Bij vervanging of nieuwbouw van bruggen, vooral die voor fietsers en voetgangers, wordt steeds vaker gekeken naar toepassing van beton met hogere sterktes. Romein Beton heeft in samenwerking met ABT een standaardbrugconcept ontwikkeld, de BASIS-brug met zeer-hogesterktebeton. Een van de eerste resultaten staat in Hoek van Holland. Aan de bouw ging een uitgebreide analyse met DIANA vooraf.
44
Bruggen voor
het leven
1
BASIS-brug in zeer-hogesterktebeton toegepast in Hoek van Holland
Verspreid over het land zijn duizenden (fiets- en voetgangers)
bruggen aan vervanging toe. Dit betekent dat er enorme
investeringen opdoemen voor gemeenten en waterschappen.
Opdrachtgevers kijken steeds vaker niet alleen naar de
stichtingskosten maar ook naar de onderhoudskosten over de
gehele levensduur: Life Cycle Costs (LCC) of Total Costs of
Ownership (TCO). Dit geldt niet alleen bij vervanging maar ook
bij de aanleg van nieuwe bruggen.
De composietbeton-BASIS-brug
Een goede oplossing voor fiets- en voetgangersbruggen met
een lange levensduur is de zogenoemde BASIS-brug. De term
basis sluit aan op het ontwerp, dat ingetogen is: het is een
Bij vervanging of nieuwbouw van bruggen, vooral die
voor fietsers en voetgangers, wordt steeds vaker gekeken
naar toepassing van beton met hogere sterktes. Romein
Beton heeft in samenwerking met ABT een standaard-
brugconcept ontwikkeld, de BASIS-brug met zeer-hoge -
sterktebeton. Een van de eerste resultaten staat in Hoek
van Holland. Aan de bouw ging een uitgebreide analyse
met DIANA vooraf.
Bruggen voor het leven 6 2016
45
vlakke prefabbetonplaatbrug. De brug wordt uitgevoerd in
composietbeton, een hybride beton dat vezelversterkt zeer-
hogesterktebeton (ZHSB) combineert met traditionele wapening.
Hierdoor ontstaat een materiaal met een zeer hoge druk- en
treksterkte waarmee slank en licht kan worden ontworpen. Dat
levert een besparing op van bijna 50% op materiaalgebruik ten
opzichte van traditioneel beton. Door het geringere gewicht
van de brug kan ook de fundatie lichter worden uitgevoerd en
kan de brug worden vervoerd met lichtere en daardoor zuini-
gere transportmiddelen. Het beton heeft een zeer dichte
pakking waardoor het vrijwel ondoordringbaar is voor vocht
en vuil. Het is bovendien goed bestand tegen vorst-dooi cycli.
Project Hoek van Holland
BASIS-bruggen zijn onder meer toegepast in Hoek van
Holland, in opdracht van gemeente Rotterdam. Het gaat om de
vervanging van twee bestaande houten parkbruggen in het
Paulus van Asperenpad en Rokus de Grootpad. Deze bruggen
verkeerden in slechte staat en waren dringend aan vervanging
toe. De wens was de bruggen te vervangen door een duurza-
mere en lichte variant, die weinig onderhoud vergt, een lange
ontwerplevensduur heeft en in zeer korte tijd kan worden
gerealiseerd.
Om samenwerking met de markt te stimuleren, is het project in
de vorm van een geïntegreerd contract (Design&Construct)
aanbesteed. Het ingenieursbureau van de gemeenten
Rotterdam heeft een sturende en toetsende rol vervuld in het
ontwerp en uitvoeringstraject.
In het programma van eisen zijn alle eisen en randvoorwaar-
den opgenomen waaraan de bruggen moeten voldoen. De eisen
hebben betrekking op aspecten zoals comfort, veiligheid en
functionaliteit. Denk bijvoorbeeld aan eisen aan de maximale
helling, een leuning, afwatering enzovoort. De meest
belangrijke eisen:
- geschikt voor zowel voetgangers als fietsers;
- PVR van 3,0 m x 0,9 m;
- geschikt voor een onbedoeld voertuig (2 assen van 80 en
40 kN);
- zo groot mogelijke slankheid;
- stalen leuning type Rotterdamse vormgeving;
- verbinding stalen leuning ? dek met dookconstructie.
Ontwerp
De eerder genoemde BASIS-brug is naar voren geschoven als
oplossing voor de bruggen in Hoek van Holland. Deze nieuwe bruggen zijn eendelige plaatbruggen. De brug in het Paulus van
Asperenpad heeft een lengte van 13,53 m en een breedte van
2,50 m. De constructiehoogte van de rib bedraagt 350 mm. De
brug is aan beide zijden opgelegd op chloropreen oplegstroken
(foto 2).
Het brugdek aan het Rokus de Grootpad heeft een lengte van
11,22 m en een breedte van 2,50 m. De dikte van de rib
bedraagt slechts 300 mm. Het brugdek is aan één zijde opge-
legd op chloropreen oplegstroken en aan de andere zijde met
twaalf stekankers momentvast verbonden aan de fundatie.
Beide bruggen zijn voorzien van een antracietkleurige slijtlaag
en afgewerkt met een gepoedercoate leuning in Rotterdamse
stijl. Inmiddels zijn er ook composietbeton-BASIS-bruggen
gerealiseerd in Drachten en Deventer.
ing. Michael Menting, ir. Kris Riemens
ABT
bc. Paul de Vries
Romein Beton
ing. Mustapha Attahiri MSEng.
Ingenieursbureau gemeente Rotterdam
1
BASIS-brug met zeer-hogesterktebeton
2 Chloropreen oplegstroken
Gefundeerde keuzes
Bruggen zijn er in verschillende soorten en maten. Elk type brug heeft zijn
eigen voordelen. Zo is een hout- en staalcombinatie erg goedkoop in de
aanschaf en is een composiet van verschillende kunststoffen erg licht van
gewicht. ZHSB heeft ook een aantal grote voordelen. De dichte structuur van
het beton zorgt niet alleen voor veel sterkte en slankheid, maar ook dat het
oppervlak nauwelijks wordt aangetast door het buitenmilieu. Deze eigenschap
maakt dat de brug onderhoudsvrij wordt. Berekeningen tonen aan dat het
ZHSB een levensduur heeft van minimaal 100 jaar. De meerkosten van het
materiaal vallen door optimalisatie van het mengsel en het achterwege blijven
van dure vulstoffen mee. De BASIS-brug is daardoor zeer aantrekkelijk geprijsd.
Vanwege de besparing op onderhoud zijn de Total Costs of Ownership laag.
Berekeningen tonen aan dat de kosten/m
2*jaar halveren door het gebruik van
ZHSB-bruggen als dit wordt vergeleken met andere typen bruggen.
2
Bruggen voor het leven 6 2016
46
20
1000,4 0,5 0,60,7 0,8
carbonatatiediepte (mm)
watercementfactor
20
10
0
B 17,5 B 22,5
B 30 B 37,5 B 45
carbonatatiediepte (mm)
betonkwaliteit
carbonatatiediepte
expositietijd ( j)
hc A hc
hc pc
pc
pc A
hc B
pc B
pc C
3
Invloed van water-cementfactor, cementsoort en -klasse op
de carbonatatiediepte (na zeven jaar expositie buiten,
beschut) [5]. De ZHSB-varianten hebben een wcf kleiner dan
0,4. De carbonatatiediepte is dus verwaarloosbaar klein. 4
Verschillend gedrag van vezelbeton onder verschillende
manieren van belasten. De rode pijlen geven het gedrag van
het toegepaste materiaal weer (figuur 5.6-1 uit MC2010)
groeien dan zeer snel en vormen een macroscheur die tot
bezwijken leidt. Het proces van het aan elkaar groeien van de
microscheurvorming kan worden tegengegaan door toevoeging
van staalvezels aan het beton.
Dankzij deze vezels kan de rek nadat er scheurvorming
optreedt, bijvoorbeeld bij het drukken van kubussen, nog
steeds toenemen. Hierbij is er een grote drukspanning in de
verschillende betondelen en is er sprake van een trekspanning
in de vezels haaks op deze richting. Als de trekspanning in de
vezels te groot wordt, zullen deze beginnen te slippen. Bij een
drukproef zal een betonkubus met een te lage vezeldosering
dan ook met relatief veel geweld uit elkaar spatten. Een kubus
die is voorzien van voldoende vezels zal niet uit elkaar spatten
in een op druk gestuurde bank.
Om de bruggen te kunnen berekenen, is gebruikgemaakt van de
fib Model Code 2010 [1] (hierna MC2010). Deze code normali-
seert en omschrijft materiaalgedrag t.m. sterkteklasse C120.
Treksterkte
Beton heeft een treksterkte. Normaliter wordt deze in de
voorschriften in de ULS nauwelijks gehonoreerd. Dat er
conservatief wordt omgegaan met de treksterkte van beton is
begrijpelijk. De taaiheid van het materiaal onder trek is immers
gering, vooral bij ZHSB of UHSB. Echter, door de toevoeging
van staalvezels zal het beton op trek ook ductiel gedrag gaan
vertonen. De ductiliteit van een vezelversterkte betonconstruc-
tie hangt echter sterk af van hoe de constructie wordt belast.
Het principe is toegelicht in de MC2010 en in fig. 4 verduide-
lijkt. Hierin is aangegeven dat het toegepaste materiaal in
buigproeven hardening gedrag vertoont (toetsing conform
NEN-EN 14651 [4]). De uniaxiale proeven zijn beperkt
Materiaaleigenschappen
De keuze voor de BASIS-brug is vooral ingegeven door de
specifieke materiaaleigenschappen van ZHSB die zeer geschikt
waren voor toepassing in deze twee bruggen. Naast hoge
stijfheid, druksterkte en buigtreksterkte was de dichtheid een
belangrijk aspect. Deze wordt onder meer gerealiseerd door
een extreem lage water-bindmiddelfactor van 0,28. Het resul-
taat is een langdurige carbonatiediepte, in de ordegrootte van
enkele mm (fig. 3). Verder is de buitenkant van het materiaal
weinig poreus. De ervaring leert dat bij ZHSB weinig materiaal
door verwering afslijt.
Duurzaamheid
Duurzaamheid (sustainability) is een steeds belangrijker onder -
deel in de materiaalkeuze. Voor het mengsel is om die reden
gebruikgemaakt van hoogovencement (CEM III) in plaats van
portlandcement (CEM I). Dit resulteert in een lagere milieu-
impact, omdat bij de productie van hoogovencement minder
CO
2 vrijkomt. Het heeft als 'beperking' dat de sterkte maximaal
150 MPa bedraagt, maar dat is ruim voldoende om te komen
tot de gewenste slanke oplossingen.
Druksterkte
De gemiddelde kubusdruksterkte van het materiaal bedraagt
circa 130~150 MPa. Genormaliseerd wordt een sterkteklasse
behaald van C110. Deze druksterkte is niet opgenomen in
NEN-EN 1992 [3] (Eurocode 2). Bij hogere sterkten ontstaan
problemen met ductiliteit. Hierbij wordt de betonmatrix onvol-
doende taai waardoor bij de bezwijkdrukspanning het beton
bros bezwijkt. Dit treedt op omdat bij die spanning gevormde
microscheuren niet meer stabiel zijn. De microscheurtjes
4 3 Uniaxiaal
(geen herverdeling
mogelijk; breuk zoekt
zwakste doorsnede) Buiging
(herverdeling in door
-
snede, verschuiven
neutrale as) Buiging puntvormig ondersteund
of belast (herverdeling doorsnede
en breedte van scheuren meer
-
dere scheuren mogelijk)
softening
hardening
Bruggen voor het leven 6 2016
47
5 20-knoops kwadratische elementen, type CHX60
6 Overzicht van het DIANA-model
7 Spanning-rekdiagram in de drukzone (kom nagenoeg overeen met figuur 3.2
van de Eurocode)
Berekening
Het materiaalgedrag in MC2010 is voor de bruggen ingevoerd
in een 3D-eindige-elementenpakket.
De berekening van de bruggen is uitgevoerd met behulp van
het eindige-elementenprogramma DIANA (versie 9.6). In dit
pakket is het materiaalgedrag uit de MC2010 ingevoerd. Met
behulp van dit programma is het mogelijk zowel fysisch als
geometrisch niet-lineair te rekenen aan modellen met
3D-volume-elementen. Door daarbij gebruik te maken van een
spanning-rekrelatie voor het complete bereik van druk tot trek,
is het mogelijk de spanning in een punt voor elke rek te bereke-
nen. Bij het aanbrengen van belastingen op volume-elementen
is het mogelijk op basis van het evenwicht tussen de elementen
de vervorming van deze elementen te berekenen. Na
transformatie van de vervormingen naar rekken, worden de
bijbehorende spanningen bepaald.
Een belangrijk voordeel van deze berekeningsmethode in
verhouding tot de gebruikelijke 2D-programma's is dat er geen
formules worden afgeleid om doorsnedecontroles uit te voeren.
DIANA voert een integrale controle uit door het controleren
van spanningen en rekken. Afgeleiden daarvan, zoals momen-
ten en dwarskrachten, die in de gebruikelijke 2D-programma's
worden gecontroleerd, zijn daarom minder relevant.
Het toepassen van dit soort geavanceerde berekeningen vergt
meer tijd, maar heeft als voordeel dat het werkelijke gedrag van
de constructie veel nauwkeuriger in kaart kan worden gebracht.
Een beter begrip van het gedrag komt de veiligheid ten goede,
omdat de kans op het niet onderkennen van specifieke bezwijk-
mechanismen sterk afneemt. Het DIANA-model kan worden
gezien als een virtuele proefbelasting. Veelal resulteert dit erin dat
een hogere capaciteit wordt vastgesteld dan met eenvoudi gere
orde berekeningen. Dit geldt zowel voor lineaire als beperkt plas-
tische berekeningen.
uitgevoerd, waarschijnlijk zal het toegepaste materiaal bij een
uniaxiale belasting softning gedrag vertonen.
Het materiaal dat is toegepast, kan worden gekarakteriseerd als
buigtaai. De breukbuigtreksterkte van de matrix (betonmortel)
is lager dan die van de vezels. Door dit gedrag is het mogelijk
de treksterkte van het materiaal te mobiliseren en op te nemen
in de spanning-rekrelatie. Hoe dit kan worden uitgevoerd is
beschreven in de MC2010. Als alternatief zou het materiaalmo-
del van CUR-Aanbeveling 111 [2] kunnen worden toegepast.
De principes komen globaal overeen.
Dwarskracht
Door de toevoeging van staalvezels zal de constructie ook bij
bezwijken op dwarskracht ductiel gedrag vertonen. De
toevoeging van beugels of opgebogen wapeningsstaven zorgt
voor een verdere vergroting van de weerstand en de ductiliteit.
Dit is anders dan het gedrag van normaal beton, waarbij bij het
bereiken van de dwarskrachtweerstand in een matrix zonder
vezels relatief bros bezwijken optreedt.
ZHSB en UHSB
De hoogste gereglementeerde sterkteklasse volgens NEN-EN 206
[6] is C100/115. Daarboven is er min of meer 'vrij spel' en wordt er
nationaal vaak gesproken van zeer-hogesterktebeton (druk
-
sterkte tot 150 MPa) of ultra-hogesterktebeton (druksterkte vanaf
150 MPa). Internationaal wordt de term UHPC (ultra high perfor -
mance concrete) gebruikt. In feite een betere term omdat het de
nadruk legt op het feit dat de bijzondere prestatie in meer zit dan
alleen sterkte.
5 6 7
Bruggen voor het leven 6 2016
48
De hoge pieksterkte is gemodelleerd om de scheurwijdte nauw-
keurig te benaderen. Bij het weglaten van de piek zal het materiaal
zich te gunstig taai gedragen waardoor spanningen in de
wapening na het scheuren gering blijven.
De traditionele wapeningsstaven die in het ontwerp voorname-
lijk waren toegevoegd voor extra stijfheid, zijn in het model als
embedded reinforcement bars gemodelleerd (perfecte aanhech -
ting tussen betonstaal en beton). Voor traditionele wapenings-
staven met kwaliteit B500B is uitgegaan van het spanning-
rekdiagram in figuur 9. Modellering
Voor het modelleren van de bruggen zijn 20-knoops kwadrati-
sche solid elementen toegepast (type CHX60, fig. 5). Een relatief
fijn elementennet is toegepast met minimaal zeven elementen
over de hoogte ter plaatse van de ribben. Tevens is in het
midden van de brug (waar het grootste buigend moment
optreedt) het net in langsrichting extra verfijnd voor het
verkrijgen van nauwkeurigere resultaten.
In het model verlopen spanningen en rekken in de drukzone
van het beton volgens een parabolisch spanning-rekdiagram
waarbij het beton een maximale drukspanning van 120 MPa
kan opnemen (fig. 6). Hierbij is ervan uitgegaan dat het model
met karakteristieke waarden rekent, conform de Eurocode.
De spanningen en de rekken in de trekzone verlopen volgens
een multi-lineair-diagram (fig. 7). In dit diagram is te zien dat
het ZHSB een zeer hoge axiale treksterkte heeft van 12 MPa. Bij
het bereiken van de treksterkte zal het materiaal in het model
scheuren volgens een zogenaamd uitgesmeerd scheur model. In
zo'n model is geen sprake van een discrete scheur, maar wordt
een 'scheur' uitgesmeerd over een bepaalde afstand. Deze
methode geeft aan in welke elementen scheurvorming
optreedt, houdt rekening met de stijfheidsafname van het beton
en geeft een goede indicatie van de bezwijkvorm.
Het programma DIANA kent verschillende uitgesmeerde
scheurmodellen. In dit geval is gekozen voor het total strain
rotating crack model waarbij de richting van een eenmaal
ontstane scheur meedraait met de richting van de hoofdtrek-
spanning. Op deze wijze kunnen in een scheur geen schuif-
spanningen ontstaan die mogelijk kunnen leiden tot een over -
schatting van de bezwijkbelasting. De trekspanning valt na het
bereiken van de treksterkte niet direct terug naar nul, maar er
is sprake van een lang na-scheur-traject waarbij nog steeds
trekspanningen over de scheur kunnen worden overgedragen.
8
500450
400350300250
200150
100
50
0
0,01
0 0,02 0,03 0,04 0,05
stress [MPa]
strain [-]
2 4 6 8
10
12 14
0 0,02
0 0,040,06 0,08
UHSBtensile strength (MPa)
strain
500
450
400
350
300
250
200
150
100
500 0,01
0 0,020,030,040,05
stress [MPa]
strain [-]
2
4
6
8
10
12
14
0
0,02
0 0,04 0,06 0,08
UHSB
tensile strength (MPa)
strain
9
10
8
Het plaatsen van de
brug
9 Spanning-rekdiagram
beton in de trekzone
10 Spanning-rekdiagram
traditionele wape -
ningsstaven
Bruggen voor het leven 6 2016
49
11a Betondrukspanningen (hoofdspanning s3) in het DIANA-model
11b Staalspanningen in de wapening in het DIANA-model 11c
Doorbuiging in het DIANA-model
11d Verschillende eigenmodes van het DIANA-model bij
verschillende eigenfrequenties
Resultaten
Voor de ULS bleken de optredende spanningen en rekken in
het beton en de wapening ruimschoots te voldoen.
Doorbuiging en trillingen waren maatgevend (fig. 10 en 11).
Door het toepassen van een zeeg kan worden voldaan aan de
doorbuigingseisen (fig. 11). De brug voldoet aan een doorbui-
ging van minimaal 1 op 300.
Dynamisch gedrag
Om het comfort voor de gebruiker te controleren, werd het
dynamische gedrag van de brug beschouwd. Hiertoe werden de
eigenfrequenties van de brug bepaald. Als de eigenfrequentie
van de brug overeenkomt met de frequentie van de externe
excitatie, zoals die veroorzaakt kan worden door voetgangers,
kan resonantie optreden. Dit dient vermeden te worden.
De frequenties veroorzaakt door voetgangers hebben over het
algemeen het volgende bereik:
- verticaal, een frequentie tussen de 1 en 3 Hz;
- horizontaal, een frequentie tussen 0,5 en 1,5 Hz, gesynchroni-
seerd met de verticale.
De brug werd berekend aan de hand van een eigenwaardeana-
lyse in DIANA (fig. 11). Deze analyse gaat uit van het model
met lineaire materiaaleigenschappen.
Uit de berekeningen volgde dat bij elke eigenmode de
bijbehorende eigenfrequentie steeds boven de 3 Hz zat.
Productie
De bruggen zijn geproduceerd in een open mal, dat willen
zeggen dat de bovenzijde de stortzijde is. ZHSB is, net als
UHSB, ook bijzonder geschikt om in een gesloten mal gepompt te worden, zodat complexe en/of gebogen vormen mogelijk
zijn. Bij het storten van vezelversterkt beton verdient de
vezeloriëntatie aandacht. Het mengsel wordt vanaf de korte
zijde in de mal gegoten en loopt vervolgens in lengterichting in
de mal. De vezels zullen zich veelal in lengterichting oriënteren.
Nadat de stortzijde is afgewerkt, wordt de mal afgedekt om
warmte vast te houden en uitdroging van de 60 mm dunne
randen te voorkomen.
Tot slot
Mocht er een aantal jaren geleden nog sprake zijn geweest van
koudwatervrees, inmiddels begint ZHSB en UHSB gemeengoed
te worden, getuige de gerealiseerde projecten in binnen ? en
buitenland. Het materiaal bewijst telkens zijn meerwaarde. De
BASIS-brug is nauwelijks duurder dan gewoon beton en is een
verantwoorde keuze voor de inrichting van de duurzame
buitenruimte. Ook in Drachten en Deventer zijn inmiddels
BASIS-bruggen gerealiseerd.
?
?
BRONNEN
1 Walraven,J., Bigaj-Vliet, A., van, fib Model Code
for Concrete Structures 2010.
2 CUR-Aanbeveling 53, Spuitbeton en gespoten
cementgebonden mortels, herziene versie van
CUR-aanbeveling 11, 2006.
3 NEN-EN 1992 2: Ontwerp en berekening van
betonconstructies - Deel 1-1: Algemene regels
en regels voor gebouwen. 4
NEN-EN 14651 Beproevingsmethode voor
staalvezelbeton - Meten van de buig-treksterkte
(proportionaliteitsgrens (LOP), reststerkte)
5 Betoniek 6/11 Carbonatie, 1 februari 1984
6 NEN-EN 206, Beton - Specificatie,
eigenschappen, vervaardiging en conformiteit
11a 11b 11c
11d 11d
Bruggen voor het leven 6 2016
Reacties