5 2017
vakblad over betonconstructies
vakblad over betonconstructies
5 2017
vakblad over betonconstructies
Tunnels
Munterij 8, 4762 AH Zevenbergen ? Postbus 17, 4760 AA Zevenbergen ? T 0168 - 33 12 400 ? E info@bbtec.nl ? www.bbtectools.com/nl
"Structural Anchoring Systems" voor
Constructieve Veiligheid
Voor Constructeurs, Architecten, Staalbouwers, Aannemers, etc.
MET GRATIS DESIGNFIX ONDERSTEUNING
NIEUW
NIEUW
Nieuwe Anker Design
Software
DesignFiX® gratis anker calculatie soft-
ware voor B+BTec SAS en BIS anker syste-
men.
? Complete invoer vrijheid en 3D interface
? Resultaten in één oogopslag
? Automatische berekening ef ectieve
zetdiepte
? Geïntegreerde FEM berekening voor
bepalen dikte voetplaat
Nieuwe BIS Injectie Systemen
Pure-Epoxy 3:1 voor ultra hoge lasten. ETA goedkeuring
voor gescheurd en ongescheurd beton, diamant geboorde
en watergevulde gaten. Seismische Goedkeuring C1 en C2.
Voor de installatie van stek- en draadeinden.
Vinylester voor hoge lasten. ETA goedkeuring voor ge-
scheurd en ongescheurd beton en watergevulde gaten.
Seismische Goedkeuring C1. Styreen vrij. Voor de installatie
van stek- en draadeinden.
Polyester voor gemiddelde lasten. ETA goedkeuring voor
ongescheurd beton en holle steen. Styreen vrij.
Voor de installatie van draadeinden.
CEMENT_15_09.indd 1 14-09-15 13:29
5 2017
vakblad over betonconstructies
vakblad over betonconstructies
5 2017
vakblad over betonconstructies
Tunnels
Munterij 8, 4762 AH Zevenbergen ? Postbus 17, 4760 AA Zevenbergen ? T 0168 - 33 12 400 ? E info@bbtec.nl ? www.bbtectools.com/nl
"Structural Anchoring Systems" voor
Constructieve Veiligheid
Voor Constructeurs, Architecten, Staalbouwers, Aannemers, etc.
MET GRATIS DESIGNFIX ONDERSTEUNING
NIEUW
NIEUW
Nieuwe Anker Design
Software
DesignFiX® gratis anker calculatie soft-
ware voor B+BTec SAS en BIS anker syste-
men.
? Complete invoer vrijheid en 3D interface
? Resultaten in één oogopslag
? Automatische berekening ef ectieve
zetdiepte
? Geïntegreerde FEM berekening voor
bepalen dikte voetplaat
Nieuwe BIS Injectie Systemen
Pure-Epoxy 3:1 voor ultra hoge lasten. ETA goedkeuring
voor gescheurd en ongescheurd beton, diamant geboorde
en watergevulde gaten. Seismische Goedkeuring C1 en C2.
Voor de installatie van stek- en draadeinden.
Vinylester voor hoge lasten. ETA goedkeuring voor ge-
scheurd en ongescheurd beton en watergevulde gaten.
Seismische Goedkeuring C1. Styreen vrij. Voor de installatie
van stek- en draadeinden.
Polyester voor gemiddelde lasten. ETA goedkeuring voor
ongescheurd beton en holle steen. Styreen vrij.
Voor de installatie van draadeinden.
CEMENT_15_09.indd 1 14-09-15 13:29
Partners 1
Meer informatie over deze bedrijven
en over het partnerschap staat op
www.cementonline.nl/partners .
partners
5 2017
Centraal overleg Bouwconstruc ties
Stufb Studievereniging ? b -N ederland
Partners van Cement , kennisplatform betonconstructies
Cement is een platform van én voor constructeurs. Het platform legt
kennis vast over construeren met beton, en verspreidt deze onder
vakgenoten. Om het belang hiervan te onderstrepen kan een bedrijf
kennispartner van Cement worden.
Een partner geniet een aantal voordelen, zoals een flinke korting op het abonnement
en een profielpagina op Cementonline . Het partnerschap is voorbehouden aan
bedrijven voor wie de kennis daadwerkelijk is bedoeld. Hebt u ook interesse om
partner te worden, neem dan contact op met Jacques Linssen, j.linssen@aeneas.nl .
2
4 Een tunnel onder een Amsterdams
park T
Tussen de knooppunten Holendrecht en Diemen,
aan de Gaasperdammerweg, wordt gewerkt aan
een 3 km lange landtunnel in de A9.
18 A4 na meer dan 60 jaar gereed T
In het ontwerpproces van de 2 km lange
Ketheltunnel, samengesteld uit vijftig ter plaatse
gestorte betonnen tunnelmoten, vroegen
progressive collapse en negatieve kleef bijzondere
aandacht.
24 Een tunnel die werkt T
Een toelichting op het aanbestedingsproces en
het globaal ontwerp van de 1,6 km lange nieuwe
boortunnel in de Rotterdamsebaan in Den Haag.
30 Boren tussen de A4 en de A44 T
De boortunnel in de RijnlandRoute kent diverse
uitdagingen, onder meer ten aanzien van de lining,
dwarsverbindingen en positie van de boorterpen.
46 Zinktunnel tussen Duitsland en
Denemarken T
Voor de nieuwe Femernbeltverbinding tussen
Denemarken en Duitsland wordt een bijna 18 km
lange zinktunnel gebouwd; de langste ter wereld.
52 Zinktunnel onder extreme
omstandigheden T
In het ontwerp van de afgezonken tunnel door de
Gouden Hoorn in Istanbul speelden extreme
geotechnische en seismische omstandigheden
een grote rol.
4 ? 69
Tunnels
Er worden momenteel veel tunnels
gerealiseerd, zowel in Nederland als in
het buitenland. In dit themanummer
volgen we de ontwikkelingen in
tunneltechniek en belichten we enkele
belangrijke tunnelbouwprojecten.
38 - 45
Schipholspoortunnel:
Euro code, NEN 8700 of RBK?
Door uitbreiding van parkeer
garage P1
bovenop de Schipholspoor
tunnel zullen
geconcentreerde kolom belastingen met
circa 50% toenemen. Toch hoeft de tunnel
slechts minimaal versterkt te worden.
70 ? 73
De Holland herontdekt
Architectuur van Sybold van Ravesteyn,
herbestemd tot Nationaal Onderwijs-
museum. De Holland is een voorbeeld
voor betonrestauratie van jonge
monumenten.
1 Partners
74 Column
76 Boekbespreking
80 Service / online
80 Colofon
september 2017 / jaargang 69
inhoud
5 2017
Inhoud
3
60 Bijzondere belastingen op
afgezonken tunnels T
De laatste jaren is de invloed van bijzondere
belastingen, zoals scheepsbelastingen, explosies
en aardbevingen op het (detail)ontwerp steeds
groter geworden.
78 De jonge constructeur
Pim van der Aa vertelt over zijn rol bij de
uitvoering van de krimpberekeningen voor het
protonentherapiecentrum van het Universitair
Medisch Centrum Groningen.
Wereldspeler? Met ongeveer 30 tunnels langer dan een
kilometer heeft Nederland veel minder tunnels dan veel berg -
achtige landen. En onze langste tunnel, de Groene Harttunnel,
steekt met 7,2 km schril af tegen de 57 km lange Gotthard trein -
tunnel. Daarmee lijken we op tunnelgebied dus op het eerste
gezicht geen wereldspeler. Maar als je beter kijkt, zie je wat
anders. Want bovenstaande feiten gaan over aantal en lengte.
Op het gebied van tunneltechniek kunnen we ons zeker meten
met de wereldtop. De in Nederland toegepaste technieken
hebben voor een belangrijk deel bijgedragen aan de maritieme
Hollandse glorie!
Zo hebben wij voor het eerst een boortunnel gebouwd onder
stedelijk gebied op paalfunderingen in slappe grond. En onze
kennis van zinktunnels wordt over de hele wereld geëxporteerd.
In dit themanummer zijn diverse voorbeelden van toepassing
van Nederlands vernuft in binnen- en buitenland terug te
vinden. Voor een buitenstaander mogen het misschien minder
spraakmakende voorbeelden zijn dan de 1,5 km lange tunnel
waardoor in 2015 drugsbaron El Chapo uit de gevangenis wist te
ontsnappen. Maar voor de civiel ingenieur zijn het hoogstandjes
om van te smullen. Steeds wordt er gezocht naar integrale
oplossingen ten aanzien van techniek, veiligheid, onderhoud,
levensduur, beschikbaarheid en invloed op de omgeving. En
de ontwikkelingen staan niet stil, zoals u kunt lezen in deze
Cement -editie.
Een pessimist zit in een donkere tunnel. Een optimist ziet licht
aan het einde van de tunnel. Een realist leest deze Cement om te
vernemen dat we in Nederland een sterk staaltje tunneltechniek
in huis hebben en wereldwijd meespelen.
Tot slot: heeft u genoten van de interessante en soms prikkelende
columns van Rob Nijsse, dan kan dat nog één keer. Want na twee
jaar neemt Erik Middelkoop het stokje over. Bedankt voor je
bijdragen Rob!
Veel leesplezier gewenst!
Dick Hordijk
Voor reacties: d.hordijk@cementonline.nl
Voorpagina:Tunnel Gaasperdammerweg A9 in aanbouwfoto: Irvin van Hemert i.o.v. Rijkstwaterstaat
Redactioneel
5 2017
Inhoud
4
thema
Tunneltechniek
door de jaren heen
Toelichting op ontwikkelingen afzinkmethode,
in-situbouwmethode en boormethode
De afzinktechniek komt in Nederland goed tot haar recht. Er
zijn veel rivieren met een breedte van 600 tot 800 m, een maat
die voor een boortunnel veel minder gunstig is. Ten opzichte
van bruggen hebben tunnels als oeververbinding het grote
voordeel van een zeer hoge beschikbaarheid.
De eerste afgezonken tunnel in Nederland is de Maastunnel in
Rotterdam, gebouwd in 1942. Er volgen er nog vele. In Baren-
drecht wordt ten behoeve van de bouw van de Heinenoordtunnel
(1969) een speciaal bouwdok voor tunnelelementen aangelegd.
Hierin worden later ook elementen gebouwd voor onder
andere de Willemspoortunnel, de Noordtunnel, de Wijkertunnel
en de Tweede Beneluxtunnel. De techniek ontwikkelt zich in de
loop der tijd verder, ook om langere, diepere en bredere tunnels
mogelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan de 6 km lange
Øresund Link tussen Kopenhagen en Malmö of de 18 km lange
Femernbelttunnel tussen Duitsland en Denemarken. Ook op
het gebied van opdrijven, transporteren, afzinken, onderstromen
en voegen worden optimalisaties doorgevoerd.
In-situmethode
Ondertussen wordt ook de in-situ- ofwel cut-and-covermethode
veel toegepast. Deze techniek is zeer geschikt voor landtunnels
en toeritten, maar ook voor gesloten delen van tunnels onder
waterwegen is de methode bruikbaar. In 1957 wordt de in-situ -
Er zijn grofweg drie technieken te onderscheiden waarmee
tunnels in Nederland worden gebouwd: de afzinkmethode, de
in-situbouwmethode en de boormethode. Deze methoden zijn
de afgelopen decennia flink verbeterd.
Afzinkmethode
Van oudsher is Nederland een 'afzinkland'. Onze civieltechnische
ingenieurs hebben zich in de tweede helft van de vorige eeuw
ontwikkeld tot wereldleider op het gebied van kennis van zink -
tunnels. Daarbij is aanvankelijk dankbaar gebruikgemaakt van
ervaringen bij onder meer de bouw van de Holland Tunnel in
de Verenigde Staten en enkele tunnels in Antwerpen. Ook kan
Nederland bogen op een hoog kennisniveau op het gebied van
beton.
Door de toenemende behoefte aan mobiliteit is in ons land de afgelopen 75 jaar een groot aantal tunnels gebouwd. En ook de
komende jaren staan veel spraakmakende tunnelprojecten op stapel, niet alleen onder waterwegen maar ook onder land en
zelfs bebouwing. De technieken die daarbij worden toegepast, hebben zich in die periode sterk ontwikkeld. De redactie van
Cement stak haar licht op bij drie prominente tunneldeskundigen: Predrag Jovanovic, Frank Kaalberg en Bart Hendrix.
Bronnen
Dit artikel is tot stand gekomen dankzij inbreng van Predrag
Jovanovic (Movares), Frank Kaalberg (Witteveen+Bos) en Bart
Hendrix (Rijkswaterstaat). Tevens is dankbaar gebruikgemaakt
van het boek 'Tunnels in Nederland ? een nieuwe generatie', een
uitgave van Rijkswaterstaat.
thema
Tunneltechniek door de jaren heen 5 2017
5
methode voor het eerst gebruikt, bij de bouw van de Velsertunnel
onder het Noordzeekanaal. Ook deze techniek wordt in de loop
der jaren verder ontwikkeld. Momenteel worden de nieuwste
inzichten toegepast in bijvoorbeeld de Gaasperdammertunnel.
Boormethode
In de jaren negentig maken we ons ook de boortunneltechniek
eigen. Aanvankelijk zijn deskundigen van mening dat deze
techniek in Nederland vanwege de slappe bodem niet geschikt
is. Maar onder leiding van de minister van Economische Zaken
gaat er in 1991 een 'expertmissie' naar Japan om kennis te
maken met de aanleg van boortunnels in vergelijkbare onder -
grond. De overtuiging bestaat dat deze techniek goed van pas
kan komen op plekken waar de afzink- of in-situmethode niet
mogelijk zijn, bijvoorbeeld onder gebouwde omgeving. Dit
leidt uiteindelijk tot twee pilotprojecten: de Tweede Heinenoord -
tunnel en de Botlekspoortunnel. Deze tunnels worden gebouwd
volgens in Duitsland gangbare ontwerpmethodieken. Maar
eigenwijs als Nederlanders zijn, willen we niet blindvaren op
kennis van derden. Daarom worden deze projecten gebruikt
om eigen kennis en rekenmethodieken te ontwikkelen. Bijna
heel bouwend Nederland is erbij betrokken. Het COB, opge -
richt in 1994, speelt hierbij een prominente coördinerende rol.
De ontwikkelde kennis wordt ingezet bij latere boortunnel-
projecten als de Tunnel Pannerdenschkanaal, de Westerschelde -
tunnel, de Groene-Harttunnel en de Noord-Zuidlijn. Die laatste
twee trekken internationaal veel aandacht. De Groene-Hart -
tunnel is destijds de tunnel met de grootste diameter ter wereld
(15 m) en de Noord-Zuidlijn is de eerste tunnel onder stedelijk
gebied op paalfunderingen in slappe grond.
De boortechniek staat nog steeds niet stil, zeker internationaal.
Boormachines worden groter (tot wel 20 m in diameter), er
wordt geëxperimenteerd met afwijkende doorsneden en er zijn
zelfs schachten die worden uitgevoerd door ze verticaal te
boren. In Nederland zijn er momenteel twee boortunnelprojecten
in uitvoering: de Rijnlandroute en de Rotterdamsebaan (de
tunnelboormachines draaien hier nog niet). Gemeenten en
provincies blijken ook steeds geïnteresseerder in deze techniek,
vooral vanwege de beperkte overlast.
Nederlanders over de hele wereld
De kennis van tunnelbouw bij Nederlandse ingenieurs wordt
over de hele wereld ingezet. Hierbij gaat het vooral om kennis
van ontwerpen, ingezet in landen waar geen rijke tunnelcultuur
bestaat. In de uitvoering van geboorde tunnels nemen Neder -
landse aannemers echter niet echt een internationale positie in,
behalve BAM dankzij de overname van het Duitse Wayss &
Freytag. In Europa zijn het vooral Duitse, Franse en Oostenrijkse
bouwers die de scepter zwaaien. In China doen bouwers
ook steeds meer ervaring op. Het grote voordeel daar zijn de
grote hoeveelheid tunnels en het aanwezige geld. Daardoor is
het mogelijk kennis op te doen op basis van trial-and-error.
Ook cultuur speelt onmiskenbaar een rol. De Nederlandse
ingenieursmentaliteit is er meer een van eerst denken en dan
doen. Alles moet hier vooraf tot in detail worden uitgedacht
en alle risico's moeten vooraf worden geanalyseerd. Misschien
wel om die reden worden Nederlandse ingenieurs nog altijd
vaak betrokken bij internationale projecten, bij het ontwerp of
als reviewer. Zo is TEC, een samenwerkingsverband tussen
Witteveen + Bos en Royal HaskoningDHV, een internationale
speler van formaat.
1
1 De Sluiskiltunnel, een boortunnel in de N62 onder het kanaal van Gent naar Terneuzenfoto: BAM Infra
Tunneltechniek door de jaren heen 5 2017
Tunneltechniek door de jaren heen 5 2017 6
thema
2 Bouw van de Koning Willem-Alexandertunnel, de in-situlandtunnel in de A2 bij Maastrichtfoto Peter Wijnands, A2 Maastricht3 Renovatie van de Velsertunnel, waar uitgebreide aanpassingen aan de civiele constructie zijn uitgevoerd ten behoeve van veiligheidsvoorzieningen foto: Rijkswaterstaat 4 Veiligheidsconcept Nederlandse Tunnelsbron: Rijkswaterstaat
Hinder en veiligheid
Er komen de laatste jaren in Nederland veel tunnels bij. Een
aantal tunnels is momenteel in uitvoering en er zijn diverse
uitdagende projecten in voorbereiding (zie kader 'Actuele tunnel -
projecten'). De technieken die voor deze tunnels worden toege -
past, hebben zich ruimschoots bewezen. Een van de grote uitda -
gingen ligt momenteel op het gebied van hinderbeperking. Het is
belangrijker dan ooit dat het verkeer zijn doorgang kan vinden
en ook aandacht voor omwonenden is van groot belang. Dat zijn
dan ook de belangrijkste aandachtspunten van Rijkswaterstaat
bij de uitvraag van projecten. Ook communicatie is essentieel.
Op dat gebied hebben opdrachtgevers en bouwers de laatste
jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt.
Een andere belangrijke uitdaging is veiligheid. De consequenties
van incidenten zijn in tunnels veel ingrijpender dan elders en
hulpdiensten kunnen minder snel ter plaatse komen. Enkele
grote tunnelbranden eind vorige eeuw, onder meer in de Alpen,
zijn voor het Europese Parlement reden om in een Europese
tunnelrichtlijn strenge veiligheidseisen vast te leggen. De richt -
lijn wordt in 2004 ingevoerd en verplicht alle EU-landen om
tunnelveiligheid vast te leggen in nationale wet- en regelgeving.
In Nederland wordt de Europese tunnelrichtlijn in 2006
omgezet in de 'Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels'
Verder voert Rijkswaterstaat in 2011 de Landelijke Tunnelstan -
daard (LTS) in voor nieuwe tunnelprojecten. Hierin is vastgelegd
hoe qua tunnelinstallaties, processen en procedures een aantoon -
baar veilige, betrouwbare en werkende (Rijks)tunnel moet
worden aangelegd, gebruikt of gerenoveerd. Deze standaard
wordt continu up-to-date gehouden. Het grootste deel van het
civieltechnische ontwerp van de tunnel is echter niet in de LTS,
maar in het Handboek Tunnelbouw vastgelegd (zie artikel
'Kennisbeheer tunnels georganiseerd' elders in dit nummer).
In de praktijk wordt de veiligheid in Nederlandse tunnels goed
gewaarborgd, doordat altijd gescheiden rijbanen worden toege -
past (éénrichtingverkeer in een verkeersbuis). Hierdoor komen
frontale aanrijdingen niet voor. Daarnaast wordt in het geval van
brand de rook van het incident weggeblazen door de ventilatie
en staat er in principe niemand in de rook. Dit alles wordt onder-
steund door de tunnelinstallaties en een veilige vluchtroute (fig. 4).
Waterdichting
De waterdichting van tunnels wordt in de loop der tijd sterk
verbeterd. Hierdoor worden tunnels op grotere waterdiepten
mogelijk. Enerzijds worden voegprofielen (Gina, Omega, W9U)
ontwikkeld en anderzijds wordt daadwerkelijk waterdicht beton
2
3
7
en de Velsertunnel. Bij de Velsertunnel (foto 3) zijn uitgebreide
aanpassingen aan de civiele constructie uitgevoerd ten behoeve
van de aangepaste veiligheidsvoorzieningen. Zo is een deel van
de stempelconstructie in de toeritten weggehaald ten behoeve
van de nieuwe ventilatoren of vluchtruimten die zijn gemaakt
in de vervallen (dwars)ventilatiekanalen.
mogelijk. Dit laatste doordat scheurvorming beter wordt beheerst,
onder meer dankzij koeling van het beton. Daardoor wordt het
mogelijk waterdichte tunnels te bouwen zonder toepassing van
een waterdicht membraan aan de buitenzijde van de tunnel.
Betonkoeling wordt voor het eerst toegepast bij de Vlaketunnel.
Renovatie
Een aspect dat nu en in de toekomst steeds meer aandacht
vraagt is renovatie. Want net als bruggen en viaducten, zijn ook
veel tunnels aan onderhoud toe. Helemaal te vergelijken met
bruggen is de problematiek voor tunnels echter niet. Zo zijn de
belastingen niet of nauwelijks veranderd; de belastingen
worden grotendeels opgelegd vanuit grond en water. Toch komt
het bijvoorbeeld voor dat een vaarwegbeheerder het doorvaart -
profiel wil verruimen, waarbij het dan belangrijk is dat het
verticale evenwicht van de constructie is geborgd. Verder
spelen vaarwegverbredingen en dijkverleggingen en -verhogingen
qua belasting op de tunnel een grote rol.
Maar vaker gaat het bij een tunnelrenovatie om de technische
installaties en afbouw. Uiteraard speelt beton daar ook wel
enige rol in; hoe moet de afbouw worden geïntegreerd in de
constructie bijvoorbeeld.
Bekende recente renovatieprojecten zijn de Eerste Coentunnel
Fire engineering
Het brandveilig maken van tunnels is een grote uitdaging. Om
tot goede oplossingen te komen, kunnen brandadviseurs
gebruikmaken van Performance Based Fire Engineering (PBFE).
Het principe van PBFE is gebaseerd op fysieke testen en het
uitvoeren van (computer)analyses om de effecten van een brand
op de constructie vast te stellen. PBFE maakt onder andere
gebruik van modellen voor vloeistofmechanica om de versprei -
ding van rook te simuleren, het simuleert de evacuatie van
mensen of voertuigen met gedragalgoritmes en het analyseert
met EEM-analyses de effecten van de brand op de sterkte van
de constructie. Meer over PBFE verschijnt binnenkort in een
Cement -artikel, geschreven door twee fire engineers van het
Nieuw-Zeelandse/Australische/Amerikaanse bureau Holmes Fire,
onderdeel van Holmes Group.
4
1
VerkeerscentraleHoudt 24 uur per dag de verkeerssituatie in de gaten.
Wat gebeurt er bij een brand in een tunnel?
6 Verkeerlichten gaan op rood.
7 Slagbomen gaan neer.
8
Ventilatie in nevenbuis in calamitei - tenstand zetten.
9 Contourverlichting en lichtbakken boven deur inschakelen.
Vluchtinstructies afspelen via speakers.
Vluchtinstructies uitzenden via autoradio.
Hulpverleners rijden naar nevenbuis.
1 MTM-systeem detecteert snel - heidsverlaging door file. Borden gaan automatisch op 70 en 50 km/u.
2 Snelheidsonderschreidingssyteem geeft melding aan tunneloperator. Camera's tonen locatie van incident. Operator drukt op calamiteitenknop.
3 Tunnelventilatie in incidenten - buis gaat op 'hard blazen' en voert rook in rijrichting af.
4 Vluchtweg wordt in gereedheid gebracht: inschakelen overdrukven - tilatie en verlichting middentunnel.
5 Verlichting gaat maximaal branden.
Hulpverleners betreden incidenten - buis via nevenbuis en gaan boven - strooms door veilige vluchtdeur voor nadere verkenning.
Na hulpverlening en controle van installaties en constructie arriveren andere reparatiediensten voor reparaties, inspecties, etc.
10
11
12
13
14
Tunneltechniek door de jaren heen 5 2017
8
5 Vervoer van een tunnelelement voor de Tweede Coentunnel, een zinktunnel onder het Noordzeekanaal in de A10foto: Rijkswaterstaat6 Elementen van de Tweede Coentunnel in het bouwdok in Barendrechtfoto: Aerophoto Schiphol, Rijkstwaterstaat7 Boormachine ( TBM) van de Sluiskiltunnel in Terneuzen
Tunnelbouwmethoden
Afzinkmethode
Bij de afzinkmethode worden tunnelelemen -
ten (bestaande uit meerdere tunnelmoten)
in een bouwdok gebouwd (foto 6). Aan de
kopse kanten worden de elementen voor -
zien van tijdelijke waterdichte schotten en
aan één zijde rondom voorzien van een
voegprofiel. Ten behoeve van het transport
worden de tunnelelementen voorgespannen
zodat de mootvoegen niet open gaan staan.
Vervolgens wordt het bouwdok vol water
gezet waardoor de elementen gaan drijven.
Vanuit het bouwdok worden de elementen
met sleepboten getransporteerd naar de
bouwlocatie van de tunnel (foto 5). Hier is in
de waterweg een sleuf gebaggerd waarin de
elementen één voor één worden afgezonken
en vervolgens aan elkaar gekoppeld.
Wanneer de elementen tegen elkaar aan
liggen, wordt het water tussen de kopschotten
weggepompt, waarna door de waterdruk
tegen het andere eind van het element, de
elementen tegen elkaar worden gedrukt. Als
alle elementen nauwkeurig op hun plaats
liggen, worden de tijdelijke kopschotten
verwijderd, de zinkvoegen afgewerkt en
wordt de zinksleuf afgedekt.
In-situmethode
De in-situbouwmethode, ook wel cut-and-
covermethode genoemd, is een bouwme -
thode waarbij de tunnel ter plaatse in een
bouwput of -kuip wordt gebouwd. De werk -
zaamheden vinden plaats vanaf het maaiveld
of de bodem van de waterweg. Voor het
kruisen van autowegen en waterwegen
zijn bijzondere maatregelen noodzakelijk,
zoals tijdelijke omlegging of (gedeeltelijke)
afsluiting. Afhankelijk van onder meer de
beschikbare ruimte en de inpassing in het
landschap, kan worden gekozen voor een
bouwkuip met rechte wanden (damwanden
of diepwanden) of een bouwput met geleide -
lijk aflopende taluds.
Droge bouwmethode
Bij de droge bouwmethode worden aller -
eerst de wanden van de bouwkuip
geplaatst, waarna de grond binnen de
bouwkuip 'in den droge' wordt ontgraven.
Indien nodig wordt de grondwaterstand
door bemaling verlaagd tot onder de bodem
van de bouwkuip of bouwput. Als onder-
afsluiting van de bouwkuip of bouwput
wordt gebruikgemaakt van een aanwezige
kleilaag, van een folie of een injectie van
slecht doorlatende stof in de bodem.
Natte bouwmethode
Ook bij de natte bouwmethode worden
eerst de wanden van de bouwkuip
geplaatst, maar wordt deze ontgraven
terwijl de waterstand zo veel mogelijk
gelijk blijft aan die in het omliggende
gebied. Na ontgraving wordt onder water
een fundering aangebracht en wordt met
behulp van onderwaterbeton, bodeminjec -
tie of een folie, een afsluitende bodem in
de bouwput of -kuip gelegd. Na het leeg -
pompen van de bouwkuip kan worden
begonnen met de bouw van de constructie.
Wanden-dakmethode
In sommige gevallen ? zoals in stedelijke
omgeving ? is het noodzakelijk dat de
ruimte van de bouwkuipen slechts korte tijd
onttrokken wordt aan de openbare ruimte.
In dergelijke gevallen maakt men gebruik
van de wanden-dakmethode. Hierbij wordt
na het aanbrengen van de damwanden of
diepwanden het dak van de tunnel aange -
bracht. Daarna wordt de grond onder het
dak ontgraven en wordt de tunnel verder
afgebouwd.
Boormethode
Bij de boormethode wordt de tunnel onder -
gronds gebouwd met behulp van een
tunnelboormachine (TBM) (foto 7). TBM's
heb je in allerlei soorten en maten. Het
precieze ontwerp hangt af van het project
(omgeving, grondsoort of diepte). In het
voorste deel van de TBM wordt grond
weggegraven met een graafwiel, waarbij
verschillende typen snijraden kunnen
worden gebruikt. Om te voorkomen dat het
boorfront instort, wordt de graafkamer
voortdurend onder druk gehouden. De
ruimte wordt bijvoorbeeld gevuld met een
steunvloeistof, meestal een mengsel van
bentoniet en water. Tijdens het graven
mengt de vloeistof met de afgegraven grond
en deze mix wordt steeds afgevoerd naar
een (bovengrondse) scheidingsinstallatie.
Daar wordt het bentoniet gescheiden van de
grond, zodat deze steunvloeistof meerdere
malen kan worden gebruikt. Een alternatief
op deze methode is toepassing van de zoge -
noemde Earth Pressure Balance (EPB) shield-
machines, waarbij de grond, eventueel
geconditioneerd met additieven, als 'steun -
vloeistof ' wordt gebruikt.
Achter de boor worden prefabbetonnen
tunnelelementen aangebracht die samen
telkens een complete ring vormen, de lining.
Tijdens het graven zet de TBM zich met de
uitschuifbare cilinders af tegen de al
gebouwde tunnelbuis. Zo graaft de boor
zichzelf naar voren.
Omdat de machine een grotere diameter
uitgraaft dan de definitieve tunnelconstructie,
ontstaat een tussenruimte tussen de grond -
laag en de tunnelwand. Om te voorkomen
dat de omringende grond zou inklinken,
wordt deze tussenruimte gevuld met grout.
De uitgeharde groutlaag vormt tevens een
funderingsbed voor de tunnel.
Om de stabiliteit van het boorfront te
verzekeren, is het noodzakelijk dat de boor -
machine op voldoende diepte in de grond
haar activiteiten verricht. Als richtlijn wordt
een gronddekking aangehouden die gelijk is
aan 0,7 ? 1 maal de boordiameter. Dit betekent
dat boortunnels over het algemeen langer
moeten zijn dan zinktunnels of in-situtunnels
in een vergelijkbaar tracé.
thema
Tunneltechniek door de jaren heen 5 2017
9
Themanummer Cement
Tunnelbouw is een onderwerp dat de civieltechnische wereld al
decennialang bezighoudt. Nederlandse ingenieurs hebben zich op
dit gebied altijd kunnen onderscheiden. Dat is mede te danken
aan de uitdagingen die de Nederlandse overheid op de markt
heeft durven zetten. Omdat wij in ons poldermodel gewend zijn
oplossingsgericht te denken, is het vaak gelukt indrukwekkende
en grensverleggende projecten te realiseren. Maar het is niet
evident dat wij die leidende rol kunnen blijven vasthouden. Veel
landen borduren voort op onze kennis en stellen meer geld be-
schikbaar voor onderzoek. Bovendien hangt kennis ook vast aan
mensen. Kennisborging is daarom essentieel. Hopelijk weet dit
themanummer van Cement daar een steentje aan bij te dragen! ?
Jacques Linssen
Bij tunnelrenovaties (en bij werken aan de infrastructuur in
het algemeen) wordt steeds meer het principe 'werken met de
winkel open' gehanteerd. Het verkeer moet tijdens de werk -
zaamheden zonder noemenswaardige hinder kunnen blijven
doorrijden. Voor een tunnelrenovatie betekent dit nogal wat:
er moeten soms ingrijpende civieltechnische werken worden
uitgevoerd in een renovatie. Maar belangrijker nog is dat de
tunnelveiligheidsinstallaties (deels) buiten werking zijn.
Zonder die installaties kan een tunnel niet voor verkeer worden
opengesteld. En aangezien een tunnel veelal een unieke oever -
verbinding is in het netwerk, levert afsluiting enorme hinder op
voor het verkeer. Bij recente grote renovaties als de Eerste
Coentunnel en de Velsertunnel, was het grote voordeel dat er
een tweede tunnel naast lag (resp. de Tweede Coentunnel en
|de Wijkertunnel). Hierdoor bleef de hinder voor het verkeer
beperkt. De tunnels die in het komende decennium op de
planning staan voor renovatie hebben niet de luxe van een
'reserveverbinding'. De opgave wordt hierdoor des te complexer.
Ook in dit leerproces speelt het COB een rol door partijen
(nationaal en internationaal) bij elkaar te brengen en kennis te
ontsluiten.
Actuele tunnelprojecten
Op Cementonline staat bij dit artikel een overzicht van actuele
tunnelprojecten.
6 7
5
Tunneltechniek door de jaren heen 5 2017
10
thema
Een tunnel
onder een
Amsterdams park
1
Ontwerp van de langste
landtunnel van Nederland:
de A9 Gaasperdammerweg
thema
Een tunnel onder een Amsterdams park 5 2017
11
1 In de nieuwe tunnel in de Gaasperdammerweg wordt voor elke rijbaan een afzonderlijke tunnelbuis wordt gerealiseerd; met twee parallelrijbanen, twee hoofdrijbanen en een wissel - baan resulteert dat in vijf tunnelbuizenfoto: Rijkswaterstaat2 Oorspronkelijk situatie3 Toekomstige situatie (aanzicht tunnelmond west)
Het project A9 Gaasperdammerweg is onderdeel van de
weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA). In dit
project wordt, tussen de knooppunten Holendrecht en Diemen,
de snelweg verbreed naar vijf rijstroken per rijrichting en een
wisselstrook (fig. 4). De extra rijstroken zorgen ervoor dat de
doorstroming verbetert en daarmee de bereikbaarheid van de
noordelijke Randstad. Om dit te kunnen realiseren, moeten
diverse kunstwerken worden vernieuwd zoals de brug over de
Gaasp. Andere kunstwerken worden verbreed, zoals het viaduct
over de Muntbergweg in de A9 en enkele kunstwerken ter
plaatse van knooppunt Holendrecht.
Het meest spraakmakende onderdeel van het project is onge -
twijfeld de 3 km lange landtunnel. De reden om een tunnel aan
te leggen, is schonere lucht in de woonwijken langs de tunnel
en minder geluid. Boven op het dak van de tunnel komt een
groot park waarmee de huidige fysieke barrière tussen de
wijken de Bijlmer (ten noorden van A9) en Gaasperdam (ten
zuiden van de A9) wordt opgeheven (foto 2 en 3).
Over de lengte van tunnel worden naast diverse fiets- en voet -
paden ook drie onderliggende wegen ? de Huntumdreef, de
Gooiseweg en de Kromwijkdreef ? gepasseerd en tevens de
spoorlijn Amsterdam-Utrecht en twee metrolijnen. Een bijzon -
derheid is dat er halverwege de tunnel een directe aansluiting is
op de Gooiseweg.
De tunnel zal verder worden voorzien van twee vloeistofkelders
nabij de Huntumdreef en de Kromwijkdreef en drie dienstge -
bouwen waarvan de middelste, gelegen nabij de Gooiseweg,
de grootste is.
Tunnelontwerp
Het ontwerp voorziet in een tunnel waarbij voor elke rijbaan
een afzonderlijke tunnelbuis wordt gerealiseerd. Met twee
parallelrijbanen (elk drie rijstroken), twee hoofdrijbanen (twee
rijstroken en vluchtstrook) en een wisselbaan (een rijstrook)
resulteert dat in vijf tunnelbuizen (fig. 5). Tussen de hoofd- en
ir. Patrick van Berkel
IXAS / Heijmans Infra BV
ing. René Lansink MSEng
IXAS / Witteveen + Bos BV
ing. Tim Janssen MSEng
IXAS / Nobleo Bouw en Infra BV
In opdracht van Rijkswaterstaat werkt het samenwerkingsverband IXAS aan de uitbrei -
ding van de A9 tussen de knooppunten Holendrecht en Diemen: de Gaasperdammer -
weg (foto 2). Onderdeel van het project is een 3 km lange landtunnel. In twee artikelen
wordt zowel het ontwerpproces als het ontwerp van de tunnel zelf beschreven. In dit
eerste artikel zal nader worden ingegaan op het ontwerpproces.
3
2
Een tunnel onder een Amsterdams park 5 2017
Een tunnel onder een Amsterdams park 5 2017 12
thema
De vijf tunnelbuizen aan de westzijde eindigen in één lijn
(foto 3). Aan de oostzijde eindigen de buizen versprongen ten
opzichte van elkaar. De tunnelbuizen hebben hierdoor een
ongelijke lengte. Aan deze geometrie liggen geluids- en lucht -
kwaliteitseisen voor het aangrenzende bewoonde gebied ten
grondslag.
parallelrijbanen liggen twee middentunnelkanalen. Deze
fungeren als dienstgang en in geval van een calamiteit als
veilige ruimte voor vluchtende weggebruikers vanuit de hoofd-
en parallelrijbaan. In geval van een calamiteit op de wisselbaan
moet worden gevlucht naar de naastgelegen hoofdrijbaan.
4
0??????
??
????
????fi
?
????fi?
fifi
?
?
?fi
??
?
???
???? ?
?
???
?
???? ? fi
? ?
?
?
???
??
?
?
??
??
?
?
?
?
?
?
?
???
?
??
????
fi
??
? ???
?
?
?
?fi
?fi ?
?fi
fi
?
?
?
?
?? ?
??? ? ?
?
?
???
?
?
?
????fi
?
?
???
?
?
?
13
4 Verbreding A9 Gaasperdammerweg door IXAS5 Doorsnede standaardtunnelmoot6 Bovenaanzicht en langsdoorsnede tunnel
lengte is gekozen omdat veel noodzakelijke voorzieningen in de
tunnel, zoals vluchtdeuren en hulpposten, met een repeterende
afstand van 50 m kunnen worden aangebracht.
Daarnaast is de paalfundatie over de gehele tunnellengte
uitsluitend onder de wanden van de tunnel aangebracht. Na de
productie van de palen bleef de ruimte tussen de tunnelwanden
daardoor vrij beschikbaar voor transport en bouwactiviteiten.
Fasering
In het ontwerp is een bypass ten zuiden van de tunnel voorzien.
Over deze bypass worden drie rijstroken richting Diemen en
twee rijstroken richting Holendrecht geleid. Om aan de
gevraagde verkeerscapaciteit te voldoen, zijn nog twee rijstroken
richting Holendrecht noodzakelijk. Deze worden over het tracé
Alignement
Het verticale alignement van de tunnel beschrijft een W-vorm
(fig. 6). Het had de voorkeur de tunnel zo hoog mogelijk boven
de grondwaterstand te leggen. Er waren echter twee zones waar
een dwingend niveau bovenzijde dak was opgegeven. Op die
twee laagste delen is de tunnel deels beneden de grondwater -
stand gelegen en is hier een tunnelvloer aangebracht. In totaal
is ongeveer 50% van de tunnel voorzien van een vloer.
Invloed logistiek op ontwerp
Bij het ontwerp is in het bijzonder uitgegaan van een zo kort
mogelijke bouwtijd. Voor ruwbouw is ongeveer anderhalf jaar
beschikbaar. Daarom is rekening gehouden met een zo opti -
maal mogelijke bouwlogistiek en zo weinig mogelijk verstoring
in productiesnelheid en aanpassingen aan de geometrie.
De tunnel is mede om deze reden opgedeeld in zestig moten
waardoor de lengte van de meeste moten 50 m bedraagt. Deze
5
6
Een tunnel onder een Amsterdams park 5 2017
14
Vanwege deze fasering is de uitvoering van de betonnen vloer
van de wisselbaan circa zes maanden voorgetrokken ten
opzichte van de bouw van de naastgelegen tunnelbuizen. Dit
betekent dat de tunnelbuizen aan weerszijden van de wissel -
baan gebouwd moeten worden, dus naast de in gebruik zijnde
faseringsweg (fig. 7).
Langs de bypass is een damwand aangelegd, die in de definitieve
situatie zijn grond- en waterkerende functie behoudt. Na reali -
satie van deze damwand is op de bypass ruimte beschikbaar
voor een extra rijstrook. Daarmee zijn er op de bypass drie
rijstroken richting Diemen en drie rijstroken richting Holend -
recht beschikbaar. Hierdoor kon de wisselbaan als faseringsweg
komen te vervallen. In plaats daarvan wordt de wisselbaan
gebruikt als tijdelijke bouwweg.
Openstelling
Ook de openstelling van de tunnel zal gefaseerd worden uitge -
voerd. In eerste instantie zullen de vier tunnelbuizen voor
parallel- en hoofdrijbanen in gebruik worden genomen. In feite
bestaat het systeem dan uit twee tunnels die weliswaar met
elkaar communiceren maar fysiek worden gescheiden door de
wisselbaan. Na ingebruikname van deze tunnels kan de tunnel -
buis voor de wisselbaan worden afgebouwd ? dat wil zeggen
voorzien van een dak en de benodigde technische installaties.
Na de noodzakelijke testen kan de openstelling van de gehele
tunnel plaatsvinden. Op dat moment kan het park op het
tunneldak worden ingericht.
Drive korte uitvoeringstijd
Het contract tussen Rijkswaterstaat en IXAS is een Design,
Build, Finance en Maintain (DBFM) contract. In dit type
contact is opdrachtnemer niet alleen verantwoordelijk voor het
ontwerp en de realisatie, maar ook voor het onderhoud en de
financiering. Dit betekent ook dat IXAS niet wordt betaald
voor het opleveren van een constructie maar voor de beschik -
baarheid (bruikbaarheid) van weg (en tunnel). Er volgt een
eenmalige betaling bij oplevering tunnel (Beschikbaarheids-
datum, BD), een eenmalige betaling bij oplevering gehele werk
(Voltooiingsdatum, VD) en een periodieke vergoeding vanaf
het moment dat IXAS de verantwoordelijkheid over de
beschikbaarheid van de A9 overneemt van RWS (Aanvangs-
datum, ofwel AD) tot aan de einddatum (ED). Aangezien het
grootste deel van de kosten wordt gemaakt in de realisatiefase
is er een aanzienlijke voorfinanciering nodig (fig. 8).
Hierdoor ontstaat er een drive de ontwerp- en uitvoeringsfase zo
snel mogelijk te doorlopen. Snel betekent in dit verband een korte
bouwtijd met een daarbij behorende logistieke opgave en (hinder)
gevolgen voor de omgeving. Met name de logistieke opgave
7
plaatsen geluidsschermen
hulpbrug auto's
aanleg bouwweg van asfalt
hulpbrug fietsers en voetgangers
aanleg tijdelijk rijstroken op snelweg
3. middelste tunnelbuis: aanbrengen vloer
2. middelste tunnelbuis: aanbrengen heipalen
1. middelste tunnelbuis: aanbrengen damwanden
Stap 1: Ruimte maken voor verkeer
Stap 2: Ruimte maken voor de tunnel
Stap 3: Bouwen van de tunnel
Stap 4: Vergunningen krijgen, opruimen en inrichten park
afgraven terp
schermen bij bouwweg
bouwweg in gebruik
aanbrengen damwanden
verkeer rijdt over tijdelijke rijstroken wisselbaan
verkeer rijdt over tijdelijke rijstroken
1. bouw tunnel:aanbrengen heipalen
2. bouw tunnel: maken vloer, wanden en dak 3. bouw tunnel:aanbrengen asfalt
1. bouw tunnel:aanbrengen installaties
slopen oude as aanbrengen dak op wisselbaan
aanleg park
opruimen bouwwegen
opruimen hulpbruggen verkeer door tunnel
thema
Een tunnel onder een Amsterdams park 5 2017
15
complexe keuzen zijn deze afwegingen gemaakt aan de hand
van een trade-off-matrix.
Vergunningstraject
In de planfase is voor het project weguitbreiding Schiphol-
Amsterdam-Almere (SAA) een tracébesluit vastgesteld. In
de fase van het ontwerptracébesluit (OTB) is voorts het
tunnelveiligheidsplan (TVP) opgesteld. In de ontwerpfase is
het tunnelontwerp verder uitgewerkt in het bouwplan. Het
bouwplan geeft de tunnelbeheerder inzicht in de wijze
waarop de tunnel wordt gebouwd. Tevens geeft het de
tunnelbeheerder de verantwoording dat het mogelijk is een
veilig tunnelsysteem inclusief alle uitrustingen te bouwen en
in stand te houden, wat aan alle wet- en regelgeving voldoet.
Ook wordt hiermee aangetoond dat met het ontwerp en het
voorziene gebruik aan de veiligheidsnormen wordt voldaan.
Vanuit het DBFM-contract is de verantwoordelijkheid voor
het aanvragen van de omgevingsvergunning 'bouwen
tunnel' belegd bij IXAS. IXAS heeft dan ook in het voorjaar
van 2015 het bouwplan opgesteld namens de tunnelbeheerder
en de omgevingsvergunning voor het bouwen van de
tunnel in november 2015 aangevraagd bij het college van
burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam.
De omgevingsvergunning is in juni 2016 verleend en was
daarmee het startsein voor de uitvoering van de tunnelcon -
structie.
Ontwerptraject
Het aanbiedingsontwerp had per ontwerpopgave een verschillend
uitwerkingsniveau. Afhankelijk van de verwachte mate van
dwingt tot een aanpak met als resultaat minimaal materiaal-
gebruik, minimaal grondverzet en vermijden van tijdelijk werk.
Om het project tot een succes te maken, is er dan ook een
aantal randvoorwaarden:
- Het in korte tijd integreren van veel verschillende partners
tot één goed functionerend team.
Vanwege de geringe beschikbare tijd en het grote aantal
benodigde verschillende disciplines waren er zowel in de
ontwerpfase als uitvoeringsfase grote aantallen fte's nodig,
vanuit verschillende bedrijven en zzp'ers. Op het hoogtepunt
waren 400 fte's betrokken in alleen al de ontwerpfase.
- Een andere aanpak dan gebruikelijk ten aanzien van verificatie
en validatie.
Ervaring met andere projecten leert dat discussie ten aanzien
van de verificatie van contracteisen kan leiden tot vertraging
doordat deze pas wordt gevoerd nadat het ontwerp of zelfs de
uitvoering gereed is. Om de potentiële discussie in tijd naar
voren te halen ? waardoor hier tijdig op kan worden ingespeeld
? zijn bij de start van een ontwerpfase alle eisen van die fase
uitgebreid gevalideerd met de diverse stakeholders (zie onder
kopje 'Eisenverificatie en validatie').
Vanuit de geringe beschikbare tijd ontstaat er een uitdagende
planning met veel parallelle activiteiten en veel verschillende
milestones. Om desondanks de integraliteit te kunnen waar -
borgen, is het belangrijk veel aandacht te besteden aan raak -
vlakmanagement.
- Stick to the plan.
Het is belangrijk geen wijzigingen te genereren of te accepteren
ten opzichte van het tenderontwerp. Indien dit toch noodza -
kelijk was, zijn optimalisaties pas doorgevoerd wanneer deze
aantoonbaar en integraal voordelen boden. Bij grote en/of
periodieke inkomsten
tender realisatie exploitatiefase
(BD)
( VD)
(AD)
(ED)
inkomsten
uitgaven
8
7 Fasering bron: Jeroen van der Liende8 Betalingsmechanisme DBFM
Een tunnel onder een Amsterdams park 5 2017
Een tunnel onder een Amsterdams park 5 2017 16
thema
Integraal VO
Gelet op de openstellingsproblematiek van recente tunnel-
projecten in Nederland heeft IXAS gefocust op een slimme en
vooral integrale aanpak van het ontwerpraakvlak tussen civiel
en TTI. In de eerste fase, het integraal VO, is bewust geen
opdeling naar disciplines (civiel, installatie, ICT) gemaakt,
maar is gekozen voor één integraal ontwerpteam, onder leiding
Kentallen
- 10 000 heipalen
- 10 000 ton damwand
- 47 000 ton wapening
- 235 000 m 3 beton
- 185 000 m 3 ontgraven veen
- 550 000 m 3 ontgraven grond
- 1 470 000 m 3 ontgraven zand
- 205 000 ton asfalt
- 50 000 m geleiderail
impact op kosten of planning is een aantal onderdelen tot
VO-niveau uitgedetailleerd en aantal onderdelen tot het niveau
van UO. Dit heeft tot gevolg dat ontwerpbeslissingen vanuit
het aanbiedingsontwerp in verschillende ontwerpfasen zijn
ingebracht, variërend van VO- tot UO-niveau (fig. 10).
9
10 11
DO
VO
IVO
UO
aanbiedings ontwerp
analyseren
specificeren
externreviewen
internreviewen
controleren
ontwerpen/verifiëren
startnota
vaststellen baseline
17
9 Werkzaamheden uitbreiding van de A9 tussen knooppunt Holendrecht en knooppunt Diemen 10 Fasen aanbiedingsontwerp 11 Ontwerpcyclus
Uitvoeringsfase
Uitvoeringsoptimalisaties die multidisciplinair zijn, worden in
dit project beperkt tot een minimum. Dit vanwege het grote
aantal raakvlakken met andere disciplines en de gevolgen die
wijzigingen hebben op het ontwerp of uitvoering van die
andere disciplines. Er moeten zwaarwegende redenen zijn deze
optimalisaties door te voeren.
Toch zijn optimalisaties gedurende de uitvoering niet te voor -
komen. Ze kunnen bijvoorbeeld nodig zijn omdat blijkt dat een
uitgedacht bouwprincipe niet geheel naar wens functioneert of
omdat door welke oorzaken dan ook een bouwmethodiek
gewijzigd moet worden. De meeste van deze optimalisaties zijn
derhalve monodisciplinair.
Voordat een vraag vanuit de uitvoering inhoudelijk in behan -
deling wordt genomen, wordt deze beoordeeld op noodzaak en
haalbaarheid (technisch en financieel), en of de vraag al eerder
is gesteld en eventueel beantwoord. Het resultaat hiervan wordt
kortgesloten met het uitvoeringsteam. Wordt een vraag inhou -
delijk in behandeling genomen, wordt deze door een site-engi -
neeringsteam opgepakt.
Bij afhandeling wordt de vraag gekoppeld aan het betreffende
mootnummer en de bijbehorende berekeningen en tekeningen.
Tevens wordt aangegeven of de beantwoording impact heeft op
het definitief ontwerp en eventueel as-built-gegevens. Dankzij
deze systematiek wordt al bij de beantwoording (deels) invul -
ling gegeven aan het as-built- ofwel opleveringsdossier. Boven -
dien is de aantoonbaarheid van de beantwoording hiermee
geborgd.
Tot slot
Afgezien van site-engineering, is het civiel ontwerp van de
tunnel op het moment van schrijven (red. voorjaar/zomer
2017) afgerond. De ruwbouw van de tunnel nadert zijn voltooi -
ing en het aanbrengen van de tunneltechnische installaties is
al in volle gang. Hierdoor kunnen de systemen tijdig worden
getest en kan het verkeer in 2020 door de tunnel rijden.
In een tweede artikel zal meer worden ingegaan op enkele tech -
nische ontwerpaspecten van de tunnel Gaasperdammerweg die
noodzakelijk waren om aan het beschreven ontwerpproces te
kunnen voldoen. ?
? PROJECTGEGEVENS
project A9 Gaasperdammerweg, in het bijzonder de landtunnel
opdrachtgever Rijkswaterstaat
opdrachtnemer (DBFM) IXAS, een samenwerkingsverband tussen
Ballast Nedam, Fluor, Heijmans en 3i
van één ontwerpmanager. Bijkomend voordeel is dat het
hiermee eenvoudiger wordt de integraliteit tussen de diverse
ontwerpdisciplines ook in de vervolgfasen te waarborgen,
wanneer er wél een splitsing naar discipline is aangebracht.
Eisenverificatie en validatie
In elke fase van het ontwerp is voor de start een selectie
gemaakt van relevante eisen. Deze eisen zijn door alle verschil -
lende ontwerpteams geanalyseerd, waarbij ze zijn voorzien van
een 'SMART-heidscijfer' (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel,
Realistisch en Tijdgebonden). Hierbij worden cijfers van
1 (= totaal niet SMART) tot 5 (= SMART) toegekend. De eisen
zijn vervolgens besproken met de verschillende stakeholders
(onder andere RWS, gemeente Amsterdam, ProRail en water -
schap Amstel Gooi en Vecht) totdat alle eisen het SMART-
heidscijfer 5 hebben verkregen. Daarbij is daar waar nodig een
toelichting geformuleerd op de eis. Voor een aantal eisen heeft
dit zelfs geleid tot aanpassing van de eistekst. De toelichting of
aangepaste eistekst is vervolgens wederzijds vastgelegd en om
integraliteit te waarborgen tevens opgenomen in het eisen-
managementsysteem (Relatics).
Controle en review
Na de eisenanalyse is aan de hand van de startnota het ontwerp
opgesteld. Na afronding van ontwerpproducten (tekeningen,
berekeningen, ontwerprapporten, eisenverificatie) is gecontro -
leerd of het ontwerp technisch inhoudelijk juist is, of alle raak -
vlakken (in voorgaande ontwerpfase geconstateerde mogelijke
conflicten tussen disciplines onderling) zijn opgelost en of
de eisen juist zijn geverifieerd. Vervolgens zijn de ontwerp-
producten voor een technische review aangeboden aan de
overige (ontwerp)disciplines. Deze reviews zijn stoppunten
waarbij IXAS (onderbouwd) besluit of het verantwoord is door
te gaan naar een volgende (ontwerp)fase. De deelnemers, waar -
onder ook Rijkswaterstaat, is gevraagd om op basis van vooraf
vastgestelde criteria en kaders commentaar te geven.
Met de voltooiing van het reviewproces is de momentopname
van het ontwerp als referentiepunt vastgesteld (baseline). De
ontwerpcyclus wordt afgesloten met het vaststellen van de
specificatie voor de volgende ontwerpfase (fig. 11). De baseline-
reviews worden niet eerder uitgevoerd totdat de laatste disci -
pline gereed is voor review. De baseline wordt daarmee dus
integraal vastgesteld. De genoemde stappen worden in elke
ontwerpfase doorlopen.
Milestones
- Integraal VO najaar 2014
- Bouwplan voorjaar 2015
- Aanvangsdatum (AD) augustus 2015
- Aanvraag omgevingsvergunning tunnel november 2015
-
Verlening omgevingsvergunning tunnel en start uitvoering juni 2016
- Verkeer door tunnel (BD/TVD) 2020
- Park op het dak van de tunnel, voltooiingsdatum, (VD) 2021
- Einddatum (ED) 2038
Een tunnel onder een Amsterdams park 5 2017
18
thema
aansluiting met
verdiepte ligging
aansluiting met
Kethelplein
A4 na meer dan
60 jaar gereed
1
Landtunnel completeert snelweg tussen Delft en Schiedam
Onderdeel van de nieuwe snelweg tussen Delft
en Schiedam is de Ketheltunnel, een 2 km lange
landtunnel. Deze tunnel is samengesteld uit vijftig
ter plaatse gestorte betonnen tunnelmoten.
Progressive collapse en negatieve kleef vroegen
bijzondere aandacht in het ontwerpproces.
Brederoweg
Kethelplein
Europaboulevard
landtunnel
thema
A4 na meer dan 60 jaar gereed 5 2017
19
aansluiting met
verdiepte ligging
aansluiting met
Kethelplein
De plannen voor het ontbrekende stuk snelweg in de A4 tussen
Delft en Schiedam lagen er al in de jaren vijftig van de vorige
eeuw. Met de aanleg van het zandlichaam eind jaren zestig leek
de bouw van de snelweg door te gaan. Maar door aanhoudende
tegenstand uit de omgeving werd de bouw in het decennium
daarna stopgezet. Ruim veertig jaar later, op 18 oktober 2011,
tekende Combinatie A4all een contract met Rijkswaterstaat
voor de realisatie van het 7 km lange tracé, met een landtunnel
als belangrijk onderdeel hiervan (foto 1).
Ligging en scope
De landtunnel wordt aan de zuidzijde begrensd door knoop -
punt Kethelplein (kruising A4/A20) en sluit aan de noordzijde
aan op de verdiepte ligging van de A4 richting Delft. De tunnel
is opgebouwd uit twee tunnelbuizen die gescheiden zijn door
een middentunnelkanaal (MTK). Dit kanaal biedt ruimte aan
een vluchtweg en een dienstgang. De oostelijke tunnelbuis
(voor het verkeer van Rotterdam naar Delft) is circa 330 m
korter dan de westelijke tunnelbuis (voor verkeer vanuit Delft
naar Rotterdam). Hiermee is de aansluiting van het Kethelplein
op de landtunnel mogelijk gemaakt. Ter hoogte van de Bredero -
weg/Europaboulevard wordt de tunnel bovenlangs gekruist
door een trampassage en een voet-fietspad (foto 3).
De tunnel is volledig op maaiveldniveau gebouwd, waardoor
het noodzakelijk was het aanwezige zandlichaam te verwijderen
(foto 2). De landtunnel ligt vrij horizontaal. Aan de noordzijde
duikt het verticaal alignement ten behoeve van de verdiept
gelegen A4 en aan de zuidzijde stijgt het alignement ten
behoeve van de aansluiting bij het Kethelplein (fig. 4).
Het tunneldak is bedekt met een halve meter grond die naar de
zijkanten door middel van een talud 1:3 is afgewerkt. In deze
taluds zijn, als onderdeel van de landtunnel, drie dienstgebouwen
weggewerkt (Noord, Midden en Zuid, foto 6). Op deze gebou -
wen wordt in dit artikel verder niet ingegaan.
Ontwerp
De landtunnel is ontworpen conform de Landelijke Tunnel
Standaard, ROK 1.0 en de vigerende Eurocodes. De tunnel is
samengesteld uit vijftig ter plaatse gestorte betonnen tunnel -
moten en grotendeels opgebouwd uit een dubbele kokercon -
structie. Alleen over de laatste 330 m nabij het Kethelplein
bestaat de tunnel uit enkele kokerconstructies (fig. 7 en 8).
Door de lage grondwaterstand is een waterafsluitende vloer -
constructie niet nodig. Wel is onder de wegverharding drainage
aangebracht voor de drooglegging van de wegconstructie.
In het ontwerp is onderscheid gemaakt tussen standaardmoten
en afwijkende moten. De standaardmoten hebben een lengte
van 40 m en effectieve hoogte van 4,7 m met hierboven een
ruimtereservering van 0,5 m voor technische installaties. Naast
de standaardmoten zijn er tunnelmoten die geometrisch afwijken
vanwege bebordingen, ventilaties en afwijkende belastingen op
het tunneldak.
ir. Duraid Shayout,
ir. Roeder Sewgobind
VolkerInfra ( VolkerWessels) zandlichaam
2
3
4
1 Snelweg A4 Delft-Schiedam2 Situatie aan de zuidzijde
vóór aanleg landtunnel3 Situatie Brederoweg met trampassage en voet-fiets - pad4 Verticaal alignement
A4 na meer dan 60 jaar gereed 5 2017
20
350 17090 2770 18590 350 39 150
310 2150 310
PVR (4.7m + 0.5m = 5.2m)PVR (4.7m + 0.5m = 5.2m)
1000 16465 3370 17965 1000
4389
700
4389
700
2.5%
2100
2600 2.5%
2.5% 2.5%
16000
1100 1100
Oostbuis richting Delft
Westbuis richting Rotterdam
25810
6189
2910 22450 450 3102150 450
3510 218251100
800
25 810
2,5%dek voorzienvan sparingsbuizen
5486
2,5%
middentunnelkanaal:
- boven dienstgang
- onder vluchtweg PVR (4,7 m + 0,5 m = 5,2 m)
2910 22450 450
310 2150 450
3510 21825 1100
800
25 810
2,5% dek voorzienvan sparingsbuizen
5486
2,5%
middentunnelkanaal:
- boven dienstgang
- onder vluchtweg PVR (4,7 m + 0,5 m = 5,2 m)
De tunnel is gefundeerd op vibropalen met onder elke wand
steeds één palenrij. De tunnelmoten zijn 'normaal' gewapend
met uitzondering van de daken van de enkele kokers, die voor -
gespannen zijn vanwege de grote overspanning van de daken.
Met de minimale afmetingen van de betonconstructie van de
tunnel was het een hele uitdaging de constructie met de bijbeho -
rende eisen te dimensioneren op basis van de vigerende Eurocodes.
Het gevolg van toepassing van de Eurocodes was een toename van
de hoeveelheid wapening met 10 tot 15% ten opzichte van de
VBC. De slankheid van de tunnelconstructie is afgestemd op het
bezwijkdraagvermogen, de vervorming en de stabiliteit van de
diverse onderdelen. De keuze om een enkele palenrij (met een
h.o.h.-afstand van maximaal 3 m) onder de wanden toe te passen,
waarmee de constructie flexibeler is dan met meerdere palen -
rijen, heeft hieraan een gunstige bijdrage geleverd.
Belastingen en modellering
Er is rekening gehouden met onder meer een veranderlijke
belasting van 5 kN/m 2 en een onderhoudsvoertuig van 300 kN
(3 assen × 100 kN) (fig. 10) en daarnaast belastingen conform
de vigerende Eurocodes en de ROK 1.0. Ten behoeve van het
bepalen van de belastingsspreiding als gevolg van een onder -
hekwerk
schanskorven met groenvulling (leuring)
dak landtunnel
bovenleiding tamplus
b.s. +5,400 1200
+5,597
+5,400
lichtmast
betonplaten t.b.v. doorgang Noord-Zuid
uitvullaag t.g.v. verkanting dak
hekwerk
uitvullaag t.g.v. verkanting dak en t.b.v. bevestigen spoorstaven
1200
+5,537
1200
6
5
7
8
thema
A4 na meer dan 60 jaar gereed 5 2017
21
houdsvoertuig en aanrijding door verkeer is gebruikgemaakt
van een 3D-model (fig. 11). Verder is rekening gehouden met
sportvelden op het tunneldak, tussen de noordelijke tunnel -
mond en de kruising Brederoweg.
De wanden worden belast door grond uit het talud. Om de
interactiekrachten tussen tunnelwand en grond te bepalen, is
een Plaxis-berekening gemaakt.
Bijzondere belastingen
De landtunnel is een categorie C-tunnel. Bij deze categorie
geldt een beperking voor gevaarlijke goederen die aanleiding
kunnen geven tot een grote explosie. Met die belasting hoeft
daarom niet te worden gerekend. Vanwege de geografische
ligging zijn seismische belastingen ook niet aan de orde. Wel is
gerekend met progressive collapse en brand.
Progressive collapse
Rekening houden met progressive collapse betekent dat lokaal
bezwijken van een van de elementen 'dak' of 'buitenwand'
andere tunnelbuis of het middentunnelkanaal (veilige vlucht -
route). Tevens mag constructief bezwijken van de middenwand
niet escaleren tot het compleet (constructief ) bezwijken van de
overige hoofdconstructiedelen. Met betrekking tot progressive
collapse zijn zes bezwijkmechanismen bekeken:
- bezwijken oostelijke binnenwand van de MTK;
- bezwijken westelijke binnenwand van de MTK (fig. 12);
- bezwijken oostelijke buitenwand;
- bezwijken westelijke buitenwand;
- bezwijken oostelijke tunnelbuis;
- bezwijken westelijke tunnelbuis.
Bij de calamiteitbeschouwing van progressive collapse is uitgegaan
van de buitengewone belastingscombinaties, waarbij geen varia -
bele belasting of onderhoudsvoertuig aanwezig is op het tunnel -
dak. De optredende snedekrachten uit de bovenstaande situaties
zijn vergeleken met de UGT-capaciteit van de betonnen doorsnede.
Indien de UGT-capaciteit is overschreden, zijn de snedekrachten
ter plaatse van de overschrijding door UGT-capaciteit begrensd.
De extra optredende snedekrachten worden herverdeeld.
Kruising Brederoweg
Een interessant kunstwerk van dit project is de Kruising Brederoweg,
die de landtunnel bovenlangs kruist. Het kunstwerk heeft een
lengte van circa 172 m en bestaat uit twee separate kunstwerken
met een tussenruimte van 4 m (fig. 5). Het noordelijke kunstwerk is
geschikt als voet-fietspad en in de toekomst ook voor autoverkeer,
het zuidelijke kunstwerk is bedoeld voor tramverkeer. Dit kunst -
werk is vooral interessant vanwege de diversiteit aan constructie -
typen die hier zijn toegepast en de verschillende belastingen die
hierop werken. De variatie in constructietypen in combinatie met
het tramverkeer er bovenop maken het complexer. Onderstaand
een opsomming van de verschillende constructietypen (foto 9):
- Aardebaan
Door de slechte ondergrond en de (strenge) vervormingseisen is
gekozen de aardebanen op te bouwen uit op staal gefundeerde
EPS-blokken.
- Gewapende grond i.c.m. paalmatras
Om horizontale belastingen op aangrenzende constructies te
vermijden, zijn de delen van de kruising die direct tegen de
landtunnel aan liggen, opgebouwd uit gewapende grond
gefundeerd op een paalmatras (er worden kunststofwapening-
slagen in de grond opgenomen, waarmee het grondmassief
aanzienlijk grotere schuifspanningen kan opnemen). De hoogte
van de gewapende grond varieert tussen circa 5 en 7,5 m.
- Viaducten
De viaducten zijn opgebouwd uit prefabbetonnen dekken.
Opgelegd op tussenpijlers en laaggelegen landhoofden die in
situ zijn gebouwd en gefundeerd op prefab-betonpalen.
- Tunnelmoot
Op het 'centrale punt' van de kruising liggen de kunstwerken
direct op het in situ vervaardigde dak van tunnelmoot 27. Deze
moot is gefundeerd op vibropalen (onder het middentunnelkanaal)
en prefab-betonpalen (onder de buitenwanden). Dit laatste om
de optredende horizontale belastingen door spoor- en wegverkeer
op te kunnen nemen. Om horizontale vervormingen vanuit
trambelastingen te beperken, zijn de wanden van deze moot
dikker uitgevoerd.
Het samenspel tussen deze constructievormen met hun specifieke
funderingen moet dusdanig zijn dat de trambelastingen gedragen
kunnen worden, met inachtneming van de toelaatbare vervor -
mingen. Om de verdeling van de rem- en temperatuurbelasting
vanuit het spoor op de constructies te bepalen, is een langs -
krachtenberekening gemaakt. Hierbij is een gevoeligheidsanalyse
gemaakt met een grote bandbreedte van veerstijfheden van de
verschillende constructietypen.
4 viaducten
viaduct tunnelmoot
hulpbrug
EPS
gewapende grondconstructie
EPS
9
5 Aanzicht kruising Brederoweg bovenop tunnel6 Situatie noordzijde, dienstgebouw en rookmuur7 Dubbele kokerconstructie (standaardtunnelmoot)8 Enkele kokerconstructie9 Brederoweg in aanbouw
A4 na meer dan 60 jaar gereed 5 2017
22
geen horizontale grondsteun
dit geldt voor alle rekenmodellen
500 500 500 500
rekenkundig extra grondbelasting
grondaanvulling bij oplevering
brandwerendheid
2,5 %
1,5 m 4,0 m
10t 10t 10t
grond kan wel of niet aanwezig zijn
verandelijke belasting SkN/m 2 (500 kg/m 2), in combinatie met onderhoudsvoertuig
2,5 %
1 uur 1 uur
1 uur
1 uur
2 uur
2 uur
250
250
500 500
500
250
10 Belastingsschema standaardtunnelmoot 11 2D- en 3D-model standaardtunnelmoot 12 Schematisatie progressive collapse, bezwijken westelijke binnenwand MTK
NAP -18 m. Door het dikke pakket slappe lagen en een dikke
toplaag van zand kunnen de negatieve kleefbelastingen fors
oplopen. Volgens NEN 9997-1 mag de negatieve kleef worden
verwaarloosd bij een restzetting kleiner dan 20 mm. Door de
grondwallen naast de tunnel zal de zetting na honderd jaar echter
groter zijn dan deze grenswaarde, zo bleek uit berekeningen met
D-Settlement. Derhalve is voor de palen onder de buitenwanden
gerekend met volledige negatieve kleefbelasting, variërend tussen
700 en 1450 kN per paal (conform NEN-EN-1997 en de bijbeho -
rende nationale bijlage).
De palen onder het middentunnelkanaal bevinden zich allemaal
in een ontgraving. Het noordelijke deel heeft een geringe voorbe -
lasting gehad, terwijl over het zuidelijke deel relatief weinig voor -
belasting is verwijderd. In beide situaties bleek de restzetting groter
dan 20 mm. Hierdoor was het noodzakelijk zowel het noordelijke
als het zuidelijke deel van de tunnel te berekenen op de volledige
negatieve kleefbelasting. Voor het middengedeelte van de tunnel
is de ontlasting dusdanig dat de restzetting kleiner is dan 20 mm,
waardoor hier geen negatieve kleef in rekening is gebracht.
Naast de negatieve kleefbelasting heeft de grote variatie in
conusweerstanden in de funderingszandlaag (pleistoceen) ook
een groot stempel op het geotechnische ontwerp gedrukt. In de
periode dat deze laag is afgezet, werd het landschap geken -
merkt door vlechtende rivieren. Hierdoor wisselt de pakking
Brand
De landtunnel moet voldoen aan RWS-krommen en de regels
conform ROK 1.0. In figuur 10 is de minimale brandwerendheid
in uren conform de RWS-brandkromme aangegeven. De aan-
sluitvlakken van de tunnel met de naastgelegen dienstgebouwen
hebben een brandwerendheid van minimaal twee uur. In verband
met deze eisen moet de constructie aan twee criteria voldoen:
temperatuur op de wapening en afspatten van beton aan de
brandzijde. Ten behoeve van het eerste criterium zijn tempera -
tuurberekeningen gemaakt met het programma PC Temp Flow.
Om de temperatuur op de constructieve wapening te beheersen,
zijn grotere betondekkingen toegepast. Het criterium afspatten
van het beton is afhankelijk van de betondrukspanning en is
beheerst door het toepassen van polypropyleenvezels (PP-vezels)
in het betonmengsel.
Geotechnische aspecten
Het traject waarop de landtunnel is gebouwd, is ruim veertig jaar
voorbelast geweest. De A4 komt grotendeels lager te liggen dan
deze aardebaan, waardoor de ondergrond dus wordt ontlast.
De ondergrond bestaat uit ophoogzand tot gemiddeld NAP -6 m.
Daaronder bevindt zich een pakket slappe lagen van veen en klei.
De bovenkant van de pleistocene zandlaag ligt gemiddeld op
10
11a 11b 12
thema
A4 na meer dan 60 jaar gereed 5 2017
23
geen horizontale grondsteun
dit geldt voor alle rekenmodellen
500500
500 500
rekenkundig extra grondbelasting
grondaanvulling bij oplevering
brandwerendheid 2,5 %
1,5 m
4,0 m
10t 10t 10t
grond kan wel of niet aanwezig zijn
verandelijke belasting SkN/m
2 (500 kg/m 2), in combinatie met onderhoudsvoertuig
2,5 %
1 uur 1 uur
1 uur
1 uur
2 uur
2 uur
250
250
500 500
500
250
13 Verri
Reacties