De transitie naar duurzaam materiaalgebruik brengt het vak van de constructeur in beweging. Steeds vaker onderbouwen we de impact van onze ontwerpen op duurzaamheid. Steeds vaker voor de klant, die een duurzaam en herbruikbaar bouwwerk wil. Maar ook steeds vaker als gevolg van veranderende regelgeving.
IR. LONNEKE
VAN HAALEN
constructeur ABT
ING. THEO VAN WOLFSWINKEL
adviseurABT
Duurzaamheid wordt door velen nog be-
leefd als een containerbegrip.
Het verschil
tussen durability en sustainability is helder; we praten
nu over milieu-impact, CO?-reductie en circulariteit.
Door verschillende terminologie of belangen kan
duurzaam ontwerpen ontaarden in 'window dressing'.
Als constructeurs en ontwerpers willen we de kwaliteit
van onze ontwerpen onderbouwen met getallen, op
basis van meetbare criteria. Deze criteria zijn enorm
afhankelijk van hoe duurzaamheid wordt bekeken en
beoordeeld.
Invloed constructeur
De constructeur is mede verantwoordelijk voor een
groot deel van de milieu-impact van het bouwmateriaal
dat wordt toegepast. Ongeveer de helft van het materiaal
in een gebouw bestaat uit de constructie. De gemiddelde
constructeur is daardoor jaarlijks verantwoordelijk voor
auteurs
De gemiddelde constructeur is jaarlijks
verantwoordelijk voor 1.000.000 kg
CO?-uitstoot
1.000.000 kg CO?-uitstoot. En dat is veel! Om dit in per-
spectief te zetten: het komt overeen met meer dan 200
rondjes om de aarde met de gemiddelde hedendaagse
auto (fig. 2).
De transitie naar duurzaam materiaalgebruik brengt
het vak van de constructeur in beweging. Steeds vaker onderbouwen we de impact van onze ontwerpen op duurzaamheid. Steeds vaker voor de klant, die een
duurzaam en herbruikbaar bouwwerk wil. Maar ook
steeds vaker als gevolg van veranderende regelgeving.
DUURZAAMHEID:
DE CONSTRUCTEUR HEEFT INVLOED!
Samen bouwen aan duurzame constructies, maar hoe dan?
Deze impact betekent ook invloed. Wij zitten aan de
knoppen om deze uitstoot naar beneden te brengen. In
de huidige praktijk zien we echter dat de ervaring van
de constructeur beperkt is op het gebied van duurzaam
construeren. Enkele bureaus lopen hierin voorop. Door
de milieu-impact van de constructie standaard in het
ontwerp mee te nemen kunnen we onderbouwd het
68? CEMENT 8 2020
1 Reacties op de vraag tijdens de kennistafel over het belang van verschillende duurzaamheidsthema's
2?Diagram potentiële impact van de constructeur, bron: How to calculate embodied carbon, The Institution of Structural
Engineers, augustus 2020?3 WRZV-sporthal in Zwolle, bron: AGS Architects?4 Variantenstudie voor de sporthal
verschil maken. Door continu te innoveren streven we
als beroepsgroep naar bouwen met 'zero impact', dus
zonder negatieve effecten voor het milieu.
Duurzame brillen
Voor een duurzaam ontwerp kunnen we door verschil -
lende duurzaamheidsbrillen kijken. De verschillende
brillen leveren verschillende resultaten op. Door inte-
graal naar deze verschillende thema's te kijken kunnen
we de totale milieu-impact van constructies verlagen.
Reduceren milieu-impact materialen
De milieu-impact van materialen kan worden geredu -
ceerd door efficiënter te ontwerpen, materiaal te bespa -
ren en variantenstudies te doen in de ontwerpfase.
Vooral een variantenstudie naar de milieu-impact van
de vloeren is erg waardevol. Zeker de helft van al het
materiaal in een gebouw bestaat uit de gebouwcon -
structie, daarvan bestaat zeker 55% uit vloeren. Een
opinie
1
2
3
4
KENNISTAFEL DUURZAAM CONSTRUEREN
Afgelopen zomer (2020) is in samenwerking
met ABT de eerste kennistafel van Cement
georganiseerd, met als thema duurzaam
construeren. Met een kleine groep deskun
digen van verschillende ingenieursbureaus
(utiliteitsbouw en infra) is er gesproken over
het thema en hebben we met elkaar erva
ringen uitgewisseld (fig. 1).
Hoewel de manier van benaderen voor
gebouwen en infraprojecten iets verschilt,
zijn we het met elkaar eens dat het belang
rijk is om kennis te ontwikkelen en de ver
schillen in milieuimpact objectief inzichtelijk
te maken. Er heerst het gevoel dat er nog
weinig eenduidigheid is, waardoor het sturen
op duurzaamheid voor velen lastig is.
Een duidelijke doelstelling kiezen om de
resultaten in een project zo concreet moge
lijk te maken, is daarbij essentieel. Sturen op
CO?impact, MPG en MKI vinden we het
meest zuiver. Door daar de verwachte
levensduur aan te koppelen, en daar in het
ontwerp ook op te sturen, kunnen we per
project de milieuimpact inzichtelijk maken.
Sturen op cementreductie is een thema dat
we bij de huidige MPG, met de bijbehorende
Nationale Milieudatabase, nog weinig zien
terugkomen. Het is belangrijk dat dit beter
inzichtelijk wordt gemaakt omdat ook hier
bij beton grote winsten te behalen zijn.
CEMENT 8 2020 ?69
5 6
efficiënt vloerontwerp kan je dus een grote besparing
opleveren. Een voorbeeld van een variantenstudie is de
WRZV-sporthal in Zwolle (fig. 3 en 4). Voor de dakcon -
structie is een variantenstudie gedaan, waaruit volgt dat
door de toepassing van houten vakwerken ten opzichte
van stalen vakwerken 40.000 kg CO? is bespaard, zo'n
acht rondjes rond de aarde met een auto. Daarnaast is
de afwerkvloer (zandcement) in de sporthal weggelaten,
en zijn installaties en voorzieningen in de constructieve
vloer opgenomen, wat nog eens een besparing van
73.000 kg CO? oplevert en is er voor de beganegrond -
vloer actief gestuurd op een betonmengsel met een
lagere milieu-impact. Behalve in het ontwerp is er bij beton een grote
milieuwinst op materiaalniveau te halen. Hoewel elk
blok beton grijs is, kan de milieu-impact erg verschillen.
Cement heeft daarin het grootste aandeel. Dus door te
kiezen voor meer milieuvriendelijke bindmiddelen zijn
grote winsten haalbaar. Het toepassen van hoogoven-
cement ten opzichte van portlandcement scheelt al
zeker de helft van de CO?-voetafdruk.
Flexibel ontwerp en levensduur verlengen
Door een flexibel ontwerp te maken kan de levensduur
van een gebouw worden verlengd. Hierbij kun je denken
aan indelingsflexibiliteit door kolomvrije ruimtes en
verplaatsbare scheidingswanden, functieflexibiliteit
door het rekenen van verhoogde vloerbelastingen,
leidingflexibiliteit door de constructie en installatie niet
5?Saxion Hogeschool in Apeldoorn 6?ABT-kantoor in Delft
Een flexibel ontwerp levert niet per
definitie een lagere milieu-impact op te integreren of uitbreidingsflexibiliteit door het gebouw
voor te bereiden op extra bouwlagen. Voor bijvoorbeeld het project Saxion Apeldoorn
was flexibiliteit een belangrijk aandachtspunt gezien de
veranderlijke onderwijsconcepten. Hier is gestuurd op
indelingsflexibiliteit, leidingflexibiliteit en functieflexibi -
liteit (foto 5). Een flexibel ontwerp levert echter niet per defini -
tie een lagere milieu-impact op. Grotere overspannin -
gen en zwaardere belastingen betekenen meer materi -
aal. Bij een tijdelijk gebouw of paviljoen is dit dus geen
duurzame oplossing. Maar bij een gebouw waarbij de
levensduur kan worden verlengd, kan dit per levens-
duurjaar uiteindelijk wel een milieuwinst opleveren.
Het is de voorinvestering dan waard. Het is belangrijk
om in dat geval de realistische toekomstsituaties inzich -
telijk te maken.
Circulair materiaalgebruik
Remontabel bouwen, hergebruik van onderdelen en
recyclen van grondstoffen dragen bij aan circulair mate-
riaalgebruik. Het ABT-kantoorgebouw in Delft is met
deze gedachte ontworpen. Het is volledig remontabel en
zou kunnen worden geremonteerd op een andere
locatie (foto 6). Beton is een geschikt materiaal om te recyclen en
daarmee nieuwe grondstoffen te vervangen. Dat maakt
het afvalscenario van beton gunstig. Het toepassen van
deze gerecyclede granulaten leidt echter niet altijd tot
een lagere milieu-impact. Betongranulaat vervangt zand
en grind, terwijl cement voor de grootste impact zorgt in
een betonmengsel. Omdat beton vrijwel altijd als maatwerk wordt toe-
gepast ligt legolisering minder voor de hand. Hergebruik
van beton op casco- of materiaalniveau is momenteel
70? CEMENT 8 2020
7
8
eenvoudiger dan op elementniveau. Circulariteit van
elementen toepassen vraagt om meer standaardisering.
Zoals IFD-bouwen nooit echt is doorgebroken, is de
vraag of dit ooit echt toekomst heeft.
Energie
Lange tijd heeft de focus voor een duurzaam ontwerp
op energie gelegen. De betonsector is verantwoordelijk
voor 1,5% van het totale energiegebruik in Nederland.
Het energiegebruik tijdens de gebruiksfase van een
gebouw is vele malen groter. De thermische massa van
beton kan een goede bijdrage leveren aan energieneu -
trale gebouwen. Bijvoorbeeld door de toepassing van
betonkernactivering, waardoor beton een positieve
bijdrage levert aan het energetisch concept van een
gebouw. Wanneer we echter kijken door de bril van circu -
lariteit, lijkt dit een minder voor de hand liggende keuze.
De hoofddraagconstructie en de installatie verschillen
namelijk erg van levensduur. De installatie heeft een
levensduur van 25 jaar terwijl de constructie een levens-
duur van zeker 50-100 jaar heeft. Veel installaties instor-
ten in beton is daarom geen passende en circulaire op-
lossing voor gebouwen met een lange levensduur, vooral
als je bedenkt dat de installatie gemiddeld na 25 jaar
alweer zal worden vervangen (fig. 7).
Certificering
Certificering lijkt soms een doel op zich en associëren
we vaak met papieren tijgers. Er komt veel administratie
bij kijken. Het voordeel van deze meetmethodieken is
echter dat duurzaamheid integraal vanuit verschillende
brillen wordt bekeken. Zo wordt voor duurzaam materi -
aalgebruik aandacht besteed aan het percentage gere-
cycled materiaal, het aantonen van een lagere milieu-
impact en betere gebouwflexibiliteit, maar wordt ook
breder gekeken naar bijvoorbeeld energie, uitvoering
en locatie.
Rekenen aan duurzaamheid
Om voor de constructie te kunnen sturen op een lagere
milieu-impact is het van belang dat varianten inzichte-
lijk worden gemaakt. We kunnen op verschillende
manieren rekenen aan duurzaamheid.
Tools
De gegevens over de milieu-impact van materialen zijn
beschikbaar in de Nationale Milieudatabase. Er zijn ver-
schillende tools beschikbaar die op basis van deze gege-
vens en specifieke meetmethodieken de impact kunnen
kwantificeren. DuboCalc is een door Rijkswaterstaat ontwikkelde
rekentool, die leidt tot een MKI, een schaduwprijs op
milieu-impact. Deze tool wordt vooral gebruikt in
aan bestedingstrajecten voor infraprojecten. Dit type
projecten heeft vaak een groot aandeel beton, waardoor
vooral slank ontwerpen en mengseloptimalisatie impact
hebben. Voor gebouwen kunnen we MPG Calc gebruiken om
de schaduwprijs te bepalen. Dit is een tool waarin veel
materialen en gebouwcomponenten zijn opgenomen. De
keuze voor betononderdelen en -mengsels is echter be-
perkt. De hoeveelheid cement, het type cement en hoe-
veelheid wapening is slecht inzichtelijk, maar wel erg be-
palend voor de werkelijke milieu-impact. Op dit moment
wordt dit vaak niet door de constructeur ingevuld, waar-
door er geen bewustzijn ontstaat om hierop te sturen. De Ontwerptool Groen beton van Betonhuis biedt
de mogelijkheid dieper in te zoomen op de beton -
opinie
7?Gebouwschillen volgens het S'en-model van Stewart Brand (1994)
8?ABT Milieu-Impact Monitor
Zoals IFD-bouwen nooit echt is
doorgebroken, is de vraag of
meer standaardisering ooit echt
toekomst heeft
CEMENT 8 2020 ?71
9
THEMANUMMER DUURZAAMHEID
Volgend voorjaar komt Cement met een themanummer
over duurzaamheid. Daarin gaan we in op de vraag
welke concrete invloed de constructeur heeft op duur
zaamheid en hoe het thema het verschil kan maken
binnen een project.
onderdelen. Hierin kan een mengsel worden berekend
met verschillende soorten cement en wapening. Het
is een meer nauwkeurige rekenmethode voor beton en
beter passend voor de vergelijking van betonnen onder-
delen.
In deze tools kun je handmatig je materiaalhoeveelheden
invoeren en de milieu-impact berekenen. Om deze
impact snel en real-time in BIM te kunnen berekenen
hebben we de ABT MIM-tool ontwikkeld, de Milieu-Impact
Monitor (fig. 8). Dit is een in-house ontwikkelde Revit
plug-in om de carbon footprint en schaduwprijs van de
gemodelleerde draagconstructie real-time te monitoren
en continu te sturen op een lagere impact.
Slotwoord
Het benaderen van de duurzaamheidsopgave vanuit
verschillende perspectieven geeft inzicht in de werkelijke
duurzaamheid van beton, maar laat ook zien waar deze
kunnen conflicteren. De constructeur heeft een grote
rol in het beperken van de milieu-impact en kan door
de brillenbenadering de opdrachtgever in een vroeg
stadium meenemen in het maken van duurzame
keuzes. De verwachting is dat de aanscherping van de
MPG komende jaren bepalend zal worden in materiaal -
keuzes en -ontwikkeling. Wie doet mee met het verder
verduurzamen van beton? Wie helpt om te komen tot
het eenduidig kwantificeren van de milieu-impact van
constructies?
9?Resultaten van de case in het artikel Milieubelasting betonkolom
CASE BETONKOLOM
Een voorbeeld van een methode
waarmee je kan sturen op de milieu
impact van betonconstructies is
terug te vinden in Cement 2020/4. In
de rubriek Rekenen in de Praktijk is
de milieubelasting van verschillende
betonkolommen inzichtelijk gemaakt.
In dit artikel is voor een specifieke
case onderzocht wat de invloed van
slank construeren is.
Door slank te construeren kan materi
aal worden bespaard. Maar dit is niet
altijd duurzamer. Slank construeren
betekent een hogere sterkte beton en
dat bevat meer cement en heeft daar
door een hogere milieuimpact. Boven
dien is er door slank ontwerpen ook
meer wapening nodig.
In het rekenvoorbeeld is het verschil in
de milieuimpact van een specifieke
situatie inzichtelijk gemaakt. Hieruit
volgt dat slank construeren een gun
stig effect kan hebben op de milieu
impact. Voor erg slanke kolommen zijn
echter hoge wapeningspercentages
noodzakelijk, waardoor de milieu
impact weer toeneemt. Door deze ver
gelijkende berekeningen te maken kan
concreet worden onderbouwd welke
ontwerpkeuze voor een betonnen
onderdeel de minste milieuimpact
met zich meebrengt (fig. 9).
72? CEMENT 8 2020
Reacties
Martin Verweij - Cementbouw 21 december 2020 11:54
Hans, als je basalt smelt met een vlam, kan ik me niet voorstellen dat daar geen stikstofoxide bij ontstaat. Vertel eens iets meer, want duurzame wapening vind ik erg interessant.
Hans de Wit - Vulkan-Europe bv 17 december 2020 15:31
Ons mooie materiaal beton behoeft milieutechnisch gezien toch enige kanttekeningen. En het gegeven ,dat wij betonstaal moeten gebruiken om de trekkrachten binnen te beheersen heeft milieutechnisch ook wat kritiek te voorduren . Voor dit laatste hebben wij een oplossing . Nl vervang betonstaal door een wapening van basaltvezels staven . De CO2footprint hiervan is 170% lager dan de footprint van staal , bij het smelten van het basalt komt nauwelijks rook uit de schoorsteen dus geen Stikstof verontreiniging. Het is nu al direct toepasbaar en behoeft dus niet eerst nog een ontwikkelingstraject te doorlopen.