Aan de Croeselaan in Utrecht wordt momenteel de laatste hand gelegd aan een bijzondere kantoortoren. Deze gaat deel uitmaken van het nieuwe Bestuurscentrum van Rabobank Nederland. De toren bevindt zich nabij het Centraal Station Utrecht en de Jaarbeurs, aan de voorzijde van het bestaande kantorencomplex van Rabobank Nederland. Het ontwerp bestaat uit twee, iets ten opzichte van elkaar gedraaide torens gekoppeld door tussengelegen vloeren.
Ellipsen sieren Utrechtse skyline
5 2010
68
Ellipsen
sieren
Utrechtse
skyline
Aan de Croeselaan in Utrecht wordt
momenteel de laatste hand gelegd
aan een bijzondere kantoortoren.
Deze gaat deel uitmaken van het
nieuwe Bestuurscentrum van
Rabobank Nederland. De toren
bevindt zich nabij het Centraal
Station Utrecht en de Jaarbeurs,
aan de voorzijde van het bestaande
kantorencomplex van Rabobank
Nederland. Het ontwerp bestaat uit
twee, iets ten opzichte van elkaar
gedraaide torens gekoppeld door
tussengelegen vloeren.
Nieuwbouw Rabobank Utrecht
Ellipsen sieren Utrechtse skyline69
1 Het nieuwe Rabobank-
gebouw bestaat uit twee
ellipsvormige torens
foto: Tom Wolbrink
Naast de nieuwe toren wordt tussen de bestaande gebouwen
een ontmoetingsplein gerealiseerd (de Plaza) dat de nieuw-
bouw met de bestaande gebouwen van de Rabobank
verbindt. Verder wordt direct naast de toren en ingeklemd
tussen de bestaande bebouwingen een diepe ondergrondse
parkeergarage gerealiseerd. De toren zal in de toekomst
plaats gaan bieden aan 3300 medewerkers. Het totaal aantal
medewerkers van Rabobank Nederland op deze locatie komt
hiermee op 6500.
Architectonisch ontwerp
De toren telt 27 verdiepingen en is 105 m hoog. Hij is daarmee
7 m lager dan de Dom, waarmee wordt voldaan aan de eis dat
de maximale hoogte van gebouwen rond een bepaalde straal
om de Dom niet hoger mag zijn dan de Dom zelf (foto 2). Het
ontwerp bestaat uit een tweetal, iets ten opzichte van elkaar
gedraaide, torens gekoppeld door tussengelegen vloeren. Het
geheel is omgeven door een glazen gevel, die als een soort jas
om de toren heen hangt.
Belangrijk speerpunt bij het ontwerp was duurzaamheid. De
transparante gevel heeft daar onder meer toe bijgedragen. Door
maximale lichttoetreding wordt immers minder energie
verbruikt. Daarnaast kent het gebouw een optimale isolatie,
klimaatplafonds, het gebruik van groene stroom, stadsverwar -
Ellipsen
sieren
Utrechtse
skyline
1
ir. Johan Galjaard MBA en
ing. Stephan Toonen
ABT
Nieuwbouw Rabobank Utrecht
Enkele kengetallen
Toren
? 65 m breed
? 40 m diep
? 105 m hoog
? 27 verdiepingen
? vloeroppervlak: 49 000 m²
Het ontmoetingsplein
(de Plaza)
? 130 m breed
? 45 m diep
? 8 m hoog
? 2 verdiepingen
? vloeroppervlak: 7.000m²
Parkeergarage
? 120 m lang
? 32 m breed
? 14 m diep
? 4 verdiepingen splitlevel
? vloeroppervlak: 17 000 m 2
? 620 parkeerplaatsen
Brand
Op 27 juni 2010 heeft er bovenin de rechtertoren een brand
gewoed. De oorzaak van de brand is nog niet bekend en de
gevolgen worden de komende weken in kaart gebracht.
5 2010
70
ming en koude/warmteopslag in de bodem. Hiermee wordt een
EPC (energieprestatiecoëfficient) gerealiseerd van 0,567, en
daarmee 43% lager dan vereist in het Bouwbesluit.
De plattegronden van de verdiepingen worden gekenmerkt
door open ruimtes zonder kamerindeling (fig. 3). Alleen verga-
derruimten en concentratiewerkplekken zijn afgesloten. Rabo-
bank kiest voor het 'nieuwe werken': werknemers hebben niet
meer hun eigen vaste werkplek. Zodoende wordt een veel
betere bezetting van het vloeroppervlak bereikt. Waar normaal
25 m
2 per werknemer nodig is, bedraagt het oppervlak per
werknemer nu maar 17 m
2.
Het Centraal Station Utrecht bevindt zich op loopafstand
van het kantoor waardoor zakelijke kilometers kunnen
worden bespaard. Met de toekomstige 'Rabobrug' over het
spoor krijgt Rabobank Nederland zelfs een rechtstreekse
verbinding met de perrons.
Het nieuwe bestuurscentrum zal een van de meest duurzame
en innovatieve kantoorcomplexen in Nederland zijn en is
inmiddels al bekroond met de FD PropertyNL Vastgoed Award
voor de meest innovatieve eindgebruiker.
Constructief ontwerp toren
Het constructief ontwerp van de toren kent een paar bijzonder -
heden: de stabiliteit, de vloerconstructies, de gevelspanten en
de fundering.
Stabiliteit
Constructief gezien bestaat het gebouw uit twee torens die met
een tussengelegen vloer aan elkaar zijn gekoppeld, met ieder
zijn eigen funderingsplaat (foto 4). De draagconstructie van
beide torens bestaat uit een centrale kern en kolommen in de
gevellijn. De torens zijn van de 4e tot de 26e vloer aan elkaar
gekoppeld door een tussengelegen vloer.
Voor de stabiliteit gedragen de torens zich als één gebouw: de
horizontale krachten worden over beide kernen verdeeld. In de
kernen bevinden zich de schachten voor de liften. Voor deze
liften is het zogenoemde TWIN-systeem toegepast. Dit innova-
tieve systeem laat twee liftkooien onafhankelijk van elkaar in
dezelfde schacht op en neer gaan. De techniek maakt de beno-
digde vervoerscapaciteit mogelijk met de beperkte hoeveelheid
schachten. Hierdoor bestaat er een betere verhouding tussen
het bruto en netto vloeroppervlak.
Langs de ellipsvormige gevellijn loopt een kolommenpa-
troon met een h.o.h.-afstand van 8,5 m. De gevelkolommen
variëren in doorsnede van 800 mm tot en met laag 4 naar
650 mm op de overige 22 verdiepingen. De kolommen ter
plaatse van het middengebied hebben over het hele gebouw
2
Ellipsen sieren Utrechtse skyline5 2010
71
4
2 De toren is 7 m minder hoog dan de Domfoto: B.J. de Ruiter Rabobank Nederland3 De plattegronden van de verdiepingen worden gekenmerkt
door open ruimtes zonder kamerindeling
4 De torens zijn gekoppeld door een vloer
foto: Rob van der Lingen
Vloerconstructie
Uitgangspunt bij het ontwerp was een vlakke vloer met een zo
klein mogelijke dikte. Hierdoor is er bij een minimale verdie-
pingshoogte toch voldoende ruimte voor de installaties. De
keuze voor het vloersysteem is gevallen op een bollenplaatvloer
(foto 5). Dit systeem draagt in twee richtingen en heeft als
belangrijk voordeel gewichtsbesparing.
Uitdaging bij het ontwerp van de vloeren was dat in het
middengebied geen plaats is voor een kolommenstructuur.
Hier moest een overspanning worden gerealiseerd van circa
18 m. Voor de vloervelden buiten het middengebied is een
dikte van 280 mm gekozen. Maar met deze dikte is een over -
spanning van 18 m niet haalbaar zonder aanvullende voorzie-
ningen. Een aantal varianten is de revue gepasseerd, zoals een
dikkere vloer of een draagconstructie van stalen balken. De
hoogte onder de vloer die nodig is voor de installaties en de
kosten lieten deze oplossingen echter niet toe. Uiteindelijk is
gekozen voor een soort onderspannen vloer, waarbij de vloer in
een doorsnede van 800 mm. De betonsterkteklasse van de
kolommen varieert van C53/65 tot en met laag 17 tot C35/45
voor de kolommen op de overige verdiepingen. In de kolom-
men van het middengebied zijn stalen HD-profielen opge-
nomen tot en met laag 13 om de krachten in de doorsnede
Ø800 mm te kunnen opnemen.
3
Ellipsen sieren Utrechtse skyline
5 2010
72
deuvels
300x30
1/2HE650A
staalkwaliteit S235
350 280
5
6
7
5 Onder meer vanwege gewichtsbesparing is gekozen voor een
bollenplaatvloer
foto : ABT6, 7 Onder de betonvloer zijn staalprofielen aangebracht en met behulp van
deuvels schuifvast aan de vloer gekoppeld
foto: ABT 8 De gevel is uitgevoerd met een dubbele huidfaçade, slechts bij één op de
vier á vijf verdiepingen loopt de vloer door tot aan de gevel
foto: Rob van der Lingen
gen. Voor deze oplossing is gekozen om de transparantie zoveel
mogelijk te waarborgen. Een stalen trekstaaf is immers slanker te
dimensioneren dan een gedrukte staaf. Het stalen vakwerk draagt
de belasting af naar twee betonnen kolommen in de twee torens
(op de plaats waar de vide stopt). Per verdieping zorgen horizon-
tale liggers voor de opname van vooral de windbelastingen.
Extra complicatie was dat het stalen vakwerk de gebogen gevel-
lijn moet volgen. Zonder verdere maatregelen zou het vakwerk
daardoor gaan torderen. Omdat de vloerrand echter om de vier
á vijf verdiepingen wel tot de gevellijn doorloopt, rust de
bovenrand van het vakwerk ter plaatse van deze verdiepingen
tegen de betonvloer. De betonvloer geeft een zuivere horizon-
tale steunkracht loodrecht op de bovenregel van het spant.
Hiermee wordt het torderen voorkomen. Krachten in andere
het veld wordt versterkt door trekwapening ónder (en niet ín)
de vloer. Dit principe heeft ABT al eens gerealiseerd in de
collegezaal van het Educatorium van de Universiteit Utrecht.
De toepassing van kabels of wapeningsstaven onder de vloer
leverde nu echter niet voldoende stijfheid op. Daarom is
gekozen voor een staal-betondoorsnede. Onder de betonvloer
van 280 mm dik zijn staalprofielen h.o.h. circa 3 m aangebracht
en met behulp van deuvels schuifvast aan de vloer gekoppeld
(fig. 6, foto 7). Dit resulteert in een samenwerkende staal-
betondoorsnede. Het staal heeft een hoogte van 350 mm. In de
stalen liggers zijn daar waar het krachtenspel dit toestaat op een
aantal plaatsen grote sparingen aangebracht om installatiever
-
loop in alle richtingen mogelijk te maken.
Het staal onder de vloer is niet brandwerend behandeld omdat
in een brandsituatie de betonvloer sterk genoeg is om de bijbe-
horende belasting te kunnen dragen. De vervorming van de
vloer zal bij brand wel toenemen maar dat is acceptabel voor
deze calamiteitensituatie.
Opvang van de gevel
Het totale geveloppervlak van de toren bedraagt 20 000 m 2.
Voor maximale transparantie is er zoveel mogelijk glas
gebruikt, met een zo dun mogelijke profilering. De gevel is
uitgevoerd met een dubbele huidfaçade (foto 8). Tussen de
twee glazen gevels loopt een bordes zodat onderhoud door
bijvoorbeeld glazenwassers mogelijk is.
De gevel volgt de ellipsvorm van de toren wordt direct gedra-
gen door de vloerrand. In het middengebied tussen de torens
liggen de vloerranden echter van de gevel af. Slechts bij één op
de vier á vijf verdiepingen loopt de vloer door tot aan de gevel
(foto 8). Hierdoor ontstaat een vide van vier verdiepingen
waardoor het licht een zeer ruime inval heeft.
Ter plaaste van deze vides hangt de gevel aan stalen hangstaven
die de gevelbelasting naar een stalen vakwerk erboven afdra-
Ellipsen sieren Utrechtse skyline5 2010
73
8
De paal-plaatfundering bestaat uit drie onderdelen: de plaat, de
dragende grond onder de plaat en de funderingspalen. Onder
de beide kernen van de toren bevinden zich 2,5 m dikke beton-
platen met daaronder weer funderingspalen. Voor de palen is
gekozen voor het Tubex-groutinjectie systeem. Dit paaltype
wordt geluids- en trillingsarm aangebracht, een belangrijke
voorwaarde pal naast de bestaande gebouwen van Rabobank
Nederland.
Als de toren belast wordt, werken funderingsplaat en -palen
samen. De verhouding tussen deze twee is afhankelijk van de
beddingconstante van de plaat en de veerstijfheid van de palen.
Gekozen is voor een nog vrij behoudend concept, met relatief
veel palen. Ongeveer de helft van het aantal palen is toegepast,
dat nodig zou zijn geweest bij een volledige paalfundering.
Op basis van de berekende verwachte zettingen is het peil van
de toren iets opgezet. Gedurende de bouw is de zakking van de
toren constant gemeten om de theorie aan de praktijk te blijven
toetsen. De laatste metingen laten zien dat de ondergrond zich
stijver gedraagt dan is aangenomen en de toren minder is
gezakt. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat er nog een
zeker 'na-zakeffect' zal zijn, enerzijds als gevolg van kruip van
de ondergrond, anderzijds omdat het gebouw nog niet is belast
met de veranderlijke belasting.
richtingen kunnen niet worden afgegeven door het toepassen
van glijdende knooppunten. Daarmee wordt voorkomen dat
het gevelspant verticale belasting afgeeft aan de vloeren.
De gevelelementen hebben een verticale onderlinge speling van
+/- 20 mm. De gevelelementen worden verdieping voor verdie-
ping van onderaf rond het gebouw gemonteerd. De zwaarst
belaste vakwerken hebben echter bij volle belasting een door
-
buiging van maximaal 60 mm. Dit kwam in conflict met de
tolerantie. Het vakwerk moest daardoor in de uitvoeringsfase
met voorspanning worden voorbelast, in die mate dat bij elke
montage van de gevel op een verdieping het vakwerk horizon-
taal bleef.
Fundering toren
Voor het gebouw is voor een bijzondere wijze van funderen
gekozen. Onder de toren bevindt zich geen kelder. De bodem-
opbouw in Utrecht ter plaatse van de Croeselaan bestaat vrijwel
uitsluitend uit matig tot vast gepakte zandlagen. Dit maakt het
wat sterkte betreft mogelijk te funderen op staal. Maar de bijbe-
horende zettingen zouden in dit geval te groot zijn. Voor de
sterkte was een fundering op palen echter niet nodig. Daarom
is een fundering ontworpen die de voordelen van beide syste-
men met elkaar verbindt: een paal-plaatfundering (fig. 9).
Ellipsen sieren Utrechtse skyline
5 2010
74
9
10
9 Voor de toren is een combinatie van een paal- en een plaatfundering
toegepast
10 Op sommige plaatsen resulteerde slechts 0,75 m ruimte tussen de buitenzijde
van de diepwand en de bestaande bebouwing
foto: B.J. de Ruiter Rabobank Nederland
Constructief ontwerp parkeergarage
Als onderdeel van het plan moesten 620 ondergrondse parkeer -
plaatsen worden gerealiseerd. In de eerste ontwerpschetsen was er
sprake van een tweelaagse ondergrondse garage onder het gehele
oppervlak. Gedurende het Voorlopig Ontwerp is echter een aantal
andere varianten onderzocht. Omdat de grondslag in Utrecht
vrijwel uitsluitend zand bevat, is al bij een beperkte diepte onder
het grondwaterpeil het toepassen van onderwaterbeton noodza-
kelijk. Kostentechnisch maakt het dan niet zo veel meer uit om
nog iets dieper te gaan. Daarom is gekozen voor een vierlaagse
rechthoekige parkeergarage tussen de nieuw te bouwen toren en
de bestaande gebouwen (foto 12). Dit levert een veel efficiëntere
parkeergarage op. Het oppervlak van de bodemafsluiting en de
omtrek van de bouwputwanden worden aanmerkelijk beperkt.
Bovendien kon hiermee een aanzienlijke besparing in bouwtijd
worden bereikt doordat nu de bouw van de ondergrondse garage
parallel aan de bouw van de hoogbouw kon plaatsvinden.
Constructief ontwerp
De omtrek van de parkeergarage bestaat uit 800 mm dikke
diepwanden, tot 21 m diep in de grond aangebracht. Deze diep-
wanden zijn met wisselende paneelbreedten uitgevoerd om het
ontgravingseffect op de bestaande funderingen zo klein moge-
lijk te houden. Gezien de benodigde binnenruimte in de
parkeergarage en de dikte van de diepwanden, resulteerde op
sommige plaatsen nog slechts 0,75 m ruimte tussen de buiten-
zijde van de diepwand en de bestaande bebouwing (foto 10).
De onderste vloer van de garage bestaat uit een dikke onderwa-
terbetonvloer van 1,4 m met daarbovenop een ter plaatse
gestorte vloer van 750 mm. De bovenkant van de onderste
vloer ligt 13,5 m onder peil. De verdiepingsvloeren bestaan uit
320 mm dikke kanaalplaatvloeren mm met een druklaag van
100 mm. De bovenste dekvloer bestaat uit prefab liggers met
een in het werk gestorte druklaag om de hier optredende hoge
verkeersbelasting te dragen. Het dek wordt belast door expedi-
tieverkeer voor de toevoer van de Rabobank en door een
toekomstige HOV-bus/trambaan (Hoogwaardig Openbaar
Vervoer) van de gemeente Utrecht.
De diepwanden brengen de horizontale gronddrukken over via
de vloeren naar een middenwand in de parkeergarage. Deze
betonnen middenwand is 400 mm dik en verzorgt het even-
wicht van de horizontale belastingen. Omdat het om een split-
level parkeergarage gaat, ontstaan er in deze middenwand
aanzienlijke krachten. De horizontale belastingen lopen
immers niet in één lijn door (fig. 11).
Uitvoering
Nadat de diepwanden waren aangebracht is het maaiveld verlaagd
tot circa 5 m beneden peil. Het één-laags stempelraam kon nu
Ellipsen sieren Utrechtse skyline5 2010
75
11
12
11 Omdat de vloeren in de splitlevel parkeergarage niet in één lijn doorlopen,
ontstaan flinke horizontale belastingen in de middenwand
12 Het stempelraam bestond uit stalen buizen Ø 1 m die h.o.h. 5,5 m tegen de
diepwand aan zijn geplaatst
foto: B.J. de Ruiter Rabobank Nederland
werden vooral beïnvloed door het ontgraven en storten van de
diepwandpanelen en door het ontgraven van de bouwkuip zelf.
Een constructief probleem was bijvoorbeeld dat een bestaand
pand gefundeerd was op prefab-betonnen heipalen met het
paalpuntniveau op 16 m onder het maaiveld. Tijdens het
maken van de diepwanden vanaf het maaiveld ontstond een
21 m diepe openstaande sleuf gevuld met bentoniet op slechts
1 m van deze paalpunten. Om zakkingen te voorkomen is voor
het maken van de diepwanden, de draagkracht van deze
bestaande fundering verder doorgezet tot een diepte onder het
niveau van de diepwanden door middel van waterglasinjectie.
De gevolgen van het ontgraven van de diepwandpanelen en de
verschillende fasen van de bouwkuip op de funderingscon-
structies van de bestaande bebouwing en op de diepwand zelf,
zijn berekend met 3D-rekenmodellen. Vooraf is hiermee
bepaald wat de eventuele zakkingen en vervormingen van de
omgeving zouden zijn. Tijdens de uitvoering zijn de belen-
dende percelen constant gemonitord. De monitoring liet
vervormingen van de omgeving zien, maar uiteindelijk minder
dan berekend. De (bestaande) constructie en de omringende
grond blijken zich stijver te gedragen dan theoretisch vooraf
was aangenomen. Maar belangrijker nog: de wijze van vervor -
men van de belendingen was gelijk aan de wijze zoals vooraf
bepaald met de 3D-berekeningen. Daarmee is de uitvoering
gecontroleerd gebeurd (theorie en praktijk lieten hetzelfde
gedrag zien) en er zijn geen onverwachte of onvoorziene zaken
waargenomen.
Planning
Met de bouw van de Toren, de Plaza en de Parkeergarage is
gestart in maart 2007. De parkeergarage is in april 2010 gedeel-
telijk in gebruik genomen. Aan de afbouw van de Toren en de
Plaza wordt momenteel nog gewerkt. Rabobank Nederland en
de stad Utrecht zijn met de nieuwbouw een markant gebouw
rijker. Het levert een belangrijke aanvulling op de skyline van
Utrecht.
?
worden aangebracht. Het stempelraam bestond uit stalen buizen
met een doorsnede van 1 m die h.o.h. 5,5 m tegen de diepwand
zijn aangeplaatst. De parkeergarage kon daarna verder worden
uitgegraven naar een diepte van 16 m ?peil. Omdat de grondwa-
terstand in Utrecht relatief hoog is (1,5 m ?peil), ontstond er een
bouwkuip vol water (tijdelijk het grootste zwembad van Utrecht).
Na het ontgraven werd het onderwaterbeton gestort. Het onder -
waterbeton is verankerd tegen opdrijven door middel van trekan-
kers (lang 23 m) in een patroon van 2,75 m x 2,75 m. Na het
aanbrengen van de trekankers kon de bak leeg worden gezogen en
kon worden begonnen met het inbouwpakket van de wanden en
de vloeren (foto 12).
Belendingen
In het ontwerp en de uitvoering is veel aandacht besteed aan de
invloed van de bouwput op de belendende panden. Deze
? proJec TGeGevenS
opdrachtgever Rabobank Nederland
directievoering Arcadis
architect Kraaijvanger?Urbis
adviseur constructies ABT
adviseur installaties Valstar Simonis
hoofdaannemer Bouwcombinatie Heijmans /
J.P. van Eesteren V.O.F.
Reacties