Theo Salet werd in 2019 benoemd tot decaan van de faculteit Bouwkunde op de Technische Universiteit Eindhoven, waar hij tevens werkzaam is als hoogleraar Structural Design/Concrete Structures. Met Constructeur van het Jaar Arjan Habraken bespreekt hij de noodzaak van duurzaamheid, de rol van de universiteit, ontwikkelingen binnen zijn vakgebied en de weemoed naar zijn studententijd.
64? CEMENT 5 2021
Theo Salet werd in 2019 benoemd tot decaan van
de faculteit Bouwkunde op de Technische Univer -
siteit Eindhoven, waar hij tevens werkzaam is als
hoogler
aar Structural Design/Concrete Structures.
Met Constructeur van het Jaar Arjan Habraken
bespreekt hij de noodzaak van duurzaamheid, de
rol van de universiteit, ontwikkelingen binnen zijn
vakgebied en de weemoed naar zijn studententijd.
Hoe ervaar jij de noodzaak van duurzaamheids -
ontwikkelingen?
"Het is allereerst belangrijk dat mensen het als nood-
zakelijk zien. We gebruiken waanzinnig veel grondstof-
fen, die steeds meer uitgeput raken, de stikstofproble-
matiek en de uitstoot van CO? zijn daar onlosmakelijk
mee verbonden. Wereldwijd is die groei nog lang niet
ten einde. Hoe gaan we dat met deze ene aarde doen?
Duurzaamheid is wat mij betreft een missie. In alles
wat je doet, zet je dat op de eerste plaats. Het is onze
verantwoordelijkheid, ook naar volgende generaties
toe. Als dat besef er nu nog niet is, hebben we nog
heel wat werk te verrichten."
"Er moeten 1 miljoen huizen worden gebouwd en 7,5
miljoen woningen worden gerenoveerd om de energie-
transitie te maken. Daar komt bij dat een groot deel
Constructeur van het Jaar
Interview Theo Salet Eind oktober 2020 werden Arjan Habraken en
Marijn Bruurs door VNconstructeurs uitgeroepen tot
respectievelijk Constructeur van het Jaar en Talent van
het Jaar. In Cement geven beiden gedurende een jaar
hun visie op het vak. In deze derde aflevering gaat
Habraken in gesprek met prof. Theo Salet.
Duurzaamheid als missie
van de huidige infrastructuur het einde van haar ont-
werplevensduur bereikt. Daarmee is niet meteen het
hele wegennet onbruikbaar, maar het roept wel op tot
actie. De komende tien, twintig jaar ligt er een enorme
bouwopgave op ons te wachten. Dit is het moment
dat we echt een verschil kunnen maken. Als we het nu
niet duurzaam aanpakken, zijn we te laat."
Waar moet de duurzaamheid vandaan komen?
"Het is een onderwerp waar veel over gesproken wordt.
Maar hoé belangrijk vinden mensen het nou echt? Zijn
we bereid om bedrijfsprocessen op een nieuwe manier
in te richten, om voor andere materialen te kiezen?
"Als je écht voor duurzaamheid gaat, dan doet
dat pijn. Wie is bereid die weg in te slaan?"
Prof. Theo Salet
CEMENT 5 2021 ?65
Duurzaamheid als missie
constructeur van het jaar (3)
Constructeur van het Jaar Arjan Habraken
Neem Dorien Staal, directeur van Voorbij Prefab en
voorzitter van de Betonvereniging. In haar speech
tijdens de Betondag gaf ze aan dat ze zich schaamt
voor beton en zich in de toekomst wil richten op hoe
ze beton op een duurzame manier kan maken en ver-
werken. Ze maakte dat statement en is actief gaan
kijken hoe ze dat kan realiseren en consequent door
kan voeren. Dat is lef hebben en precies wat ik bedoel.
Als je écht voor duurzaamheid gaat, dan doet dat pijn.
Het kost aanvankelijk geld en aanpassingsvermogen.
Wie is bereid die weg in te slaan?"
Hoe zie jij de hype met betrekking tot houtbouw?
"Een mooie ontwikkeling vind ik dat er meer en deels
ook nieuwe materialen in beeld komen. Hout is daar-
van een voorbeeld en een mooi materiaal. Wat me niet
bevalt, is dat alles nu ineens van hout moet worden
gemaakt. Waar haal je dat vandaan en is dit niet het
begin van het volgende probleem? Als je in Nederland
een boom wil kappen, ketenen zich daar tien mensen
aan vast. We moeten al dat hout dus vooral uit het
buitenland halen. Een slecht begin van de discussie
over duurzaamheid wat mij betreft".
"Laten we in plaats hiervan integraal nadenken over
de vraag welk materiaal waarvoor te gebruiken. Welk materiaal is het meest geschikt voor een bepaalde
toepassing en hoe kan ik dat materiaal duurzaam pro-
duceren, verwerken en hergebruiken? Circulair denken
over de vraag of het beton in een gebouw of in een
kunstwerk een tweede leven kan krijgen, of componen-
ten herbruikbaar zijn. En als dat niet kan of het materi-
aal na breken opnieuw in een vergelijkbare toepassing
kan worden ingezet".
Wat is de rol van de universiteiten in de verduur-
zaming?
"Die is tweeledig. Door kennis te ontwikkelen en door
deze kennis mee te nemen in het onderwijs. Daar zie
ik voor een kennisinstelling als de onze een plek in de
Triple Helix (samenwerking tussen overheid, onderne-
mingen en onderwijs, red.). Als de overheid een vraag
articuleert, bijvoorbeeld de noodzaak tot verduurza-
ming, is het niet gezegd dat de industrie hier direct een
antwoord op heeft. Het is dan aan de universiteiten om
mee te denken, kennis te delen, waarna de industrie
kan innoveren. De nieuwe kennis laten we vervolgens in
ons onderwijs landen, waarna studenten die kennis
weer breed mee de maatschappij in nemen."
"Die Triple Helix ontstaat niet vanzelf, die organiseer je.
Doe je dat niet, dan loop je het risico dat oplossingen
Seriematige woningbouw,
bron: MBS Hybrid Casco
66? CEMENT 5 2021
te oppervlakkig blijven of dat universiteiten geweldige
dingen bedenken, waar vervolgens niemand iets aan
heeft."
Als de bouw verandert, moet dan ook het onder-
wijs veranderen?
"Als faculteit Bouwkunde in Eindhoven zijn we sterk
disciplinair gericht. Dat vind ik mooi, maar zullen we
de organisatie ook een tweede dimensie geven? Een
ecosysteem van disciplines van waaruit we samen
gaan werken aan meer systemische vraagstukken?
Alleen op die manier kunnen we oplossingen bedenken
voor de complexe maatschappelijke thema's zoals de
energietransitie, mobiliteit of productiviteit. Ik zou
graag meer betekenen als het gaat om maatschappe-
lijke vraagstukken. Impactvol zijn op duurzaamheid
red je niet met alleen architectuur, mechanica of
bouwfysica, dat zul je in die crossovers moeten doen
vanuit de disciplinaire kennis in ons vakgebied. En dan
niet enkel binnen de eigen faculteit of universiteit,
maar ook daarbuiten. Niet meer denken vanuit de
discipline, maar vanuit een programmatische opgave.
Het beste uit de mensen halen, door ze op deze grote
uitdagingen bij elkaar brengen."
Het beste uit de mens halen, hoe doe je dat?
"Door uit te gaan van talentontwikkeling van een
individu. Op een universiteit en ook bij een bedrijf
zijn er altijd basiskwalificaties waar iedereen aan
moet voldoen. Maar door meer te denken en te
handelen in termen van erkennen en waarderen,
ontstaat er diversiteit die niet alleen het individu
maar ook de groep ten goede komt. Een universiteit
onderscheidt zich van andere vormen van hoger
onderwijs door het doen van onderzoek en het ver-
werken daarvan in het onderwijs. Echter, lang niet
iedereen heeft een talent om op beide gebieden
even goed te excelleren. Richt je met name op je
sterke kant en niet op je zwakte, dat kost alleen
maar energie waar niemand iets aan heeft. Ontwik-
kel dus meer loopbaanpaden."
Is al die kennisontwikkeling niet teveel voor een
constructeur om te bevatten?
"Ja, maar het draait niet om kennis en kennisontwik-
keling alleen. Op een universiteit leiden we mensen
op die in staat zijn de kennis die ze op een moment
nodig hebben in hun loopbaan, te ontwikkelen of op
te doen. Studenten leren, maar leren nog meer hoe
te leren. Uiteindelijk leiden we op tot een graad van
deskundigheid en bekwaamheid. Kennis is daar een
belangrijk onderdeel van, maar er is meer. Het is net
zo belangrijk om die kennis te leren gebruiken op een
academisch, onderzoekend niveau. Dat is een hou-
"Als je in Nederland een boom wil kappen,
ketenen zich daar tien mensen aan vast'
Een robot bouwt aan het
DFAB-huis, het eerste
gebouw ontworpen en gebouwd met
voornamelijk digitale
technieken, foto: NCCR Digital Fabrication / Roman Keller
CEMENT 5 2021 ?67
ding die de studenten wordt bijgebracht en met die
bagage is er nooit teveel aan kennis. Als we dit dan
koppelen met het ontwikkelen van talent en de diversi-
teit die er ontstaat, kunnen we samen elke uitdaging
aan. Als je iets niet weet, schakel je een specialist in.
Als ik mijn auto bij de garage breng, weet ik toch ook
niet wat de monteur onder de motorkap doet?"
Hoe gaan we die hogere graad van complexiteit
dan bereiken?
"Nu ontwerpen we veelal bouwwerken met een redelijk
uniek karakter. Als het om een museum of kunstobject
gaat, snap ik dat. Maar als we in Nederland 1 miljoen
woningen moeten bouwen, waarom gaan we er dan
1 miljoen ontwerpen? Dat kost zo ongelooflijk veel geld,
zo'n woning is niet voor iedereen betaalbaar. Het duurt
bovendien te lang om iedereen binnen een afzienbare
periode een woning te kunnen bieden en er zitten na-
tuurlijk nog foutjes in die inherent zijn aan een uniek
product. Iedereen die zelf wel eens iets heeft gebouwd
herkent dit denk ik wel. We moeten anders gaan den-
ken. We moeten naar een systeem waarbij we in een
hoogwaardige innovatieve maakindustrie producten/
componenten maken en daarmee gebouwen ontwer-
pen. Zo gaat dat in vrijwel elke industrie, alleen in de
bouw draaien we het om. Dat is mijn pleidooi, in de
terminologie van vandaag de dag bekend als een
beweging naar een industrie 4.0. De intelligentie zit al
in de producten/componenten. Een gebouw slimmer maken begint bij de onderdelen en die vervolgens
continu doorontwikkelen. Omdat de onderdelen kleiner
in formaat zijn dan gebouwen en er meer van worden
gemaakt, is het doorontwikkelen ook financieel haal-
baar."
Hoe kunnen we dan het proces van alle innovaties
organiseren?
"We hebben verbinders en gravers nodig. De gravers
verdiepen zich in de materie. Zo ontstaat er nieuwe
disciplinaire kennis, waar we indien nodig een beroep
op doen. Dat beroep komt vanuit de verbinders die
De eerste bewoonde
3D-betongeprinte woning
van Project Milestone,
foto: Bart van Overbeeke
CURRICULUM VITAE THEO SALET
Theo Salet (1962) studeerde in 1986 af aan de faculteit Bouwkunde van de
Technische Universiteit Eindhoven. Hier promoveerde hij in 1990 op het con-
structief gedrag van schuimbeton in sandwichconstructies. Zijn loopbaan
startte hij bij Intron, waar hij als onderzoeker actief was binnen de dochter-
onderneming Structural and Material Engineering.
In 1998 trad hij in dienst bij Witteveen+Bos. Als projectleider, senior construc-
teur en contractmanager was hij verantwoordelijk voor het ontwerp en het
management van grote infrastructurele projecten en gebouwen. Later werd hij
senior partner en gaf leiding aan de productmarktcombinatie Gebouwen. Op
1 juni 2019 werd hij benoemd tot decaan van de faculteit Bouwkunde op de
TU/e, waar hij tevens werkzaam is als deeltijd hoogleraar Structural Design /
Concrete Structures bij de afdeling Gebouwde Omgeving. Zijn onderzoek richt
zich op het printen van beton.
constructeur van het jaar (3)
68? CEMENT 5 2021
open durven staan, nieuwsgierig zijn, meerdere lijnen
aan elk aar kunnen knopen en de basisprincipes willen
snappen. Dat zijn allemaal zaken die wij onze
studenten moeten aanleren."
Laten de steeds uitgebreidere normen nog
innovatie toe?
"Als je naar vernieuwing wil, kun je jezelf niet helemaal
laten voorprogrammeren met hoe het in de norm staat.
Daar heb je niks aan. Je ziet gelukkig al dat normering
in de tijd is verschoven van hoe je het moét doen, naar hoe je er gebruik van kunt maken. Maar nog steeds
maakt normering verandering moeilijk. Tegelijkertijd
ben ik zielsgelukkig dat we normen hebben en con
-
structeurs weten hoe die te hanteren. Het is een groot
goed waar we een hoog niveau van veiligheid aan te
danken hebben. Willen wij innoveren ? andere materi-
alen gebruiken, nieuwe bouwtechnieken, optimalisatie,
robotisering, 3D-printen ? dan moeten we dat met
elkaar doen. Ga als kennisinstelling naar de wetgever
toe, betrek de industrie erbij en bespreek wat je van
elkaar verwacht vanuit ieder zijn rol. De normen heb-
ben hiervoor een geweldig mooie opening; als je het
niet weet, mag je het aantonen. En dat is onze plek als
universiteit."
Vernieuwen is de norm los durven laten zeg je.
Maar hoe waarborgen we dan de veiligheid?
"Dat is een goede vraag. Je bent direct geneigd de
verantwoordelijkheid als rol bij iemand neer te leggen.
Denk aan de hoofdconstructeur. Dat is ook een goede
gedachte, maar is bij innovaties alleen niet voldoende.
Als we buiten de grenzen van de normen komen, dan
kan zo'n rol alleen werken als er gezamenlijk nieuwe
kennis wordt opgebouwd en de constructeur zich veilig
voelt buiten de gebaande paden te treden. Bij zo'n vei-
lige omgeving hoort ook de mogelijkheid om te zeggen
dat je het even niet meer weet. Het moment om een
hulplijn uit te gooien en je van nieuwe kennis te laten
voorzien of die zelf te ontwikkelen. Eén van de hulp-
middelen hierbij zijn numerieke modellen. Het is ge-
reedschap dat, in goede handen, in belangrijke mate
bij kan dragen aan het verkrijgen van inzicht in nieuwe
ontwikkelingen. Het is de taak aan de onderwijsinstel-
lingen om studenten al in de opleiding goed met die
hulpmiddelen te leren omgaan, omwille van innovatie.
Zou je in deze tijd student willen zijn?
"Oh zeker, ik zou het graag nog een keer overdoen. Ik
heb er afgelopen jaar weer even van mogen proeven.
In de coronatijd liep het niveau van de studenten ach-
teruit. Basale dingen wisten ze niet meer, het kwartje
viel niet meer vanzelf. Aanvankelijk begreep ik niet
waar dat vandaan kwam, maar toen besefte ik; ze
missen elkaar. Normaal werken ze samen, leggen ze
vragen aan elkaar voor. Dat kon niet meer. Ik heb toen
een paar PhD-studenten gevraagd of zij wilden bij-
springen, meedenken en meewerken met de groep
alsof zij weer student waren. Zelf heb ik het ook gedaan.
Niet vanuit de stafrol, maar veel meer als gelijken. Dat
was waanzinnig leuk om te doen." ?
"Studenten leren, maar leren
nog meer hoe te leren"
3D-betonprinter maakt fietsbrug voor over de Peelse Loop bij Gemert, foto: Weber Beamix / BAM
Constructeur van het Jaar
Eind oktober 2020 werden Arjan Habraken en Marijn Bruurs door VNconstructeurs uitgeroepen tot respectievelijk Constructeur van het Jaar en Talent van het Jaar. In Cement geven beiden gedurende een jaar hun visie op het vak. In deze derde aflevering gaat Habraken in gesprek met prof. Theo Salet.
Curriculum Vitae Theo Salet
Theo Salet (1962) studeerde in 1986 af aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven. Hier promoveerde hij in 1990 op het constructief gedrag van schuimbeton in sandwichconstructies. Zijn loopbaan startte hij bij Intron, waar hij als onderzoeker actief was binnen de dochteronderneming Structural and Material Engineering.
In 1998 trad hij in dienst bij Witteveen+Bos. Als projectleider, senior constructeur en contractmanager was hij verantwoordelijk voor het ontwerp en het management van grote infrastructurele projecten en gebouwen. Later werd hij senior partner en gaf leiding aan de productmarktcombinatie Gebouwen. Op 1 juni 2019 werd hij benoemd tot decaan van de faculteit Bouwkunde op de TU/e, waar hij tevens werkzaam is als deeltijd hoogleraar Structural Design / Concrete Structures bij de afdeling Gebouwde Omgeving. Zijn onderzoek richt zich op het printen van beton.
“Het is allereerst belangrijk dat mensen het als noodzakelijk zien. We gebruiken waanzinnig veel grondstoffen, die steeds meer uitgeput raken, de stikstofproblematiek en de uitstoot van CO2 zijn daar onlosmakelijk mee verbonden. Wereldwijd is die groei nog lang niet ten einde. Hoe gaan we dat met deze ene aarde doen? Duurzaamheid is wat mij betreft een missie. In alles wat je doet, zet je dat op de eerste plaats. Het is onze verantwoordelijkheid, ook naar volgende generaties toe. Als dat besef er nu nog niet is, hebben we nog heel wat werk te verrichten.”
“Er moeten 1 miljoen huizen worden gebouwd en 7,5 miljoen woningen worden gerenoveerd om de energietransitie te maken. Daar komt bij dat een groot deel van de huidige infrastructuur het einde van haar ontwerplevensduur bereikt. Daarmee is niet meteen het hele wegennet onbruikbaar, maar het roept wel op tot actie. De komende tien, twintig jaar ligt er een enorme bouwopgave op ons te wachten. Dit is het moment dat we echt een verschil kunnen maken. Als we het nu niet duurzaam aanpakken, zijn we te laat.”
“Het is een onderwerp waar veel over gesproken wordt. Maar hoé belangrijk vinden mensen het nou echt? Zijn we bereid om bedrijfsprocessen op een nieuwe manier in te richten, om voor andere materialen te kiezen? Neem Dorien Staal, directeur van Voorbij Prefab en voorzitter van de Betonvereniging. In haar speech tijdens de Betondag gaf ze aan dat ze zich schaamt voor beton en zich in de toekomst wil richten op hoe ze beton op een duurzame manier kan maken en verwerken. Ze maakte dat statement en is actief gaan kijken hoe ze dat kan realiseren en consequent door kan voeren. Dat is lef hebben en precies wat ik bedoel. Als je écht voor duurzaamheid gaat, dan doet dat pijn. Het kost aanvankelijk geld en aanpassingsvermogen. Wie is bereid die weg in te slaan?”
Reacties