Constructieve veiligheid is al geruime tijd een van de belangrijkste thema's in de bouw. Niemand zal het belang ervan betwisten. Maar ook niemand zal tegenspreken dat het beter kan en zelfs beter moet. Al in 1997 spraken Jan Vambersky en Reint Sagel hun zorgen uit over de gevolgen van enkele ontwikkelingen voor die constructieve veiligheid. Dit deden zij in een spraakmakende artikelenreeks in het vakblad Cement, genaamd 'De tikkende tijdbom onder de bouw'. Is die bom nu, 20 jaar later, onschadelijk gemaakt, tikt hij nog immer voort of is hij zelfs al afgegaan? En wat is de invloed op die veiligheid van de plannen van de overheid om zich terug te trekken als toetser? auteur: Jacques Linssen
67
opinie
De bouw moet zelf zorgen voor
kwaliteits borging, maar kan dat
niet alleen
De kwaliteit van de bouw in Neder -
land is al lange tijd punt van aan-
dacht, ook in de politiek. Getuige de
hoge faalkosten en de vele ongeluk -
ken, lijkt er helaas weinig te zijn ver -
beterd. In dat opzicht faalt de bouw
dus. Want, hoewel de overheid als
taak heeft de publieke veiligheid te
garanderen, is het primair de sector
zelf die moet zorgen voor kwaliteit.
Gelukkig gaat het in de praktijk
meestal om kleine incidenten, die
nauwelijks bekend zijn bij het grote
publiek. En gelukkig worden er ook
veel incidenten voorkomen ? bijna
dagelijks grijpt Bouw- en Woning-
toezicht ergens in Nederland in, vaak
voor velen onzichtbaar. Maar gerust
kunnen we niet zijn. Wat moet er gebeuren om de constructieve vei-
ligheid beter te borgen, nu en in de
toekomst?
Oorzaken
Om tot oplossingen te komen is het
belangrijk te weten hoe het komt
dat het zo vaak mis gaat. Er zijn
diverse oorzaken aan te wijzen. Een
daarvan is de selectie op prijs, en
daardoor onvoldoende aandacht
voor kwaliteit. Dit gebeurt bij aan-
bestedingen van bouwprojecten
maar ook bij bijvoorbeeld de inkoop
van advies. Door overcapaciteit in
de markt is het gevolg een nega-
tieve prijsspiraal, waardoor bouw
-
bedrijven en adviseurs steeds min- der ruimte hebben om hun werk
naar behoren uit te voeren.
Een andere oorzaak is dat, als gevolg
van de genoemde prijsdruk, veel ver
-
antwoordelijkheden onder subleve -
ranciers worden verdeeld. Daarbij
ontbreekt vaak een partij die de
samenhang in de constructie en de
consistentie in de uitgangspunten
bewaakt, met alle risico's van dien.
Uiteraard speelt regelgeving een
belangrijke rol als het gaat om kwa-
liteit en veiligheid. Zo is het maat -
schappelijk gewenste veiligheidsni-
veau vastgelegd in het Bouwbesluit
en bijbehorende normen. Het
betreft hier een minimum niveau
waarmee weinig mis is. Problemen
ontstaan dan ook niet door verkeer -
de regelgeving, maar door het ver -
keerd toepassen ervan. Het puur en
alleen focussen op het strikt vol-
doen aan de eisen in de normen
gaat ten koste van de aandacht
voor een degelijk ontwerp met vol-
doende samenhang. En hoe uitvoe -rig de voorschriften ook zijn gewor
-
den, ze leveren geen garantie dat er
geen schade optreedt. De aan het
Bouwbesluit gerelateerde normen
hebben overigens alleen betrekking
op het eindresultaat van een bouw -
werk en niet op het proces, ofwel op
de manier en met welke middelen
dat resultaat tot stand komt. En juist
in dat proces gaat er veel fout. Maar
er is geen wet of norm die stelt dat
een bouwbedrijf of ingenieursbu-
reau aantoonbaar aan een bepaald
kwaliteitsniveau moet voldoen. In
feite kan iedereen elk werk aanne -
men. Dankzij de crisis zie je dan ook
steeds vaker dat kleine, onervaren
bouwbedrijven grote risicovolle
projecten aannemen.
Initiatieven
De genoemde oorzaken zijn niet
nieuw. Er zijn in het verleden al
diverse initiatieven genomen om
het tij te keren. Zo is er een Com-
Rondetafelgesprek over verantwoordelijkheid bouw en overheid
Constructieve veiligheid is al geruime tijd een van de
belangrijkste thema's in de bouw. Niemand zal het belang
ervan betwisten. Maar ook niemand zal tegenspreken dat
het beter kan en zelfs beter moet.
Al in 1997 spraken Jan Vambersky en Reint Sagel hun
zorgen uit over de gevolgen van enkele ontwikkelingen
voor die constructieve veiligheid. Dit deden zij in een
spraakmakende artikelenreeks in het vakblad Cement,
genaamd 'De tikkende tijdbom onder de bouw'. Is die bom
nu, 20 jaar later, onschadelijk gemaakt, tikt hij nog immer
voort of is hij zelfs al afgegaan? En wat is de invloed op die
veiligheid van de plannen van de overheid om zich terug te
trekken als toetser?
Rondetafelgesprek
Dit artikel is tot stand gekomen naar aanleiding van een rondetafelgesprek met:
Wico Ankersmit (directeur Vereniging BWT Nederland), Dimphy Bruin-Reyn-
hout, Ron Kerp, Joop van Leeuwen, Reint Sagel, Bert Winkel (allen COBc),
Jacques Linssen (Aeneas Media / Cement), Erik Middelkoop (Royal Hasko -
ningDHV ), René Sterken (BAM Advies & Engineering), Jan Vambersky (Emeritus
hoogleraar TU Delft, fac. CiTG), Simon Wijte (Adviesbureau Hageman, hoogle -
raar TU Eindhoven, fac. Bouwkunde)
De bouw moet zelf zorgen voor kwaliteitsborging maar kan dat niet alleen 6 2016
68
opinie
vermogen. Dit wordt mede in de
hand gewerkt door de vaak lange
juridisch nasleep van incidenten en
de terughoudendheid om te zorgen
voor transparantie.
Het lerend vermogen wordt er door
het proactief optreden van diverse
Bouw- en Woningtoezichten ook
niet beter op. Gemeenten doen er
vaak alles aan om tot een veilig
eindresultaat te komen en voorko-
men daarmee veel schade. De vraag
is alleen of dat wel de meeste effec -
tieve manier is om de kans op her -
haling te voorkomen.
Bewustwording
Gelukkig tonen steeds meer
opdrachtgevers en bouwbedrijven
aan dat het wel degelijk beter kan.
Zij zien het belang in van een goede
kwaliteit, erkennen dat kwaliteits-
borging hun eigen verantwoorde -
lijkheid is en hebben daar geld voor
over. Zo zijn er aannemers en opdrachtgevers die veel aandacht
aan borging schenken, bijvoorbeeld
door een TIS-organisatie in te scha-
kelen of een site engineer (toezicht
op de bouwplaats) aan te stellen.
Daarmee wordt de constructieve
samenhang ook tijdens de uitvoe
-
ring geborgd. Dat doen ze omdat ze
inzien dat, zeker op de lange ter -
mijn, deze investeringen zich terug-
betalen. Want het tijdig signaleren
van fouten voorkomt meerkosten,
die vaak een veelvoud bedragen
van extra investeringen vooraf.
Maar dit inzicht bestaat slechts bij
een aantal grote aannemers en pro -
fessionele opdrachtgevers. Er zijn
bovendien opdrachtgevers die zich
bewust niet met de kwaliteit
bemoeien en afzien van het aanstel-
len van toezicht om daarmee moge -
lijke aansprakelijkheid te ontlopen.
Dat is uitermate kortzichtig.
Ook lang niet alle opdrachtgevers
zijn zich bewust van het belang van
kwaliteit en risico's die zij lopen. Dat
Eurocode 'Grondslag van het con-
structief ontwerp' (NEN-EN 1990)
een aanpak beschreven voor kwali-
teitscontrole, waarbij bijvoorbeeld
de meest risicovolle constructies
(constructies in gevolgklasse 3
ofwel CC3) door een extern bureau
moeten worden gecontroleerd. Het
is een werkwijze waar goede erva-
ringen mee zijn opgedaan, maar die
niet wettelijk is voorgeschreven en
dus niet kan worden opgelegd door
de overheid. Het betreft immers
eens informatieve tekst in de norm
en geen normatieve.
Voorts was daar het ABC-meldpunt
(Aanpak Bouwincidenten Construc
-
tieve Veiligheid), waar incidenten
konden worden gemeld en geregis-
treerd met als doel er lering uit te
trekken. Echter, vanwege onvol-
doende draagvlak is dit initiatief
een stille dood gestorven. Dat is
tekenend voor de cultuur in de
bouw. Fouten worden niet erkend
en er is een groot gebrek aan lerend
pendium Constructieve Veiligheid
opgesteld. Hierin zijn onder meer
verschillende rollen in het construc
-
tieadvies benoemd, zoals een ont -
werpend constructeur en een coör -
dinerend constructeur. Die laatste
moet het werk van deelconstruc -
teurs inhoudelijk toetsen en de con-
structieve samenhang waarborgen.
Een uitstekend initiatief, alleen
wordt dit niet bij wet afgedwongen.
Voor deze coördinerende taak
wordt in de praktijk dan ook vaak
geen opdracht gegeven.
Ook is er het Constructeursregister,
dat de kwaliteitsverschillen tussen
adviseurs inzichtelijk moet maken.
Wederom een nobel initiatief, maar
helaas worden registerconstruc -
teurs niet of nauwelijks voorge -
schreven door opdrachtgevers en
ook de overheid durft dat voor haar
projecten niet aan.
Er zijn zaken opgenomen in de
regelgeving ten aanzien van het
borgen van kwaliteit. Zo wordt in
1
De bouw moet zelf zorgen voor kwaliteitsborging maar kan dat niet alleen 62016
69
1 Ingestorte tribune van het stadion van FC
Twente
foto: Harm Meter/Novum2 Instorting plafond Europees Parlement
3 Schade tijdens uitvoeringsfase van de
B-Tower in Rotterdam
foto: Kajo Bezemer/ No One Else Fotografie
geldt zeker voor opdrachtgevers die
incidenteel een opdracht verstrek -
ken, de zogenoemde niet-professio -
nele opdrachtgevers. Aan die
bewustwording zou dus iets moe -
ten worden gedaan. Wellicht kan de
overheid daar iets in betekenen.
Maar ook adviserende en uitvoe -
rende partijen moeten de niet-pro -
fessionele opdrachtgevers beter
informeren over de risico's en de
beperkingen van aansprakelijkhe -
den, die uit het hanteren van de
standaard leveringsvoorwaarden
kunnen volgen. Maar wat je ook
probeert, juist van de niet-professi-
onele opdrachtgevers kun je eigen-
lijk niet verlangen dat zij op kwali-
teit sturen. Daarvoor zijn ze eenvou-
digweg niet deskundig genoeg.
Wet Kwaliteitsborging voor het
bouwen
Zolang de bouw zelf onvoldoende
in staat is goede kwaliteit te leveren, is toetsing noodzakelijk. Het is
belangrijk dat die toets onafhanke
-
lijk is en door een onafhankelijke
instantie wordt uitgevoerd. Pas dan
is een objectieve en deugdelijke
controle gewaarborgd. Het is niet
gezegd dat dat niet een marktpartij
kan zijn. Dat de politiek de toetsing
bij de bouw zelf wil neerleggen ? de
strekking van de nieuwe Wet Kwali-
teitsborging voor het bouwen (zie
kader) ? is op zichzelf dan ook niet
vreemd; de toetsing is lastig, kost
geld en moet beter. Hoewel er de
nodige positieve kanten zitten aan
die nieuwe wet, vormt hij geen
oplossing voor het werkelijke pro -
bleem: de matige kwaliteit in de
bouw. Want de wet gaat in feite
vooral over het toetsen en niet over
kwaliteitsborging.
Een belangrijk nadeel van de wet is
dat de risico's die bij de bouw lig-
gen, en die zijn nu al niet gering,
dankzij de nieuwe wet alleen maar
groter worden. Misschien wel
2
3
De bouw moet zelf zorgen voor kwaliteitsborging maar kan dat niet alleen 6 2016
70
opinie
Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen
De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen houdt in dat voor
nieuwbouw én verbouw de toetsing aan de bouwtechnische
eisen uit het Bouwbesluit 2012 door de gemeente vervalt. In
plaats daarvan moeten private partijen methodes ontwikkelen
waarmee wordt bewaakt dat aannemers zich houden aan het
Bouwbesluit 2012. Een onafhankelijke publieke toelatingsorgani-
satie oordeelt of de methode voldoet aan de eisen en de
gemeente moet erop toezien dat een aannemer daadwerkelijk
met een goedgekeurde methode werkt.
Het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen is in april
2016 naar de Tweede Kamer gestuurd.
onverantwoord groot. Bovendien
zal prijsconcurrentie ook bij toet-
sing zijn intrede doen. Bij overcapa-
citeit leidt dat tot een lagere prijs,
wat de kwaliteit van de toets niet
ten goede zal komen; toetsers zul-
len geneigd zijn voor minder geld
ook minder te gaan doen.
Wat je je ook kunt afvragen is hoe
onafhankelijk een toets in het nieu-
we systeem daadwerkelijk is. Zal
een toetser het bijvoorbeeld aan-
durven daadwerkelijk sancties op te
leggen, zoals het stilleggen van een
project van zijn opdrachtgever? Nu
gebeurt dat dagelijks door de
Bouw- en Woningtoezichten.
Overheid als politie
Dat de bouw zelf de verantwoorde -
lijkheid moet nemen voor de bor -
ging van de kwaliteit is een juist
uitgangspunt. Daarbij kunnen
4
4 Ingestorte balkons van Patio Sevilla in Maastrichtfoto: ANP
externe marktpartijen een prima
rol spelen. Maar alle goede bedoe -
lingen ten spijt, het lukt de bouw
vooralsnog niet het tij te keren.
Daarom is het nodig dat er meer
prikkels komen om de sector zijn
eigen kwaliteitsborging écht goed
te laten regelen. Het zou helpen als
er meer wettelijk zou worden vast -
gelegd, bijvoorbeeld door een cer -
tificatiesysteem voor aannemers of
het verplicht aanstellen van een
coördinerend constructeur of toe -
zicht. Vanuit de Bouw- en Woning-
toezichten wordt er dan ook op
aangedrongen om in het 'Besluit
bouwwerken leefomgeving', de in
ontwikkeling zijnde vervanger van
het Bouwbesluit 2012, een coördi-
nerend constructeur verplicht te
stellen. Een andere mogelijke prik -
kel is een systeem waarbij er bij
bouwprojecten met projectpart -
ners die een aantoonbare kwaliteit leveren, minder hoeft te worden
getoetst waardoor de leges voor
die projecten kunnen worden ver
-
laagd.
Totdat de bouw heeft bewezen zelf
de kwaliteit voldoende te kunnen
borgen, moet de overheid als vang-
net blijven fungeren. Zij moet er als
een soort politie op toezien dat de
regels worden nageleefd. Net als in
het verkeer: iemand die te hard
rijdt, schaadt de publieke veiligheid
en wordt bestraft.
De overheid moet echter niet te
veel verantwoordelijkheid naar zich
toe trekken en zich beperken tot de
controle. Zij moet in ieder geval niet
worden gebruikt voor het wegne -
men van risico's van opdrachtgevers
en bouwbedrijven. Wel moet ze de
bevoegdheid krijgen om sancties
op te leggen of bijvoorbeeld inge -
diende documenten die niet aan-
toonbaar zijn gecontroleerd, te wei-
geren. Ook moet er worden gewerkt
aan een betere toetsing door de
overheid. Want helaas is er door de
ontwikkelingen de laatste jaren wei-
nig geïnvesteerd in de Bouw- en Woningtoezichten. Vanwege de
beperkte omvang van veel Bouw-
en Woningtoezichten is het hierbij
nodig de krachten van diverse
gemeenten te bundelen.
Risico te groot
Constructieve veiligheid in de bouw
is onder de maat en de sector moet
zelf zorgen voor een betere kwali-
teitsborging. Voorbeelden uit de
praktijk laten zien dat dat kan. Om
de veiligheid een stap verder te
brengen kan wetgeving helpen en
ook externe marktpartijen kunnen
hun steentje bijdragen. Maar zolang
de bouw niet heeft aangetoond dat
de sector de kwaliteit, met of zon-
der hulp van derden, daadwerkelijk
kan borgen, is het risico voor de
publieke veiligheid te groot als een
toets door de overheid zou worden
geschrapt.
?
Jacques Linssen
De bouw moet zelf zorgen voor kwaliteitsborging maar kan dat niet alleen 62016
Reacties