De roep om versterking van de coördinerende rol van de constructeur wordt steeds groter. Om meer handen en voeten te geven aan die rol en om de kwaliteit bij de invulling ervan te waarborgen, is er een beoordelingsrichtlijn ontwikkeld. Op basis daarvan kunnen ingenieursbureaus worden gecertificeerd.
De constructeur gecertif iceerd
BRL 5022 zet stap voor de verbetering
van de constructieve veiligheid in Nederland
1 De bouw bevindt zich in een spagaat
De roep om versterking van de coördinerende rol van de constructeur wordt steeds groter.
Om meer handen en voeten te geven aan die rol en om de kwaliteit bij de invulling ervan
te waarborgen, is er een beoordelingsrichtlijn ontwikkeld. Op basis daarvan kunnen ingenieursbureaus worden gecertificeerd.
1
26? CEMENT 4 2020
De bouw bevindt zich in een spa-
gaat tussen de steeds verder-
gaande versnippering enerzijds
en de deregulering van de over-
heid anderzijds.
De versnippering
draagt bij aan onduidelijke verdeling van
verantwoordelijkheden. Maar een coördine-
rende rol in de engineerings- en uitvoerende
fase door één partij zal niet wettelijk
worden afgedwongen. Het resultaat is dat
toetsing en controle verder onder druk
komen te staan, hetgeen ook nog eens wordt
versterkt door de lage winstmarges in de
bouw. Dit probleem is een van de oorzaken
van het relatief grote aantal instortingen,
dat recent de publiciteit haalde. En in wer-
kelijkheid gaat dit slechts nog maar om het
topje van de ijsberg. Engineeringsfouten
die tot in de uitvoering zijn doorgedrongen
worden nog regelmatig onderschept door
wakkere toezichthouders of uitvoerders.
Dat haalt de publiciteit niet, maar dit leidt
wel tot hogere faalkosten en extra kosten
voor juristen en expertisebureaus.
Coördinerend constructeur
De aandacht voor deze problematiek is niet
nieuw. Al in 2008 werd het Compendium
Aanpak Constructieve Veiligheid geïntrodu -
ceerd. Daarin werd ervoor gekozen de oude
term hoofdconstructeur te vervangen door
een ontwerpend constructeur en een coör-
dinerend constructeur. Aanleiding was het
feit dat door de intrede van allerlei geïnte-
greerde contracten het steeds minder voor-
kwam dat één en dezelfde constructeur van
begin tot eind optrad als verantwoordelijk
constructeur. In de rolverdeling is het zo geregeld
dat de ontwerpend constructeur het con -
structieve ontwerp maakt dat maakbaar en
veilig is (Schetsontwerp (SO), Voorontwerp
(VO) en Definitief Ontwerp (DO)). Tijdens
de engineering en de realisatie wordt het
stokje overgenomen door de coördinerend
constructeur. Die is na acceptatie van het
constructief ontwerp belast met het bewa -
ken van de constructieve samenhang en
eindverantwoordelijk voor het borgen van de constructieve veiligheid in de fasen
Technisch Ontwerp (TO) en Uitvoerings-
gereed Ontwerp (UO).
OVV
Het compendium heeft weliswaar bijgedra
-
gen aan het veiligheidsbesef maar de kritiek
op het bouwproces nam ondertussen alleen
maar toe. Zo wordt in diverse rapporten van
de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)
geconcludeerd dat de bouwsector er onvol -
doende in slaagt het proces van ontwerp en
uitvoering zo te organiseren dat constructie-
ve veiligheidsrisico's goed worden beheerst.
In het meest recente rapport van de OVV uit
2018 [1] viel te lezen dat er geen sprake is
van een systematisch proces van risicobe-
heersing, er niet wordt geleerd van inciden -
ten, er onvoldoende professionele tegen -
spraak is georganiseerd en een proces-
verantwoordelijke voor de borging van de
constructieve veiligheid veelal niet wordt
toegewezen. Gezamenlijke aandacht voor
veiligheid is volgens de OVV niet vanzelf -
sprekend in de bouwsector. De OVV conclu -
deert verder dat zowel opdrachtgevers als
opdrachtnemers in de bouwsector moeten
bouwen aan eenduidigheid in de verant-
woordelijkheden voor constructieve veilig -
heid, teneinde incidenten in de toekomst te
voorkomen.
Gecertificeerd Coördinerend
Constructeur
Om verbetering in de situatie te brengen,
zou het beter zijn de coördinerend con -
structeur in staat te stellen zijn werk me-
teen goed en volledig te laten doen, dan hem
op te zadelen met een uitgeklede opdracht
die moet worden aangevuld met intensieve
externe controles. Daarom is het idee ontstaan een certi -
ficatie voor de coördinerend constructeur in
het leven te roepen. Die Gecertificeerd Coör-
dinerend Constructeur (hierna: GCC) kan
een belangrijke rol spelen omdat hij als
technisch regisseur procesverantwoordelijk
is voor de borging van de constructieve vei -
ligheid. Hij is tevens verantwoordelijk voor
IR. EVERT SMIT
Senior Certification Engineer
Kiwa Nederland BV
IR. RENÉ STERKEN Hoofd Ontwerp & Engineering
BAM Advies & Engineering auteurs
CEMENT
4 2020 ?27
gestructureerde risicobeheersing en het
organiseren van professionele tegenspraak.
Puntsgewijs houdt de rol van de GCC het
volgende in:
Toetst en accepteert aantoonbaar het
constructieve ontwerp van de ontwerpend
constructeur en is verantwoordelijk voor de
veilige engineering en detailuitwerking van
dit ontwerp.
Is verantwoordelijk voor het borgen van de
constructieve veiligheid (incl. bouwkundige
en complexe hulpconstructies).
Is belast met het bewaken van de con -
structieve samenhang.
Alle raakvlakken die niet door de deelcon -
structeurs worden uitgewerkt vallen in het
werkpakket van de coördinerend construc-
teur.
Is resultaatverantwoordelijk voor de toet-
sing en de controle.
De wijze van toetsing wordt zodanig bepaald,
dat de resultaatverplichting kan worden
gedragen. De GCC moet voor de gevolgklasse
CC1 en CC2a, ten minste gebruikmaken van
voorgeschreven selecte risicogestuurde
steekproefsgewijze controlemethoden. In -
dien zo'n niet-volledige controle de GCC in
voorkomende gevallen niet overtuigt dat de
constructieve veiligheid is geborgd, moet
deze de controle overeenkomstig uitbreiden.
Zo nodig tot 100%.
Voor de gevolgklasse CC2b en CC3 geldt altijd
een 100% controle.
Is aanspreekpunt voor het bevoegd gezag en
verantwoordelijk voor de indiening van alle
relevante documenten bij het bevoegd gezag.
De selectie van de GCC moet zijn gebaseerd
op basis van uitgevoerde referentieprojecten,
de kwalificatie van medewerkers en een kwa -
liteitssysteem op maat voor de engineering in
de bouw. De opdrachtgevers geven alleen nog
volledige opdrachten en betalen de GCC in
overeenstemming met dit takenpakket. De
GCC accepteert geen uitgeklede opdrachten
en neemt zijn verantwoordelijkheid en aan -
sprakelijkheid voor deze (verzwaarde) rol. Deze rol voor de GCC is in lijn met het
actieplan dat vanuit verschillende partijen,
verenigd in het zogenoemde TOPoverleg, is
opgesteld (zie kader). Voor een Engineer&Build-contract is een en
ander schematisch weergegeven in figuur 2.
Voor een traditioneel contract en een
Design&Build-contract staan de schema's
op Cementonline.nl.
BRL 5022
Om certificering mogelijk te maken, is een
beoordelingsrichtlijn ontwikkeld, de BRL
5022 Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO-
procescertificaat voor de engineering van
bouwwerken door de coördinerend con -
structeur. Met deze BRL komt een privaat-
rechtelijke (vrijwillige) certificatieregeling
beschikbaar. De BRL is opgesteld door een
werkgroep met daarin BAM, Pieters Bouw -
techniek, Goudstikker - de Vries, Lievense
WSP, COBc, Kiwa en in een later stadium
Hocobeton. De BRL beperkt zich tot de enginee-
ring van het Uitvoeringsgereed Ontwerp
(UO) en eventueel het eraan voorafgaande
Technisch Ontwerp (TO). De ontwerpfase
(SO t/m DO) is dus niet gecertificeerd binnen
de BRL. Belangrijk hierbij is dat in de BRL
de term 'engineering' het opstellen maar
ook het controleren van alle berekeningen
en tekeningen voor draagconstructies van
het bouwwerk omvat. Dit is een principiële
keuze: de GCC controleert dus alle voor de
constructies benodigde engineering:
dat wat hij zelf heeft opgesteld;
dat wat door derden (bijv. deelconstruc-
teurs toeleverantie) is opgesteld.
Die controles zijn één van de kernpunten uit
deze BRL. Niemand komt meer weg met het
snel zetten van een paraafje. De BRL geeft
helder aan welke punten ten minste moeten
worden gecontroleerd, dat het controledo-
cument wordt gewaarmerkt en hoe lang de
opgemerkte controledocumenten moeten
worden bewaard. Ook voor de toetsers zijn kwalificatie-
eisen in de BRL opgenomen waarbij is aan -
gesloten op de systematiek van het
Constructeursregister.
Projectbasis met documenten
De BRL definieert (in de hoofdstukken 5 en 6)
de zogenoemde projectbasis voor respectie-
velijk de TO- en de UO-fase. Deze projectbasis
TOPOVERLEG
In zijn rapport uit 2018 [1]
heeft de Onderzoeksraad voor
Veiligheid drie aanbevelingen
geformuleerd aan vier organi-
saties: de kerngroep Gover-
nance Code Veiligheid in de
Bouw, het Opdrachtgevers-
forum in de bouw, Bouwend
Nederland en VNconstruc -
teurs. Die partijen hebben zich
vervolgens, samen met
Koninklijke NLingenieurs,
verenigd in het zogenoemde
TOPoverleg Veiligheid en in
oktober 2019 een gezamenlijke
reactie gestuurd aan de OVV.
Daarin werd een actieplan
gepresenteerd dat de veilig-
heid in de bouwsector structu-
reel moet vergroten. De ambi-
tie werd uitgesproken af te
rekenen met het idee dat er in
de bouwsector nu eenmaal
ongelukken kunnen gebeuren.
Het actieplan bevat drie
hoofdpunten:
- regie op veiligheid in het
bouwproces;
- borgen van de constructieve
veiligheid;
- het verinnerlijken van het
lerend vermogen.
28? CEMENT 4 2020
omvat alle documenten die ten grondslag
liggen aan de engineering. Zo moet er, vóór
de engineering van het UO kan beginnen,
sprake zijn van een overdrachtsdossier, een
demarcatielijst engineeringswerkzaamheden,
een Project Engineering Nota (PEN) en een
Project Engineering en Controle (PEC). In
deze BRL zijn minimale eisen voor deze
documenten opgenomen.
Overdrachtsdossier? Zoals eerder vermeld
accepteert de GCC aantoonbaar het con -
structieve ontwerp van de ontwerpend con -
structeur. Dit gebeurt met het zogenaamde
overdrachtsdossier. Opgemerkt moet wor-
den dat het overdrachtsdossier (BRL 5022
bijlage 1) dus vaak door een andere partij
dan de GCC is opgesteld. De gedachte hierbij
is tweeledig: 1?De participanten kunnen deze minimale
eisen generiek gaan gebruiken.
2?Een GCC mag zich nooit (meer) beroepen
op een slecht of incompleet overdrachtsdos-
sier. Op grond van deze BRL mag een GCC
namelijk geen project beginnen als het over-
drachtsdossier niet aan de minimale eisen
voldoet en als hij het niet voor akkoord
onderschrijft. Belangrijk is om hierbij te
melden dat hiermee niet de ontwerpverant-
woordelijkheid wordt overgenomen. Met
het accepteren van het overdrachtsdossier
onderschrijft de GCC dat het constructief
ontwerp van voldoende niveau is om goed
en veilig uit te kunnen werken.
Demarcatielijst? In de demarcatielijst (BRL
5022 bijlage 3) wordt helder afgebakend om
welke engineering het gaat en welk deel
2 Rolverdeling bij een Engineer&Build-contract
Met de BRL 5022
komt een geheel
vrijwillige
certificatie
regeling
beschikbaar
2
CEMENT 4 2020 ?29
de GCC zelf opstelt en welk deel hem wordt
aangeleverd. Belangrijk hierbij is dat er ver-
plichte taken voor de GCC zijn opgenomen.
Dit geldt altijd voor het onderdeel 'construc-
tieve eindcontrole van berekeningen en
tekeningen'.Van groot belang is ook de volgende
notitie die bij de toelichting boven aan de
lijst wordt gemaakt: "Let op: Alle voor het
bouwwerk benodigde engineering voor de
draag-, bouw- en bouwkundige constructies
die niet door deelconstructeurs wordt
gedaan, wordt door de certificaathouder
gedaan." Kortom, er kan geen engineering
meer tussen wal en schip vallen, want alles
wat niet door derden (deelconstructeurs)
wordt aangeleverd ligt bij de GCC.
PEN? In de Project Engineeringsnota (PEN)
zijn alle uitganspunten voor de engineering
vastgelegd en overeengekomen met alle
belanghebbenden (BRL 5022 par. 5.3).
PEC? De GCC dient voor elk project een Pro-
jectplan Engineering en Controle (PEC, een
voorbeeld is opgenomen in BRL 5022 bijlage 2)
in te vullen waarin voor elk constructief
onderdeel van de bouwconstructie kan
worden gelezen onder welk controleniveau
(hieronder toegelicht) het valt, wie het opstelt
(berekent en/of tekent) en wie het controleert.
Controleniveaus
In de BRL worden in paragraaf 7.3 de mini -
maal vereiste controles op niveau 1, 2 en 3
gedefinieerd, die grotendeels overeenkomen
met de gevolgklassen CC1, CC2a en CC2b of
CC3 uit de Eurocode. Bij controleniveau 1 en
2 betreft het selecte risicogestuurde contro-
les. Bij controleniveau 3 is sprake van een
100% controle. De GCC heeft een prestatie-
verplichting ten aanzien van de controle en
zal indien nodig het controleniveau aan
moeten passen aan de kwaliteit van de
documenten. Voor elke controle is voorgeschreven:
a?ingangscontrole;
b?omschrijving selectie van de te controle-
ren onderdelen;
c?omschrijving welke aspecten daarvan
moeten worden gecontroleerd;
DOEL BRL
De BRL gaat ervoor zorgen dat:
1. Ingenieursbureaus interne en
externe controles professioneel
en aantoonbaar uitvoeren (een
paraafje alleen is niet genoeg).
2. Ingenieursbureaus verant -
woordelijkheid nemen voor het
werk dat ze leveren.
3. Er één verantwoordelijk aan-
spreekpunt is voor de enginee-
ring op een project.
4. Er één samenbindende coör-
dinerende partij is en blijft
zolang het nodig is.
5. Dat geen engineering tussen
wal en schip valt.
6. Dat de engineering wordt
uitgevoerd door gekwalifi-
ceerde personen.
7. Dat alleen complete opdrach-
ten worden aangenomen.
8. De opdrachtgever voor wat
betreft de engineering wordt
ontzorgd.
Voor elk van deze punten kan
worden gesteld dat het altijd al
zo had moeten zijn. Het zijn dus
eigenlijk open deuren. Daarom
kan net zo goed worden gespro-
ken over het 'normaliseren' van
het engineeringsproces. d?een review op de controle door een ervaren
niet-betrokken constructeur (geldt alleen
voor de controle op niveau 3).
Het kan zijn dat de GCC een controle niet
zelf uitvoert. Dat kan bijvoorbeeld omdat het
om een zeer specialistische dimensionering
gaat (knowhow niet in huis) of eenvoudigweg
omdat de GCC dit in verband met gebrek
aan capaciteit uitbesteedt. In dat geval gelden
er twee dingen:
1?De GCC moet regelen dat die controle door
een derde partij geheel en aantoonbaar in
overeenstemming met de BRL 5022 wordt
uitgevoerd.
2?De GCC moet altijd zelf nog een beknopte
controle uitvoeren die in de BRL is aangeduid
als 'globale controle'. Deze controle omvat
een globale inhoudelijke controle op grond
van 'sound engineering judgement' waarbij
tevens gekeken wordt of:
de externe toetser is gekwalificeerd en
heeft gecontroleerd conform de BRL;
de uitganspunten kloppen;
de schematisering van de constructie
klopt (denk aan aansluitingen).
Hiermee wordt bijvoorbeeld voorkomen dat
specialistische berekeningen en tekeningen
(denk aan glasconstructies) een-op-een
worden doorgestuurd zonder dat een con -
structeur van de GCC hier zelfs maar naar
gekeken heeft. Opgemerkt wordt dat de BRL voor de
hogere gevolgklassen eist dat de GCC overleg
voert met de ontwerpende partij en de deel -
constructeurs. Ook geeft de BRL heel duide-
lijk aan dat de GCC tot het einde toe verant-
woordelijk is voor de hoofdberekeningen en
de juiste verspreiding daarvan naar alle
betrokken partijen.
Auditeren
Bij deze certificering wordt het principe van
de productcertificatie gevolgd. Dat betekent
dat als aantoonbaar sprake is van een be-
heerste totstandkoming van het (enginee-
ring-)proces, de output ten behoeve van
certificatie slechts steekproefsgewijs hoeft te
worden gecontroleerd. Het is dus niet zo dat
deze certificatie geen output controleert. De
nadruk ligt echter op een beheerst proces
30? CEMENT 4 2020
structeur vooraf gecontroleerd door de GCC
en daarna verstrekt aan de kwaliteitsborger.
De kwaliteitsborger hoeft deze niet meer of
slechts beperkt te toetsen (fig. 3). Het totale
proces verloopt hierdoor efficiënter. De bedrijven die een hoogstaand kwa -
liteitssysteem voeren en zich daar ook onaf -
hankelijk op laten controleren (dus gecertifi -
ceerd zijn), worden beloond doordat zij nu
niet of minder op de vingers worden gekeken
en ook niet op elk project weer dezelfde
engineering opnieuw aan weer een andere
kwaliteitsborger hoeven uit te leggen. Het
proces verloopt efficiënter en de faalkosten
nemen af, waardoor ook een kostenbespa -
ring kan worden gerealiseerd.
Stand van zaken
Op dit moment is het commentaar op de
groene versie van de BRL verwerkt. Naar
verwachting is de BRL bij het uitkomen van
dit artikel ook door het College van Deskun -
digen vastgesteld. Rond de zomer van 2020
zal hij dan van kracht worden. Er zal vervolgens een aantal pilots
worden uitgevoerd op grond waarvan de
BRL zal worden bijgewerkt. Het wordt (in
vergelijking met andere beoordelingsricht-
lijnen) een relatief levend document. Een
mogelijke volgende stap, die nu bewust nog
niet is gemaakt met het oog op de nog lopen -
de ontwikkelingen, is om ook de BIM-engi -
neering expliciet in de BRL te integreren.
Tot slot
Naast de certificering van personen door
het Constructeursregister in de vorm van
Registerconstructeur, Registerontwerper en
Registertoetser, is nu ook een certificering
voor constructiebureaus beschikbaar in de
vorm van de Gecertificeerd Coördinerend
Constructeur. Dit procescertificaat sluit
naadloos aan op het Constructeursregister,
de aanbevelingen op het Kennisportaal
Constructieve Veiligheid en op de voorstellen
van het TOPoverleg Veiligheid naar aanlei -
ding van eerder genoemde OVV-rapport [1].
Het systeem past ook prima in het stelsel van
de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. Hiermee is wederom een stap gezet
voor de verbetering van de constructieve
veiligheid in Nederland.
3
De Gecertificeerd
Coördinerend
Constructeur
toetst of contro
leert alle voor
de constructies
benodigde
engineering
3 Invloed van de Wkb op toetsing
(met voldoende gedegen eigen controles) op
grond waarvan mag worden verwacht dat
de output aan de eisen voldoet. Ter verificatie
wordt regelmatig een steekproef genomen
voor een zorgvuldige inhoudelijke controle.
In de praktijk komt dat erop neer dat
de certificerende instelling bij het auditeren,
naast de controle van het kwaliteitssysteem
en de controle op kennis, competenties en
ervaring van de medewerkers, 1x per jaar
een project grondig inhoudelijk controleert.
De certificerende instelling zal voor deze
controle uit een projectenlijst een project-
dossier selecteren. De controle wordt uitge-
voerd door of een erkend TIS-bedrijf, of
door een registertoetser niveau A of B of
door een registerontwerper, afhankelijk van
de gevolgklasse van het bouwwerk.
Relatie met private kwaliteits-
borging
Met de Wet kwaliteitsborging voor het bou -
wen (Wkb) doet private kwaliteitsborging
zijn intrede. In dit nieuwe stelsel biedt de
BRL 5022 belangrijke voordelen, niet alleen
voor de opdrachtgever en de bouwer maar
ook voor de kwaliteitsborger. De zekerheid
dat de GCC de constructieve veiligheid syste-
matisch en gedegen toetst en bewaakt, zorgt
ervoor dat minder of geen inzet van de kwali -
teitsborger nodig is. In de oude situatie toetst
de private kwaliteitsborger per project. In de
nieuwe situatie worden het eigen werk en de
berekeningen en tekeningen van de deelcon -
REFERENTIES
1?Bouwen aan constructieve veiligheid ?
Lessen uit instorting parkeergebouw
Eindhoven Airport. Onderzoeksraad voor
Veiligheid, Den Haag, oktober 2018.
CEMENT 4 2020 ?31
Reacties