Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO), onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), besloot enige jaren geleden de activiteiten van twee van zijn drie vestigingen samen te brengen in één nieuw gebouw op het terrein van de Wageningen University & Research campus. De opdrachtgever vroeg om een ontwerp gebaseerd op de cradle-to-cradlefilosofie. Belangrijke vraag was: Hoe kan het project bijdragen aan de kennisontwikkeling op het gebied van duurzaam bouwen? Het gebouw weerspiegelt daarmee het instituut als een 'duurzame en grensverleggende kennisgenerator'.
themaGenerator van duurzaamheid4201122themaGenerator vanduurzaamheidHet Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO), onderdeel van deKoninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW),besloot enige jaren geleden de activiteiten van twee van zijn drie vesti-gingen samen te brengen in ??n nieuw gebouw op het terrein van deWageningen University & Research campus. De opdrachtgever vroegom een ontwerp gebaseerd op de cradle-to-cradlefilosofie. Belangrijkevraag was: Hoe kan het project bijdragen aan de kennisontwikkelingop het gebied van duurzaam bouwen? Het gebouw weerspiegeltdaarmee het instituut als een `duurzame en grensverleggende kennis-generator'.1Nieuw kantoor van NIOO draagt bij aan dekennisontwikkeling op het gebied van duurzaam bouwenOmschrijving van het gebouwArchitectenbureau Claus en Kaan ontwierp een combinatie vangebouwen waarbij de informele ontmoeting en het contact metde natuur centraal staan. De ruime opzet en het aantal vides diede verdiepingen verbinden, bevorderen een ontspannen eninspirerend werkklimaat. De laboratoria bevinden zich op eenprominente plek aan de voorzijde van het gebouw. Door degrote glazen raampartijen heeft de gevel een open uitstraling.Deze transparantie geeft bovendien inzicht in de functie vanhet gebouw en het type organisatie.Generator van duurzaamheid 42011 231 Hout en glas zijn duidelijkzichtbaar in het ontwerp2 Artist Impression van hetNIOODe kantoren liggen aan de achterzijde van het hoofdgebouw,met uitzicht op de achterliggende terreinen en de bijgebouwen.Op de tweede verdieping bevinden zich de kantine, een audito-rium en een groen dak. Dit laatst doet tevens dienst als infor-mele ontmoetingsplaats. De plek geeft een mooi overzicht overhet terrein en de bijgebouwen. In de bijgebouwen zijn deonderzoeksruimten (vogelverblijven en kassen) gelegen.Op het hoofdvolume is een houten scherm geplaatst dat bovenhet auditorium en de kantine uitsteekt. Dit dient om de instal-laties en andere voorzieningen op het dak van deze ruimtenaan het zicht te onttrekken.Stedenbouwkundig sluit het ensemble van gebouwen aan op deWageningen University & Research campus aan de overzijdevan de Mansholtlaan.DuurzaamheidVoor het ontwerp vormde duurzaamheid een belangrijk uitgangs-punt. Om de consequenties hiervan goed onder ogen te krijgen, isdit uitgangspunt per ontwerpdiscipline ge?nventariseerd. Vervol-gens is het gezamenlijk tot ??n ontwerp ge?ntegreerd.ArchitectuurHet ontwerp kenmerkt zich door recyclebare materialen zoalshout, staal en glas. Met name hout en glas zijn duidelijk zicht-baar in het ontwerp: houten luifels, kozijnen en bijgebouwenen verdiepingshoge glasgevels in het hoofdgebouw.InstallatiesIn het installatieconcept komt de ontwerpfilosofie met nametot uiting in:? natuurlijke luchtstromen;? maximale beinvloedingsmogelijkheid van klimaat eigenwerkplek;? duurzame energievraag, gecombineerd met maximale ener-gie-efficiency.De installatieadviseur heeft op basis van deze uitgangspunteneen energie- en installatieconcept ontworpen waarbij de ramenin de kantoren open kunnen. Hierdoor kan het werkklimaatindividueel worden be?nvloed. Daarnaast is een hybride venti-latiesysteem met CO2-detectie toegepast. In het geval datnatuurlijke ventilatie niet mogelijk is, wordt het ventilatiesys-teem ingeschakeld bij een gemeten afnemende luchtkwaliteit.De basisverwarming en -koeling van het hoofdgebouw isverzorgd door betonkernactivering. Hiertoe zijn watervoerendeslangen in het beton gestort. Deze zorgen in de zomer voorkoeling, en in de winter voor opwarming. Voor de opslag vankoude zijn ondiepere watervoerende lagen aangeboord (ca.100 m diep). Warmte wordt opgeslagen in diepere aardlagen(Hoge Temperatuur Opslag (HTO) op ca. 300 m diep). DezeHTO wordt als pilotproject in nauw overleg met de provincieGelderland uitgevoerd. In het HTO-systeem wordt zoveelmogelijk warmte uit het gebouw, de kassen en de zonnecollec-toren opgeslagen, zodat het op een later moment weer kanworden gebruikt.ConstructieTijdens het voorontwerp verrichtte Arup een studie naar hetmateriaal dat voor een constructie zo duurzaam mogelijk is.Hierin is voor een aantal varianten de benodigde hoeveelheidmateriaal bepaald om sterkte en stijfheid te garanderen. Ook isde `embodied energy' per materiaal bepaald. Deze informatiebevat de hoeveelheid energie die wordt gebruikt bij hetvervaardigen van het materiaal, het vervoer en de manierwaarop het wordt gehanteerd op de bouwplaats. Door dezetwee factoren te vermenigvuldigen is de totale embodiedenergie per materiaal bepaald. De meest optimale constructievanuit duurzaamheid bleek de variant met hergebruikte stalenliggers en kolommen, gecombineerd met houten vloeren.ir. Bert Fraza, ing. Marcel de Boer1)ArupAfmetingenHoofgebouw circa 6500 m2BVOBijgebouwen circa 3000 m2BVO1) Dit artikel is mede geba-seerd op teksten van LouiseVet ? NIOO, Dick vanWageningen ? Claus enKaan, Arie Huisman ?DWA.2Generator van duurzaamheid42011247200 7200 7200 7200 7200 7200 7200 7200themaVoor de gebruikte materialen is gedurende het ontwerpprocesgekeken of een optimalisatieslag kon worden gemaakt in duur-zaamheid. Zo is besloten verduurzaamd hout (geplatoniseerd)toe te passen. In het beton is een zo hoog mogelijk percentagehoogovencement en betongranulaat toegepast.Constructieve opzetHoofdgebouwHet hoofdgebouw is 100 m lang en 30 m diep. Het heeft ??ndilatatie. De verdiepingshoogte is 4 m. De draagconstructiebestaat uit vlakke vloeren op kolommen (400 x 400 mm en 250x 600 mm) in een ruim grid (7,2 x 8,1 m2). Per bouwdeel wordtde stabiliteit verzorgd door drie betonwanden (d = 250). Hetgebouw is met twee- en driepaalspoeren gefundeerd opvibropalen ?456 van circa 10 m lang. De verdiepingsvloerenzijn uitgevoerd in breedplaat (1e en 2e verdieping 340 mm dik,3e verdieping 280 mm dik). In deze vloeren liggen de BKA-leidingen onder de bovenwapening. Voor de begane grond zijnDeze informatie is gecombineerd met andere criteria, zoalsflexibiliteit in gebruik, bouwsnelheid, kosten, levensduur entrillingen en andere bouwfysische eisen aan de laboratoria.Daaruit is de betonnen variant, waarin het energieconcept metwarmte- en koudeopslag is ge?ntegreerd, als meest optimaalnaar voren gekomen.Voor het casco is duurzaamheid mede gedefinieerd door eenlange levensduur. Dit komt tot uiting in onder meer de ruimeopzet, zowel in kolomafstand als verdiepingshoogte. Ook zijnvlakke vloeren toegepast om nu en in de toekomst ruimte tebieden voor het inpassen van installaties en andere voorzienin-gen in het gebouw. Daardoor kan dit casco in de toekomstzonder aanpassingen andere functies herbergen. Om materiaalte besparen is de afwerkvloer achterwege gelaten en zijn debetonvloeren gevlinderd. Om zowel esthetische redenen (geenvisuele scheuren, geen zaagsneden), en bouwfysische redenen(vloeistofdicht), is door wapening de scheurvorming beperkt.Door de vloer daarna te sealen met moxylon is deze vloeistof-dicht gemaakt (foto 3).3 45Generator van duurzaamheid 42011 255400 81008000+P4000+P0000+P13600+P17300+P20000+P8100 60007200 7200 7200 7200 7200 72008000+P4000+P13600+P20000+P0000+P3 Door de vloer te sealen metmoxylon is hij vloeistofdichtgemaaktfoto: Claus en Kaan Architecten4 De kolommen die het houtenscherm van de dakopbouwsteunen zijn uitgevoerd in staalfoto: Claus en Kaan Architecten5 Langsdoorsnede6 Dwarsdoorsnedebetonbalken en een fundering van vibropalen ?305. Deconstructie bestaat uit HSB-elementen, gelamineerde kolom-men en liggers en daken van houten balklagen. De bijgebou-wen hebben evenals het hoofdgebouw sedum daken. Het dakvan het grootste bijgebouw biedt daarnaast ruimte voor zonne-collectoren.Ter afsluitingIn samenwerking met architect, adviseurs, uitvoerende partijenen een zeer inspirerende opdrachtgever, is in Wageningen eenblikvanger voor het NIOO gerealiseerd. De wens om een zeerduurzaam gebouw te realiseren is vervuld door een multidisci-plinaire aanpak te hanteren. Het gebouw weerspiegelt het insti-tuut als generator van duurzaamheid en innovatie en sluit daar-door naadloos aan bij de doelstellingen van het NIOO. kanaalplaten (200 mm + 60 mm druklaag) op betonbalkentoegepast. De BKA-leidingen in deze vloer liggen ook onder dewapening van de druklaag.De dakopbouw heeft een afwijkende kolomstructuur (h.o.h. 1,8m). De dragende kolommen zijn hier opgenomen in de gevel.Deze zijn uitgevoerd in staal (samengestelde kokers 100 x 200mm) en staan op stalen balken die zijn ingestort in de tweedeverdiepingsvloer. Ook de kolommen die het houten schermvan de dakopbouw steunen zijn uitgevoerd in staal (HEA280 /IPE270) (foto 4).De houten luifels aan voor- en zijgevels op de verdiepingen zijnbeloopbaar voor glazenwassers en zijn via stalen liggers directgekoppeld aan de vloerrand. De luifel op de begane grond isbeloopbaar en draagt af op de fundering. De loopbruggen overde vijver naar de entree zijn op palen gefundeerd.BijgebouwenDe beganegrondvloer van de bijgebouwen bestaat evenals hethoofdgebouw uit kanaalplaten (200 mm + 60 mm druklaag) op Projectgegevensopdrachtgever Koninklijke NederlandseAcademie van Wetenschappen (KNAW)gebruiker NIOOarchitect Claus en Kaan Architectenprojectmanagement Archisupportadviseur constructies Arupadviseur installaties DWAadviseur bouwfysica en brand DGMRaannemer bouwkundig Berghegeaannemer installaties W Burgers-Ergonaannemer installaties E Imtechoplevering januari 2011Er is bij het selecteren van de bouwpartners nietspecifiek gelet op`groene'partners. Om de kringvan deskundigen op dit gebied te vergrotenheeft de opdrachtgever juist bewust gekozenvoor reguliere bouwpartners.6
Reacties