Naar aanleiding van de corrosieproblemen met de VZA-vloeren (VZA: Voorspanning Zonder Aanhechting) in Heerhugowaard [1] heeft VROM-Inspectie in 2008 een inspectiesignaal [2] uitgebracht. Daarin is gewezen op potentiële gebreken bij VZA-constructies van vooral de periode 1970-1980. Geadviseerd is de toestand van de VZA-kabels te inspecteren als er sprake is van aanpassing van de constructie en/of gewijzigd gebruik met substantieel hogere belastingen. Adviesbureau Hageman heeft in opdracht van en in samenspraak met VROM-Inspectie een 'Handreiking' opgesteld [3] 1). Hiermee worden zowel eigenaren van dergelijke VZA-constructies als toezichthouders van het bevoegd gezag geholpen daar op een juiste wijze mee om te gaan. In dit artikel wordt op de achtergronden ingegaan. Auteurs:prof.dr.ir. Dick HordijkAdviesbureau ir. J.G. Hageman B.V./TU Eindhovenir. Jan MeesterAdviesbureau ir. J.G. Hageman B.V. AchtergrondrapportenDe achtergrondrapporten bij de Handreiking VZA-vloeren zijn te downloaden:- Rapport 6650-1-1: Onderzoek naar de oorzaak en omvang van corrosie en breuk- Rapport 6650-2-1: Steekproef in Edelstenenwijk- Rapport 6650-3-1: Rekenkundige beoordeling capaciteit van de vloeren- Rapport 6650-4-1: Plan van aanpak voor onderzoek en herstel van alle woonblokken in de Edelstenenwijk
Handreiking voor VZA8 2 0 11
47
Handreiking
voor VZA
Naar aanleiding van de corrosieproble-
men met de VZA-vloeren (VZA: Voor -
spanning Zonder Aanhechting) in Heer -
hugowaard [1] heeft VROM-Inspectie in
2008 een inspectiesignaal [2] uitge -
bracht. Daarin is gewezen op potentiële
gebreken bij VZA-constructies van vooral
de periode 1970-1980. Geadviseerd is de
toestand van de VZA-kabels te inspecte -
ren als er sprake is van aanpassing van
de constructie en/of gewijzigd gebruik
met substantieel hogere belastingen.
Adviesbureau Hageman heeft in
opdracht van en in samenspraak met
VROM-Inspectie een 'Handreiking' opge -
steld [3]
1). Hiermee worden zowel eige -
naren van dergelijke VZA-constructies als
toezichthouders van het bevoegd gezag
geholpen daar op een juiste wijze mee
om te gaan. In dit artikel wordt op de
achtergronden ingegaan.
1
Advies om VZA-constructies van vóór 1985
te onderzoeken bij gewijzigd gebruik
prof.dr.ir. Dick Hordijk
Adviesbureau ir. J.G. Hageman B.V./TU Eindhoven
ir. Jan Meester
Adviesbureau ir. J.G. Hageman B.V.
1) Aan het opstellen van de handreiking is
meegewerkt door ir. J.W.G.M. Kraak en
J.J. Keuvelaar LL.B van de Rijksgebou-
wendienst en ing. M. Dubbeldeman en
H. Klunder van de VROM-Inspectie.
Handreiking voor VZA
8 2 0 11
48
1970 bouw
100
VZA-voorspanniveau (%)
tijd
1 Breukvlakken van gebroken kabel
die duiden op mechanische
beschadiging 2
Schematische weergave voor ver -
onderstelde afname van het voor -
spanniveau ten gevolge van corro -
sieschade door vocht toegetreden
tijdens de bouw.
Wat te doen na bevindingen Heerhugowaard?
Nadat in Heerhugowaard was vastgesteld dat de oorzaak van de
corrosieschade aan de VZA-kabels was gelegen in de toege-
paste bouwmethode, was duidelijk dat verschillende huizen-
blokken in dezelfde woonwijk vergelijkbare schade moesten
hebben. Onderzoek heeft dat ook bevestigd [1]. Evenzogoed
mag worden aangenomen dat in Nederland in dezelfde periode
(jaren 70) verscheidene woning- en utiliteitsbouwprojecten op
vergelijkbare wijze zijn gerealiseerd en dat daarbij tot op zekere
hoogte ook corrosieschade is opgetreden. De vraag dringt zich
dan direct op wat met dat gegeven moet worden gedaan. In
2008 was dit voor VROM-Inspectie ook een zeer relevante
vraag. In het meest extreme geval zou geadviseerd kunnen
worden iedere VZA-constructie uit de betreffende periode te
onderzoeken. Men dient zich dan wel te bedenken dat een
beoordeling alleen goed mogelijk is door destructief onderzoek
(VZA-kabels en/of eindverankeringen van kabels vrijhakken)
en dat het naar schatting in Nederland gaat om ruim 1200
projecten en meer dan 10 000 woningen. Daarbij komt dan nog
de vraag hoeveel kabels in een project moeten worden beoor -
deeld om met voldoende zekerheid iets over de veiligheid van
de gehele constructie te kunnen zeggen. Vanzelfsprekend zal
het in het geval van een hoog risico zeker nodig kunnen zijn
een dergelijke aanpak te volgen. Maar in hoeverre is er bij de
onderhavige problematiek sprake van een hoog risico?
Risico?
De problematiek van de corrosieschade waar de handreiking
voor is bedoeld, betreft schade die is ontstaan doordat water
tijdens de bouw bij de voorspankabels is gekomen. In de begin-
jaren van de VZA-techniek kon dat nog optreden door gebruik
van, zoals later bleek, onjuiste beschermingsmaterialen en
-technieken en onzorgvuldige behandeling. Dat water heeft in
de jonge jaren van de constructie geleid tot corrosie en, vooral
in het geval van spanningscorrosie, tot breuk van draden van
VZA-kabels of van gehele kabels. Aangenomen mag worden
dat het vocht dat bij de bouw in de omhulling is gelopen,
inmiddels al lang is verdwenen, omdat het al is verbruikt bij de
roestvorming en/of is verdampt, dan wel dat de betreffende
kabel al lang is gebroken, zodat nog aanwezig water nadien
geen verdere teruggang in capaciteit van de totale constructie
tot gevolg heeft gehad. Kortom, de corrosieschade zal in de beginjaren hebben geleid tot een afname van het voorspanni-
veau, waarna dat niveau constant zal zijn gebleven (fig. 2). De
lengte van de periode waarover de afname is opgetreden, is niet
bekend, maar omdat het gaat om constructies die inmiddels al
meer dan 25 jaar oud zijn, is het de verwachting dat de draag-
kracht al zeer vele jaren min of meer constant is. Er is bij deze
problematiek dus duidelijk sprake van een andere situatie dan
bij gebruikelijke duurzaamheidproblemen, waar sprake is van
een doorgaande afname van de capaciteit in de tijd.
Ten aanzien van corrosieschade bij VZA-kabels kan verder
worden vermeld dat geen gevallen bekend zijn waarbij het
breken van VZA-kabels ten gevolge van corrosieschade heeft
geleid tot bezwijken van (een deel van) de constructie. Dit laat
overigens onverlet dat mag worden aangenomen dat er
constructies zijn waarbij sprake zal zijn van een constructieve
veiligheid die minder is dan wat volgens het Bouwbesluit is
vereist. Voor die gevallen waar dat het geval is, geldt vervolgens
wel dat de constructie de belastingen, die het de laatste
misschien wel tientallen jaren heeft ondergaan, heeft kunnen
weerstaan. Dit betekent dat de VZA-constructie met corrosie-
schade naar verwachting alleen zal kunnen bezwijken als de
belasting erop hoger wordt dan wat het in de loop der jaren al
heeft gehad. De kans is zeer klein dat dit juist optreedt bij een
constructiedeel waar sprake is van aanzienlijk gereduceerde
capaciteit door gebroken kabels. In dat kader kan erop worden
gewezen dat de VZA-constructie zonder schade veelal een
aanzienlijke overcapaciteit heeft, waardoor ook bij uitval van
een aantal VZA-kabels nog aan de constructieve eisen volgens
het Bouwbesluit wordt voldaan [1]. Ten slotte kan worden
gewezen op het feit dat een VZA-constructie, mits niet te veel
kabels zijn uitgevallen, veelal waarschuwend vermogen bezit en
eerst gaat doorhangen, alvorens te bezwijken.
VROM-Inspectiesignaal van 2008
Op basis van onder andere de voorgaande overwegingen, die
ook waren opgenomen in een notitie van Adviesbureau
Hageman aan VROM-Inspectie [4], heeft VROM-Inspectie in
november 2008 een inspectiesignaal uitgebracht [2] met daarin
een advies voor gemeenten en gebouweigenaren. Op hoofdlijnen
komt het erop neer dat bij gewijzigd gebruik van de VZA-
constructie, aanbevolen wordt de toestand van de VZA-kabels te
2
Handreiking voor VZA8 2 0 11
49
geen
VZA-onderzoek nodig
maak gebruikvan de
handreiking
nee nee
ja
ja VZA toegepast? van voor 1985?
verhoging vloerbelasting
(bijvoorbeeld: door functiewijziging)
constructieve aanpassingen
(bijvoorbeeld: aanpassing draagcon-
structie of maken van grote sparingen)
ingrijpende werkzaamheden
(bijv.: hakken, boren, enz)
3 Schema voor beslissings-
proces handreiking toe te
passen
4 Onderzochte ribcassette -
vloer met VZA
de Rijksgebouwendienst een 'Handreiking' opgesteld [3]. Hier -
voor is gebruikgemaakt van de kennis en ervaring die bij het
project in Heerhugowaard is opgebouwd. Daarnaast is het
opgestelde protocol in de handreiking getoetst aan de hand van
een beoordeling van enkele VZA-constructies, waarvan de
RGD eigenaar is.
De handreiking geeft een methodiek voor onderzoek naar de
conditie van de VZA-kabels bij constructies die stammen uit de
periode dat door onvoldoende bescherming vocht bij de kabels
kon komen. De vraag diende zich aan welke periode daarvoor
moest worden aangehouden. In dat kader kan erop worden
gewezen dat Nederland wereldwijd min of meer voorop liep
met onderzoek naar corrosiebescherming bij voorspanning
zonder aanhechting [6,7]. Bekend is dat bij rechtzaken in
Amerika met betrekking tot VZA-schade aan constructies van
na 1981 de Heronpublicatie uit 1981 [6] een belangrijke rol
speelde als het ging om de vraag wat the-state-of-the-art was
ten tijde van de bouw. Naar verwachting zal voor Nederland
gelden dat vooral bij VZA-constructies van vóór 1980 er een
redelijke kans is op corrosieschade. Echter, om enige marge in
te bouwen, is in de handreiking 1985 als grens aangehouden.
inspecteren en, afhankelijk van het resultaat daarvan, de vloer
rekentechnisch door een deskundige te laten beoordelen. De rol
van de gemeente daarbij is vooral dat bij een aanvraag om een
omgevingsvergunning, die betrekking heeft op de verbouw van
een bestaand bouwwerk, gecheckt wordt of VZA is toegepast en
of de constructie dateert van de periode dat corrosieschade op
kon treden. Als hulpmiddel heeft de VROM-Inspectie op haar
site een lijst met VZA-projecten uit de betreffende periode
beschikbaar gesteld [5]. Die lijst is opgesteld op basis van infor
-
matie van voorspanbedrijven en hoeft niet volledig te zijn. Daar -
naast is naast een projectnummer van het voorspanbedrijf veelal
slechts de plaats en het aantal woningen of utiliteitsbouwprojec-
ten aangegeven, zodat enig speurwerk nodig zal zijn om vast te
stellen om welke projecten het daadwerkelijk gaat.
Handreiking
VROM-Inspectie heeft gemeend er goed aan te doen gebouw-
eigenaren en gemeenten tegemoet te komen met informatie
over de wijze waarop een onderzoek naar de conditie van de
VZA-constructie kan worden aangepakt. Daartoe heeft Advies-
bureau Hageman in samenspraak met de VROM-Inspectie en
3
4
Handreiking voor VZA
8 2 0 11
50
dossieronderzoek:
? berekeningen en tekeningen
? inspectierapporten
? gegevens van verbouwing(en)
? overige mogelijk relevante informatie 'gerichte'
steekproef
herstel-
werkzaam-
heden
kennis en ervaring
? m.b.t. VZA-corrosieschades
alle
kabels op spanning
aangenomen mag worden dat aanconstructieve eisen van
bouwbesluit wordt voldaan
voldoende
draagkracht
vervolg-
onderzoek
op basis van
bevindingen
steekproef
beoordeling
draagkracht
VZA-constructie
inspectie
nee
nee
ja
ja
5
Stroomschema voor de
aanpak van het onderzoek
op hoofdlijnen
6 Beoordeling (voorzichtig
met koevoet) of VZA-kabel
op spanning staat.
7 Vrijgehakte VZA-kabels aan
de onderzijde van de vloer
Met betrekking tot de keuze van de onderzoeklocaties en de
steekproefgrootte geldt dat die mede zullen afhangen van:
? de aard van de constructie;
? de ouderdom van de constructie;
? het aantal aanwezige VZA-kabels.
Voorgesteld is om:
? het aantal te onderzoeken locaties en de plaats daarvan door
een ervaren inspecteur te laten bepalen;
? te allen tijde minimaal op vijf verschillende locaties, waar
zich één of meer VZA-kabels bevinden, een inspectie uit te
voeren.
Toetsing handreiking
Om na te gaan of de handreiking werkbaar is, zijn drie VZA-
constructies beoordeeld. Dit betrof onder meer een parkeerga-
rage van de RGD van rond 1984. Ondanks het feit dat vanwege
het bouwjaar de kans op corrosieschade relatief klein werd
geacht, was voor dit project gekozen omdat er sprake was van
enige scheurvorming en de garage nauwelijks werd gebruikt.
Hierdoor was onderzoek zonder overlast goed mogelijk. Het
betrof een parkeergarage met een ribcassettevloer met in één
richting verzwaarde stroken die zijn opgelegd op betonkolom-
men (foto 4). Zowel de ribben als de verzwaarde stroken zijn
uitgevoerd met VZA.
Bij de keuze van de te onderzoeken kabels is rekening gehou-
den met de waargenomen scheurvorming en lekkage bij
voegen. Het bleek niet mogelijk de kracht in de VZA-kabels te
bepalen door met een vijzel te trekken aan een achter de veran-
kering uitstekend kabeldeel. Dit omdat de spanpunten zich
achter een prefab element bevonden. Onderzoek naar het op
spanning staan van de kabels is daarom uitgevoerd met een
koevoet (foto 6). Er zijn 26 kabels onderzocht en bij geen
enkele kabel is kabelbreuk geconstateerd. Er waren ook geen
aanwijzingen voor een significante afname van de kracht in de
kabels. Na afloop zijn de kabelomhullingen en betondekking
gerepareerd.
In algemene zin geldt dat een beoordeling van de draagcon-
structie alleen nodig is bij ingrijpende werkzaamheden,
constructieve aanpassingen en/of belastingverhogingen (fig. 3).
Inspecteurs van het bevoegd gezag wordt aanbevolen om bij
een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor aanpassing
van een woning of gebouw van vóór 1985 de aanvrager te
wijzen op deze handreiking, tenzij duidelijk is dat in de
constructie geen VZA is toegepast. Ook als blijkt dat de
vergunningsaanvraag gaat over een deel van het gebouw
zonder VZA-voorspanning, terwijl dat elders in het gebouw
wel is toegepast, wordt aanbevolen de gebouweigenaar van de
VZA-problematiek op de hoogte te brengen.
Valt een VZA-constructie in de genoemde periode en zijn
aanpassingen beoogd, zoals voorgaand benoemd, dan wordt
eigenaren/beheerders aanbevolen een inspectie uit te laten
voeren. Het doel van een de inspectie is om met een beperkte,
gerichte steekproef te onderzoeken of er sprake is van een struc-
turele corrosieschade in de VZA-constructie. Met 'gericht' wordt
bedoeld dat op die plaatsen de conditie van de VZA-kabels
wordt onderzocht, waar op basis van ervaring de kans op corro-
sieschade het grootst wordt geacht. Daartoe zal een dossieron-
derzoek met bestudering van de berekeningen en tekeningen,
een inventarisatie van eerdere inspectierapporten en eventueel
uitgevoerde verbouwingen en een inspectie altijd als eerste
moeten worden uitgevoerd (fig. 5). In het daarna uit te voeren
onderzoek wordt gewerkt van een beperkt onderzoek naar,
indien nodig, een uitgebreid onderzoek. Als bij de beperkte,
gerichte steekproef van VZA-kabels alle kabels in goede conditie
blijken te zijn, wordt verder onderzoek niet nodig geacht. De
kans op structurele VZA-corrosieschade is dan gering. Echter,
als in de eerste steekproef wel bij één of meer VZA-kabels
sprake is van corrosie en/of gebroken draden of kabels, is er
reden het onderzoek verder uit te breiden. Uiteindelijk zal het
onderzoek en de eventueel uit te voeren herstelwerkzaamheden,
ertoe moeten leiden dat de VZA-constructie voldoet aan de
constructieve eisen van het Bouwbesluit.
5
Handreiking voor VZA8 2 0 11
51
Bij de onderhavige constructie was, net als waarschijnlijk bij
vele constructies van die leeftijd, de gebouweigenaar niet in het
bezit van alle relevante constructiegegevens. De gemeente had
ook geen constructieve gegevens meer. Als bekend is welk
voorspanbedrijf de kabels heeft aangebracht, kan worden nage-
vraagd of daar (toevallig) nog informatie beschikbaar is.
Een tweede onderzochte constructie betrof een parkeergarage
met erboven een kantorendeel en een woondeel uit 1978.
Onderzoek is zowel in de parkeergarage als in het kantoor
uitgevoerd. Bij de keuze van de te onderzoeken kabels is reke-
ning gehouden met tussenspanpunten en zogenaamde PHB's
(een voorziening voor een verankering aan de bovenzijde van
de vloer). Het bleek niet mogelijk met een vijzel aan de kabel te
trekken, omdat de kabeleinden te kort en afgebrand waren.
Tijdens het onderzoek bleek dat in het verleden delen van
kabels bij PHB's zijn vervangen. Dit was bij de betrokken
partijen voorafgaand aan het onderzoek niet bekend. Ook is
scheurvorming in de mortelafdichting van de koppen van een
aantal ankers geconstateerd. Er zijn 38 kabels met een koevoet
beproefd. Daarvan bleken er 3 als gevolg van mechanische
beschadiging gebroken te zijn (foto 1). Dit kon worden afgeleid
uit de breukvlakken van de strengen en het feit dat de kabels
omhuld waren door vet en niet aangetast door corrosie.
Leerpunten uit dit onderzoek waren onder andere:
? er kunnen in het verleden herstelmaatregelen hebben plaats-
gevonden, die voor aanvang van het onderzoek niet bij de bij
het onderzoek betrokken partijen bekend zijn;
? het onderzoek kan worden beschouwd als een proces dat
voortdurend moet worden bijgestuurd op basis van de tijdens
het onderzoek aangetroffen situatie;
? het bepalen van spanning in kabels met behulp van een vijzel, zal waarschijnlijk in veel gevallen niet mogelijk zijn. Het vrij-
hakken van kabels (foto 7) en nagaan of de kabels op span-
ning staan is in dat geval een bruikbaar alternatief;
? VZA-constructies waarin PHB's zijn toegepast, hebben een
verhoogd risico op aantasting van kabels door corrosie. Bij
het onderhavige project zal corrosie ter plaatse van de PHB's
de aanleiding zijn geweest voor het vervangen van delen van
VZA-kabels in het verleden.
Tot besluit
Naast aandacht voor de inspectie, is in de Handreiking ook inge-
gaan op de beoordeling van de bevindingen en mogelijkheden
voor herstel. Verder helpt het als ervaringen met dergelijke
inspecties verzamelt worden en beschikbaar komen voor derden.
Daarom is aangegeven dat incidenten met VZA betonconstruc-
ties vertrouwelijk gemeld kunnen worden bij het ABC meldpunt:
www.abcmeldpunt.nl. Aanpak Bouwincidenten Constructieve
Veiligheid (ABC) is een initiatief van het Platform Constructieve
Veiligheid. Deelnemers aan het Platform, dat is gehuisvest bij
CUR Bouw & Infra, zijn onder andere de brancheorganisaties
BNA, Bouwend Nederland, NLingenieurs en de VROM-Inspec-
tie. Binnen ABC worden 'bouwfouten' geregistreerd die betrek-
king hebben op de constructieve veiligheid. Doel van deze regis-
tratie is om te leren van fouten uit het verleden en daarmee zorg
te dragen voor veiliger bouwwerken.
?
Handreiking
De Handreiking voor onderzoek naar schade bij
betonconstructies met VZA en enkele achter -
grondrapporten van Adviesbureau ir. J.G. Hageman B.V. zijn te
downloaden op www.cementonline.nl .
??Literatuur
1. Hordijk, D.A. e.a., VZA-vloeren met
corrosieschade. Cement 2011/8.
2. VROM-Inspectie, Inspectiesignaal
betonvloeren met VZA-wapening.
November 2008. 3.
VROM-Inspectie, Handreiking voor
onderzoek naar schade bij betoncon-
structies met VZA ( Voorspanning
Zonder Aanhechting) van vóór 1985.
Publicatienummer VI-2011-73, septem-
ber 2011. 4.
Hordijk, D.A., Corrosieproblematiek bij
VZA-kabels; Advies aan VROM ten
aanzien van landelijke problematiek.
Hageman Notitie 4-11-2008.
5. Overzicht van projecten met VZA-vloe -
ren in de periode van ca. 1970-1980. 6.
Corrosion protection of unbonded
tendons. Heron 1981, no. 3.
7. Corrosiebescherming bij voorspanning
zonder aanhechting. CUR-VB-rapport
105, augustus 1982.
6 7
Reacties