Tussen Denemarken en Duitsland wordt een nieuwe vaste verbinding voor auto- en treinverkeer voorbereid, de Femernbeltverbinding. Hiervoor wordt een zinktunnel gebouwd die met een lengte van nagenoeg 18 km alle records breekt: hij wordt meer dan drie keer zo lang als de huidige langste zinktunnel ter wereld.
46
thema
Zinktunnel tussen
Duitsland en
Denemarken
1
Femernbeltverbinding met 79 standaard- en 10 speciale afzinkelementen
thema
Zinktunnel tussen Duitsland en Denemarken 5 2017
47
De Femernbelttunnel (in het Nederlands: Fehmarnbelttunnel)
maakt deel uit van het Europese TEN-T netwerk en vormt een
belangrijk deel in de noord-zuidtak die loopt van Finland tot
het zuiden van Italië. De verbinding is ingepast tussen het
Deense Rødbyhavn, gelegen op het eiland Lolland, en de
Duitse stad Puttgarden op het schiereiland van Femern (fig 2).
De opdrachtgever Femern A/S is een bedrijf dat volledig in
handen is van de Deense staat en is een onderafdeling van de
Deense Sund & Baelt Holding. Deze laatste heeft al een brede
ervaring opgedaan bij de realisatie van de vaste verbindingen
over de Storebaelt (Grote Belt) en de Oresund. Femern A/S
heeft diverse opties onderzocht, zoals een brug, een boortunnel
en een zinktunnel. Na een uitgebreide vergelijkende studie
werd uiteindelijk de zinktunneloplossing als de referentie-
ontwerpoplossing gekozen en verder uitgewerkt.
Tunnelopbouw
De gehele tunnel is 19,7 km lang waarvan 17,5 km is uitgevoerd
als afgezonken tunnel. De resterende 1,2 km is gerealiseerd met
de in situ cut-and-cover-methode en als open toeritmoten. Het
afgezonken gedeelte zelf bestaat uit 79 standaardelementen met
een lengte van 217 m, en 10 speciale elementen (specials) met
een lengte van 39 m. De specials hebben twee niveaus en zijn
bovendien breder dan de standaardelementen (46 m i.p.v. 42 m).
Tussen elke twee opeenvolgende specials worden steeds acht
standaardelementen aangebracht. Zodoende bedraagt de
tussenafstand tussen twee specials 1736 m.
ing. Hans Mortier PMSE
FLC / Dimco
ir. Nhut Nguyen
FLC / BAM Infraconsult
Dipl.-Ing. Phil Rickes
FLC / Max Boegl
Tussen Denemarken en Duitsland wordt een
nieuwe vaste verbinding voor auto- en treinverkeer
voorbereid, de Femernbeltverbinding. Hiervoor
wordt een zinktunnel gebouwd die met een lengte
van nagenoeg 18 km alle records breekt: hij wordt
meer dan drie keer zo lang als de huidige langste
zinktunnel ter wereld 1).
1) Op dit moment is de langste zinktunnel de Bay Area Rapid Transit (BART) tunnel in San Francisco (5,8 km).
Aanbiedingsproces
Het gehele project heeft een geschatte waarde van ? 6,2 miljard.
Het is opgesplitst in verschillende deelcontracten om zo
voldoende verschillende combinaties de mogelijkheid te bieden
aan het tenderproces deel te nemen (fig. 3). De vier grootste
deelcontracten werden tegelijkertijd op de markt gebracht.
Dit betrof het baggercontract (TDR), de zuidelijke helft van de
zinktunnel (TUS), de noordelijke helft van de zinktunnel (TUN)
en de toeritten aan beide uiteinden van de zinktunnel (TPR)
(portalen genoemd). Het stond de aanbieders vrij om naast een
aanbieding per deelcontract ook twee of meer deelcontracten te
combineren. Na een driefasig aanbiedingsproces met meerdere
dialooggesprekken, werden de deelcontracten TUS, TUN en TPR
aan de combinatie Femern Link Contractors (FLC) definitief
gegund. Het baggercontract (TDR) werd toegekend aan de
combinatie Femern Belt Contractors (FBC).
Om te garanderen dat het afzinkproces te allen tijde kan door -
gaan, zelfs in het geval van het verlies van een element tijdens
transport, eist de opdrachtgever dat alle standaardelementen
tussen twee opeenvolgende specials onderling volledig uitwis -
selbaar zijn. Daarom zijn de standaardelementen steeds recht -
lijnig en staan de eindvlakken aan beide zijden loodrecht op de
tunnelas. Alle horizontale en verticale bochten worden
derhalve geconcentreerd in de specials (fig. 4).
In het onderste niveau van de specials zijn technische ruimten
aangebracht. Dankzij de extra breedte is er ruimte voor een
zogenoemde lay-by-area: een ruimte voor het parkeren van
onderhoudsvoertuigen of voertuigen in nood. De onderhouds -
ploegen hebben vanaf deze locatie ook een gemakkelijke
toegang tot de technische ruimten en de andere tunnelkokers,
zonder hierbij de verkeersstromen te hinderen.
De standaardelementen hebben een totale breedte van circa 42 m,
genoeg voor twee verkeerskokers van 11 m waarin telkens twee
1 Impressie van de Femernbelttunnel2 De Femernbelttunnel verbindt het Deense
Rødbyhavn, gelegen op het eiland Lolland, met de Duitse stad Puttgarden op het schiereiland van Femern
2
Zinktunnel tussen Duitsland en Denemarken 5 2017
Zinktunnel tussen Duitsland en Denemarken 5 2017 48
thema
3 Schematisch overzicht van deelprojecten binnen Femernbelt tunnelproject 4 Opbouw speciale elementen (specials)5 Opbouw standaardelementen6 Geotechnisch lengteprofiel
behulp van tijdelijke voorspanning verbonden tijdens de trans -
port- en afzinkfase. Eenmaal afgezonken op hun definitieve
locatie wordt de voorspanning in elke mootvoeg doorgesneden
zodat het element het gewenste verticale alignement kan
aannemen.
Tandverbindingen
In de moot- en zinkvoegen van de zes wanden worden tand-
verbindingen aangebracht om verticale dwarskrachten en
torsiekrachten over te brengen. Tevens wordt in de vloer een
horizontale tandverbinding aangebracht om de horizontale
dwarskrachten over te dragen van moot naar moot.
Geotechnische randvoorwaarden
Het overgrote deel van de zinktunnel is gefundeerd op de
upper till-laag, een zeer stijve kleilaag waarin nagenoeg verticale
hellingen kunnen worden gebaggerd (fig. 6). Enkel aan het
zuidelijke uiteinde is de tunnel gefundeerd op de zogeheten
folded palaeogene clay-laag. Deze 'opgevouwen' hoogplastische
klei is destijds zeer hoog overgeconsolideerd. Hierdoor werd
verwacht dat er een aanzienlijke zwel zou optreden ten gevolge
van de ontlasting tijdens het uitgraven van de baggersleuf.
Voorafgaand aan de tenderfase heeft de opdrachtgever een
testput op grote schaal uitgevoerd in deze grondsoort. De
resultaten gaven aan dat de verwachte overconsolidatie slechts
matig aanwezig was.
Productie elementen
De elementen worden gerealiseerd in een fabriek met meerdere
parallelle productielijnen in een geklimatiseerde hal. Hierbij
wordt gebruikgemaakt van een bekisting die is opgesteld op
schuifbalken (fig. 7). De wapening van een volledige tunnelmoot
wordt geprefabriceerd en vervolgens in de bekisting geschoven.
De mal maakt het mogelijk een 24,1 m lange moot in één stort
als monoliete constructie uit te voeren.
rijbanen en een vluchtstrook zijn voorzien, voor een midden -
tunnelkanaal en voor twee 6 m brede treinkokers (fig. 5).
Moten
Elk standaardelement omvat negen moten van 24,1 m lang met
mootvoegen ertussen (totale lengte 217 m). De specials bestaan
uit slechts een moot (lengte 39 m). De elementen worden met
3
5
6
middentunnelkanaal 2 treinkokers 2 verkeerskokers
dieper gelegen niveau met technische ruimten lay-by-area
4
49
700
7 De moten worden op een schuifbalk geproduceerd8 Verplaatsing elementen in upper en lower basin
poorten weer worden opengezet (fig. 8), waarna het element
wordt verbonden met de afzinkpontons en getransporteerd
naar zijn uiteindelijke afzinklocatie.
Beton
De standaardelementen worden in één betonstort als monoliete
constructie gerealiseerd. Zodoende kan er ? mits voldoende
zorg voor het proces ? een scheurvrije constructie worden
gemaakt. Dit kan omdat er nauwelijks verhinderde vervormingen
optreden tijdens het verhardings- en afkoelingsproces.
De specials worden op een extra productielijn vervaardigd, in
Stort en afbouw
Na voldoende verharding wordt de vloerbekisting tussen de
schuifbalken weggehaald. Hierna wordt de betonmoot met
de rest van de bekisting over een gehele mootlengte doorge -
schoven. De rest van de bekisting wordt nu teruggetrokken
naar de initiële positie om te worden klaargemaakt voor de
volgende stort.
Wanneer dit proces negen keer is herhaald, is een element
volledig gestort en kan het op de schuifbalken in zijn geheel
verder worden doorgeschoven over een lengte van nagenoeg
220 m, naar het zogenoemde upper basin, het bassin met het
hoogstgelegen bodempeil. Dat bassin staat op dat moment
nog droog (fig. 8). Er is bewust gekozen voor extra lange
schuifbalken waarbij een volledig element aan beide zijden
van de sliding gate (zie volgende alinea) kon worden geplaatst.
Dit maakte het mogelijk de sliding gate altijd te sluiten wanneer
een afgewerkt element van het upper naar het lower basin
moest worden verplaatst, zonder hierbij afhankelijk te zijn van
het productieproces in de productiehal.
In het upper basin vindt de verdere afbouw van het zinkelement
plaats. Dit behelst het aanbrengen van tijdelijke constructies
benodigd voor het afzinkproces, zoals ballasttanks, bolders,
kopschotten en het rubberen Gina-profiel.
Verplaatsing in bassin
Wanneer deze werkzaamheden zijn afgerond, is het element
klaar om getransporteerd en afgezonken te worden. De 'glijdende
poort' (sliding gate) tussen de productiehal en het upper basin
wordt dichtgezet. Dat geldt ook voor de 'drijvende poort' (floa -
ting gate) dat het lagergelegen bassin ('lower basin') van de
open zee scheidt. Met beide poorten gesloten, kan het water in
beide bassins dusdanig hoog worden opgezet dat het element in
het upper basin kan worden opgedreven en getransporteerd
naar het lower basin. Hier gearriveerd kan het upper basin
worden leeggelaten en het waterpeil in het lower basin worden
verlaagd tot zeespiegelniveau. Vervolgens kunnen beide
7
8a
8b
8c
zinkelement
sliding gate
productiehal lower basin upper basin floating gate
Zinktunnel tussen Duitsland en Denemarken 5 2017
50
9 Visuele resultaten van berekeningen betonnen zinkelementen op een grindbed met grindruggen die niet in een vlak zijn aangebracht
Beschermingslaag
Zodra een element is afgezonken en er geen correctie van de
ligging meer noodzakelijk is, kan er worden begonnen met het
aanbrengen van de opsluitingsaanvulling (locking fill, ofwel de
eerste aanvullaag die zorgt voor het opsluiten van het element
op zijn afzinklocatie, fig. 11) en de sleufaanvulling (backfill,
ofwel rest van de aanvulling, fig. 11). Nadien wordt een
beschermingslaag (scour protection) op en naast de tunnel
aangebracht. De functie van deze laag, die uit een nauwkeurig
ontworpen gradering van rotsblokken bestaat, is drieledig:
? het beschermen van de tunnelconstructie tegen vallende
ankers; dit criterium bepaalt de totale dikte van de bescher -
mingslaag;
? het beschermen van de tunnelconstructie tegen slepende
ankers; dit criterium bepaalt de breedte en dikte van de
beschermingslaag aan beide zijden naast de tunnel;
? garanderen van een stabiele afdeklaag waarbij rekening wordt
gehouden met stroomsterkten en door scheepsschroeven
opgewekte turbulenties; dit criterium bepaalt de gradering
van de beschermingslaag.
Elke mogelijke schade aan het betonnen tunneldak moet worden
voorkomen. Anderzijds moet ook het te diep penetreren van de
rotsblokken in de aanvulling naast de tunnel worden vermeden.
Daarom wordt er bij het zijdelings dumpen van de rotsblokken
vanaf een ponton, vooraf een filterlaag aangebracht op en naast
de tunnel. Dit is een steenlaag met kleinere gradering.
Beschouwde belastingsgevallen
Bij het berekenen van de capaciteit van de tunnel wordt uitgegaan
van een levensduur van 120 jaar. Naast de courante belastings -
gevallen zoals grond- en waterdrukken, verkeers- en tempera -
tuurbelastingen, is de tunnel ook ontworpen op alle belastingen
tijdens het transporteren en afzinken. Hier bovenop zijn vanuit
het contract ook enkele calamiteitenscenario's opgelegd. Zo
meerdere stortfasen. Hierdoor bestaat er een groter risico op
scheurvorming. Toch zijn hier geen dubbelschalige staalcon -
structies opgevuld met zelfverdichtend beton ingezet. Wel
worden de verhinderde vervormingen zo veel mogelijk geredu -
ceerd met behulp van koeling/opwarming. Daarbij wordt
koeling van het versgestorte beton gecombineerd met opwar -
ming van het beton van de vorige stort. Op die manier worden
de optredende trekspanningen voldoende laag gehouden, lager
dan de op elk moment aanwezige treksterkte van het beton.
Afzinkproces en aanvullingswerkzaamheden
De aannemer van het baggercontract graaft de baggersleuf voor
sommige delen van de tunnel uit, op een tijdstip lang voor het
plaatsen van de elementen. Tot op het moment dat FLC een deel
van de baggersleuf overneemt, is de opdrachtgever verantwoor -
delijk voor het onderhoudsbaggerwerk. Bij overname komt die
verantwoordelijkheid bij FLC te liggen. Vervolgens gaat FLC het
grindbed aanbrengen volgens een zodanige planning dat de kans
op sedimentatie op het geplaatste grindbed nagenoeg afwezig is.
Het grindbed wordt aangelegd volgens een slangenpatroon
(snake pattern) met een nominale dikte van 0,60 m.
Het is al een bijzondere uitdaging dit grindbed met de vereiste
tolerantie op de absolute hoogte aan te brengen op een water -
diepte van 45 m. Het is een nog grotere uitdaging de maximaal
toelaatbare verschillen in hoogte tussen alle grindruggen onder
eenzelfde element te respecteren. Overschrijdingen kunnen
immers leiden tot onaanvaardbare krachtswerkingen in de
zinkelementen.
Pontons
Na een grondige studie besloot FLC dezelfde pontons te
gebruiken voor het afzinken van de standaardelementen als
de pontons die ontworpen waren voor het afzinken van de
specials (fig. 10).
9b
9a
thema
Zinktunnel tussen Duitsland en Denemarken 5 2017
51
scour p ro te ctio n
b ack ll lock ing ll
gr ave l bed
( 32/6 4)
element n element n-1
10 Impressie pontons 11 Grindbed (gravel bed), opsluitingsaanvulling (locking fill), sleufaanvulling (backfill) en beschermingslaag (scour protection) 12 3D visualisatie van zettingen ter plaatse van aansluiting zinktunnel met cut-and-cover sectie in Lolland (Deense zijde) na 60 jaar
moet rekening worden gehouden met een volledig ondergelo -
pen tunnel of het stranden van een gezonken schip op het dak
van de tunnel. Hierbij moeten de tandconstructies in staat zijn
de optredende krachten over te brengen. Ook moeten de
interne afmetingen van de tunnel dusdanig worden gekozen
dat zes maanden na het leegpompen van de tunnel of het
weghalen van het scheepswrak weer het juiste weg- en spoor -
alignement kan worden aangebracht.
De gronddekking op het tunneldek kan gedurende de tijd varië -
ren tussen de dikte van de beschermingslaag en 6,8 m ten gevolge
van grondruggen die zich op de bodem gaan afzetten.
Ten slotte moeten alle tunnelkokers bestand zijn tegen een drie uur
durend brandscenario volgens de Rijkswaterstaat-brandkromme.
Hierbij mag de temperatuur van de wapening en het betonopper -
vlak niet hoger stijgen dan respectievelijk 250 °C en 380 °C.
Beheersen van vervormingen
Een van de grootste uitdagingen in het project is het beheersen
van de vervormingen. Ondanks de geotechnische variabiliteit
en de te verwachten uitvoeringstoleranties, moet de inpasbaar -
heid van de profielen van vrije ruimte volgens een vloeiend
alignement kunnen worden gegarandeerd. Hoekverdraaiingen
tussen twee opeenvolgende moten moeten steeds voldoen aan
de eisen die worden gesteld aan hogesnelheidstreinsporen en
aan de afvoercapaciteit van de ingestorte waterafvoerpijpen.
De restzettingen tijdens de levensduur van de tunnel ter plaatse
van de overgangen tussen afgezonken tunnel en portalen aan
Duitse en Deense zijde, moeten kleiner zijn dan respectievelijk
40 mm en 20 mm. Het verschil tussen beide grenswaarden is te
wijten aan de aanwezigheid van de paleogene klei aan de
Duitse zijde. FLC ontwikkelde een spanning-rekrelatie voor
deze paleogene klei op basis van kalibratie van de beschikbare
oedometertestresultaten. Voorts werden uitgebreide gevoelig -
heidsanalyses gemaakt van talloze mogelijke uitvoerings-
sequenties ter hoogte van beide overgangszones, waarbij nog eens
rekening werd gehouden met verschillende funderingswijzen
van de portalen (op palen of op staal gefundeerd). 4D niet-
lineaire zettingsanalyses gaven aan dat er een haalbare oplossing
mogelijk was.
Conclusie
Op dit moment is FLC druk doende het aanbiedingsontwerp
verder te verfijnen en te optimaliseren. Zodra de opdrachtgever
het sein geeft dat kan worden begonnen, zal het nog circa tien
jaar duren voor de gegunde werkzaamheden worden opgeleverd
en een van de grootste infrastructuurprojecten van Europa zal
zijn afgerond. ?
? PROJECTGEGEVENS
project Femernbeltverbinding
opdrachtgever Femern A/S (onderdeel van Sund & Baelt Holding)
opdrachtnemer TUS, TUN en TPR (zie kader) Femern Link Contractors
(FLC), bestaande uit VINCI Construction Grands Projets, Per Aarsleff
Holding, Wayss & Freytag Ingenieurbau AG, Max Bögl Stiftung & Co.,
CFE, Solétanche-Bachy International, BAM Infra, BAM International
opdrachtnemer TDR Femern Belt Contractors (FBC)
10
11
12
Zinktunnel tussen Duitsland en Denemarken 5 2017
Reacties