Het nieuwe hoofdkantoor van de A.N.W.B. te WassenaarExcursie van de Betonvereniging op 27 juni I96IOp dinsdag 27 juni j.l. was restaurant Duinzicht te 's-Gravenhagehet trefpunt van ongeveer 100 leden van de Betonvereniging, diedaar bijeengekomen waren om te luisteren naar prof. ir. J. F.Berghoef, arch. BNA, en prof. dr. ir. A. M. Haas, die -vooraf-gaande aan het bezoek aan het bouwwerk- inleidende voordrach-ten hielden over het ontwerp en de constructie van het thans bijnavoltooide hoofdkantoor van de A.N.W.B., dat ontworpen is doorhet architectenbureau Berghoef en Klarenbeek en dat gelegen isaan de Wassenaarse kant van het kruispunt Van Alkemadelaan/Wassenaarseweg.De eerste spreker, prof. Berghoef, begint zijn voordracht metvast te stellen, dat hij vandaag voor het eerst voor de Beton-vereniging een lezing houdt en dat hem, staande voor een der-gelijk gezelschap van louter analytisch denkende technici, altijdeen soort onbehagen bevangt. Dit laatste vindt zijn oorzaak in hetfeit, dat een architect, sprekende over vormgeving, hieroverweinig redelijks weet te vertellen, omdat daar eigenlijk geen zin-nig woord over te zeggen is. Een architect weet immers dikwijlsniet het 'waarom' van een door hem gekozen vorm, ofschoon hijervan overtuigd is, dat deze vorm zo moet zijn. Een innerlijkezekerheid, een soort geloof, die voor constructeurs weinig con-creets bevatten, doen hem weten, dat het gekozene 'goed' is. Hethouden van lezingen voor en het geven van colleges aan civiel-technici worden door de spreker en diens collega's dan ook dik-wijls beschouwd als een soort 'zendingswerk'. Prof. Berghoefziet zichzelf onder deze omstandigheden ongeveer als Bonifacius,die naar de Friezen gaat!Toch is de spreker verheugd, dat hij vandaag iets van het vak magvertellen. Immers, een architect dient samen te werken met aller-lei adviseurs, waaronder ook en vooral constructeurs. Bij het ge-bouw, waar het vandaag om gaat, t.w. het nieuwe A.N.W.B.-hoofdkantoor, is zijns inziens sprake van een wel zeer bijzonderesamenwerking tussen architect en constructeur, en het is dezesamenwerking, die hier tot opmerkelijke resultaten heeft geleid.Prof. Berghoef is ervan overtuigd, dat de architecten de uit-eindelijke vorm van het A.N.W.B.-hoofdkantoor niet alleen had-den kunnen 'verzinnen'. De vorm hiervan is namelijk mede be-paald door constructieve inzichten en mogelijkheden, die ont-wikkeld zijn door prof. Haas, diens medewerker de heer W. vander Marel, en door de constructeur van het betreffende aan-nemingsbedrijf, de heer C. A. Franssen.Aangezien over de vorm als zodanig geen zinnig woord is te zeg-gen, zoals de spreker in het voorgaande reeds heeft opgemerkt,zal hij ook niet trachten om de hier gekozen vorm toe te lichtenen te verklaren. Wel zal hij het een en ander vertellen van deevolutie, die bij de vormgeving heeft plaatsgevonden. Hij doet ditaan de hand van een aantal tekeningen en bovendien zo nu en danmet behulp van schetsen, die door hem op een schoolbord wor-den gemaakt.Volgens het programma van eisen dient voor de A.N.W.B. eennieuw hoofdkantoor te worden ontworpen, waarvan het grootstegedeelte -d.w.z. de eigenlijke kantoorruimte- voor allerleidiensten van deze grote vereniging ingericht wordt, terwijl eenkleiner gedeelte -t.w. de ontvangsthal- bestemd is voor de on-middellijke dienstverlening aan het publiek, dat hier dus binnen-komt en ontvangen moet worden. Behalve de eigenlijke kantoor-ruimten dient het gebouw onder meer de vertrekken voor dedirectie, een bestuurskamer en de nodige reserve-ruimten te be-vatten. Bovendien moet een kantine aanwezig zijn, die ook ge-schikt is voor het verstrekken van warme maaltijden, zoals dat ingrote bedrijven steeds meer gebruikelijk wordt.In het voor het publiek open te stellen gedeelte, de ontvangsthal,moeten aan 'de balie' reisinlichtingen verstrekt en reisverzeke-ringen in orde gemaakt worden. Voorts dienen zgn. routekamersingericht te worden, waarin met behulp van speciale machinesreisroutes worden samengesteld. Bovendien moeten voor de op-slag en verzending van folders, kaarten e.d. een voorraadmagazijnen een expeditieruimte beschikbaar zijn.Het geheel dient geplaatst te worden op een terrein, dat gelegenis aan de Wassenaarse kant van het kruispunt van de Van Alke-madelaan en de Wassenaarseweg.... naar het nieuwe A.N.W.B.-hoofdkantoor ...Dit programma werd in de loop der jaren nader gepreciseerd envooral uitgebreid, in het bijzonder wat betreft de reserve-ruim-ten.Het bestuur van de A.N.W.B. stelde voorts nog twee eisen, waar-van de eerste opmerkelijk en typerend genoemd kan worden.Het gebouw moet namelijk een typisch 'Hollands' gebouw zijn,hetgeen naar de mening van het bestuur alleen door toepassingvan baksteen in de gevels gerealiseerd kan worden. Volgens detweede eis dient het gebouw een 'expressie van plezierige dienst-verlening' te bezitten, een en ander overeenkomstig de opzet ende werkwijze van de A.N.W.B.Het beschikbare terrein, dat aan de noordkant van het kruispuntvan de Van Alkemadelaan en de Wassenaarseweg ligt en daardoorjuist buiten de gemeentegrens van 's-Gravenhage en binnen dievan Wassenaar valt, is langs de Wassenaarseweg ca. 210 m lang enals gevolg van de scheve wegkruising (ca. 105?) 165 tot 180 m diep.Nadat het eerste plan, omvattende een rechthoekig kantoor-gebouw van het 'normale' type en een daarmee in verbindingstaande cirkelvormige ontvangsthal, gereed was, werd bekend,dat te gelegener tijd een 22 m brede strook langs de Wassenaarse-weg gemakkelijk te onteigenen moet zijn in verband met de dante maken ongelijkvloerse wegkruising Van Alkemadelaan/Wasse-naarseweg. Daar genoemde strook derhalve niet bebouwd konworden -en daarom volgens het laatste plan grotendeels tot eenlanggerekte vijver getransformeerd wordt- werden in het oor-spronkelijke plan enkele wijzigingen aangebracht, onder meer deverplaatsing van de ontvangsthal (de 'rotonde') langs de hoofd-gevel aan de zuidoostzijde van het kantoorgebouw meer naar deVan Alkemadelaan toe en voorts de hoofdingang, die zich in derotonde bevindt, niet meer loodrecht op het hoofdgebouw maardaaraan evenwijdig.Het ontworpen kantoorgebouw, dat dus van het 'normale' typeis, zoals dit tegenwoordig veelvuldig wordt toegepast, heeft eenrechthoekige plattegrond van 96 ? 15,50 m2en is geplaatst in denoordoost-zuidwest-richting, ongeveer evenwijdig aan de Was-senaarseweg. In de hoofdas van het gebouw, dat een gewapend-betonskelet bezit, bevindt zich een dubbele rij kolommen, die destijve centrale portalen vormen. Op elke verdieping is tussen detwee rijen kolommen een centrale gang aangebracht. De stijfheidvan het gebouw wordt, behalve door de genoemde stijve spanten,verkregen door twee schachten aan de noordwestzijde, waarintrappen, liften en toiletten worden ondergebracht. Bij de uit-breiding van het programma van eisen werd het aantal bouwlagenvan 5 op 6 gebracht. Het gehele gebouw is voorzien van een kel-derverdieping. Ruim de helft van het platte dak wordt ingenomendoor een -enigszins terugspringende- kantine. De totale hoogtevan het kantoorgebouw bedraagt ca. 30 m.Cement 13 (1961) Nr. 7 367U.D.C. 725.23 A.N.W.B. : 624.074.4.012.3A.N.W.B.-kantoorgebouw, geprefabriceerde schaaldaken... links onder stijf portaal, rechts boven geprefabriceerde balken envloerplaten . . .Door de voor het publiek bestemde ontvangsthal (de 'rotonde')buiten het kantoorgebouw te plaatsen en een ronde plattegrondte geven, heeft men aan deze zelfstandig geworden eenheid, die intotaal een diameter van 50 m bezit, de gewenste 'expressie vandienstverlening' gegeven. Bovendien kreeg men door de cirkel-vormige plattegrond de mogelijkheid om rondom de centrale halca. 40 m balie te plaatsen, hetgeen voor een vlotte en goede dienst-verlening noodzakelijk geacht werd. Onder de hal, die via bredetrappen toegankelijk is, bevindt zich een rijwielbergplaats. Derotonde bevat tevens de hoofdingang van het kantoorgebouw,waarmee het middels een overdekte gang verbonden is. Door deronde vorm van de centrale hal, die een middellijn van 25 m bezit,en door de doorkijkjes over de balie in kantoren en werkruimten,krijgt het publiek de indruk 'hier word ik geholpen, hier is menvoor mij aan het werk'.De uitvoering van het complex werd door de A.N.W.B. directonderhands gegund aan de N.V. Dura's Aannemingsmij. Prof.Berghoef merkt hierbij op, dat een dergelijke gang van zaken dearchitecten wel aantrekt, omdat men dan in een zeer vroegstadium al weet, wat uitvoeringstechnisch kan en mogelijk is. Menis daarbij echter als architect wel verplicht om zeer nauwkeurigte begroten, omdat men immers de uit een normale aanbestedingvoortvloeiende controle-cijfers mist.De rijksgoedkeuring voor de bouw van het nieuwe A.N.W.B.-kantoor werd voorafgegaan door twee ministeri?le eisen, t.w.het werk moet in twee gedeelten aanbesteed worden (wat in ditgeval weinig moeilijkheden opleverde) en het bouwwerk moetzoveel mogelijk geprefabriceerd worden. Op grond van laatst-genoemde eis werden van het betonskelet van het kantoorgebouwalleen de stijve middenportalen, de kelder en de gevelbalken terplaatse gestort. De gevelkolommen, de vloerbalken en de (dunne)cassettenplaten voor de vloeren zijn echter alle geprefabriceerdin een betonwarenfabriek. Ten einde de prefabricage-eis ook inde noodzakelijk geachte baksteengeyels te kunnen nakomen, zijnin beide langsgevels van het kantoorgebouw de borstweringen ende horizontale gevelbanden eveneens samengesteld uit geprefa-briceerde betonelementen, die echter voorzien zijn van een (sier-)baksteenlaag. Alleen de kolombekledingen in de beide langsgevelsen ook de beide kopgevels zijn op traditionele wijze gemetseld.Door een werkelijk toevallig contact tussen de architecten enprof. Haas ontstond het idee om de cirkelvormige ontvangsthalvan een koepelschaal te voorzien en de zich rondom deze hal be-vindende 'zijbeuk' van een aantal konische schalen. Overeen-komstig de ministeri?le eis zouden, behalve de kolommen e.d.,ook de schalen op de een of andere wijze geprefabriceerd moetenworden. Voortbouwende op het ontwikkelde idee ontstond hetplan om de op het dak van het kantoorgebouw geprojecteerdekantine van geprefabriceerde tonschalen te voorzien, zodat menhier bovendien de mogelijkheid van een 'generale repetitie' voorde uitvoering van de rotonde zou hebben. Op deze wijze kreeg deconstructie een overwegende invloed op de vorm van het bouw-werk, in het bijzonder van de rotonde, of-zoals prof. Berghoefhet uitdrukt- 'de rotonde kreeg door de constructie voor de ar-chitecten iets aantrekkelijks, iets boeiends'.Daar schalen in het algemeen zowel in thermisch als in akoestischopzicht minder gunstig zijn, werd advies gevraagd aan de Tech-nisch-Physische Dienst TH en TNO te Delft. Een en ander resul-teerde in de afwerking aan de buitenkant van de 65-8 cm dikkeschalen met een 5 cm dikke kurklaag en een waterdichte afwer-king; de binnenkant van de schalen wordt voorzien van een spe-Cement 13 (1961) Nr. 7ciale, goed-hechtende akoestische pleisterlaag, die een 'rulle'structuur bezit.De ramen van het kantoorgebouw bestaan uit kozijnen van on-behandeld hardhout, waarin twee, in aluminium sponningen ge-vatte kantelramen zijn geplaatst. Elk kozijn bevat bovendien aande onder- en de bovenzijde kleppen ten behoeve van de nacht-ventilatie. Het glas van de kantelramen is zgn. dubbelglas, datthermisch zeer goed is, zodat geen dubbele beglazing toegepastbehoefde te worden.De spreker stelt vast, dat de ligging van het complex stedebouw-kundig zeer gunstig is, terwijl de ligging op het terrein mooi ge-noemd kan worden. Hij hoopt, dat de ruimtewerking van de laag-en hoogbouw en van de aanwezige 'scheefheden' aangenaam zalzijn en dat de toegangstrappen van de rotonde het geheel allurezullen geven. De rotonde zal zijns inziens, ondanks de betrekke-lijk geringe hoogte ten opzichte van het daar achter staande kan-toorgebouw, dominant zijn. In het gehele complex zal men dezerotonde niet weg kunnen denken, omdat hij voortdurend aan-dacht vraagt. De ruimte in de rotonde, dus de hal, zal het waar-schijnlijk wel doen. Het eigenlijke kantoorgebouw, dat aanvanke-lijk het hoofdmotief van het complex moest vormen, is door devorm en de ligging van de koepel op de achtergrond gekomen,maar het geeft aan de rotonde een waardige achtergrond.Prof. Berghoef besluit zijn voordracht met.nogmaals de doorhem zeer gewaardeerde samenwerking met de heren prof. Haas,Van der Marel en Franssen te accentueren. Daarbij stelt hijvast, dat het tegenwoordig voor een architect volslagen onmoge-lijk is om het gehele terrein van de constructie te kunnen over-zien. De intensieve samenwerking tussen architecten, construc-teurs en ook aannemers, zoals die bij voorbeeld in Itali? (Nervic.s.) voorkomt, wordt zijns inziens ook in Nederland, vooral voorgrote bouwwerken, noodzakelijk.De tweede spreker van deze dag, prof. Haas, wijst er allereerstop, dat de evolutie in het ontwerp en de uitvoering van dit bouw-werk, in het bijzonder van de rotonde, vooral noodzakelijk werddoor de eis, dat er zoveel mogelijk geprefabriceerd diende teworden. Voor de toe te passen schalen leidde deze eis tot hetzoeken naar een bepaald systeem, dat de mogelijkheid van serie-produktie inhield, aangezien dit een van de noodzakelijke enessenti?le voorwaarden voor een goede prefabricage is. Deze endergelijke voorwaarden heeft de spreker enkele maanden ge-leden uitvoerig besproken in zijn voordracht op de 'Betondag1960'*.In het definitieve ontwerp kreeg de hal (025 m) van de rotondeeen koepelvormige schaal, terwijl de zich om de hal bevindende'zijbeuk' van 24 conische schalen werd voorzien. Het lag voor dehand om de koepelvormige schaal in 24 gelijke 'mootjes' (sec-* 'Schaaldaken van geprefabriceerd beton' door prof. dr. ir. A. M. Haas,De Ingenieur, 24 maart 1961, blz. Bt. 29/41; zie ook het korte verslag ?nCement 12 (1960) Nr. 12, blz. 1030/1032... uitvoering van het eigenlijke kantoorgebouw...368toren) te verdelen. Vooral omdat de architecten in hun ontwerpeen streng stramien hebben toegepast en ook gehandhaafd, zodater geen afwijkingen voorkomen die voor een goede prefabricagestorend zijn, bleek het bovendien goed mogelijk te zijn om de 24conische schalen te halveren door hen in lengterichting door tesnijden, zodat-afgezien van het verschil tussen linker- en rechter-elementen- hiervoor 48 elementen noodzakelijk waren. Het dakvan de kantine werd samengesteld uit 10 tonschalen, die elk op degenoemde wijze zijn gehalveerd, zodat hiervoor 20 elementen ver-vaardigd en gemonteerd moesten worden.Prof. Haas wijst er op, dat bij een goede toepassing van de pre-fabricagegedachte geen of slechts zeer beperkte individuele afwij-kingen mogen voorkomen. Zo dienen namelijk uitsparingen alleop dezelfde plaats in de elementen te zitten, daar elke af-wijking dikwijls kostbare wijzigingen in de mal veroorzaakt. Bijde voorbereiding van het ontwerp en de vervaardiging van deconische schalen en de koepelschaalelementen van het A.N.W.B.-gebouw is hierover veel discussie geweest.Vervolgens wijst prof. Haas erop, dat het begrip prefabricage ookinhoudt: de montage van de vervaardigde elementen. Daarbijdient men dus rekening te houden met het beschikbare materi-eel, o.m. bouwkranen. In dit opzicht is het daarom alleszins ge-wenst, dat er reeds in een zeer vroeg stadium wordt samen-gewerkt met de aannemer, die het geprefabriceerde bouwwerkzal monteren. In het geval van het A.N.W.B.-gebouw was dit,zoals reeds door prof. Berghoef is genoemd, heel goed mogelijk.Daar er verscheidene mogelijkheden zijn om de prefabricage vanschalen aan te pakken, diende men verschillende factoren na tegaan, zoals de grootte van de elementen, de constructie van devoegen, de aard van de verbindingen enz.De in het definitieve ontwerp vastgelegde vorm van de rotondeen de kantine bepaalde in dit geval de grootte van de elementen.Alle schaalelementen voor de 'zijbeuk' en de kantine zijn onder-ling verbonden door middel van stekeinden, extra wapenings-staven en betonspecie; daartoe worden tussen deze elementen20 cm brede voegen gemaakt.De elementen voor de koepel worden daarentegen samengekop-peld met behulp van enkele 'spankabels', die gezien hun omvangen functie beter 'draadjes' genoemd zouden kunnen worden.Tussen deze elementen bevinden zich 2 cm brede voegen, die metmortel worden gevuld.Prof. Haas erkent, dat het bij schalen 'prettig' is om de straal Rconstant te houden. Naar zijn overtuiging is het echter construc-tief mogelijk en architectonisch aantrekkelijk om een variabele Rtoe te passen, aangezien men daardoor veel meer mogelijkhedenkrijgt. In de ontwikkeling van de vorm van de koepelschaal is mendan ook uitgegaan van een zuivere koepel met cirkelvormigedoorsnede en via de uit cirkelbogen samengestelde korfboog ge-komen tot een ellipso?de met ellipsvormige doorsnede.In een ellipso?de treden echter in de groter wordende krommingtangenti?le trekspanningen op, die naar beneden toe snel ingrootte toenemen. De ellipso?de wijkt hier dus af van dezuivere schaal, waarin immers uitsluitend drukkrachten op-treden. In de koepelschaal op de rotonde komen de trekspannin-gen voor in een ca. 2 m brede strook evenwijdig aan de (onderste)ringbalk. Deze trekspanningen worden opgenomen door een cir-culaire voorspanning, die opgewekt wordt door de reeds genoem-de 'draadjes', die derhalve niet uitsluitend di enen voor het aan-eenrijgen van de schaalelementen.Nogmaals wijst prof. Haas erop, dat bij de voorbereiding van hetontwerp het inzicht in de uitvoering zeer belangrijk is. De ge-prefabriceerde elementen moeten immers op de een of anderewijze getransporteerd worden en tijdens dit transport 'weet hetelement niet, dat het eigenlijk een stukje schaal is'. Het elementzal dus feitelijk als een plaat werken en het moet dan ook als zo-danig gewapend en getransporteerd worden.De gekozen schaalelementen hebben een dikte van 65 cm (ton-schalen voor de kantine, conische schalen voor de rotonde) envan 8 cm (elementen voor de koepelschaal). De elementen voorde tonschalen en de conische schalen zijn enkel gekromd, die voorde koepelschaal (vanzelfsprekend) dubbel gekromd.De vervaardiging en montage van deze elementen vereist uiter-aard precisiewerk; men heeft immers behoefte aan maatvastheid,goede kwaliteit, juiste wapening en voldoende betondekking. Endit precisiewerk dient dan te geschieden door mensen uit hetbouwbedrijf, dat in zekere zin toch een ruw bedrijf is en waarinbij voorkeur gestreefd wordt naar een zo groot mogelijk beton-stort per uur en per dag. Ten behoeve van dit precisiewerk heeftmen de constructie van de schalen nauwkeurig bestudeerd; daar-na werden de tekeningen zeer zorgvuldig gedetailleerd, bij voor-... montage van de koepelschaalelementen ...beeld de blokjes onder de staven voor het verkrijgen van de juistebetondekking, de vorm van de gebogen staven voor de enkele ofdubbele kromming, enz. De aannemer is er volgens de sprekerop voortreffelijke wijze in geslaagd om het van hem gevraagdeprecisiewerk te verrichten.Bij de vervaardiging van de schaalelementen heeft men een zeereenvoudige werkwijze gevolgd: gelijksoortige elementen zijn na-melijk op elkaar gestort, zodanig, dat het onderliggende elementals mal voor het volgende element fungeert. Elke stapel elemen-ten rust op een ter plaatse gestorte ondersteuning, die tevens alsmal voor het eerste element gebruikt wordt. Bij deze werkwijze,die het grote voordeel bezit, dat alle handelingen (vlechten,storten, afwerken, e.d.) op dezelfde plaats herhaald kunnen wor-den, dient men de aanhechting van opeenvolgende elementen tevoorkomen. In dit geval heeft men daarvoor gebruik gemaakt vanplastic folies, die het gewenste resultaat opleveren.Bij deze methode voor de vervaardiging van schaalelementen, diedoor prof. Haas al sprekende 'het maken op een hoopje' genoemdwordt, komt men voor het probleem van de veranderlijke kromte-schaal te staan, wanneer men tenminste de dikte van alle op el-kaar liggende elementen gelijk houdt. Daar het echter aanbeve-ling verdient om in dergelijke koepelschalen de kromming gelijkte doen zijn, dient men de krommingsmiddelpunten van de op-eenvolgende elementen steeds iets te verleggen, hetgeen moge-lijk is door in het verloop van de dikte van de elementen een-overigens geringe- wijziging aan te brengen.Het nog al eens tegen prefabricage geuite bezwaar 'het duurt zolang', blijkt ook volgens dit project een al te voorbarig oordeel tezijn. De montage van het eerste schaalelement duurde weliswaarbijna een halve werkdag, maar het laatste tonschaalelement wasbinnen 20 minuten geplaatst.Vervolgens gaat prof. Haas over tot het vertonen van een serielantaarnplaatjes, die door hem van een toelichting zullen wor-den voorzien.De eerste lantaarnplaatjes tonen onder meer de situatie, die ookdoor de voorgaande spreker is geschetst, het silhouet van hetkantoorgebouw met de 'golflijn' van de kantine en de opmerke-lijke contour van de rotonde.Aan de toelichting bij de volgende lantaarnplaatjes kan het vol-gende worden ontleend.De bijna cirkelvormige plattegrond van de ontvangstruimte leiddebijna vanzelfsprekend tot de toepassing van een koepeldak. Langsde ringbalk is dit dak voorzien van een uitkraging (vleugel), dieeveneens uit 24 geprefabriceerde elementen is samengesteld.Prof. Haas is van mening, dat dit de eerste geprefabriceerdekoepel met dergelijke vleugels is.In de koepelelementen en ook in de conische schalen zijn uit-sparingen gemaakt; daar, waar geen openingen geprojecteerdzijn, moeten de gaten weer dichtgemaakt worden.De elementen voor de tonschalen wegen ca. 4,5 ton, die voor deconische schalen ca. 4 ton.De koepelschalen hebben een gewicht van ca. 3? ton; zij zijn bijna12 m lang. Met deze overspanning konden de elementen niet zon-der meer met hun uiteinden worden opgelegd. Voor de montagezijn daarom tijdelijk twee cirkelvormige hulpsteigers ge-maakt, zodanig dat de oversteks- en veldmomenten in de schaal-elementen ongeveer gelijk zijn (op ca. \ van de uiteinden). Dezesteunpunten dienen (vanzelfsprekend) ook als ophangpuntenCement 13 ?1961) Nr. 7 369... interieur kantine...tijdens het transport, waarbij gebruik gemaakt wordt van eenoppikconstructie, die volgens de richting van de membraan-krachten werkt. Daarbij worden de elementen 'aangeknepen' alsin de gebruikstoestand.De uitkragende 'vleugels' worden voorgespannen door middel/an enkele draden, ten einde een 'strakke' rand te verkrijgen,hetgeen estetisch van groot belang is, terwijl het ook construc-tieve voordelen bezie, omdat daardoor een goede aansluiting metde houten puien van de ronde gevel kan worden verkregen.Daar ook de ringbalk 'strak' moet zijn, is deze samengesteld uitgeprefabriceerde elementen, die als het ware een rondlopende'goot' vormen. Deze 'goot' wordt te zijner tijd met betonspeciegevuld, terwijl door middel van enkele voorspandraden een be-perkte voorspanning gegeven wordt. De elementen dienen eerstals 'verloren bekisting' en werken later mee als constructiebeton.Na het monteren van de koepel-elementen en het vullen van de2 cm brede voegen met cementmortel worden de concentrische'spaneenheden' aangebracht, t.w. onder in de koepel 4 draden0 7 mm en boven in de koepel 2 draden 0 7 mm. De schaal-elementen zijn daartoe in dwarsrichting van kabelkanalen voor-zien. Na het spannen kunnen de hulpsteunpunten verwijderdworden. De verankeringen van de spandraden blijven op hetbuitenvlak van de koepel zichtbaar; de architect kon zich hiermeeakkoord verklaren, omdat 'deze verankeringen immers functio-neel zijn'.Voor de uitvoering van de rotonde heeft men de cirkelvormigeopzet gevolgd door het toepassen van een over concentrischekraanbanen rijdende portaalkraan voor de montage van de co-nische schalen en van een portaalkraan met vaste spil voor demontage van de koepel-elementen.De elementen voor de tonschalen van de kantine werdenten behoeve van het transport en de montage tijdelijk voorzienvan twee gebogen spantjes, die met behulp van bouten werdenvastgezet op de elementen, die daartoe van ingebetonneerdeschroefhulzen (?") waren voorzien. Met twee bouwkranen kon-den de elementen dan opgehesen en geplaatst worden. (Zoalsreeds werd genoemd, is voor het transport van de andere schaal-elementen een enigszins andere werkwijze gevolgd)... . centraal gelegen gang in het eigenlijke kantoorgebouw...Aan het ejnd van zijn voordracht noemt prof. Haas nog een be-langrijk voordeel van de hier toegepaste prefabricage, namelijktijdwinst. Tijdens de bouw van de fundering en de begane-grond-verdieping van de rotonde kon reeds met de vervaardiging van deschaalelementen worden aangevangen; toen de eigenlijke schalen-bouw moest beginnen behoefde men geen bekistingen te makenen was er geen stortschema nodig.Tot slot vertelt de spreker nog iets van twee andere geprefabri-ceerde koepels, de een te Krakau met een diameter van 35 m ende ander te Kiew met een diameter van 42 m. In tegenstelling totde koepel van de rotonde zijn van deze twee koepels de ringbal-ken volledig voorgespannen. In verband met de grote overspan-ning van de geprefabriceerde sectoren, zijn de toegepaste ele-menten van verzwaarde randen voorzien en daardoor stijver gerworden.Tijdens de daarna volgende discussie wordt door prof. Haas uit-eengezet, hoe het 'ademen' van dergelijke geprefabriceerdeschalen onder invloed van temperatuursveranderingen hoofd-zakelijk v??r de afwerking (en dus na de montage) plaatsvindt.Met dit verschijnsel dient men rekening te houden tot op hetmoment, dat de voegen tussen de elementen gedicht en de iso-lerende (kurk)lagen e.d. aangebracht worden. De spreker is ervanovertuigd, dat er hier door de toepassing van geprefabriceerdeonderdelen goedkoper gewerkt is dan in het geval van een tradi-tionele uitvoering, ook al voor wat betreft de bouwtijd (en nogafgezien van de aan de rijksgoedkeuring verbonden eis van pre-fabricage). Ten slotte worden nog enkele constructiedetails ge-noemd, o.m. de betondekking, die bij alle schaalelementen onderen boven 1 cm bedraagt.De middaguren worden benut voor een bezoek aan het bouw-terrein, waar gewerkt wordt aan de montage van de laatste koepel-schaalelementen.Op het bouwterrein geschiedt het 'lichten' van deze elementenmet behulp van twee (langzame) handtakels, waarmee ongetwij-feld geen onverwachte -en ongewenste- manipulaties uitgehaaldkunnen worden. Het ophijsen van de elementen binnende roton-de gebeurt echter toch met een (snelle) elektrische takel, waar-mee de bedieningsman pp een vrij snelle en bewondering af-dwingende wijze elk element door de in het stalen steigerwerkuitgespaarde, weinig speling toelatende, opening ophijst en naarzijn definitieve plaats brengt.De onderzijde van deze schaalelementen, die dus op de plasticfolie is gestort, bezit een opmerkelijke dicht- en vlakheid; hettoegepaste plastic heeft dus kennelijk nog een ander effect danalleen het voorkomen van aanhechting tussen de op elkaar ge-storte elementen.Ook de fabrieksmatig vervaardigde kolommen, 'timpanen', e.d.,waaruit het skelet van de rotonde is samengesteld, bezitten fraaiebetonoppervlakken, die derhalve wat hun uiterlijk betreft nietverder afgewerkt behoeven te worden.Het eigenlijke kantoorgebouw is voltooid en reeds vrijwel geheelin gebruikgenomen.Opvallend in de centraal gelegen gangen van dit gebouw zijn deronde kolommen, die de stijve portalen van het grotendeels ge-prefabriceerde skelet vormen. Door hun robuuste vorm, die noggeaccentueerd wordt door hun donkerblauwe kleur, tonen zij-vooral ten opzichte van de ernaast staande lichte scheidings-wanden- overduidelijk hun functie van 'dragende constructie'.De kantine op het kantoorgebouw is, mede door de gebogenplafonds (tonschalen), een aantrekkelijke ruimte, ofschoon som-migen eerst wat moeten wennen aan de vrij hoge ramen, diedirect onder de tonschalen geplaatst zijn en daardoor getoogdmoesten worden ; het verticale accent van deze ramen en het ge-bogene van hun togen contrasteren met de strakke horizontalelijnen, die deze ruimte typeren.Opgemerkt werd ook, dat het voor de montage van de koepelschaalbenodigde en wellicht overvloedige steigerwerk zonder meer alsondersteuning van een bekisting gebruikt had kunnen worden, zo-dat het eigenlijk weinig moeite zou kosten om op dit steiger-werk een bekisting te plaatsen en de koepel ter plaatse te storten.Afgezien van de ministeri?le prefabricage-eis, kan men zich in ditverband afvragen, welke moeilijkheden gepaard zouden gaan methet 'pas' maken van een hele (of eventueel halve) koepelbekisting.Bovendien zou men bij een uitvoering ter plaatse gedwongen zijnom een grotere schaaldikte toe te passen, niet om spannings-technische maar uitsluitend om uitvoeringstechnische redenen.En ten slotte lijkt het onwaarschijnlijk, dat men met ter plaatsegestort beton dezelfde fraaie en goede beton kwaliteit zou kun-nen verkrijgen als thans met de geprefabriceerde elementen isbereikt. Ne./v.d.V.Cement 13 (1961) Nr. 7370
Reacties