In de Amsterdamse wijk de Oude Pijp, pal naast het Museumplein, is onder de Boerenwetering de Albert Cuypgarage gebouwd. Een uniek project, want niet eerder werd in Amsterdam een parkeergarage aangelegd onder een bestaande watergang (foto 1). Een van de innovaties was een geïntegreerde keldervloer, waarbij staalvezelversterkt onderwaterbeton in de eindfase samenwerkt met de daaroverheen gestorte constructievloer.
1 Bouw parkeergarage, foto: Max Bögl Nederland BV
1
6? CEMENT 2 2021
De Albert Cuypgarage is een
tweelaagse parkeergarage (fig. 2)
van 260 m lang en 30 m breed,
die plek biedt aan 600 auto's en
60 fietsen.
Het zo optimaal mogelijk
benutten van de beperkte vrije ruimte in de
Oude Pijp stond in het project voorop; de
komst van de garage heeft de leefkwaliteit
bovengronds aanzienlijk verbeterd doordat
de parkeerdruk is verlaagd én er boven -
gronds meer ruimte is ontstaan voor groen,
speelplaatsen en voetgangers en fietsers. De
2,5 m diepe gracht boven het garagedak is in
ere hersteld (foto 3).
Ontwerpfilosofie
Het referentieontwerp van de gemeente
Amsterdam voorzag in een drielaags garage
die volledig tussen de bestaande kademuren
inlag. Al tijdens de aanbesteding werd de
eerste optimalisatie doorgevoerd. Vanuit de
gedachte dat een minder diepe bouwkuip
zou leidden tot het reduceren van onder
andere het risico op schade aan de omrin -gende gebouwen én tot een enorme bespa
-
ring op materiaal en af te voeren grond, is
het na enig puzzelen gelukt om het geëiste
aantal parkeerplekken over twee parkeer-
lagen te verdelen.
Na gunning van dit Design, Construct &
Maintain project heeft opdrachtnemer Max
Bögl een bouwteam gevormd met alle be-
drijven die betrokken waren bij de totstand -
koming van de bouwkuip. In gezamenlijk -
heid is een ontwerpfilosofie opgesteld met
'best for project' als uitgangspunt. Door in
samenspraak tot een ontwerp te komen,
kon worden voorgesorteerd op het minima -
liseren van hinder en risico's voor de omge-
ving. Dit leidde tot een 'slanke' constructie
die gerealiseerd kon worden met de inzet
van relatief licht materieel.
Draagconstructie
De constructie van de garage is bestaat uit
prefab kolommen, permanente damwan -
den, dragende prefab voorzetwanden en
Grensverleggende parkeergarage
In de Amsterdamse wijk de Oude Pijp, pal naast het Museumplein, is onder de
Boerenwetering de Albert Cuypgarage gebouwd. Een uniek project, want niet eerder werd in
Amsterdam een parkeergarage aangelegd onder een bestaande watergang (foto 1). Een van de innovaties was een geïntegreerde keldervloer, waarbij staalvezelversterkt onderwaterbeton in de eindfase samenwerkt met de daaroverheen gestorte constructievloer.
Albert Cuypgarage gebouwd onder bestaande watergang met geïntegreerde keldervloer
CEMENT 2 2021 ?7
een geïntegreerde keldervloer. De tussen-
vloer is gemaakt van breedplaatvloeren met
daaroverheen een druklaag. Deze is zo ont-
worpen dat het, zij het met aanpassingen,
mogelijk is om grote vloerdelen te verwijde-
ren waardoor een dubbele hoogte ontstaat.
Hierdoor is het mogelijk om de garage een
geheel andere bestemming te geven. Er is in het ontwerp voor gekozen om
de parkeerdekken zo ruim en overzichtelijk
mogelijk te houden door alleen over de
langsrichting van de garage één enkele rij
kolommen toe te passen. Hierdoor krijgt
de parkeerder het gevoel 'kolomloos' te
parkeren. In de parkeerbeleving spelen de
kolommen ? die in de eigen prefab-beton-
fabriek van Max Bögl zijn gefabriceerd ?
een grote rol. De kolommen, die elliptisch
zijn uitgevoerd, zijn een mooi voorbeeld van
samensmelting van esthetica, constructieve
functionaliteit en de bijdrage aan het sociale
veiligheidsgevoel (foto 4).
Bouwkuip met geïntegreerde
keldervloer
De permanente damwanden zijn grond- en
waterkerend en hebben tevens een construc- tieve functie in de fundering. Tijdens de bouw
zijn ze gestabiliseerd met een stempelraam.
De damwandsloten zijn dichtgelast om wa -
terdichtheid in de gebruiksfase te kunnen
garanderen. Een gebruikelijke oplossing voor de
tijdelijke onderafdichting van een dergelijke
diepe bouwkuip is de toepassing van een
ongewapende onderwaterbetonvloer (OWB-
vloer). Voor de eindfase wordt hier normaal
gesproken een geheel nieuwe constructie-
vloer overheen gestort, die is voorzien van
traditionele wapening. Een probleem van
deze oplossing is het risico op scheurvorming
in zowel de OWB-vloer als de constructieve
vloer, onder meer doordat de vervorming
van de constructieve vloer wordt verhinderd
door de OWB-vloer.
Het is ook mogelijk de constructievloer te
laten samenwerken met het onderwaterbe-
ton. In dat geval kan de OWB-vloer worden
uitgevoerd met staalvezelversterkt beton
(SVOWB-vloer) (fig. 5). Dit principe is voor het
eerst op grote schaal toegepast bij de Albert
Cuypgarage. Hier werd een SVOWB-vloer van
900 mm dik met een op te storten construc-
tievloer van 300 mm dik gecombineerd.
2 Impressie van de parkeergarage, bron: ZJA
2
STEPHAN VAN
TILBURG MSC
Technisch manager parkeergarages
(o.a. van de Albert Cuypgarage)
Ingenieursbureau Amsterdam
IR. RUUD
ARKESTEIJN
Specialist ondergronds bouwen
Mobilis TBI (destijds
werkzaam bij ABT bv)
IR. CAROLINE WAGNER
Contractmanager
(o.a. van de Albert Cuypgarage)
Max Bögl Nederland BV auteurs
8? CEMENT
2 2021
Een dergelijk geïntegreerd concept maakt
de keldervloer slanker waardoor er minder
diep ontgraven hoeft te worden. Construc-
tief gezien maakt deze toepassing een grote
spreiding van de belastingen uit de bovenge-
legen gracht mogelijk. De geïntegreerde
vloer is namelijk circa 20 keer (buig)stijver
dan een traditionele keldervloer van 400
mm dik en ongeveer drie keer sterker ten
aanzien van buigende momenten en dwars -
krachten. De totale constructie
gedraagt zich als het ware als een stijve plaat. Hierdoor ontstaat evenwicht tussen de op-
waartse waterdruk onder de keldervloer
en de neerwaartse belastingen vanuit de
kelderconstructie en het water in de gracht
[6]. Het resultaat: een beperkte belasting op
palen, wat het gebruik van slanke GEWI-
palen mogelijk maakt die zowel op trek als
op druk optimaal worden benut. Overigens kan er ook voor worden
gekozen om in de traditionele bouwwijze
lokaal poeren/korven te integreren in de
OWB-vloer. Ook dan kan de totale ontgra -
Toepassing van
een geïntegreer-
de keldervloer
beperkt de belas-
ting op palen,
wat het gebruik
van slanke
GEWI-palen
mogelijk maakt
PROJECTGEGEVENS
project
Albert Cuypgarage opdrachtgever
Gemeente Amsterdam (Stadsdeel Zuid)IPM-team
opdrachtgever
Ingenieursbureau Amsterdam
opdrachtnemer
Max Bögl Nederland BV architect ZJA
constructeur Van Rossum
Raadgevende Ingenieurs B .V.
ontwerp keldervloer ABT
geotechnisch adviseur CRUX
duikbedrijf
DCN Diving
ontgravings-
werzaamheden
de Vries en v/d Wiel damwanden-
werkzaamheden Beens
GEWI-palen VSF
opening 2018
3
4
3 De 2,5 m diepe gracht bovenop de garage is na het gereedkomen in ere hersteld, foto: Jeroen Musch
4 Bouw prefab kolommen en vloerdelen, foto: Max Bögl Nederland B.V. CEMENT 2 2021 ?9
5a 5b
5 Visualisatie verschil in bouwprincipes voor een traditionele bouwwijze met een volledig ongewapende OWB-vloer,
ook ter plaatse van de kolomposities (a), t.o.v. de geïntegreerde keldervloer (b)
vingsdiepte en constructiehoogte worden
gereduceerd. De vloerdelen buiten de geïn -
tegreerde poeren blijven dan echter geschei -
den zoals eerder beschreven; de eerder
genoemde verschillen ten aanzien van stijf -
heid, sterkte, paalreacties en waterdichtheid
blijven daardoor van kracht.
Ontwerpmethodiek
Het ontwerpproces van een geïntegreerde
keldervloer is vergelijkbaar met die voor een
traditioneel ontwerp; zeker voor de be-
schouwing van de eindfase. Een belangrijk
verschil is dat de SVOWB-vloer niet alleen
een tijdelijke functie heeft, maar ook een
bijdrage levert aan de krachtsafdracht in
de eindfase. Ten aanzien van de levensduur
(milieuklasse) en betonsterkteklasse zal die
eindfase maatgevend zijn. Bovendien wordt
een traditionele (ongewapende) OWB-vloer,
conform de herziene versie van CUR-Aanbe-
veling 77 [1], niet expliciet ontworpen op
waterdichtheid [3]. Om een droog stortvlak te garanderen
en voor een goede kwaliteit van de aanhech -
ting, is beheersing van lekkage een aan -
dachtspunt. Dat is de primaire reden om
staalvezelbeton toe te voegen; de staalvezels
zorgen voor een taai buigscheurgedrag [7].
Dit resulteert in scheurwijdtebeperking, wat weer zorgt voor een beheersing van het risico
op lekkages. Dit geldt ook voor het risico op
krimpscheurvorming, dat vooral bij lang -
werpige bouwkuipen realistisch is. De SVOWB-vloer is ontworpen volgens
de ontwerpmethodiek zoals beschreven in
[8] met extra aandacht voor scheurwijdte-
beheersing. Verdeuveling? Het is belangrijk dat de
SVOWB-vloer en de constructieve vloer
constructief worden gekoppeld. De GEWI-
staven steken daarom door tot in de con -
structievloer. Dit is echter niet voldoende
voor een garantie van samenwerking over
de horizontale stortnaad. Om schuifkracht
over te brengen is de SVOWB-vloer opge-
ruwd en zijn deuvels aangebracht. Dit zijn
gebogen wapeningstaven Ø14 mm die in een
stramien van 1 x 1 m² in de SVOWB-vloeren
zijn geboord (foto 6). Deze deuvels hebben
een dubbele functie. Naast de verdeuveling
zijn ze ook ontworpen op een beschouwing
van een onvoorziene opbouw van waterdruk
over de horizontale stortnaad voor als er
lokaal toch delaminatie zou optreden (extra
robuustheidscheck). Daarnaast kan de
bovenzijde van de deuvels ('wandelstokjes')
worden gebruikt om de bovenwapening af
te stellen.
BETONPRIJS
De Albert Cuypgarage won diverse
prijzen, waaronder de Betonprijs in
2019, de Award of Excellence voor
Architectural Achievement, de
Architizer A+Awards en de ESPA Gold
Award 2018 (van de European Parking
Association).
Traditionele bouwwijze Geïntegreerde keldervloer
10? CEMENT 2 2021
GEWI-palen? Alle GEWI-palen zijn voorzien
van minimaal twee schotels. Eén schotel zit
bovenin de SVOWB-vloer ten behoeve van de
trekbelasting in de bouwfase. Voor de veld
-
palen, die ook in de eindfase vooral op trek
worden belast, zit een tweede schotel in het
op te storten vloerdeel. Deze schotels vol
-
doen met een kleine diameter, omdat deze in
basis dezelfde functie hebben als de deuvels.
Ter plaatse van wanden en kolommen (met
resulterende drukkrachten in de palen) zit
een tweede schotel onderin de SVOWB-vloer
(fig. 5). De ervaringen opgedaan tijdens de
realisatie van de Albert Cuypgarage hebben
geleid tot een aanvulling van de CUR-richtlij
-
nen voor het toepassen van GEWI-palen.
Constructievloer? De wapening in het op te
storten deel van de constructievloer is ont-
worpen op basis van scheurwijdtebeheer-
sing conform waterdichtheidsklasse TC1 van
NEN-EN 1992-3. Vanuit het ontwerp zorgt dit
vloerdeel primair voor de waterdichtheid. In
de SVOWB-vloer is weliswaar nog een per-
manente normaaldrukkracht aanwezig van -
uit stempelwerking (deze zou hiermee zelfs
voldoen aan een waterdichtheidsklasse
TC2), maar die is alleen te garanderen in de
dwarsrichting van de garage en niet in de
langsrichting. Door de totale dikte van 1200 mm van
de geïntegreerde vloer ontstaat een grote
effectieve hoogte waardoor de buigcapaciteit
van de vloer voor opbollende momenten voldoende is voor UGT-toetsingen zonder
bijlegwapening. Ter plaatse van de steun -
puntsmomenten onder de kolommen zijn
in de SVOWB-vloer en de constructieve
vloer extra wapeningskorven toegepast.
Hierdoor ontstaat lokaal een hybride con -
structie met staalvezels en wapening. Ter
plaatse van de wanden waren de momenten
beperkt en konden geïntegreerde korven
achterwege blijven (doordat de wanden
alleen dragend waren en niet waterkerend).
Wapening
De wapeningskorven in de SVOWB-vloer
onder de kolommen vormen een geïnte-
greerde 5-paals-poer op verzwaarde GEWI-
palen (fig. 7, 8, 9). De middenpaal zit direct
onder de kolom waardoor de ponskracht
wordt gereduceerd en er geen dwarskracht-
wapening nodig is in de korven. Hierdoor
was het tijdens de onderwaterbetonstort
mogelijk om ook binnen de korven beton te
storten met de betondobber.
Vanwege het regelmatige bouwstramien
zit er veel repetitie in de bouwwijze. De 47 wa
-
peningskorven onder de kolommen zijn op
twee uitzonderingen na volledig identiek (fig.
7a en 8). De korven zijn over de GEWI-staven
geplaatst en zijn onder water (door de duikers)
op de vier hoekpalen vastgelast aan de onder
-
ste schotels met behulp van vooraf aange -
brachte strips (fig. 7b). Vastlassen is een ver -
eiste om te kunnen garanderen dat de korven
niet verplaatsen/roteren tijdens de stort
Om schuifkracht
over te brengen,
steken de GEWI-
staven door tot
in de constructie-
vloer, is de
SVOWB- vloer
opgeruwd en
zijn deuvels aan -
gebracht
6 Onderwaterbetonvloer met bovenkant van de GEWI's en ingeboorde 'wandelstokken', foto: Nico Alsemgeest
6
CEMENT 2 2021 ?11
van het beton. Voor een vloeiende doostroom
van het beton, is de hoofdwapening in dwars-
richting gebundeld zodat er maaswijdtes van
minimaal 250 mm ontstonden. Mede hier
-
door waren geen sparingen in de wapening
of lokale aanpassing van maaswijdtes nodig
om de korven over de GEWI-staven te kunnen
plaatsen. Na fixatie van de korf is de bovenste
schotel op de palen geplaatst.
De wapeningskorven zijn in 3D gemo-
delleerd met Revit. Het traject van ontwerp,
via afstemming met duikers en pompbe-
drijf, tot aan de bestelling en logistiek kon
hierdoor in één vloeiende procesgang wor-
den doorlopen. De wapeningskorven, inclu -
sief hijsogen en lasstrips, zijn op de bouw -
plaats geleverd.
Uitvoering
Een innovatieve en slanke keldervloer
brengt uiteraard risico's met zich mee in de uitvoering. Een belangrijke uitdaging was
het garanderen van de aangehouden tole-
ranties voor de wapeningskorven. In het
verleden is vaak gebleken dat geïntegreerde
korven in OWB-vloeren werden meegeno-
men of opgeduwd door het stortfront. Dit
risico is beheerst door de eerdergenoemde
fixatie op de schotels van de GEWI-palen
door middel van lasverbindingen. De hoog -
teligging is geborgd door grondige controles
op de hoogteligging van de diepe schotels. Een andere zorg betrof de verdeling
van vezels in de SVOWB-vloer en het vinden
van de juiste vloeimaat van het betonmeng -
sel, zodat het beton zich tijdens de stort
gelijkmatig zou verdelen en vezels zich niet
zouden ophopen. Hiervoor is vooraf onder
leiding van de betontechnoloog van Max
Bögl een pomp- en stortproef gedaan: er is
onder water een sleuf volgestort met het be-
oogde betonmengsel. Hierin waren ook twee
Een belangrijke
uitdaging was
het garanderen
van de aan -
gehouden
toleran ties voor
de wapenings-
korven
7a 7b
8
7 3D-model van (a) standaard wapeningskorven en (b) de opgelaste strip (groen)
8 Doorsnede wapeningskorven onder kolommen 12? CEMENT 2 2021
vergelijkbare wapeningskorven geplaatst.
De doorstroom van de beton bleek goed, ook
door de korven heen. Kernboringen wezen
uit dat de vezelverdeling varieerde van circa
25 tot 35 kg/m³; acceptabel voor dit type
(massa)beton in relatie tot de ontwerpme-
thodiek. Tijdens de stort zelf is de vezeldose-
ring gecontroleerd door monstername van -
uit de betonmixers op de bouwlocatie. Mede
door de proeven en integrale aandacht voor
risicobeheersing in de werkplannen, is de
uitvoering van de werkzaamheden naar
tevredenheid verlopen. De stort verliep soe-
pel en de (ingemeten) plaatsingsonnauw -
keurigheden van korven en palen vielen
ruim binnen de acceptabele marges vanuit
het ontwerp. Waterdichtheid
De waterdichtheid van de geïntegreerde
keldervloer was goed, zeker in vergelijking
tot vergelijkbare projecten met traditionele
keldervloeren. De scheurvorming aan het
oppervlak bleek lokaal wel groter dan bere-
kend. Een deel van deze scheuren gaf ook
meer lekkage dan de volgens TC1 acceptabele
'vochtplekken'. Deze plekken zijn geïnjec-
teerd. Dat een deel van de relatief grote
scheurwijdtes aan de bovenzijde van de
vloer geen lekkage vertoonde, is te verklaren
doordat de kans op watervoerende scheuren
in de beide vloerdelen die met elkaar in ver-
binding staan zeer klein is, en doordat de
vloer is 'voorgespannen' door de stempel -
druk vanuit de permanente damwanden.
9
10
9 Uit SVOWB-vloer stekende wapeningskorven, foto: Nico Alsemgeest
10 Verplaatsbaar ponton en betonpompen tijdens de vier dagen en nachten durende stort van de SVOWB-vloer, foto: Jeroen Musch
LITERATUUR
1?CUR-Aanbeveling 77:2014 -
Rekenregels voor ongewapende
onderwaterbetonvloeren.
2?Hagenaars, P., Galjaard, J., Veen, C.
van der, Herziening CUR-Aanbeveling
77 (1) ? Corrigeren onvolkomenheden
en aansluiting op Eurocode. Cement
2013/3.
3?Hagenaars, P., Winter, E., Galjaard, J.,
Veen, C. van der, Herziening
CUR-Aanbeveling 77 (2) ? Inhoud en
achtergronden van herziene
rekenregels ongewapende
onderwaterbetonvloeren. Cement
2015/3.
4?Arkesteijn, R., Hagenaars, P., Winter,
E., Veen, C. van der, Herziening
CUR-Aanbeveling 77 (3) ? Enkele
aspecten aanbeveling over
onderwaterbetonvloeren nader
beschouwd. Cement 2015/8.
5?Winter, E., Arkesteijn, R., Barten, P.,
Herziening CUR-Aanbeveling 77 (4) ?
Rekenvoorbeelden over
onderwaterbetonvloeren. Cement
2017/4.
6?Arkesteijn, R., Albert Cuypgarage -
Water funderen op water. Civiele
Techniek 7-2017.
7?Arkesteijn, R., Menting, M.,
Staalvezelversterkt onderwaterbeton.
Cement 2013/3.
8?Arkesteijn, R., Rekenen aan
onderwaterbeton met staalvezels.
Cement 2014/2.
CEMENT 2 2021 ?13
Projectgegevens
Project: Albert Cuypgarage
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam (Stadsdeel Zuid)
IPM-team opdrachtgever: Ingenieursbureau Amsterdam
Opdrachtnemer: Max Bögl Nederland BV
Architect: ZJA
Constructeur: Van Rossum Raadgevende Ingenieurs B.V.
Ontwerp keldervloer: ABT
Geotechnisch adviseur: CRUX
Duikbedrijf: DCN Diving
Ontgravingswerzaamheden: de Vries en v/d Wiel
Damwandenwerkzaamheden: Beens
GEWI-palen: VSF
Opening: 2018
De Albert Cuypgarage is een tweelaagse parkeergarage (fig. 2) van 260 m lang en 30 m breed, die plek biedt aan 600 auto’s en 60 fietsen. Het zo optimaal mogelijk benutten van de beperkte vrije ruimte in de Oude Pijp stond in het project voorop; de komst van de garage heeft de leefkwaliteit bovengronds aanzienlijk verbeterd doordat de parkeerdruk is verlaagd én er bovengronds meer ruimte is ontstaan voor groen, speelplaatsen en voetgangers en fietsers. De 2,5 m diepe gracht boven het garagedak is in ere hersteld (foto 3).
Reacties