda constructeur
Van Hattum en Blankevoort
(VolkerWessels) aannemer
Van de Ven / KWS (VolkerWessels)
onderaannemer Holland Scherm (VolkerWessels) constructieve
berekening brandwand Lincon
leverancier wapening, incl. technische ondersteuning Orlitech
leverancier elementen Van Dijk Beton
2
3
Tabel 1?Eigenschappen basaltvezelwapening en betonstaal
gegevens basaltvezelwapening betonstaal
diameter [mm] 4-326-40
karakteristieke vloeigrens* [MPa] n.v.t.500
karakteristieke treksterkte* [MPa] 800-1300500
E-modulus [GPa] 50-75210
thermische geleidbaarheid [W/m/°C] 7) heel hoog
laag
magnetische kenmerken niet-magnetischmagnetisch
breukrek [%] 1,33-2,810
*in langsrichting, voor basaltvezelwapening loodrecht op de vezel is de sterkte minder
30? CEMENT 3 2024
E: be lastinge ffect
R : ster kte
m : ge middel de waarde
k : ka rakter istiek e wa arde
d : re kenw aarde
: st anda arda fwij king : be lasti ngf actor : ma teriaa lfac tor ve rde ling
Em Rm
Rk
Ek
Ek* = E d Rd = R k /
be last inge ffec t E
en ster kte R
variëren per leverancier. Het is van belang
om deze specifieke eigenschappen bij de
betreffende leverancier op te vragen. In tabel 1 worden enkele belangrijke
eigenschappen gepresenteerd. De (korte
duur) treksterkte van basaltvezelwapening
is ongeveer 1,5 tot 3 keer zo hoog als traditio-
neel wapeningsstaal (B500). Tot aan de
breukrek gedraagt het zich volledig elas-
tisch, het materiaal vloeit dus niet. Een nadeel is dat de treksterkte van
de wapening in de tijd afneemt. Wapenings-
staven die gedurende langere tijd aan een
constante spanning worden blootgesteld
kunnen plotseling falen, wat bekend staat
als kruipbreuk. De spanning waarbij kruip-
breuk optreedt, kan afnemen onder ongun -
stige omgevingsomstandigheden zoals hoge
temperaturen, blootstelling aan UV-straling,
natte en droge cycli, of vries- en dooicycli [3]. Ondanks de hogere treksterkte is de
elasticiteitsmodulus tot wel vier keer lager
dan die van staal. De invloed van deze afwijkende me-
chanische eigenschappen op de constructie
zal moeten blijken uit berekeningen.
De meerwaarde van basaltvezelwapening zit
hem vooral in het feit dat het niet kan corro-
deren. Corrosie als gevolg van carbonatatie,
chloride-indringing en elektrische stroom
treedt niet op. Hierdoor is een minimale dekking voor duurzaamheid niet van toe-
passing. Uiteraard moet nog wel worden
voldaan aan de minimale dekking voor de
overdracht van aanhechtkrachten en, in -
dien van toepassing, voldoende brandwe-
rendheid.
Uitvoeringsaspecten
Basaltvezelwapening is een factor 4 lichter
dan traditionele wapening. Dat levert voor-
delen op ten aanzien van de arbeidsomstan -
digheden (ARBO); de wapening is immers
handzamer. Een nadeel is echter dat de
staven ter plaatse niet kunnen worden ge-
bogen. Ze moeten vooraf gebogen worden
geproduceerd.
Circulariteit
In het kader van duurzaamheid is het van
belang ook het einde van de levenscyclus te
beschouwen. Een traditioneel gewapend
betonnen element, dat niet in originele staat
kan worden hergebruikt, kan worden gebro-
ken. Vervolgens kan het betongranulaat
opnieuw worden ingezet als grondstof. Het
staal is eenvoudig te scheiden en kan wor-
den versmolten om er weer nieuw staal van
te produceren. Over de circulariteit van basaltvezel -
wapening is nog weinig bekend. Op basis
van huidige kennis is het niet mogelijk om
nieuwe wapening te maken uit gebruikte
4 Kansverdeling van belastingeffect en sterkte [8]
De treksterkte
van basaltvezel -
wapening neemt
fors af over de tijd
4
CEMENT 3 2024 ?31
5
5 Geprefabriceerde netten geleverd door Orlitech
basaltvezelwapening, in tegenstelling tot
staal. Vanwege de brosheid van basaltvezel -
wapening zal deze waarschijnlijk breken
tijdens de sloop. Betongranulaat zal dus ver-
moedelijk worden 'vervuild' met granulaten
van basaltvezelwapening. Er is nog niet veel
over bekend, maar aangezien het grootste
deel van basaltvezelwapening een gesteente
is, is de aanname dat de gegranuleerde sta -
ven samen met betongranulaat weer in
nieuw beton kan worden verwerkt.
Regelgeving
Basaltvezelwapening valt, net als glasvezel -
wapening, onder de categorie composietwa -
pening of FRP's. In de Verenigde Staten en
Canada zijn hiervoor respectievelijk de nor-
men ACI 440.1R-15 [3] en CSA S806:12 [4] van
toepassing. Op Europees niveau is momen -
teel nog geen specifieke norm beschikbaar.
In de nieuwe versie van de Eurocode [5] is
wel een informatieve Bijlage R opgenomen
met ontwerpuitgangspunten voor compo-
sietwapening, maar zonder ontwerpformu -
les. Daarbij is deze bijlage beperkt tot glas-
vezel- en koolstofvezelwapening, en dus niet voor basaltvezelwapening. In Nederland is
BRL 0513 [6] van toepassing voor glasvezel -
wapening. Vanwege de nagenoeg gelijke
eigenschappen kunnen zowel Bijlage R als de
BRL ook worden toegepast voor basaltvezel -
wapening. Een belangrijk aandachtspunt is dat
het gebruik van verschillende normen,
richtlijnen of testmethodes ook veiligheids-
kwesties met zich mee kan brengen. Om een
bepaald betrouwbaarheidsniveau te waar-
borgen, worden karakteristieke waarden
vastgelegd voor sterkte en belastingen, met
bijbehorende kansen van overschrijding en
onderschrijding. De karakteristieke sterkte
wordt gedeeld door een materiaalfactor. De
belastingen worden vermenigvuldigd met
een belastingfactor, afhankelijk van het type
belasting en gevolgklasse. Uiteindelijk moet
de sterkte (R
d) hoger zijn dan het belastinge-
ffect (E
d) (fig. 4).
De waardes die daarbij worden aange-
houden zijn afhankelijk van de testmethode
die een bepaalde norm voorschrijft. De
treksterkte van basaltvezelwapening is
bijvoorbeeld mede afhankelijk van de belas-
32? CEMENT 3 2024
tingsnelheid. Een treksterkteproef met een
belastingsnelheid van 0,2 kN/s en 1 kN/s
leverde een verschil van 280 MPa op [7]. Het door elkaar gebruiken van Euro-
pese en Amerikaanse normen/richtlijnen
kan de veronderstelde veiligheid in gevaar
brengen.
Project busremise
Hoe in de praktijk kan worden omgegaan
met toepassing en berekening van basaltve-
zelwapening, wordt toegelicht aan de hand
van een praktijkvoorbeeld: een busremise
die momenteel wordt gebouwd in Breda. De huidige busremise bevindt zich
aan de Slingerweg, waar vandaan de bussen
zich door regulier verkeer naar het centraal
station begeven. De nieuwe remise wordt
geplaatst langs een snelle busbaan naar het
station, tussen de Druivenstraat en de Oos-
terhoutse busbaan (fig. 6). Dit bevordert de
verkeersveiligheid en leidt tot tijdwinst, aan -
gezien de verbinding sneller en betrouw -
baarder is. Daarnaast streeft de provincie
Noord-Brabant ernaar het openbaar vervoer-
materieel te verduurzamen (zero-emissie).
Deze schone, elektrische bussen moeten
worden opgeladen, wat meer ruimte vereist.
Brandwanden? Voor de veiligheid moeten er
brandwanden tussen de bussen worden ge-
plaatst om te voorkomen dat een eventuele
brand overslaat. Deze brandwanden, met
een totaal oppervlak van ongeveer 2500 m², zijn opgebouwd uit een fundering van
stalen buispalen, stalen stijlen en betonnen
brandwandpanelen tussen de stijlen (im -
pressie zie fig. 7). De betonpanelen hebben
een minimale dikte van 120 mm, conform
de standaard brandwerendheid EI 120 voor
niet-dragende wanden (NEN-EN 1992-1-2,
tabel 5.3). De lengte varieert tussen de 3,0
en 6,0 m. De constructieve belastingen op
de brandwandpanelen zijn beperkt tot het
eigen gewicht en wind. Oorspronkelijk waren brandwanden
ontworpen met wapeningsstaal. In het ka -
der van verduurzaming is op initiatief van
Holland Scherm onderzocht wat de impact
zou zijn van het gebruik van basaltvezelwa -
pening in de brandwandpanelen.
Rekenen met
basaltvezelwapening
De eigenschappen van basaltvezelwapening
verschillen zoals gezegd (bijna) op alle vlak -
ken met die van wapeningsstaal. Dit heeft
ook invloed op de berekeningen. Voor de
busremise zijn berekeningen gemaakt op
basis van zowel de Amerikaanse norm [3]
als de Nederlandse beoordelingsrichtlijn [6].
In het oorspronkelijke ontwerp is on -
derscheid gemaakt tussen panelen met een
lengte van 3,0 tot 4,0 m en van 6,0 m. Het aan
-
gepaste ontwerp in basaltvezelwapening is
alleen gebaseerd op het maatgevende paneel
met een lengte van 6,0 m; die wapenings-
configuratie is in alle panelen toegepast.
7 6
De meerwaarde
van basaltvezel -
wapening zit
hem vooral in het
feit dat het niet
kan corroderen
6 Locatie huidige remise, het Centraal Station en de te realiseren remise [9]
7 3D-impressie brandwand CEMENT 3 2024 ?33
Hoewel uit de berekening bleek dat de hoe-
veelheid basaltvezelwapening kon worden
geoptimaliseerd, is besloten dezelfde hoe-
veelheid wapening aan te houden als in het
oorspronkelijke ontwerp. Er is immers al
aanzienlijke milieuwinst te behalen met
dezelfde diameters en het is nog een relatief
nieuw materiaal waar nog weinig ervaring
mee is, zowel bij de aannemer, het bevoegd
gezag als de opdrachtgever.
In de berekening is uitgegaan van de volgende
uitgangspunten voor het maatgevende paneel:
Sterkteklasse: C35/45
Afmetingen (l x b x h): 6,0 x 1,0 x 0,12 m³
Enkel wapeningsnet Ø8-100 (horizontaal) +
Ø6-250 (verticaal) (fig. 9)
Rekenwaarde treksterkte basaltvezelwape-
ning?
Omdat de treksterkte zoals gezegd in
de tijd afneemt, moet zowel volgens de BRL
0513 [6] als de nieuwe Eurocode [5] de lange-
duurtreksterkte van de wapening worden
bepaald op basis van de korteduurtrek -
sterkte. Hiervoor geeft de nieuwe Eurocode
[5] de volgende formule:
=t c e ftk 0 ftd
FRP CCC f f
= R
t,c,e,
FP0, 55 1, 5 0, 37
c
[formule R.1 en R.2]
Waarbij:
f
ftd is de ontwerptreksterkte van compo-
sietwapening
?FRP is de partiele factor voor composiet-
wapening C
t
is de factor die temperatuureffecten in
rekening brengt
C
c is de factor tussen de treksterkte onder
langdurige en korte belasting
C
e is de verouderingsfactor
Als er geen informatie bekend is over de
langeduursterkte, geeft de nieuwe Eurocode
[5] reductiefactoren (C-factoren) voor glas-
vezel- en koolstofvezelwapening, maar niet
voor basalt. In het meest ongunstige geval is
het product van de C-factoren voor glasve-
zelwapening 0,196 en voor koolstofvezelwa -
pening 0,448. De leverancier van de wape-
ning van de busremise heeft enkel een korte
duur karakteristieke treksterkte opgegeven
(voldoende voor de Amerikaanse rekenme-
thodiek). Om conform de Europese aanpak
invulling te kunnen geven aan de reductie
voor basaltvezelwapening, zijn verschillende
normen geraadpleegd. Voor het langetermijn-
effect gebruikt ACI 440 een factor
?, varië-
rend tussen de 0,55 en 0,65, afhankelijk van
het wapeningspercentage (zie fig. 10). Als
materiaalfactor wordt, in zowel de BRL 0513
als de Eurocode voor composietwapening,
de factor
?FRP = 1,5 gegeven. De Amerikaanse
norm hanteert geen materiaalfactor. Om de rekenwaarde van de langeduur-
treksterkte te verkrijgen, is de korteduurtrek -
sterkte vermenigvuldigd met:
=t c e ftk 0 ftd
FRP CC C f f
R
t,c,e,
FP 0,55 1,5 0,37 c ==
8 Net gestorte brandwandpanelen, foto: Van Dijk Beton
8
34? CEMENT 3 2024
De rekenwaarde is dus 2,7 keer lager! Hier-
door is de door de leverancier opgegeven
korteduurtrekspanning van f
ftk0 =1278 MPa
gereduceerd tot een langeduurrekenwaarde
van f
ftd = 469 MPa.
Ondanks het raadplegen van verschil -
lende normen om de materiaaleigenschap-
pen te bepalen, is beredeneerd dat deze
reductie voor een betonnen paneel, dat
nauwelijks wordt belast en een levensduur
van 30 jaar heeft, een veilige aanname is.
Uiterste momentencapaciteit? Bij het ont-
werpen van een gewapende doorsnede
wordt uitgegaan dat het wapeningsstaal de
vloeispanning heeft bereikt op het moment
van de uiterste momentencapaciteit. De
kracht in de wapening (N
s) is eenvoudig te
bepalen, en door het vloeigedrag van staal
treedt er een (zeer) sterk toenemende ver-
vorming op voordat staalbreuk optreedt. Basaltvezelwapening is zoals gezegd
volledig lineair elastisch. Afhankelijk van de
hoeveelheid wapening zal één van beide ma -
terialen, de wapening of het beton, als eerste
bezwijken. Om de maximale momentenca -paciteit van een constructie met basaltvezel
-
wapening te bepalen, is daarom zowel in de
ACI [3] als de BRL [6] een tweedeling in de
formules zichtbaar. De ACI maakt helder onderscheid tus-
sen drie zones (fig. 10). Bij lage wapenings-
percentages wordt de wapening snel tot de
breukspanning belast (tension controlled).
Bij hoge wapeningspercentages zal de druk -
zone van het beton als eerste bezwijken
(compression controlled). En er is ook een
overgangsfase (transition zone). Volgens
Antonio Nanni, professor aan de Universiteit
van Miami en autoriteit op het gebied van
composiet wapening, heeft het de voorkeur
om in de compression controlled zone te ont-
werpen (art. 7.1.1 [3]). De BRL 0513 onder-
scheidt deze drie zones ook, maar het onder-
scheid is minder duidelijk.
In de tension controlled zone wordt de mo-
mentencapaciteit direct beïnvloed door de
hoeveelheid wapening. Verhogen van de
hoeveelheid wapening leidt tot een hogere
momentencapaciteit. In de compression con -
trolled zone geldt dit niet meer. De grafiek in
9 Basaltvezelwapening in brandwandpanelen
10 Reductiefactor sterkte als functie van het wapeningspercentage [3]
9
10
CEMENT 3 2024 ?35
figuur 11 laat voor een balkje 200 x 300 mm²
de momentencapaciteit zien bij verschillen -
de wapeningspercentages volgens zowel de
ACI 440 als de BRL 0513. Vanaf de compression
controlled zone is een duidelijke afvlakking te
zien, het toevoegen van extra wapening heeft
dan een beperkte(re) bijdrage. Opvallend is
dat de fase-overgangen totaal niet gelijk val-
len; dit is niet nader beschouwd.
Daarentegen is het verloop van beide
berekeningsmethodes redelijk vergelijkbaar.
In het eerste deel is de capaciteit hetzelfde;
uiteraard mede afhankelijk van de gehan
-
teerde reductiefactor. Bij de hogere wape -
ningspercentages is het verschil beperkt
( k xmax ). Er is voor gezorgd dat de
brandwandpanelen aan beide berekenings-
methodes ruim voldoen.
Dwarskracht? De optredende belastingen in
de brandwandpanelen van de busremise
zijn dermate laag dat er geen rekenkundige
dwarskrachtwapening benodigd is en dat
het betonaandeel V
Rd,c,min voldoende is.
De dwarskrachtcapaciteit van een betonnen element, gewapend met bas
altvezel
wapening,
vereist in algemeenheid extra aandacht om
de volgende redenen:
1 Het toestaan van grotere scheuren resul -
teert in een afname van de scheurvertanding
(aggregate interlock).
2 De deuvelwerking van de basaltvezelwa -
pening is verwaarloosbaar vanwege de lage
stijfheid en lagere belastbaarheid loodrecht
op de vezel.
3 De bijdrage van basaltvezelbeugel
wapening
aan de dwarskrachtcapaciteit is minder dan
die van wapeningsstaal. Voor wapeningsstaal
wordt de vloeispanning gehanteerd, terwijl
bij basaltvezelwapening fenomenen zoals
twee-assige spanningen, gebogen staven, slip
en verlenging een grotere rol spelen. Voor
gebogen staven geldt dat ter plaatse van de
buiging een maximale spanning van 40-50%
van de gegarandeerde uniaxiale sterkte
wordt geadviseerd (H6.2.4 [10]).
Hechting met beton? De aanhechtingsfactor
van de basaltvezelwapening aan het beton is
onbekend en moet eigenlijk worden beproefd.
De aanhechtingsfactor speelt een belangrijke
rol bij het bepalen van onder andere de
scheurwijdte en is afhankelijk van het type
profilering (glad, geribd, zandcoating). Bij de
berekening van de panelen is de hechting
gelijkgesteld aan die van traditioneel wape-
ningsstaal. In de uiteindelijke fase is het
scheurmoment hoger dan het optredende
moment, waardoor de constructie in de
gebruiksfase niet zal scheuren.
11 Verloop momentencapaciteit o.b.v. BRL 0513 en ACI 440
11
36? CEMENT 3 2024
Resultaten berekening? De resultaten van
de berekening op basis van de BRL 0513 zijn
weergegeven in tabel 2. Vanwege onzeker-
heden, zoals de aanname van de langeduur-
treksterkte, is er gekozen voor een robuust
ontwerp.
Conclusie
Het niet-geoptimaliseerde ontwerp van de
brandwanden in de busremise met basalt-
vezelwapening resulteerde in een MKI-
reductie van 31% op de wapening en een
afname van 8% in CO2-uitstoot voor fase
A1-A3. De resultaten zijn veelbelovend op
zowel constructief als duurzaamheidsgebied
in deze casus. Voor bredere toepassing is
echter meer kennis en ervaring vereist. De twee grote onbekenden in deze bereke-
ning zijn de langeduurtreksterkte en de
aanhechtingsfactor, waarbij dit project zich
leende voor een pragmatische benadering.
Twee aandachtspunten voor rekenen met
basaltvezelwapening zijn (hoge) dwarskrach -
ten en locaties waar gebogen trekwapening
nodig is. Er bestaat geen specifieke Europese of
Nederlandse rekenmethode voor basaltvezel -
wapening. Wel wordt er in de nieuwe Euro-
code invulling aan gegeven. Daarom is het
verstandig om ter verificatie, naast de Euro-
pese en Nederlandse methodes voor glas-
vezelwapening, ook de Amerikaanse norm
toe te passen tijdens het ontwerp.
12 Gerealiseerd paneel
LITERATUUR
1?Klimaatimpact van betongebruik in
de Nederlandse bouw, CE Delft,
september 2020.
2?Betonhuis, betonmarkt in Nederland.
3?ACI 440.1R-15 Guide for the Design
and Construction of Structural
Concrete Reinforced with Fiber-
Reinforced Polymer (FRP) Bars.
4?CSA S806:12 Design and
Construction of Building Structures
with Fibre-reinforced Polymers.
5?prEN 1992-1-1:2021 General rules ?
rules for buildings, bridges and civil
engineering structures.
6?BRL 0513 Glasvezelstaven voor
toepassing als wapening in beton.
7?https://orlitech.co.uk/wp-content/
uploads/2022/10/Thompson_Bridge_
Concrete_Magazine.pdf
8?De breedplaatvloerenproblematiek
uitgelicht, cement 2020
9?https://www.brabant.nl/
onderwerpen/verkeer-en-vervoer/
openbaar-vervoer/bussen/nieuwe-
busremise-westbrabant.
10?FRP reinforcement in RC structures,
fib bulletin 40.
Tabel 2?Resultaten o.b.v. BRL 0513
optredend
grenswaarde UC
moment M
d = 4,4 kNmM u = 11 kNm 0,40
dwarskracht V
d = 2,9 kNV u = 33 kN 0,09
scheurwijdte w
k = 0,101 mmW max = 0,5 mm 0,20
12
CEMENT 3 2024 ?37
In het kort
- Basaltgesteente is gestolde lava dat kan worden gebruikt voor wapening
- De eigenschappen van basaltvezelwapening verschillen in bijna alle opzichten van wapeningsstaal
- Tot aan de breukrek gedraagt basaltvezelwapening zich volledig elastisch, het materiaal vloeit dus niet
- De treksterkte van basaltvezelwapening neemt fors af over de tijd
- Het rekenen vergt extra aandacht met name bij dwarskracht en bij gebruik van gebogen staven
- De meerwaarde van basaltvezelwapening zit hem vooral in het feit dat het niet kan corroderen
- In de nieuwe versie van de Eurocode is een informatieve Bijlage R opgenomen met ontwerpuitgangspunten voor composietwapening
- In het kader van verduurzaming is onderzocht wat de impact zou zijn van het gebruik van basaltvezelwapening in de brandwandpanelen bij een busremise in Breda
- Basaltvezelwapening in de brandwanden resulteerde in een MKI-reductie van 31% op de wapening en een afname van 8% in CO2-uitstoot voor fase A1-A3
Projectgegevens
Project: Busremise Breda
Opdrachtgever: Provincie Noord-Brabant
Bevoegd gezag: Gemeente Breda
Constructeur: Van Hattum en Blankevoort (VolkerWessels)
Aannemer: Van de Ven / KWS (VolkerWessels)
Onderaannemer: Holland Scherm (VolkerWessels)
Constructieve berekening brandwand: Lincon
Leverancier wapening, incl. technische ondersteuning: Orlitech
Foto 1. Productie brandwandpanelen met basaltvezelwapening
In beton wordt veel wapeningsstaal toegepast. Gemiddeld 44 kg staal per m3 beton [1], op een totale betonhoeveelheid van circa 14 miljoen m3 per jaar [2]. Wapeningsstaal heeft verschillende voordelen: eenvoudige verwerking, goede vervormbaarheid, lange levensduur bij goede bescherming, goede samenwerking met beton en uitgebreide ervaring in het gebruik ervan. Met gewapend beton kunnen indrukwekkende bouwwerken worden gemaakt. De keerzijde van staal is echter de hoge milieu-impact bij de productie, de enorme prijsfluctuaties en het risico op corrosie.
Vanwege de groeiende vraag naar verduurzaming staat de bouwsector steeds meer open voor het gebruik van alternatieven. Basaltvezelwapening (of basaltwapening) is zo’n alternatief.
Basaltvezelwapening valt in de familiegroep van composietwapening en fiber reinforced polymer (FRP), net als glasvezelwapening.
De eigenschappen van basaltvezelwapening verschillen op meerdere vlakken sterk van wapeningsstaal. Afhankelijk van de beoogde toepassing zijn sommige eigenschappen gunstiger, maar er zijn ook minder aantrekkelijke kanten. De belangrijkste reden om het gebruik van basaltvezelwapening te onderzoeken, is de lagere milieubelasting. De MKI is per volume-eenheid 40 tot 50% lager.
Productie en milieuwinst
Basaltgesteente is gestolde lava dat, wanneer het de juiste chemische samenstelling heeft, kan worden gebruikt voor wapening. Bij de productie van de wapening wordt het gesteente verhit tot ongeveer 1400 °C. Uit deze vloeibare substantie worden zeer dunne vezels getrokken die op rollen worden gewikkeld (fig. 2). Deze rollen worden vervolgens uitgerold, waarbij de dunne vezels, in combinatie met epoxyhars, worden gevormd tot een staaf met de gewenste diameter en voorzien van een profilering (fig. 3). Diameters variërend van 4 mm tot 32 mm zijn mogelijk.
In het productieproces van zowel staalwapening als basaltwapening is een aanzienlijke hoeveelheid warmte nodig. Per gewichtseenheid is er zelfs meer energie nodig om basalt te laten smelten. De volumieke massa van basalt is echter vier keer lager, waardoor de milieubelasting (MKI) in de productiefase per staafdiameter omgerekend 40 tot 50% lager is, gebaseerd op een interne berekening.
Figuur 2. Productie rollen (bron: Deutsche Basalt Faser)
Figuur 3. Pultrusion techniek (bron: Orlitech)
Tot aan de breukrek gedraagt basaltvezelwapening zich volledig elastisch
Eigenschappen en prestaties
Basaltvezelwapening vertoont van nature een anisotroop gedrag. De eigenschappen hangen af van het productieproces, de verhouding en oriëntatie van de vezels in de wapeningsstaaf, het vezeltype, het type hars, dimensionele effecten en kwaliteitscontrole. De specifieke eigenschappen kunnen dus variëren per leverancier. Het is van belang om deze specifieke eigenschappen bij de betreffende leverancier op te vragen.
In tabel 1 worden enkele belangrijke eigenschappen gepresenteerd. De (korte duur) treksterkte van basaltvezelwapening is ongeveer 1,5 tot 3 keer zo hoog als traditioneel wapeningsstaal (B500). Tot aan de breukrek gedraagt het zich volledig elastisch, het materiaal vloeit dus niet.
Een nadeel is dat de treksterkte van de wapening in de tijd afneemt. Wapeningsstaven die gedurende langere tijd aan een constante spanning worden blootgesteld kunnen plotseling falen, wat bekend staat als kruipbreuk. De spanning waarbij kruipbreuk optreedt, kan afnemen onder ongunstige omgevingsomstandigheden zoals hoge temperaturen, blootstelling aan UV-straling, natte en droge cycli, of vries- en dooicycli [3].
Ondanks de hogere treksterkte is de elasticiteitsmodulus tot wel vier keer lager dan die van staal.
De invloed van deze afwijkende mechanische eigenschappen op de constructie zal moeten blijken uit berekeningen.
De meerwaarde van basaltvezelwapening zit hem vooral in het feit dat het niet kan corroderen. Corrosie als gevolg van carbonatatie, chloride-indringing en elektrische stroom treedt niet op. Hierdoor is een minimale dekking voor duurzaamheid niet van toepassing. Uiteraard moet nog wel worden voldaan aan de minimale dekking voor de overdracht van aanhechtkrachten en, indien van toepassing, voldoende brandwerendheid.
De treksterkte van basaltvezelwapening neemt fors af over de tijd
Uitvoeringsaspecten
Basaltvezelwapening is een factor 4 lichter dan traditionele wapening. Dat levert voordelen op ten aanzien van de arbeidsomstandigheden (ARBO); de wapening is immers handzamer. Een nadeel is echter dat de staven ter plaatse niet kunnen worden gebogen. Ze moeten vooraf gebogen worden geproduceerd.
Circulariteit
In het kader van duurzaamheid is het van belang ook het einde van de levenscyclus te beschouwen. Een traditioneel gewapend betonnen element, dat niet in originele staat kan worden hergebruikt, kan worden gebroken. Vervolgens kan het betongranulaat opnieuw worden ingezet als grondstof. Het staal is eenvoudig te scheiden en kan worden versmolten om er weer nieuw staal van te produceren.
Over de circulariteit van basaltvezelwapening is nog weinig bekend. Op basis van huidige kennis is het niet mogelijk om nieuwe wapening te maken uit gebruikte basaltvezelwapening, in tegenstelling tot staal. Vanwege de brosheid van basaltvezelwapening zal deze waarschijnlijk breken tijdens de sloop. Betongranulaat zal dus vermoedelijk worden 'vervuild' met granulaten van basaltvezelwapening. Er is nog niet veel over bekend, maar aangezien het grootste deel van basaltvezelwapening een gesteente is, is de aanname dat de gegranuleerde staven samen met betongranulaat weer in nieuw beton kan worden verwerkt.
Regelgeving
Basaltvezelwapening valt, net als glasvezelwapening, onder de categorie composietwapening of FRP’s. In de Verenigde Staten en Canada zijn hiervoor respectievelijk de normen ACI 440.1R-15 [3] en CSA S806:12 [4] van toepassing. Op Europees niveau is momenteel nog geen specifieke norm beschikbaar. In de nieuwe versie van de Eurocode [5] is wel een informatieve Bijlage R opgenomen met ontwerpuitgangspunten voor composietwapening, maar zonder ontwerpformules. Daarbij is deze bijlage beperkt tot glasvezel- en koolstofvezelwapening, en dus niet voor basaltvezelwapening. In Nederland is BRL 0513 [6] van toepassing voor glasvezelwapening. Vanwege de nagenoeg gelijke eigenschappen kunnen zowel Bijlage R als de BRL ook worden toegepast voor basaltvezelwapening.
Een belangrijk aandachtspunt is dat het gebruik van verschillende normen, richtlijnen of testmethodes ook veiligheidskwesties met zich mee kan brengen. Om een bepaald betrouwbaarheidsniveau te waarborgen, worden karakteristieke waarden vastgelegd voor sterkte en belastingen, met bijbehorende kansen van overschrijding en onderschrijding. De karakteristieke sterkte wordt gedeeld door een materiaalfactor. De belastingen worden vermenigvuldigd met een belastingfactor, afhankelijk van het type belasting en gevolgklasse. Uiteindelijk moet de sterkte (Rd) hoger zijn dan het belastingeffect (Ed) (fig. 4).
De waardes die daarbij worden aangehouden zijn afhankelijk van de testmethode die een bepaalde norm voorschrijft. De treksterkte van basaltvezelwapening is bijvoorbeeld mede afhankelijk van de belastingsnelheid. Een treksterkteproef met een belastingsnelheid van 0,2 kN/s en 1 kN/s leverde een verschil van 280 MPa op [7].
Het door elkaar gebruiken van Europese en Amerikaanse normen/richtlijnen kan de veronderstelde veiligheid in gevaar brengen.
Figuur 4. Kansverdeling van belastingeffect en sterkt [8]
De meerwaarde van basaltvezelwapening zit hem vooral in het feit dat het niet kan corroderen
Project busremise
Hoe in de praktijk kan worden omgegaan met toepassing en berekening van basaltvezelwapening, wordt toegelicht aan de hand van een praktijkvoorbeeld: een busremise die momenteel wordt gebouwd in Breda.
De huidige busremise bevindt zich aan de Slingerweg, waar vandaan de bussen zich door regulier verkeer naar het centraal station begeven. De nieuwe remise wordt geplaatst langs een snelle busbaan naar het station, tussen de Druivenstraat en de Oosterhoutse busbaan (fig. 5). Dit bevordert de verkeersveiligheid en leidt tot tijdwinst, aangezien de verbinding sneller en betrouwbaarder is. Daarnaast streeft de provincie Noord-Brabant ernaar het openbaar vervoermaterieel te verduurzamen (zero-emissie). Deze schone, elektrische bussen moeten worden opgeladen, wat meer ruimte vereist.
Figuur 5. Locatie huidige remise, het Centraal Station en de te realiseren remise [9]
Brandwanden
Voor de veiligheid moeten er brandwanden tussen de bussen worden geplaatst om te voorkomen dat een eventuele brand overslaat. Deze brandwanden, met een totaal oppervlak van ongeveer 2500 m2, zijn opgebouwd uit een fundering van stalen buispalen, stalen stijlen en betonnen brandwandpanelen tussen de stijlen (impressie zie fig. 6). De betonpanelen hebben een minimale dikte van 120 mm, conform de standaard brandwerendheid EI 120 voor niet-dragende wanden (NEN-EN 1992-1-2, tabel 5.3). De lengte varieert tussen de 3,0 en 6,0 m. De constructieve belastingen op de brandwandpanelen zijn beperkt tot het eigen gewicht en wind.
Oorspronkelijk waren brandwanden ontworpen met wapeningsstaal. In het kader van verduurzaming is op initiatief van Holland Scherm onderzocht wat de impact zou zijn van het gebruik van basaltvezelwapening in de brandwandpanelen.
Figuur 6. 3D-impressie brandwand
Rekenen met basaltvezelwapening
De eigenschappen van basaltvezelwapening verschillen zoals gezegd (bijna) op alle vlakken met die van wapeningsstaal. Dit heeft ook invloed op de berekeningen. Voor de busremise zijn berekeningen gemaakt op basis van zowel de Amerikaanse norm [3] als de Nederlandse beoordelingsrichtlijn [6].
In het oorspronkelijke ontwerp is onderscheid gemaakt tussen panelen met een lengte van 3,0 tot 4,0 m en van 6,0 m. Het aangepaste ontwerp in basaltvezelwapening is alleen gebaseerd op het maatgevende paneel met een lengte van 6,0 m; die wapeningsconfiguratie is in alle panelen toegepast.
Hoewel uit de berekening bleek dat de hoeveelheid basaltvezelwapening kon worden geoptimaliseerd, is besloten dezelfde hoeveelheid wapening aan te houden als in het oorspronkelijke ontwerp. Er is immers al aanzienlijke milieuwinst te behalen met dezelfde diameters en het is nog een relatief nieuw materiaal waar nog weinig ervaring mee is, zowel bij de aannemer, het bevoegd gezag als de opdrachtgever.
In de berekening is uitgegaan van de volgende uitgangspunten voor het maatgevende paneel:
- Sterkteklasse: C35/45
- Afmetingen (l x b x h): 6,0 x 1,0 x 0,12 m3
- Enkel wapeningsnet Ø8-100 (horizontaal) + Ø6-250 (verticaal) (fig. 7)
Figuur 7. Basaltvezelwapening in brandwandpanelen
Foto 8a. Geprefabriceerde netten geleverd door Orlitech
Foto 8b. Net gestorte brandwandpanelen, foto: Van Dijk Beton
Foto 8c. Gerealiseerd brandwandpanelen
Rekenwaarde treksterkte basaltvezelwapening
Omdat de treksterkte zoals gezegd in de tijd afneemt, moet zowel volgens de BRL 0513 [6] als de nieuwe Eurocode [5] de langeduurtreksterkte van de wapening worden bepaald op basis van de korteduurtreksterkte. Hiervoor geeft de nieuwe Eurocode [5] de volgende formule:
[formule R.1 en R.2]
Waarbij:
fftd is de ontwerptreksterkte van composietwapening
γFRP is de partiele factor voor composietwapening
Ct is de factor die temperatuureffecten in rekening brengt
Cc is de factor tussen de treksterkte onder langdurige en korte belasting
Ce is de verouderingsfactor
Als er geen informatie bekend is over de langeduursterkte, geeft de nieuwe Eurocode [5] reductiefactoren (C-factoren) voor glasvezel- en koolstofvezelwapening, maar niet voor basalt. In het meest ongunstige geval is het product van de C-factoren voor glasvezelwapening 0,196 en voor koolstofvezelwapening 0,448. De leverancier van de wapening van de busremise heeft enkel een korte duur karakteristieke treksterkte opgegeven (voldoende voor de Amerikaanse rekenmethodiek).
Om conform de Europese aanpak invulling te kunnen geven aan de reductie voor basaltvezelwapening, zijn verschillende normen geraadpleegd. Voor het langetermijneffect gebruikt ACI 440 een factor φ, variërend tussen de 0,55 en 0,65, afhankelijk van het wapeningspercentage (zie fig. 9). Als materiaalfactor wordt, in zowel de BRL 0513 als de Eurocode voor composietwapening, de factor γFRP = 1,5 gegeven. De Amerikaanse norm hanteert geen materiaalfactor.
Om de rekenwaarde van de langeduurtreksterkte te verkrijgen, is de korteduurtreksterkte vermenigvuldigd met
De rekenwaarde is dus 2,7 keer lager! Hierdoor is de door de leverancier opgegeven korteduurtrekspanning van fftk0 =1278 MPa gereduceerd tot een langeduurrekenwaarde van fftd = 469 MPa.
Ondanks het raadplegen van verschillende normen om de materiaaleigenschappen te bepalen, is beredeneerd dat deze reductie voor een betonnen paneel, dat nauwelijks wordt belast en een levensduur van 30 jaar heeft, een veilige aanname is.
Uiterste momentencapaciteit
Bij het ontwerpen van een gewapende doorsnede wordt uitgegaan dat het wapeningsstaal de vloeispanning heeft bereikt op het moment van de uiterste momentencapaciteit. De kracht in de wapening (Ns) is eenvoudig te bepalen, en door het vloeigedrag van staal treedt er een (zeer) sterk toenemende vervorming op voordat staalbreuk optreedt.
Basaltvezelwapening is zoals gezegd volledig lineair elastisch. Afhankelijk van de hoeveelheid wapening zal één van beide materialen, de wapening of het beton, als eerste bezwijken. Om de maximale momentencapaciteit van een constructie met basaltvezelwapening te bepalen, is daarom zowel in de ACI [3] als de BRL [6] een tweedeling in de formules zichtbaar.
De ACI maakt helder onderscheid tussen drie zones (fig. 9). Bij lage wapeningspercentages wordt de wapening snel tot de breukspanning belast (tension controlled). Bij hoge wapeningspercentages zal de drukzone van het beton als eerste bezwijken (compression controlled). En er is ook een overgangsfase (transition zone). Volgens Antonio Nanni, professor aan de Universiteit van Miami en autoriteit op het gebied van composiet wapening, heeft het de voorkeur om in de compression controlled zone te ontwerpen (art. 7.1.1 [3]). De BRL 0513 onderscheidt deze drie zones ook, maar het onderscheid is minder duidelijk.
Figuur 9. Reductiefactor sterkte als functie van het wapeningspercentage
In de tension controlled zone wordt de momentencapaciteit direct beïnvloed door de hoeveelheid wapening. Verhogen van de hoeveelheid wapening leidt tot een hogere momentencapaciteit. In de compression controlled zone geldt dit niet meer. De grafiek in figuur 9 laat voor een balkje 200 x 300 mm2 de momentencapaciteit zien bij verschillende wapeningspercentages volgens zowel de ACI 440 als de BRL 0513. Vanaf de compression controlled zone is een duidelijke afvlakking te zien, het toevoegen van extra wapening heeft dan een beperkte(re) bijdrage. Opvallend is dat de fase-overgangen totaal niet gelijk vallen; dit is niet nader beschouwd.
Daarentegen is het verloop van beide berekeningsmethodes redelijk vergelijkbaar. In het eerste deel is de capaciteit hetzelfde; uiteraard mede afhankelijk van de gehanteerde reductiefactor. Bij de hogere wapeningspercentages is het verschil beperkt (<10% verschil), in deze zone heeft de treksterkte van de wapening geen invloed meer op de capaciteit. De BRL 0513 geeft in de zone van kxmax < Xu/d < 1,3 kxmax wel een sterk afwijkende maximale momentencapaciteit.
De hoeveelheid wapening in de brandwandpanelen is zodanig, dat conform de ACI [3] het element compression controlled is en conform de BRL 0513 [6] in de transition zone (Xu/d > kxmax). Er is voor gezorgd dat de brandwandpanelen aan beide berekeningsmethodes ruim voldoen.
Figuur 10. Verloop momentencapaciteit o.b.v. BRL 0513 en ACI 440
Dwarskracht
De optredende belastingen in de brandwandpanelen van de busremise zijn dermate laag dat er geen rekenkundige dwarskrachtwapening benodigd is en dat het betonaandeel VRd,c,min voldoende is.
De dwarskrachtcapaciteit van een betonnen element, gewapend met basaltvezelwapening, vereist in algemeenheid extra aandacht om de volgende redenen:
- Het toestaan van grotere scheuren resulteert in een afname van de scheurvertanding (aggregate interlock).
- De deuvelwerking van de basaltvezelwapening is verwaarloosbaar vanwege de lage stijfheid en lagere belastbaarheid loodrecht op de vezel.
- De bijdrage van basaltvezelbeugelwapening aan de dwarskrachtcapaciteit is minder dan die van wapeningsstaal. Voor wapeningsstaal wordt de vloeispanning gehanteerd, terwijl bij basaltvezelwapening fenomenen zoals twee-assige spanningen, gebogen staven, slip en verlenging een grotere rol spelen. Voor gebogen staven geldt dat ter plaatse van de buiging een maximale spanning van 40-50% van de gegarandeerde uniaxiale sterkte wordt geadviseerd (H6.2.4 [10]).
Hechting met beton
De aanhechtingsfactor van de basaltvezelwapening aan het beton is onbekend en moet eigenlijk worden beproefd. De aanhechtingsfactor speelt een belangrijke rol bij het bepalen van onder andere de scheurwijdte en is afhankelijk van het type profilering (glad, geribd, zandcoating). Bij de berekening van de panelen is de hechting gelijkgesteld aan die van traditioneel wapeningsstaal. In de uiteindelijke fase is het scheurmoment hoger dan het optredende moment, waardoor de constructie in de gebruiksfase niet zal scheuren.
Resultaten berekening
De resultaten van de berekening op basis van de BRL 0513 zijn weergegeven in tabel 2. Vanwege onzekerheden, zoals de aanname van de langeduurtreksterkte, is er gekozen voor een robuust ontwerp.
Conclusie
Het niet-geoptimaliseerde ontwerp van de brandwanden in de busremise met basaltvezelwapening resulteerde in een MKI-reductie van 31% op de wapening en een afname van 8% in CO2-uitstoot voor fase A1-A3. De resultaten zijn veelbelovend op zowel constructief als duurzaamheidsgebied in deze casus. Voor bredere toepassing is echter meer kennis en ervaring vereist. De twee grote onbekenden in deze berekening zijn de langeduurtreksterkte en de aanhechtingsfactor, waarbij dit project zich leende voor een pragmatische benadering. Twee aandachtspunten voor rekenen met basaltvezelwapening zijn (hoge) dwarskrachten en locaties waar gebogen trekwapening nodig is.
Er bestaat geen specifieke Europese of Nederlandse rekenmethode voor basaltvezelwapening. Wel wordt er in de nieuwe Eurocode invulling aan gegeven. Daarom is het verstandig om ter verificatie, naast de Europese en Nederlandse methodes voor glasvezelwapening, ook de Amerikaanse norm toe te passen tijdens het ontwerp.
Bronnen
[1] Klimaatimpact van betongebruik in de Nederlandse bouw, CE Delft, september 2020.
[2] Betonhuis, betonmarkt in Nederland.
[3] ACI 440.1R-15 Guide for the Design and Construction of Structural Concrete Reinforced with Fiber-Reinforced Polymer (FRP) Bars.
[4] CSA S806:12 Design and Construction of Building Structures with Fibre-reinforced Polymers.
[5] prEN 1992-1-1:2021 General rules – rules for buildings, bridges and civil engineering structures.
[6] BRL 0513 Glasvezelstaven voor toepassing als wapening in beton.
[7] https://orlitech.co.uk/wp-content/uploads/2022/10/Thompson_Bridge_Concrete_Magazine.pdf
[8] De breedplaatvloerenproblematiek uitgelicht, cement 2020
[9] https://www.brabant.nl/onderwerpen/verkeer-en-vervoer/openbaar-vervoer/bussen/nieuwe-busremise-westbrabant.
[10] FRP reinforcement in RC structures, fib bulletin 40.
Reacties