voorschriftenir.F.BJ.Gijsbers, TNO-BouwHet is zeker niet onverstandig om zo af en toe eens wat afstand te nemen van waar we meebezig zijn om te bezien of dat nog wel zinvol is. Er schuilt echter wel een gevaar in. Je moeter namelijk voor waken, dat de afstand die je neemt zo groot wordt dat de contouren vanwatje ziet verloren gaan, waardoor essenti?le zaken aan het oog onttrokken worden. Tenonrechte zou dan de conclusie getrokken kunnen worden dat alles maar onzin en wegge-gooid geld is. Dat dit gevaar niet geheel denkbeeldig is, blijkt uit de reactie van ir.W.R. deSitter op de ontwikkeling van de Eurocodes en de NAD's. Reden dus om even in de pen teklimmen.COMMENTAM OP:COMMENTAAR OP ENV 1992-1-1 EN BIJBEHOREND NAD (Zie Cement 1994, nr.9)Enkele kanttekeningenHet indertijd in Nederland uitgevoerde veilig-heidsproject was erop gericht de betrouw-baarheidsniveaus van constructies van ver-schillende materialen te harmoniseren. In-derdaad is bij de opstelling van de nieuweTGB's enige voorzichtigheid betracht en zijnde veranderingen ten opzichte van vroegerbewust beperkt gehouden. Te veel afwijkenvan wat uit ervaring bleek te voldoen wasvoor de normcommissies niet acceptabel,mede omdat dat toch een zeker risico in-houdt. Toch hebben constructeurs belangrijkkunnen profiteren van de introductie van denieuwe veiligheidsfilosofie in de huidige ge-neratie TGB's. Ondermeer is daardoor betonten opzichte van andere constructiemateria-len beduidend concurrerender geworden,hetgeen een ontwikkeling is waar door be-tonconstructeurs in menig ander EuropeesIn de ontwikkeling van het bouwen in het al-gemeen is een tendens te constateren naarindustrialisatie. Dit houdt in: vereenvoudi-ging van vormen, repetitie van handelingenen inschakeling van gespecialiseerde bedrij-ven, hier voor het aanbrengen van de voor-spanning. Naast deze specialisatie wordenrelatief meer, weinig geschoolde, werkne-mers op de bouwplaats aangetroffen. Alsmen bedenkt wat in het verleden op debouwplaats aan gecompliceerde betoncon-structies mogelijk was, dan moet men zichafvragen of dat in de toekomst ook nog mo-gelijk zal zijn.Afgezien van het fabrieksmatig vervaardigenvan grote prefab betonelementen voor brug-gen en viaducten, dus het verplaatsen vanwerkzaamheden naar de betonwarenindus-trie, ligt het ook voor de hand om de voor-spanwerkzaamheden op de bouwplaats als??n geheel in de handen van gespecialiseer-de bedrijven te leggen. Waar in het geval vaninwendige voorspanning de verwevenheidtussen het maken van de eigenlijke beton-constructie en het aanbrengen van de voor-spanelementen in de bekisting groot is,biedt het toepassen van uitwendige voor-spanning de mogelijkheid tot een duidelijkerscheiding tussen de eigenlijke betonwerk-zaamheden en de voorspantechnischewerkzaamheden. Binnen de gereed geko-men betonconstructie worden door terzakedeskundige bedrijven de kabels aange-bracht, afgewerkt, gespannen en tegen cor-rosie en dergelijke beschermd.De zadels vormen nu de 'trait d'union'tussenhet eigenlijke betonwerk en het aanbrengenvan de voorspanbelasting. Dit betekent dusook dat andere dan uit segmenten opge-bouwde brugconstructies op deze wijze kun-nen worden gerealiseerd. Ook het vervang-baar zijn van kabels is daarbij geen nood-zaak, doch slechts een mogelijkheid in daar-toe in aanmerking komende gevallen.Dat nieuwe technologie?n in het geding zijn,is in dit artikel duidelijk gemaakt.Uitwendige voorspanning geeft ook moge-lijkheden in die gevallen waarin reedsjaren ingebruik zijnde constructies gerenoveerd die-nen te worden [12] en/of het draagvermo-gen daarvan vergroot moet worden.Deze bijdrage wordt besloten met dank aande redactie van Cement en de heer Binne-kamp voor hun bijdrage in het tot stand ko-men van deze publikatie. De wens wordt \gesproken dat kennismaken met deze nieu-we technieken een uitdaging aan betrokke-nen moge betekenen om in de nabije toe-komst deze in ons land te introduceren.Literatuur8. Vermeulen, G.P.C, e.a., Uitwendige voor-spanningin schuifbruggen. Cementl993, nr12.9. NEN 3868 Voorspanstaal. Voorspandraaden voorspanstreng. Art 7.5.4.10. Bruggeling, A.S.G., Staafwerkmodel voorhet inleiden van geconcentreerde lasten.Cement 1990, nr 11.11. Jungwirth, Hochreitner, Externe Vorspan-nung: Zeitgeist oder technischer Fortschritt.Bauingenieur 1992, nr. 67.12. Segers, W.A., Reflectometrische impuls-meettechniek. Cement 1994, nr. 1.82land met enige afgunst naar gekeken wordt.Kortom, de aanpak volgens de huidige TGB'sverschilt wel degelijk van de oude.De totstandkoming van de Eurocodes blijkteen precair proces te zijn. Dat is ook niet zoverwonderlijk als je kijkt naar de verschillenin de nationale tradities. Over onderdelenvan de inhoud van de Eurocodes blijkt op ditmoment dan ook nog geen overeenstem-ming mogelijk. Om toch verder te kunnengaan is de (tijdelijke) mogelijkheid gebodenom nationaal afte wijken door de introductievan de 'boxed values'. In veel landen, waar-onder Nederland, heeft dit type normen nietalleen privaatrechtelijke maar ook publiek-rechtelijke betekenis en als zodanig moetook worden aangesloten op de nationalewetgeving. Beide zaken, zowel de invullingvan de 'boxed values' als de aansluiting opde nationale wetgeving, worden nationaalgeregeld door middel van de NAD-construc-tie.Ook in Nederland worden daarom NAD's op-gesteld, overigens niet in het minst om eco-nomisch negatieve gevolgen te vermijdendie gekoppeld kunnen zijn aan het zondermeer overnemen van NAD's van andere lan-den. Bij het opstellen van NederlandseNAD's is men zeer terughoudend met hetvoorschrijven van afwijkingen, juist om hetEuropese harmonisatieproces niet te fru-streren, en de ermee gemoeide inspannin-gen zijn dan ook vrij beperkt. Met name wor-den in de NAD's de verwijzingen in deEuroco-des naar tal van nog niet bestaande Europe-se normen vervangen doorverwijzingen naarw?l bestaande nationale normen, zoals voorbelastingen en materialen. Tevens zijn de'boxed values' vastgesteld met als uitgangs-punt dat het betrouwbaarheidsniveau tenminste gelijk is aan dat volgens de Neder-landse normen. Dit laatste is noodzakelijkom gebruik te kunnen maken van het gelljk-waardigheidsbeginsel In het Bouwbesluit.Opmerkelijk is overigens dat de meestewaarden in de Nederlandse NAD's gelijk zijnaan de aanbevolen waarden in de Euroco-des, zodat je moet concluderen dat we aar-dig in de Europese pas lopen.Als gekeken wordt naar de feitelijke invullingvan de 'boxed values' in de NAD's bij Euroco-de 2 in diverse andere landen, dan valt op,uitzonderingen daargelaten, dat de afwijkin-gen van de aanbevolen waarden in Eurocode2 vrij beperkt zijn. Tevens kan worden waar-genomen dat de behoefte om nationaal aftewijken al begint afte nemen. Dit blijkt uit hetfeit dat er door steeds meer landen gepleitwordt voor het verder beperken van de mo-gelijkheid van nationale afwijkingen via deNAD's. Als we dan ook nog in aanmerking ne-men dat een toenemend aantal Europeselanden momenteel de mogelijkheid biedt deEurocodes met NAD's in de praktijk toe tepassen, dan kan de conclusie haast geenandere zijn dan dat we op de goede weg zijnmet de Europese harmonisatie van dit typenormen. Het gaat weliswaar langzaam, maarwel gestaag en mede dankzij de tijdelijkeconstructie met NAD's. Er treedt dus wel de-gelijk verandering op met als onvermijdelijkgevolg dat ook onze huidige TGB's in de toe-komst vervangen worden door Europese nor-men. Gelet op het Nederlandse belang kanniet genoeg worden gewezen op de nood-zaak om nog actiever te participeren in hetEuropese normalisatieproces dan nu al hetgeval is. Het intensiveren van die participatieen het beschikbaar maken van de middelendaarvoor is dus ook noodzakelijk.Met De Sitter ben ik overigens van meningdat we misschien veel tijd en geld zoudenkunnen besparen als we met z'n allen in Eu-ropa zouden kunnen besluiten over te gaanop ??n, reeds bestaand, nationaal normen-stelsel. Er zijn heel wat landen die dat ook welwillen, maar dan alleen op voorwaarde dathun eigen stelsel gekozen wordt. Deze opzichzelf misschien te prefereren optie valtdus helaas af. En als dan niet kan wat eigen-lijkzou moeten, dan moet het maarzoals hetw?l kan, en dat is nu precies waar we in Euro-pa mee bezig zijn.REACTIEOP HET COMMENTAARIr.Gijsbers maakt niet duidelijk welke econo-mische belangen zouden zijn geschaad, in-dien wij de ENV met inbegrip van het NAD vaneen van onze buurlanden, bijvoorbeeld dievan onze grootste handelspartner Duits-land, integraal zouden hebben overgeno-men. Zijn aansporingvooreen verhoogde in-spanning bij de totstandkoming van Europe-se voorschriften kan ik slechts ondersteu-nen voor gevallen die direct betrekking heb-ben op seriematig vervaardigde, grensover-schrijdende standaardprodukten, zoals bak-stenen, metselblokken, cement en stopcon-tacten. Je moet vermijden bij export machi-nes te moeten omstellen en materiaalsa-menstellingen te wijzigen.Groepsmaatschappijen van de HBG zijn be-trokken bij de bouw van een metrostation inParijs, woningen in Berlijn, een tunnel onderde Medway, een brug in Denemarken en di-verse andere projecten in de G.W.W.- enB&U-sector in Duitsland, Belgi? en het Ver-enigd Koninkrijk. Circa 40% van de omzetvan de HBG komt uit landen van de EuropeseUnie buiten Nederland. Het verwerven en uit-voeren van bouwopdrachten in de EU is eenopgave waarbij eventuele verschillen in tech-nische voorschriften nauwelijks een rol spe-len. Men moet er wel kennis van nemen,maartevens op de hoogte zijn van het lokalebouwrecht, het arbeidsrecht, de milieuwet-geving, de CAO's, enz.Het vermogen op dergelijke wisselenderandvoorwaarden in te spelen, behoort tothet wezen van de know-how van een Europe-se bouwgroep.ir.W.R. de SitterDe redactie wil hiermee de discussie overEuropese regelgeving voorlopig afslui-ten. Zoals bekend loopt de commentaar-periode op Eurocode 2 december 1994af. Zodra het ontvangen commentaar totalgemeen Nederlands commentaar isverwerkt, is er wellicht weer voldoendestof voor handen tot heropening van dediscussie.83
Reacties