Demping is een belangrijke parameter in de analyse van het trillingsgedrag van hoogbouw. Met een beter begrip van demping kunnen modellen worden ontwikkeld waarmee het trillingsgedrag nauwkeuriger kan worden voorspeld. Met een nieuwe analysetechniek, genaamd Energie Flux Analyse (EFA) of energiestroomanalyse, kan de dempingsbijdrage van zowel de fundering als het gebouw worden bepaald. Dit artikel beschrijft een afstudeeronderzoek waarin de nauwkeurigheid van deze analysetechniek nader is onderzocht.
1 Het EEMmodel is opgezet aan de hand van de eigenschappen van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, bron: EGM architecten | Rob van Esch
1
66? CEMENT 6|7 2019
Het steeds hoger, lichter en slan-
ker bouwen maakt gebouwen ge-
voeliger voor wind. De windbelas-
ting veroorzaakt trillingen in het
gebouw, die voelbaar kunnen zijn
voor de gebouwgebruikers. Deze
trillingen kunnen als ongemak -
kelijk worden ervaren en in het
ergste geval het welzijn van men -
sen in het gebouw beïnvloeden.
Demping
Demping is een belangrijke parameter bij het bereke-
nen van trillingen in hoogbouw. Een belangrijk deel
van de constructieve demping is in geval van slappe
grond afkomstig uit de fundering, zo blijkt uit pro-
motieonderzoek van Sergio Sanchez Gomez [1]. In
NEN-EN 1991-1-4 en NEN-EN 1990 is de demping echter alleen afhankelijk van het gebruikte materiaal
in de hoofddraagconstructie respectievelijk van de ei-
genfrequentie van het gebouw. Om de dempingsbij-
drage goed mee te kunnen nemen in een berekening
van de trillingsniveaus, heeft TNO [2][3] een dem-
pingsmodel onderzocht waarin deze bijdrage expli-
ciet wordt meegenomen. Uit dit onderzoek blijkt dat
dit model de potentie heeft om tot een betere voor
-
spelling van de demping te komen dan andere voor -
spellingsmodellen [4, 5]. In zijn huidige vorm schat
het dempingsmodel de totale demping echter te laag
in. Om met dit model tot een nauwkeurige voorspel-
ling van de demping te komen, zijn meetdata van de
demping in de fundering en het gebouw nodig.
Dempingsmeetmethoden
en Energie Flux Analyse
Er zijn verschillende methoden waarmee op basis
Demping en
energiestromen in
trillende hoogbouw
Demping is een belangrijke parameter in de analyse van het trillingsgedrag van hoogbouw.
Met een beter begrip van demping kunnen modellen worden ontwikkeld waarmee het
trillingsgedrag nauwkeuriger kan worden voorspeld. Met een nieuwe analysetechniek,
genaamd Energie Flux Analyse (EFA) of energiestroomanalyse, kan de dempingsbijdrage van zowel de fundering als het gebouw worden bepaald. Dit artikel beschrijft een
afstudeeronderzoek waarin de nauwkeurigheid van deze analysetechniek nader is onderzocht.
Onderzoek naar de nauwkeurigheid van de Energie Flux Analyse voor het bepalen van demping in hoogbouw
AFSTUDEERSTUDIE
Dit artikel is gebaseerd op de
afstudeerstudie 'Verification of
the energy flow analysis method
as identification tool for dam-
ping in high-rise buildings' die
Ikram Talib heeft uitgevoerd aan
de Technische Universiteit Eind-
hoven faculteit Built Environ-
ment. Afstudeerhoogleraar was
prof.dr.ir. A.S.J. Suiker. In haar
afstudeercommissie hadden ver-
der zitting: prof.ir. S.N.M. Wijte
(TU/e), ir. A.J. Bronkhorst (TNO)
en ir. J.P. Pruiksma (TNO). Bij dit
artikel op www. cementonline.nl
staat een link naar de thesis.
CEMENT 6|7 2019 ?67
2 Het EEMmodel gebaseerd op het Erasmus MC
3 Procedure voor bepaling van de nauwkeurigheid van de EFA techniek
van metingen de demping kan worden bepaald, zoals
de logaritmisch decrement methode en de half po-
wer bandwidth methode (zie kader 'Logaritmisch
decrement - en half power bandwidth methode').
Met deze methoden kan, op basis van een gemeten
trillingssignaal van een constructie, de totale dem-
ping worden bepaald. Het is echter niet mogelijk de
demping in een deel van de constructie te bepalen.
Om de dempingsbijdrage van verschillende
delen van een constructie te kunnen bepalen, heeft
Gomez [1][6][7] een analysemethode ontwikkeld,
genaamd Energie Flux Analyse (EFA, zie kader). Met
deze methode kan, met behulp van data van de be-
wegingen en belastingen op een gebouw, de hoeveel-
heid demping in de grond worden bepaald. Doordat
er weinig ervaring is met deze techniek voor deze
specifieke toepassing, is er weinig bekend over de
nauwkeurigheid van de methode voor de bepaling
van bodemdemping. In het genoemde afstudeeron-
derzoek [8] is op basis van modelanalyses een eerste
stap gezet om meer vat te krijgen op de nauwkeurig-
heid van de EFA voor deze toepassing. Het doel van
dit onderzoek was om inzicht te krijgen in de invloed
van een gebrek aan informatie op de bepaling van
demping met de EFA-techniek.
Onderzoeksmethode
Het onderzoek is uitgevoerd met een eindige-ele-
mentenmodel (EEM) in het softwarepakket Abaqus.
In deze gecontroleerde omgeving zijn de demping
van het gebouw en de fundering bekende waarden.
Abaqus berekent zelf ook de exacte energieën van
het model. Daarnaast zijn in het pakket alle data van
de bewegingen en de belastingen op het gebouwmo- del beschikbaar. Hierdoor kan de invloed van een re-
ductie in deze data op de dempingsbepaling met de
EFA nauwkeurig worden bepaald.
Het EEM-model is opgezet aan de hand van
de eigenschappen van het Erasmus Medisch Cen-
trum in Rotterdam (foto 1). Het gebouw is gemodel-
leerd als continu-balkmodel met een buigstijfheid EI,
een volumieke gebouwmassa ? en een constructie-
demping C
str. De fundering van het gebouw is gemo-
delleerd met een rotatieveer en -demper K
r en C r,
(fig. 2). Figuur 3 geeft de methode schematisch weer. Er is een tijdsafhankelijke berekening uitge-
voerd met het EEM-model. De berekende tijdsigna-
len van de verplaatsing, snelheid en kromming van
elke knoop van het model zijn gebruikt als invoersig-
nalen in de EFA-methode. Op basis van deze signa-
len kunnen alle energieën van de energiebalans wor -
den bepaald. Het verschil tussen de gedissipeerde
energie bepaald in Abaqus en de berekende gedissi-
peerde energie met de EFA geeft informatie over de
nauwkeurigheid van de EFA.
Nauwkeurigheid bepaling
dempingsmechanismen
Eerst is onderzocht hoe nauwkeurig de EFA-metho-
de verschillende dempingscomponenten kan bepa-
len, als alle data uit het model worden toegepast.
Hierbij is het model in trilling gebracht door aan het
begin van de simulatie een uitwijking op te leggen
aan de top van het model, en deze los te laten. Door
gebruik te maken van een initiële verplaatsing werkt
er geen externe belasting op het model tijdens de si-
mulatie. De arbeid ten gevolge van de externe belas-
ting speelt in deze situatie geen rol in de EFA. Er zijn
IR. IKRAM TALIB
Constructeur
IMd Raadgevende Ingenieursauteurs
IR. OKKE
BRONKHORST
Onderzoeker
Bouwdynamica TNO
2 3
68? CEMENT 6|7 2019
twee cases onderzocht met een initiële verplaatsing:
- een model met bodemdemping C
r, maar geen
constructiedemping C
str (case 1);
- een model met bodemdemping C
r en constructie-
demping C
str (case 2).
Figuur 4 geeft een aantal resultaten van de bereke-
ningen. De energiedissipatie bepaald met de EFA
wordt zoals eerder gesteld vergeleken met de dissipa-
tie berekend door Abaqus. In figuur 4a en 4c is de
ontwikkeling van de energiedissipatie in de bodem
over de tijd weergegeven bij respectievelijk het toe-
passen van enkel bodemdemping (case 1) en bodem-
demping in combinatie met constructiedemping
(case 2). Figuur 4b en 4d geven de relatieve fout van
de energiedissipatie berekend met de EFA en Aba-
qus. De fout is bepaald als het verschil tussen de twee
waarden bepaald voor de energiedissipatie. De fout na 25 s simulatietijd met één dem-
pingsmechanisme is ongeveer 0,5% en met twee dem- pingsmechanismen 8%. Met één dempingsmechanis-
me geeft de EFA-techniek dus een nauwkeurige
inschatting van de ingevoerde demperwaarde in Aba-
qus. De fout met twee dempingsmechanismen is gro-
ter. Dit komt door de nauwkeurigheid waarmee de
energieflux
S wordt bepaald en heeft te maken met de
invloed van het numerieke schema en C
str op de
kromming en de rotatiesnelheid in het onderste ele-
ment van het model. Nader onderzoek is nodig om
deze invloeden te kwantificeren. De gevoeligheid van
de dempingsbepaling voor deze data demonstreert het
belang van nauwkeurige informatie over de krom-
ming en de rotatiesnelheid op deze positie om tot een
nauwkeurige bepaling van de demping te komen.
Dempingsbepaling fundering
met beperkte informatie
In een meetcampagne kan op een beperkt aantal posi-
ties in een hoogbouw worden gemeten (fig. 5). In de
afstudeerstudie is onderzocht wat de invloed is van
Met de huidige
dempings meet
methoden kan de
bijdrage van de
fundering niet
worden bepaald
4a 4b
4c 4d
4 Resultaten van berekeningen bepaald met de EFA techniek en Abaqus (referentie): (a) gedissipeerde energie case 1,
(b) fout tussen Abaqus en EFA case 1, (c) gedissipeerde energie case 2 en (d) fout tussen Abaqus en EFA case 2 CEMENT 6|7 2019 ?69
een beperkt aantal sensoren op de bepaling van de bo-
demdemping met de energiestroomanalyse. In plaats
van alle informatie uit het EEM-model te gebruiken,
wordt in case 3 alleen de informatie van de bovenste
en onderste knoop van het model gebruikt. Om de ki-
netische en potentiële energie van het gebouw te kun-
nen bepalen, is met behulp van analytische vergelij-
kingen een inschatting gemaakt van de trillingen op
tussenliggende knopen. Hiervoor is aangenomen dat
dynamisch gedrag van een toren een combinatie is
van (a) een rotatie aan de basis en (b) een trilvorm af-
komstig van een buigligger onder invloed van een
flexibele bodem. Figuur 6 illustreert deze twee bewe-
gingen en geeft in een grafiek de bijdrage van beide
componenten in de bovenste knoop van het model.
Figuur 7 geeft de resultaten van de energiedissipatie
in de fundering van case 3, bepaald met de EFA en
direct afkomstig uit Abaqus. In deze case is alleen ge-
bruikgemaakt van de berekende data aan de top op
basis van het EEM-model. De overige signalen zijn
gegenereerd door middel van analytische vergelijkin-
gen gebaseerd op de eerste trilvorm.De gedissipeerde energie bepaald met de EFA
vertoont grote fluctuaties in de tijd, maar convergeert
geleidelijk in de richting van de gedissipeerde energie
bepaald met Abaqus. Hoewel de fluctuerende fout re-
duceert met simulatietijd, is een langere simulatietijd
nodig om tot een nauwkeurige inschatting van de
fout te komen. De grote fluctuaties in de gedissipeer -
de energie, bepaald met de EFA, worden veroorzaakt
door het ontbreken van hogere trilvormen. Het be-
schouwen van een combinatie van meerdere trilvor -
men zal in minder, en kleinere fluctuaties resulteren.
Waarschijnlijk zal dit ook voor een grotere nauwkeu-
righeid van de dempingsbepaling met de EFA zorgen.
Invloed windbelasting
op dempingsbepaling
Als laatste is onderzocht wat de invloed van de wind-
belasting is op het bepalen van de demping met de
EFA. Een realistische windbelasting is aangebracht
op het EEM-model door gebruik te maken van druk-
signalen gemeten in een windtunnelonderzoek (fig.
8). Omdat het in de praktijk lastig is de volledige
windbelasting te bepalen, zijn de volgende twee cases
onderzocht, beide met enkel bodemdemping:
- Een model met een volledige dataset over de
windbelasting, waarbij elke knoop in het EEM-mo-
del voorzien is van een windbelastingsignaal, be-
paald uit windtunnelmetingen (case 4).
- Een model met een beperkte dataset van de wind-
5
6a
7a
5 Opzet van de trillingsmetingen op de hoogbouw van het Erasmus MC 6 Verplaatsing van de top van het EEMmodel ten gevolge
van (a) een rotatie aan de basis en (b) een trilvorm afkomstig van een buigligger onder invloed van een flexibele bodem
7 Resultaten van de energiedissipatie in de fundering en bodem, (a) bepaald met de EFA in combinatie met beperkte informatie en (b) direct afkomstig uit Abaqus
6b
7b
70? CEMENT 6|7 2019
belasting op het gebouw. Hierbij zijn alleen de geme-
ten winddrukken aan de top van het gebouw ge-
bruikt in de EFA (case 5).
Figuur 9 geeft de krachtscoëfficiënten over de hoogte
voor beide cases weer. Met deze krachtscoëfficient is
het mogelijk de windbelasting op het gebouw uit te
rekenen. Het effect van de reductie in data van de
windbelasting voor case 5 is duidelijk zichtbaar. Met
de EFA is voor beide gevallen de energiedissipatie
bepaald (fig. 10). De fout na 25 s simulatietijd met volledige
winddata (case 4) is ongeveer 0,5% en met geredu-
ceerde winddata (case 5) 0,2%. Deze resultaten laten
zien dat een gereduceerde hoeveelheid winddata geen
significant effect heeft op de bepaling van de demping
in de fundering met de EFA. Voor een nauwkeurige
bepaling van de demping in de fundering blijkt de be-
lasting geen belangrijke rol te spelen. De energieflux S
naar de fundering moet echter wel nauwkeurig wor -
den bepaald. Dit betekent dat er nauwkeurige data be-
nodigd zijn van het buigend moment, de rotatiesnel-
heid en de rotatiestijfheid van de fundering.
Conclusies en aanbevelingen
Ten behoeve van een betere bepaling en voorspelling
van demping in hoogbouw is een afstudeeronderzoek
uitgevoerd naar de nauwkeurigheid van de Energie
Flux Analyse (EFA). Met deze nieuwe techniek kan,
met behulp van meetdata van een gebouw, de hoe-
veelheid demping in de grond worden bepaald. Het
doel van het afstudeeronderzoek was om inzicht te
krijgen in de invloed van een gebrek aan informatie
op de dempingsbepaling met deze techniek. Uit het
onderzoek kan het volgende worden geconcludeerd:
- Met de EFA is het mogelijk de constructie en bo-
demdemping te onderscheiden, indien er een nauw-
keurige bepaling plaatsvindt van de energiestroom
naar de fundering. Hiervoor zijn nauwkeurige data
nodig van het buigend moment, de rotatiesnelheid
en de rotatiestijfheid van de fundering.
- Als het dynamisch gedrag van het gebouw wordt
beschreven met analytische vergelijkingen voor de
rotatie aan de basis en één trilvorm van het gebouw,
fluctueert de fout in de gedissipeerde energie bepaald
met de EFA. Hoewel de fout in de tijd steeds kleiner
wordt, is een langere simulatietijd nodig om tot een
nauwkeurige inschatting van de fout te komen.
- Voor bepaling van de demping in de bodem is
geen nauwkeurige informatie van de (wind)belasting
op het gebouw nodig.
Onderzocht is wat de
invloed is van een beperkt
aantal sensoren op de
bepaling van de
bodemdemping met de
Energie Flux Analyse
8
9a 9b
8 Windtunnelonderzoek 9 (a) Verdeling van de krachtscoëfficiënt over de hoogte van het hoogbouwmodel, de blauwe
band bestaat uit lijnen die de verdeling in de tijd weergeven; (b) Gesimplificeerde krachtscoëfficiëntverdeling over de
hoogte, waarbij alleen is uitgegaan van de gemeten winddrukken aan de top van het gebouw CEMENT 6|7 2019 ?71
Op basis van de bevindingen uit dit onderzoek wordt
aanbevolen om:
- De nauwkeurigheid van de EFA-techniek verder
te onderzoeken. Specifieke punten die nader onder -
zoek behoeven zijn:
? de invloed van de numerieke modellering op de
energieflux S;
? het combineren van meerdere trilvormen om het
dynamisch gedrag van een hoogbouw te beschrijven; ?
de invloed van beperkte informatie over de wind-
belasting op de bepaling van de demping in de ge-
bouwconstructie boven de grond.
- Op basis van metingen aan de fundering van
hoogbouw te bepalen welke rotatiesnelheden en welk
buigend moment in de praktijk typisch optreden, en
de funderingsstijfheid te bepalen.
- Analyses uit te voeren met meer gedetailleerde
modellen om onder andere de volgende punten te
De Energy Flux Analyse is een analys-
etechniek waarmee op basis van meet- of
modeldata de energiestromen in verschil-
lende onderdelen van een systeem kunnen
worden bepaald. Deze analysetechniek is
gebaseerd op de wet van behoud van
energie en gebruikt een energiebalans
waarmee de verandering van de energie
van het systeem wordt beschreven:
?E / ?t + S = w
ext + w dis
waarin:
?E / ?t is de verandering in de inwendige
energie (i.e. is de kinetische en
potentiële energie) van het systeem
S is de energieflux, de energiestroom
over een specifiek begrensd deel
van het systeem
w
ext is de energiestroom ten gevolge
van de arbeid verricht door de
externe belasting die op het sys-
teem wordt uitgeoefend
w
dis is de energiestroom ten gevolge van
energiedissipatie in het systeem
Met deze energiebalans en data van de
ENERGIE FLUX ANALYSE
verschillende termen kan de gedissipeerde
energie worden bepaald. Met deze gedissi-
peerde energie kan de waarde van de
demper van het systeem worden berekend:
C = w
dis / (?u / ?t) 2
waarin:
?u / ?t is de trillingssnelheid van het
gebouw
De demper C is gerelateerd aan de dem-
pingsmaat D met:
waarin:
C
c is de kritische demping
k is de veerstijfheid
m is de modale massa van het systeem
Door de introductie van de energieflux S
kan een energiebalans worden opgesteld
voor een deel van een constructie (fig. 11).
Hiermee wordt het mogelijk het dempings-
aandeel van dat deel van de constructie
te bepalen.
onderzoeken:
? op welke posities op de fundering versnellingen,
rekken, inclinaties en krachten gemeten moeten wor -
den om een nauwkeurige inschatting van de demping
in de bodem te kunnen maken;
? op welke manier een combinatie van meerdere
dempers (bijv. een rotatie-, translatie- en torsiedem-
per) voor de modellering van de gronddemping
nauwkeurig bepaald kunnen worden.
1 0a
10 b
10 c
10 d
11
10 Resultaten van berekeningen bepaald met de EFA techniek en Abaqus (EEM): (a) gedissipeerde energie case 4, (b) fout
tussen EEM en EFA voor case 4, (c) gedissipeerde energie case 5 en (d) relatieve fout tussen Abaqusmodel (EEM) en EFA voor case 5 11 Toepassing van twee energiebalansen om de energiedissipatie in de fundering en het gebouw te bepalen 72? CEMENT 6|7 2019
Er zijn verschillende analysemethoden om de dem-
ping van een constructie te bepalen op basis van
meetdata. Hier worden een paar van deze methoden
kort toegelicht.
De logaritmisch decrement methode is gebaseerd op
de verhouding van twee opeenvolgende pieken van
een gedempt trillingssignaal (fig. 12). Hiermee kan het
logaritmisch decrement worden bepaald:
waarin:
? is het logaritmisch decrement
n is het aantal beschouwde pieken
a(t) is de amplitude van de piek op tijdstip t
T is de trillingsperiode van het trillingssignaal
De dempingsmaat D kan hieruit worden bepaald met
D = ? / 2?.
De half power bandwidth methode bepaalt de dem-
ping op basis van het vermogensspectrum van een
gemeten trillingssignaal (fig. 13). De piek in dit spec -
trum geeft de eerste eigenfrequentie van het gebouw.
De demping bij deze eigenfrequentie kan worden
bepaald door de grootte van de piek te delen door
wortel 2. Bij deze waarde wordt een frequentiebereik
df bepaald. De demping wordt nu gegeven door:
D = df / 2f
e
waarin:
D is de dempingsmaat
df is het frequentiebereik
f
e is de eigenfrequentie
LOGARITMISCH DECREMENT EN HALF POWER BANDWIDTH METHODE
LITERATUUR
1 Gomez, S.S., Energy flux method for identification of
damping in highrise buildings subject to wind, PhD
thesis, Technische Universiteit Delft, 2019.
2 Bronkhorst, A.J., van Bentum, C.A., Gomez, S.S.,
Windinduced vibrations and damping in highrise
buildings, TNO 2018 R10644, 2018.
3 Bronkhorst, A.J., Geurts, C.P.W., Slappe ondergrond
dempt trillingen hoogbouw, Bouwen met Staal, 4044,
2018.
4 Jeary, A.P., Designer's guide to the dynamic res ponse of structures, 1st edition, Cambridge University
Press, 1997.
5 Tamura, Y., Satake, N., Suda, K., Arakawa, T., Sasaki,
A., Damping evaluation using fullscale data of buil
dings in Japan, Journal of Structural Engineering, 129,
4, ASCE, 470477, 2018.
6 Gomez, S.S., Metrikine, A., Carboni, B., Lacarbonara,
W., Identification of energy dissipation in structural
joints by means of the energy flow analysis, Journal of
Vibration and Acoustics, 140, 1, 2017.
7 Gomez, S.S., Metrikine, A., The energy flow analysis
as a tool for identification of damping in tall buildings
subjected to wind: Contributions of the foundation
and the building structure, Journal of Vibration and
Acoustics, 141, 1, 2018.
8 Talib, I., Verification of the energy flow analysis
method as identification tool for damping in high
rise buildings, MSc thesis, Technische Universiteit
Eindhoven, 2019.
12
13
12 Gedempt trillingssignaal met illustratieve weergave bij de logaritmisch decrement methode
13 Vermogensspectrum van trillingssignaal met weergave van de half power bandwidth methode CEMENT 6|7 2019 ?73
Reacties