36
Comfort voet-
gangersbruggen
Trillingsberekening voor eenvoudige voetgangersbruggen
op basis van huidige regelgeving
Comfort voetgangersbruggen 3 2018
37
De gevoeligheid voor trillingen is een belangrijk, maar vaak
onderbelicht thema bij het ontwerp van voetgangersbruggen.
Ten gevolge van de ritmische aanstoting door voetgangers kan
een brug in resonantie komen. Dit kan hinderlijk zijn voor
andere aanwezigen op de brug. In het extreme geval voelen
mensen zich onveilig, wordt de brug (tijdelijk) afgesloten voor
onderzoek en volgen er mogelijk maatregelen. Vooral bij slanke
bruggen met een lage eigenfrequentie ? de frequentie van voet -
gangers kan dan in de buurt van de eigenfrequentie van de
brug komen ? kan dit fenomeen optreden. Het is dus belangrijk
bij het ontwerp van relatief lichte voetgangersbruggen reke -
ning te houden met het comfort.
In dit artikel wordt een introductie gegeven op het onderwerp
trillingen en de bijbehorende berekeningsmethode. De belang -
rijkste eisen, belastingen en formules worden hierbij uitgelegd.
De berekeningsmethode is beschreven in diverse documenten:
? Eurocode 1, NEN-EN 1991-2 [1]
? EUR 23984 EN: Design of Lightweight Footbridges for
Human Induced Vibrations [2]
De meeste, genoemde formules zijn terug te vinden in de natio -
nale bijlage van Eurocode 1 (hierna te noemen NEN-EN 1991-2/
NB). Formule 1, 6, 7 en 8 zijn alleen terug te vinden in EUR
23984 EN. Bij een aantal formules is er een vereenvoudiging
toegepast, omdat er wordt uitgegaan van een lijnlast in plaats van
een oppervlaktebelasting die in [1] en [2] wordt aangehouden.
Berekeningsmethode
Het comfort van een voetgangersbrug wordt beschreven door
de maximaal optredende versnellingen. Een eenvoudige en
inzichtelijke manier om de versnellingen te berekenen, is door
de constructie te schematiseren in één of meerdere één-massa-
veersystemen (fig. 3). Elke eigenfrequentie die door voetgan -
gers of joggers aangestoten kan worden, moet worden
beoordeeld.
Bij de in rekening te brengen belastingen geldt een reductieco -
efficiënt ? (fig. 2). Deze coëfficiënt brengt de waarschijnlijk -
heid in rekening dat de voetstapfrequentie in de buurt komt
van de eigenfrequenties. Eigenfrequenties waarvoor geldt ? > 0
moeten worden geanalyseerd. Hierbij moet rekening worden
gehouden met de richting van de trilvorm: lateraal, longitudi -
naal of verticaal zoals weergegeven in figuur 4. Dit komt erop
neer dat voor bruggen waarvan de eigenfrequentie buiten het
gebied van de frequentie van aanstoting valt (fig. 2), het
comfort niet beoordeeld hoeft te worden. Op de bepaling van
1 ir. Bas Wijnbeld
ABT
ing. Mustapha Attahiri MSEng RC
Ingenieursbureau Gemeente
Rotterdam
Millennium Bridge in Londen
Een brug waar het helemaal verkeerd ging met trillingen was de
Millennium Bridge in Londen. Kort na opening werden flinke tril -
lingen veroorzaakt door passerende mensen tijdens een liefda -
digheidsloop. Hierdoor werd de brug drie dagen na opening in
juni 2000 gesloten. Na analyse werd het probleem verholpen
door 89 dempers aan te brengen. Na een testperiode werd de
brug heropend op 22 februari 2002.
1 De Voldijkbrug waarbij dempers zijn toegepast om aan comforteisen te voldoen. Bron: DuraVermeer
Comfort voetgangersbruggen 3 2018
38
2 Reductiecoëfficiënt ( ?) voor de in rekening te brengen dynamische belastin - gen3 Eén-massa-veersysteem; 'single-degree-of-freedom-system' (SDOF)4 Trillingsrichtingen
Bij het opstellen van het één-massa-veersysteem zijn drie varia -
belen van belang: de demping ( ?), de gegeneraliseerde massa
(m* ) en gegeneraliseerde belasting ( p*) (ook wel modale
massa/belasting). In het navolgende wordt uitgelegd hoe deze
kunnen worden bepaald. Vervolgens wordt ingegaan op het
onderwerp lateral lock-in en de mogelijke maatregelen die
kunnen worden genomen om trillingen te voorkomen.
Na het bepalen van alle parameters kan de maximaal optre -
dende versnelling eenvoudig worden berekend met de volgende
formule:
[ Formule 1]
?? ?? *
* formule1 ; 4 1 6 u i t 2 2m max p a ?? ?? ?
[ Formule 2]
?? ? ? n' formule 2; 4-1 \f uit 2 , versim\beld pP?
? ??
[ Formule 3]
?? ? ? 1 10, 8
formule 3; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
? ?
? ?
?
[ Formule 4]
?? ? ? 1 1, 8 \f
formule 4; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
?
? ?
[ Formule 5]
?? ?? ?? L
*
0 formule \f; 4-18 uit 2 p p x dx?? ?
[ Formule 5B]
* 2 ? p pL? ??
[ Formule 6]
?? ?? ?? L
2
*
0 formule 6;4-19 uit 2 m x dx?
?? ?
[ Formule 6B]
* 1 2 mL ? ? ??
[ Formule 6C]
?? ?? * 8? formule 6; 4-21 uit 2 L mf
N
k? ? ?? ?
[ Formule 7]
?? ? ? 2 0,1 0,1\f m / s formule 7 ; 4-24 uit 2 lateraal lock inaa ? ? ??
Deze versnelling moet vervolgens worden getoetst aan de
comforteisen, zoals deze zijn opgegeven in Eurocode 0 (natio -
nale bijlage van NEN-EN 1990, par. A2.4.3.2):
? alimiet = 0,7 m/s 2 (verticaal)
? alimiet = 0,2 m/s 2 (longitudinaal en lateraal)
Gegeneraliseerde belasting ( p*)
In NEN-EN 1991-2/NB, par. 5.7 worden de volgende belastin -
gen voorgeschreven:
? voetgangersverkeer met een dichtheid van 0,5 personen/m 2
(verkeersklasse TC3)
? 5 joggers ( L < 20 m) & 10 joggers ( L > 20 m)
Naast voorgaande eisen kan het nodig zijn een hogere verkeers -
klasse voor te schrijven op locaties waar grote groepen mensen
zijn te verwachten, bijvoorbeeld bij een treinstation, stadion of
concertzaal.
De gegeneraliseerde belasting ( p*) (of modale belasting) wordt
in een aantal stappen bepaald:
1 bepaal de belasting per voetganger/jogger in de beschouwde
richting ( P);
2 bepaal de equivalente belasting ( p) voor een groep voetgan -
gers/joggers;
3 vertaal de equivalente belasting naar een gegeneraliseerde
belasting ( p*).
Stap 1: Belasting per voetganger/jogger ( P)
Eén voetganger kan worden geschematiseerd met een harmo -
nische belasting met de volgende amplituden (zie
NEN-EN1991-2/NB, tabel 13):
? Pverticaal = 280 N
? Plongitudinaal = 140 N
? Plateraal = 35 N
Bij joggers hoeft alleen de verticale richting te worden
beschouwd, dit met een amplitude van:
? Pverticaal = 1250 N
de eigenfrequentie wordt in dit artikel verder niet ingegaan.
Meer hierover staat in het artikel 'Versnelling voetgangersbrug'
in de rubriek 'Rekenen in de praktijk', elders in dit nummer
(pagina 42).
De verticale en longitudinale aanstoting door voetgangers komt
overeen met de stapfrequentie (~2 Hz), terwijl de laterale
aanstoting optreedt op de halve frequentie van de stapfrequen -
tie (~1 Hz). Dit is te verklaren doordat voetgangers om en om
naar links en rechts afzetten tijdens het lopen (schaatsbewe -
ging). Joggers lopen in een frequentie van circa 2,5 Hz.
Daarnaast is er in de norm voor gekozen ook een tweede
harmonische belasting in rekening te brengen bij de verticale
aanstoting door voetgangers. Hierdoor kunnen ook hogere
frequenties, weliswaar in mindere mate, worden aangestoten.
Als we alleen de eerste harmonische belasting zouden meereke -
nen, zou alleen rekening worden gehouden met relatief lage
eigenfrequenties. Door de grilligheid van de stootbelasting van
voetgangers is er echter ook een kans dat hogere frequenties
worden aangestoten. Overigens wordt in sommige richtlijnen
zelfs ook nog de derde en vierde harmonische in rekening
gebracht. Daar gaan we hier verder niet van uit.
verticaal/longitudinaal: voetgangers, 1e harmonische
verticaal/longitudinaal: voetgangers, 2e harmonische
lateraal: voetgangers
verticaal:joggers
reductiecoëfficiënt [?]
excitatiefrequentie [Hz]
1,00
0,75
0,50
0,25
0 0,5 1 1,5 2 \
2,5 3 3,5 4 4,5 \
5
0,7 1,25 1,7 2,1 2,3 \
3,4 4,2 4,6 1,2 1,9 2,2 2,7
veerst ijfheid ( k) demping ( ? of ?) gegeneraliseerde massa ( m*) gegeneraliseerde belasting ( p*) als sinusvormige belasting K ?
m*
p*
lateraal
verticaal
longitudinaal
2
3
4
Comfort voetgangersbruggen 3 2018
39
[ Formule 1]
?? ?? ** formule1 ; 4 1 6 u i t 2 2m max p
a
?? ?? ?
[ Formule 2]
?? ? ? n' formule 2; 4-1 \f uit 2 , versim\beld pP ?
? ??
[ Formule 3]
?? ? ? 1 10, 8
formule 3; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
? ?
? ?
?
[ Formule 4]
?? ? ? 1 1, 8 \f
formule 4; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
?
? ?
[ Formule 5]
?? ?? ?? L
*
0 formule \f; 4-18 uit 2 p p x dx?? ?
[ Formule 5B]
* 2 ? p pL? ??
[ Formule 6]
?? ?? ?? L
2
*
0 formule 6;4-19 uit 2 m x dx?
?? ?
[ Formule 6B]
* 1 2 mL ? ? ??
[ Formule 6C]
?? ?? * 8? formule 6; 4-21 uit 2 L mf
N
k? ? ?? ?
[ Formule 7]
?? ? ? 2 0,1 0,1\f m / s formule 7 ; 4-24 uit 2 lateraal lock inaa ? ? ??
. Bij liggers op meerdere steunpunten kan de
gegeneraliseerde belasting worden ingeschat als de som van de
afzonderlijke delen, waarbij rekening wordt gehouden met de
maximale uitbuiging per overspanning.
In figuur 5 en 6 zijn twee voorbeelden uitgewerkt.
Gegeneraliseerde massa ( m* )
De gegeneraliseerde massa (of modale massa) moet worden
bepaald op basis van een realistische belasting in de
beschouwde situatie. Onder deze realistische belasting wordt
verstaan het eigen gewicht inclusief rustende belasting en een
toeslag ten gevolge van de aanwezige personen. De statische
massa ten gevolge van joggers zal in veel gevallen een te
verwaarlozen invloed hebben op de berekening. Bij lichte
constructies kunnen de verkeersstromen echter wel significante
invloed hebben. Voor de gemiddelde massa per persoon wordt
veelal een waarde aangehouden van 70 kg. De extra massa ten
gevolge van verkeersklasse TC3 (0,5 P/m 2) is hierdoor gelijk
aan 35 kg/m 2 en voor TC4 (1,0 P/m 2) gelijk aan 70 kg/m 2. Dit is
dus significant minder belasting dan in rekening wordt
gebracht bij de frequente of karakteristieke belastingscombina -
ties.
[ Formule 1]
?? ?? *
* formule1 ; 4 1 6 u i t 2 2m max p
a
?? ?? ?
[ Formule 2]
?? ? ? n' formule 2; 4-1 \f uit 2 , versim\beld pP ?
? ??
[ Formule 3]
?? ? ? 1 10, 8
formule 3; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
? ?
? ?
?
[ Formule 4]
?? ? ? 1 1, 8 \f
formule 4; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
?
? ?
[ Formule 5]
?? ?? ?? L
*
0 formule \f; 4-18 uit 2 p p x dx?? ?
[ Formule 5B]
* 2 ? p pL? ??
[ Formule 6]
?? ?? ?? L
2
*
0 formule 6;4-19 uit 2 m x dx ?
???
[ Formule 6B]
* 1 2 mL ? ? ??
[ Formule 6C]
?? ?? * 8? formule 6; 4-21 uit 2 L mf
N
k? ? ?? ?
[ Formule 7]
?? ? ? 2 0,1 0,1\f m / s formule 7 ; 4-24 uit 2 lateraal lock inaa ? ? ??
met:
? is massa per lengte-eenheid (bijv.: kg/m 1)
? x is gehomogeniseerde vervorming op punt x bij de
beschouwde trilvorm
Stap 2: Belasting per groep voetgangers/joggers ( p)
Bij een groep mensen zal de kracht worden overschat als we deze
krachten vermenigvuldigen met het aantal voetgangers ( n). Dit
zou namelijk veronderstellen dat zij als groep geheel synchroon
lopen. Bij de berekening mag daarom worden uitgegaan van een
equivalent aantal voetgangers bepaald volgens formule 3 of 4.
De equivalente belasting ( p) voor een groep personen wordt
bepaald met:
[ Formule 1]
?? ?? *
* formule1 ; 4 1 6 u i t 2 2m max p
a
?? ?? ?
[ Formule 2]
?? ? ? n' formule 2; 4-1 \f uit 2 , versim\beld pP ?
? ??
[ Formule 3]
?? ? ? 1 10, 8
formule 3; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
? ?
? ?
?
[ Formule 4]
?? ? ? 1 1, 8 \f
formule 4; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
?
? ?
[ Formule 5]
?? ?? ?? L
*
0 formule \f; 4-18 uit 2 p p x dx?? ?
[ Formule 5B]
* 2 ? p pL? ??
[ Formule 6]
?? ?? ?? L
2
*
0 formule 6;4-19 uit 2 m x dx?
?? ?
[ Formule 6B]
* 1 2 mL ? ? ??
[ Formule 6C]
?? ?? * 8? formule 6; 4-21 uit 2 L mf
N
k? ? ?? ?
[ Formule 7]
?? ? ? 2 0,1 0,1\f m / s formule 7 ; 4-24 uit 2 lateraal lock inaa ? ? ??
met:
P is kracht per voetganger in de beschouwde richting
(Pverticaal , Plongitudinaal of Plateraal )
n' is equivalent aantal voetgangers volgens formule 3 of 4
? is reductiecoëfficiënt afgelezen uit figuur 2
Voor verkeersklasse TC1 t/m TC3 kan het equivalent aantal
voetgangers worden beschreven met de volgende formule:
[ Formule 1]
?? ?? *
* formule1 ; 4 1 6 u i t 2 2m max p
a
?? ?? ?
[ Formule 2]
?? ? ? n' formule 2; 4-1 \f uit 2 , versim\beld pP ?
? ??
[ Formule 3]
?? ? ? 1 10, 8
formule 3; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
? ?
? ?
?
[ Formule 4]
?? ? ? 1 1, 8 \f
formule 4; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
?
? ?
[ Formule 5]
?? ?? ?? L
*
0 formule \f; 4-18 uit 2 p p x dx?? ?
[ Formule 5B]
* 2 ? p pL? ??
[ Formule 6]
?? ?? ?? L
2
*
0 formule 6;4-19 uit 2 m x dx?
?? ?
[ Formule 6B]
* 1 2 mL ? ? ??
[ Formule 6C]
?? ?? * 8? formule 6; 4-21 uit 2 L mf
N
k? ? ?? ?
[ Formule 7]
?? ? ? 2 0,1 0,1\f m / s formule 7 ; 4-24 uit 2 lateraal lock inaa ? ? ??
met:
n is aantal voetgangers [-]
L is lengte van de brug [m]
? is dempingswaarde (zie onder kopje 'Demping') [-]
Voor verkeersklasse TC4 en TC5 (? 1 persoon per m 2) zullen
mensen door de beperkte bewegingsvrijheid meer gaan
synchroniseren waardoor het equivalent aantal voetgangers
aanzienlijk zal toenemen. In dat geval geldt:
[ Formule 1]
?? ?? *
* formule1 ; 4 1 6 u i t 2 2m max p
a
?? ?? ?
[ Formule 2]
?? ? ? n' formule 2; 4-1 \f uit 2 , versim\beld pP ?
? ??
[ Formule 3]
?? ? ? 1 10, 8
formule 3; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
? ?
? ?
?
[ Formule 4]
?? ? ? 1 1, 8 \f
formule 4; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
?
? ?
[ Formule 5]
?? ?? ?? L
*
0 formule \f; 4-18 uit 2 p p x dx?? ?
[ Formule 5B]
* 2 ? p pL? ??
[ Formule 6]
?? ?? ?? L
2
*
0 formule 6;4-19 uit 2 m x dx?
?? ?
[ Formule 6B]
* 1 2 mL ? ? ??
[ Formule 6C]
?? ?? * 8? formule 6; 4-21 uit 2 L mf
N
k? ? ?? ?
[ Formule 7]
?? ? ? 2 0,1 0,1\f m / s formule 7 ; 4-24 uit 2 lateraal lock inaa ? ? ??
Voor joggers wordt de zeer conservatieve aanname voorge -
schreven dat n' = n .
Stap 3: Gegeneraliseerde belasting ( p*)
De gegeneraliseerde belasting kan worden benaderd met de
volgende formule:
[ Formule 1]
?? ?? *
* formule1 ; 4 1 6 u i t 2 2m max p
a
?? ?? ?
[ Formule 2]
?? ? ? n' formule 2; 4-1 \f uit 2 , versim\beld pP ?
? ??
[ Formule 3]
?? ? ? 1 10, 8
formule 3; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
? ?
? ?
?
[ Formule 4]
?? ? ? 1 1, 8 \f
formule 4; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
?
? ?
[ Formule 5]
?? ?? ?? L
*
0 formule \f; 4-18 uit 2 p p x dx ?? ?
[ Formule 5B]
* 2 ? p pL? ??
[ Formule 6]
?? ?? ?? L
2
*
0 formule 6;4-19 uit 2 m x dx?
?? ?
[ Formule 6B]
* 1 2 mL ? ? ??
[ Formule 6C]
?? ?? * 8? formule 6; 4-21 uit 2 L mf
N
k? ? ?? ?
[ Formule 7]
?? ? ? 2 0,1 0,1\f m / s formule 7 ; 4-24 uit 2 lateraal lock inaa ? ? ??
met:
? x is vervorming over de lengte van de brug behorende bij de
beschouwde trilvorm
L is lengte van de brug [m 1]
p is equivalente belasting per lengte-eenheid volgens formule
2
De maximale vervorming wordt gelijkgesteld aan een waarde
van 100%. Voor een eenvoudig opgelegde ligger op twee steun -
punten volgt uit formule 5:
p = 500 N/m 1
8 m 12 m
p* = p1* + p2* = 1655 + 3812 = 5467 N
?= 65%
p2* = 100% ? 2/ ? ? 500 ? 12 = 3812 N
p1* = 65% ? 2/ ? ? 500 ? 8 = 1655 N
5 Voorbeeld 1: berekening gegeneraliseerde belasting op basis van een gegeven trilvorm6 Voorbeeld 2: berekening gegeneraliseerde belasting op basis van een gegeven trilvorm
p = 500 N/m 1
10 m 10 m
p* = p1* + p2* = 3183 + 3183 = 6366 N
?= 100%
p2* = 100% ? 2/ ? ? 500 ? 10 = 3183 N
p1* = 100% ? 2/ ? ? 500 ? 02 = 3183 N
5
6
Comfort voetgangersbruggen 3 2018
40
7 Voorbeeld 1: berekening gegeneraliseerde massa op basis van gegeven trilvorm8 Voorbeeld 2: berekening gegeneraliseerde massa op basis van gegeven trilvorm9 Moreelsebrug. Foto: Joris Louwes
dempingsverhouding gegeven en in NEN-EN 1991-1-4 het
logaritmische decrement. Het verschil tussen beide waarden
bedraagt 2?. In tabel 1 zijn enkele waarden uit de literatuur met
elkaar vergeleken.
Tabel 1 Dempingsverhoudingen voor verschillende materialen
type constructie dempingsverhoudingen
HIVOSS/JRC:EUR 23984 EN NEN-EN1991-1-4
minimaal gemiddeld
gewapend beton 0,8% 1,3% 1,60% (gescheurd)
voorgespannen beton 0,5% 1% 0,65% (ongescheurd)
composiet staal-beton 0,3% 0,6% -
staal 0,2% 0,4% 0,30% (gelast)
0,80% (gebout)
hout 1% 1,5% 0,95-1,90%
Lateral lock-in
De term lateral lock-in wordt gebruikt voor de laterale synchro -
nisatie van voetgangers door een initiële uitbuiging. Doordat de
synchronisatie van voetgangers verder toeneemt als de beweging
groter wordt, is dit een zelfversterkend fenomeen. Hierdoor is de
overschrijding van de versnelling vaak erg groot. De problemen
bij de opening van de Millenniumbrug (zie kader 'Millennium
Bridge in Londen') zijn hieraan toe te schrijven.
In [2] zijn er twee mogelijke criteria opgesteld waarmee het
probleem van lateral lock-in kan worden voorkomen. Bij het
eerste criterium wordt het aantal voetgangers (N L) bepaald
waarbij laterale synchronisatie kan optreden, bij het tweede crite -
rium wordt een maximale laterale versnelling voorgeschreven.
Criterium 1
[ Formule 1]
?? ?? ** formule1 ; 4 1 6 u i t 2 2m max p
a
?? ?? ?
[ Formule 2]
?? ? ? n' formule 2; 4-1 \f uit 2 , versim\beld pP ?
? ??
[ Formule 3]
?? ? ? 1 10, 8
formule 3; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
? ?
? ?
?
[ Formule 4]
?? ? ? 1 1, 8 \f
formule 4; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
?
? ?
[ Formule 5]
?? ?? ?? L
*
0 formule \f; 4-18 uit 2 p p x dx?? ?
[ Formule 5B]
* 2 ? p pL? ??
[ Formule 6]
?? ?? ?? L
2
*
0 formule 6;4-19 uit 2 m x dx?
?? ?
[ Formule 6B]
* 1 2 mL ? ? ??
[ Formule 6C]
?? ?? * 8? formule 6; 4-21 uit 2 L mf N k
? ? ?? ?
[ Formule 7]
?? ? ? 2 0,1 0,1\f m / s formule 7 ; 4-24 uit 2 lateraal lock inaa ? ? ??
met:
? is frequentie [Hz]
k is constante bepaald op basis van onderzoek bij de Millen -
niumbrug is 300 Ns/m
Criterium 2
[ Formule 1]
?? ?? *
* formule1 ; 4 1 6 u i t 2 2m max p
a
?? ?? ?
[ Formule 2]
?? ? ? n' formule 2; 4-1 \f uit 2 , versim\beld pP ?
? ??
[ Formule 3]
?? ? ? 1 10, 8
formule 3; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
? ?
? ?
?
[ Formule 4]
?? ? ? 1 1, 8 \f
formule 4; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
?
? ?
[ Formule 5]
?? ?? ?? L
*
0 formule \f; 4-18 uit 2 p p x dx?? ?
[ Formule 5B]
* 2 ? p pL? ??
[ Formule 6]
?? ?? ?? L
2
*
0 formule 6;4-19 uit 2 m x dx?
?? ?
[ Formule 6B]
* 1 2 mL ? ? ??
[ Formule 6C]
?? ?? * 8? formule 6; 4-21 uit 2 L mf
N
k? ? ?? ?
[ Formule 7]
?? ? ? 2 0,1 0,1\f m / s formule 7 ; 4-24 uit 2 lateraal lock inaa ? ? ??
Maatregelen
Indien de voetgangersbrug niet voldoet aan de comforteisen,
zijn er drie mogelijke maatregelen:
1 toevoegen van massa;
2 verhogen van de stijfheid om buiten het gevoelige gebied te
vallen;
3 verhogen van de demping.
Voor een eenvoudig opgelegde ligger op twee steunpunten
volgt hieruit
[ Formule 1]
?? ?? *
* formule1 ; 4 1 6 u i t 2 2m max p
a
?? ?? ?
[ Formule 2]
?? ? ? n' formule 2; 4-1 \f uit 2 , versim\beld pP ?
? ??
[ Formule 3]
?? ? ? 1 10, 8
formule 3; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
? ?
? ?
?
[ Formule 4]
?? ? ? 1 1, 8 \f
formule 4; 4-8 uit 2 , omgeschreven naar /m n
n
L
?
? ?
[ Formule 5]
?? ?? ?? L
*
0 formule \f; 4-18 uit 2 p p x dx?? ?
[ Formule 5B]
* 2 ? p pL? ??
[ Formule 6]
?? ?? ?? L
2
*
0 formule 6;4-19 uit 2 m x dx?
?? ?
[ Formule 6B]
* 1 2 mL ? ? ??
[ Formule 6C]
?? ?? * 8? formule 6; 4-21 uit 2 L mf
N
k? ? ?? ?
[ Formule 7]
?? ? ? 2 0,1 0,1\f m / s formule 7 ; 4-24 uit 2 lateraal lock inaa ? ? ??
. Voor andere constructies kan net als bij de
gegeneraliseerde belasting de massa ook worden ingeschat
door te verschalen op basis van de maximale uitbuiging van de
betreffende overspanning. De verschaling gaat echter kwadra -
tisch (formule 6). In figuur 7 en 8 zijn twee voorbeelden
gegeven.
De gegeneraliseerde massa ( m* ) kan ook worden afgeleid van
de modale massa die in veel rekensoftware beschikbaar is na
het uitvoeren van een modale analyse. Aandachtspunt hierbij is
de correcte verschaling. Veelal wordt de maximale vervorming
van een trilvorm gelijkgesteld aan 1 m. Als deze maximale
vervorming niet optreedt in het wegdek, maar bijvoorbeeld in
de tuien, zal de berekende modale massa veel lager uitvallen
dan verwacht. Vergelijk de computerresultaten dus altijd met
een handberekening.
Demping ( ?)
Als laatste moet de demping worden bepaald. Tijdens het
ontwerp moet dit gebeuren op basis van kengetallen uit de lite -
ratuur. Betrouwbare dempingswaarden zijn echter pas te
verkrijgen uit een trillingsmeting aan de werkelijke constructie
nadat deze compleet is afgebouwd. In de Eurocode zijn
dempingswaarden gegeven in tabel F.2 uit NEN-EN 1991-1-4
(wind), maar er worden ook waarden gegeven in de EUR 23984
EN [2]. Bij het bepalen van de demping moeten het logaritmi -
sche decrement ( ?) en de dempingsverhouding ( ?) niet door
elkaar worden gehaald. In de EUR 23984 EN wordt de
10 m
m1* = (1.00) 2 ? 1/2 ? 1000 ? 10 = 5000 kg
10 m
100%
100%
? = 1000 kg/ m1
m2* = (1.00) 2 ? 1/2 ? 1000 ? 10 = 5000 kg
? = 1000 kg/ m1
8 m 12 m
100%
65%
m1* = (0.65) 2 ? 1/2 ? 1000 ? 8 = 1690 kg
m2* = (1.00) 2 ? 1/2 ? 1000 ? 12 = 6000 kg
m* = m1* + m2* = 1690 + 6000 = 7690 kg
7
8
Comfort voetgangersbruggen 3 2018
41
uit te voeren, zodat de engineering en productie van de TMD's
het openen van de brug niet vertragen.
Conclusies en opmerkingen
Met de in dit artikel beschreven berekeningsmethode is het
mogelijk het comfort van eenvoudige voetgangersbruggen te
controleren op basis van de huidige regelgeving. Hierbij moet
worden gemeld dat de zeer zware joggersbelasting ter discussie
staat en vrijwel zeker naar beneden wordt bijgesteld in de
volgende versie van de Eurocode. Het op dit moment voorge -
schreven aantal joggers (5 of 10) is erg zwaar in verhouding tot
bijvoorbeeld de eisen uit de 'British Standard' waarbij het
aantal joggers varieert tussen de 0 en 4 afhankelijk van de situe -
ring van de brug.
Naast de comfortberekening moet er ook worden gecontro -
leerd op bezwijken door het moedwillig aanstoten van de
eigenfrequentie door een groep personen (vandalismebelas -
ting). In een later te verschijnen artikel in de rubriek 'Rekenen
in de praktijk' zal hier verder op worden ingegaan. ?
? LITERATUUR
1 NEN-EN 1991-2+C1 ? Eurocode 1: Belastingen op constructies ? Deel
2: Verkeersbelasting op bruggen + nationale bijlage NB.
2 EUR 23984 EN: Design of Lightweight Footbridges for Human
Induced Vibrations.
Verhogen massa
Het toevoegen van massa kan eigenlijk niet worden gezien als
een reële oplossing, maar het kan wel een reden zijn om vroeg
in het ontwerpproces te kiezen voor bijvoorbeeld beton in
plaats van staal of composiet.
Verhogen stijfheid
Het verhogen van de stijfheid om buiten het gevoelige frequen -
tiegebied te vallen, is in veel gevallen alleen effectief als de
constructieve hoogte ook wordt vergroot. Het opdikken van
platen in een stalen brug, zonder hierbij de constructieve hoogte
te vergroten, zal vaak geen economische oplossing zijn voor het
probleem. De eigenfrequentie zal minimaal toenemen doordat
zowel de massa als de stijfheid slechts lineair toenemen.
Wel effectief is het vergroten van de constructieve hoogte of het
wijzigen van het statische systeem, door bijvoorbeeld een
inklemming te realiseren bij de landhoofden van de loopbrug
of de overspanning(en) te verkleinen.
Verhogen demping
Een laatste mogelijkheid is het verhogen van de demping, vaak
door de toepassing van tuned mass dampers (TMD's). Dit is een
massa (2-5% van de gegeneraliseerde massa) die met behulp
van veren en viskeuze dempers wordt bevestigd aan de brug.
De eigenfrequentie van de massa is afgestemd op de eigenfre -
quentie die moet worden gedempt. Daarnaast moet voor een
maximale efficiëntie de TMD op de maximale uitbuiging van
de eigenfrequentie worden geplaatst. Voorbeelden van projec -
ten waar TMD's zijn toegevoegd zijn de Dafne Schippersbrug,
de Moreelsebrug (foto 9) en de Voldijkbrug (foto 1).
Om te voorkomen dat foutieve of overbodige TMD's worden
toegepast, is het noodzakelijk het uiteindelijke advies met
betrekking tot de te nemen maatregelen te baseren op resulta -
ten van een trillingsmeting uitgevoerd op een volledig afge -
bouwde constructie. Het is belangrijk dit tijdig voor oplevering
Rekenvoorbeeld
Het berekenen van het comfort van voetgangersbruggen is
uitgewerkt aan de hand van een voorbeeld in het Cement -
artikel 'Versnelling voetgangersbrug' uit de rubriek 'Rekenen
in de praktijk', elders in dit nummer.
Kritische Demping
Met de dempingsverhouding ( ?) wordt de verhouding t.o.v.
de kritische demping bedoeld. Dus bij ? = 1 (100%) is de
constructie kritisch gedempt en zal deze terugkeren naar
een evenwichtspositie op de snelst mogelijke manier en
zonder trilling. Bij ? > 1 zal de constructie ook zonder trillen
terugkeren in de evenwichtspositie, maar langer dan bij
? = 1. Bij ? < 1 zal de constructie middels een gedempte tril -
ling terugkeren in de evenwichtspositie. Dit laatste is waar
voetgangersconstructies mee te maken hebben aangezien
? veelal niet groter is dan ~1,5% = 0,015.
9
Comfort voetgangersbruggen 3 2018
Reacties