TU Delft wordt momenteel uitgebreid met een studentencomplex aan de Stieltjesweg. Vanwege het multifunctionele karakter vormt dit complex een nieuw hart voor de TU campus. Studenten kunnen er een hele wooncarrière doorlopen, van groepswonen tot een zelfstandig appartement. Dit vroeg om flexibiliteit in het ontwerp, wat ook de nodige invloed had op het constructief ontwerp.
38
thema
1
thema
Bouwsysteem leidend bij constructief ontwerp 1 2017
39
1 73 m hoge woontoren in aanbouw
2 Impressie studentencomplex vanaf de Stieltjesweg
bron: RoosRos Architecten
Het plan bestaat uit 665 woningen in een complex van totaal
30 000 m
2. De woningen komen deels in het voormalige
kantoorpand van Deltares, dat is verhuisd naar een nieuw
kantoor aan de Rotterdamseweg. Op het terrein komt tevens
een grote nieuwe studententoren. Behalve woningen zijn er
studentgerichte commerciële functies in het plan opgenomen.
In de plint van de nieuwbouw komen voorzieningen zoals een
campuswinkel, een wasserette, een klein warenhuis, een koffie-
corner, een studentencafé en een medische praktijk. Doel is een
'kleine stad' op de TU campus te creëren.
Bouwsysteem
leidend bij
constructief
ontwerp
TU Delft wordt momenteel uitgebreid met een studentencom-
plex aan de Stieltjesweg (fig. 2). Vanwege het multifunctionele
karakter vormt dit complex een nieuw hart voor de TU campus.
Studenten kunnen er een hele wooncarrière doorlopen, van
groepswonen tot een zelfstandig appartement. Dit vroeg om
flexibiliteit in het ontwerp, wat ook de nodige invloed had op
het constructief ontwerp.
ir. Paul Korthagen,
ing. Mischa Andjelic PMSE
IMd Raadgevende Ingenieurs
Veel flexibiliteit in nieuw studentencomplex
aan de Stieltjesweg in Delft
2
Bouwsysteem leidend bij constructief ontwerp 1 2017
40
AB
E
D
C
G
Keverling Buismanweg Stieltjesweg
Bestaande situatie
B
F CG
A
Keverling Buismanweg
Stieltjesweg
Nieuwe situatie Bouwdelen D en E zijn gesloopt en op deze plaats is gebouw F
gekomen, een nieuw te bouwen toren van 73 m (foto 1).
Nieuwbouwtoren
De nieuwbouwtoren biedt plaats aan 504 studentenapparte-
menten. De constructie daarvan is zo ontworpen, dat het met
diverse bouwsystemen kan worden gerealiseerd én dat de
appartementen eenvoudig kunnen worden samengevoegd tot
grotere, reguliere woningen. Dit is mogelijk door niet alle
wanden tussen de appartementen dragend uit te voeren. In een
hoofdstramien van 7 m passen twee appartementen (fig. 6).
Door deze te scheiden met een lichte wand zijn in de toekomst
Bouwdelen
Het complex bestaat uit een aantal bouwdelen (fig. 3). Bouw-
deel A is een bestaand gebouw met een kantoor- en onder -
zoeksfunctie. Het bestaat uit twee delen: één uit de jaren vijftig
en één uit de jaren zestig. Kenmerkend voor deze tijd is dat het
hele casco in het werk is gestort, waarbij betonnen spanten een
ruime middenbeuk overspannen (foto 4). Dit gebouw is overi-
gens al een keer grondig gerenoveerd en hierbij is een extra
verdieping op het gebouw geplaatst. Het bestaande bouwdeel B
is later aangebouwd als kantoor. Ook weer kenmerkend voor
deze bouwperiode (omstreeks 1985) is het staalskelet met
kanaalplaten. Bouwdeel C bestaat uit een ouder onderzoeks-
gebouw met een overkluizing van twee lagen, gebouwd in 1992.
3a
4 5
3b
thema
Bouwsysteem leidend bij constructief ontwerp 1 2017
41
F1F2 F4F5 F6F7 F10
F8 F11
F9
F3 F12F14
F15
F13
FA FB
FC
FG
FD FE
FF 3500
35003500 35003500 3500
3500 3500
3500
35003500
35003500
350035003500
3500
3500 3500
3500
3 Bestaande (a) en nieuwe (b) situatie
4 Middendeel van gebouw A, vóór het openzagen
5 Openzagen van het middendeel van gebouw A, waardoor
een groot atrium ontstaat
Waar de bovenbouw een wandenstructuur kent, is voor de
onderste twee bouwlagen juist gekozen voor een kolomstruc-
tuur (fig. 7). Hierdoor zijn de commerciële en techniekruimten
van de onderste twee bouwlagen flexibel indeelbaar en zijn er
verschillende functies mogelijk, zoals een supermarkt, winkels,
een wasserette en een grote entreehal. In het ontwerp is ook
hier rekening gehouden met verschillende bouwsystemen.
tweemaal zo grote appartementen mogelijk. Bovendien is het
op vele posities in het gebouw mogelijk een grote opening te
maken in de dragende wand, een zogenoemde 'softspot'. Deze
zijn in het ontwerp van de wandwapening en hoofdberekeningen
meegenomen. Dankzij deze softspots kunnen vier kleine appar
-
tementen worden samengevoegd tot één. Dit verhoogt de
toekomstige mogelijkheden (en daarmee de waarde) van het
vastgoed aanzienlijk.
6 Rendering niveau 1 t.m. 4; in groen en rood de
stabiliteitswanden
7 Standaardplattegrond woontoren
6
7
Bouwsysteem leidend bij constructief ontwerp 1 2017
42
balk 600 x 650
4e verdieping
+ 13400
3e verdieping
+ 10400
2e verdieping
+ 7400
4500 kN 9627 kN 8657 kN
1286 kN
d1
t1 t1d2
67 51beton d = 250
beton d = 250
overwegend gelijkmatig verdeelde belasting gaat over in drukdiagonalen
1286 kN
8657 kN / sin 51
9627 kN / sin 51 4500 kN / sin 67
spreiding drukdag
2e - 3e vd
zwaartepunt trekband 2
zwaartepunt trekband 1
q-last + puntlast gevel
balk 600 x 650
beton d = 250
beton d = 250 zwaartepunt trekband
67
51 51°
randstaven (a)
r16 - 150 v/a (tpv kolom)
r16 - 150 v/a (tpv kolom)
r25 - 300
2 x 4 r25 - 300
5r25 - 200 v/a 5r25 - 200 v/a
b
a
let op: lagen netten wisselen bij overgangs 3e vd
F1 F2F3
3500
3500
8
Wandaanzicht deel van
de woontoren
9 Vakwerkanalogie
wandligger
10 Drukwapening in
wandligger
11 Wapening in de tweede -
verdiepingsvloer met
drukwapening in de
drukdiagonalen
Wandliggers
De statisch bepaalde wandliggers in de woningen zijn op de
tweede verdieping opgevangen met in het werk gestorte balken
en kolommen (fig. 8). De grootste uitdaging was het realiseren
van een zo optimaal mogelijk ontwerp waarbij de drukspanningen
toch kunnen worden opgenomen. Bijkomende uitdaging was
dat het ontwerp oorspronkelijk conform de VBC was getoetst.
De omgevingsvergunning is uiteindelijk ingediend na invoering
van de Eurocodes. Zoals bekend wordt in Eurocode 2 veel
aandacht besteed aan de maximaal toelaatbare drukspanningen
in drukdiagonalen en knooppunten bij toepassing van de
vakwerkanalogie. Hierbij wijkt de toetsingsmethodiek af van de
8
9
10
thema
Bouwsysteem leidend bij constructief ontwerp 1 2017
43
zijn alle mogelijke vakwerkanalogieën van de schijfwerking van
de tweede verdieping opgesteld (fig. 12). Hierbij is ook nog
rekening gehouden met een alternatieve trappositie in de
toekomst. Hierdoor kan een deel van de openbare ruimten
anders worden ingedeeld.
De hieruit volgende wapening (foto 11) van de tweede verdieping
is in goed overleg met de aannemer en zijn onderaannemers
doorgesproken. Door een juiste coördinatie tussen hoofduit-
voerder, beton-, breedplaatleverancier, installateurs, vlechters
en hoofdconstructeur zijn er tijdens de uitvoering geen afstem-
mingsproblemen ontstaan.
Bestaande bouw
In totaal 161 niet-zelfstandige units en short-stay-units krijgen
een plek in de bestaande gebouwen (bouwdelen A en B).
Bouwdeel C wordt ingevuld met horeca en woningen. Op dit
bouwdeel wordt verder niet ingegaan.
Logische, slimme ingrepen in de bestaande draagstructuur van
bouwdelen A en B maken dat het ontwerp op een zeer kosten-
efficiënte manier kon worden gerealiseerd. Bij de keuze van
ingrepen en uitwerking van de transformatie heeft telkens één
vraag voorop gestaan: wat kan er met het bestaande gebouw?
Door goed te kijken naar de capaciteit en mogelijkheden van de
bestaande gebouwen is het aantal ingrepen beperkt gebleven.
Als ontwerpaanpak is ervoor gekozen de bestaande gebouwen
volledig te inventariseren en uit te werken in een gezamenlijk
BIM-model met de architect. Tevens is een inventarisatie
VBC. De toelaatbare drukspanningen, ook bij het toepassen
van een hoge betonsterkteklasse van C53/65, zijn zeer beperkt.
In figuur 9 zijn de vakwerkanalogie en optredende krachten
weergegeven bij de gekozen afmetingen. Om de drukspanningen
in de drukdiagonalen op te kunnen nemen, zou een wanddikte
van meer dan 400 mm nodig zijn bij C53/65. Indien deze
wanden conform de VBC worden getoetst op basis van de
maximaal toegestane dwarskracht (?2), zou de minimale dikte
overigens 250 mm bedragen. Dit wijkt dus sterk af van de toets
met behulp van de Eurocode.
Er is voor gekozen de wanddikte te beperken tot 250 mm. Dit
om redenen van uitvoerbaarheid (mogelijkheid tot tunnelbouw,
zie kader 'Uitvoeringsmethodiek'), het voorkomen van verlies
van woonoppervlak en het efficiënt gebruik van materiaal, ook
vanuit milieuoverwegingen.
Om de wanddikte van 250 mm mogelijk te maken, is gekozen
drukwapening toe te passen in de drukdiagonalen (fig. 10 en
foto 11). De opnamecapaciteit van de drukspanningen wordt
hiermee aanzienlijk verhoogd. Uiteraard vergt deze detailwape-
ning meer inspanning en aandacht voor de uitvoering, echter is
deze wand uiteindelijk 'gewoon' in de tunnelbekisting meege-
gaan. Toepassen van een dikkere wand zou hebben geleid tot
een traditionele bekisting, of omzetting van het tunnelsysteem
en zou daarmee meer tijdsverlies hebben veroorzaakt.
Schijfwerking overgangsverdieping
De stabiliteit in de woontoren wordt volledig verzorgd door de
aanwezige betonwanden in beide richtingen vanaf de begane-
grondvloer tot aan het dak. Eén betonwand (rechter rode wand
in figuur 7) verspringt onder de tweede verdieping. Dit betekent
dat de vloer van de tweede verdieping grote horizontale schijf-
krachten moet overdragen. Op basis van de windrichtingen
Uitvoeringsmethodiek
Gekozen is voor een uitvoeringsmethodiek met koude tunnelgietbouw. De
aannemer heeft een vergaande studie gedaan naar het optimaliseren van het
uitvoeringsproces, Hierdoor werd de toren uiteindelijk elke vier dagen één
verdieping hoger. Dit is bereikt door een uitgekiende afstemming van de
tunnelinzet, het gebruikmaken van een bijzondere betonpomp (Schwing
SPB30) voor het beperken van kraantijd en geprefabriceerde gevelbladen.
11
Bouwsysteem leidend bij constructief ontwerp 1 2017
44
F1F2 F4
F5F6
F7 F10
F8 F11
F9
F3
F12F14F15
F13
FA FB
FC FG
FD
FE FF 3500
35003500
3500 3500 3500
3500 3500 35003500
35003500 3500
3500
3500
3500
3500
3500
3500
3500
12 Vakwerkanalogie voor de
schijfwerking van de
tweedeverdiepingsvloer geluidsmantel bij de uitvoering die geluidsreductie geeft. In
totaal zijn er 202 vibropalen aangebracht. Hiervoor werd de
grootste machine van BAM Infra Speciale Technieken ingezet.
Bijzonder project
Naar verwachting is de nieuwe grote studententoren in de
zomer van 2017 klaar. De woningen in de bestaande laagbouw
zijn begin 2017 opgeleverd. Niet alleen de flexibiliteit maar ook
de vereiste strakke organisatie en planning, de beperkte bouw-
plaatsruimte en een omgeving waar trillingsgevoelig onderzoek
plaatsvindt, maakt het project meer dan bijzonder.
?
gemaakt van de draagkracht van alle vloeren, stabiliteitswerking
en samenhang in de gebouwen. Door dit als eerste ontwerpstap
uit te voeren, is het mogelijk snel inzicht te geven in de impact
van ontwerpbeslissingen tijdens het ontwikkelen van het
ontwerp.
Bijzonder is het openzagen van het middendeel van gebouw A
(foto 5), waardoor een groot atrium ontstaat in combinatie met
het terugbrengen van de lichtstraten. In dit atrium worden
gemeenschappelijke ruimten opgeleverd die horen bij de woon-
groepen in deze bouwdelen.
Fundering
Aan weerszijden van het project bevinden zich de kantoren en
onderzoeksruimten van TNO. Hierdoor waren er aan het
heiwerk strikte voorwaarden verbonden wat betreft trillingen
en geluid. Onderzocht is welke paalsystemen in aanmerking
kwamen. De voorkeur lag bij vibropalen, vanwege de grillige
zandlagen ter plaatse en de mogelijkheid bij dit systeem tijdens
de uitvoering hierop te kunnen bijsturen. Trillingsarme boor -
systemen waren vanwege dit aspect en de hogere kosten minder
gewenst. Om heien mogelijk te maken, zijn maatregelen
genomen bij de uitvoering van de vibropalen. Zo is in onderling
afgestemde tijdsblokken geheid, rekening houdend met tenta -
mens en onderzoeken. Ook is gekozen voor voorboren en een
? PROJECTGEGEVENS
project Studentenwoningen Stieltjesweg
opdrachtgever Stieltjesweg Ontwikkeling
(Leyten, Van Maren), Bes de blaay en Partners
architect RoosRos Architecten
constructeur IMd Raadgevende Ingenieurs
adviseur installaties Ingenieurs- en adviesburo
Technion
geotechnisch advies Geomet Advies
aannemer nieuwbouw Smit's Bouwbedrijf aannemer bestaande bouw
Groenendijk PGN
Bouw
aannemer funderingen BAM Infra Speciale
Technieken
leverancier beton Cementbouw
leverancier breedplaat Dycore
leverancier betonpomp (Schwing PB30) Faber
betonpompen
12
thema
Bouwsysteem leidend bij constructief ontwerp 1 2017
Reacties