Aan de IJzijde bij Amsterdam Centraal is recent de IJboulevard opgeleverd, met daarin geïntegreerd een nieuwe ondergrondse fietsenstalling. De drie elementen voor deze fietsenstalling zijn voorgebouwd, ingevaren en afgezonken. De gekozen uitvoeringsmethode is, net als het ontwerp, het resultaat van beheersing van toprisico's van het project en de kritische succesfactoren van de opdrachtgever.
Hoe risicobeheersing leidt tot innovatieve oplossing
IJboulevard (3): Van ontwerp naar uitvoering
1 Elementen in eindpositie
1
18? CEMENT 3 20 23
De fietsenstalling bestaat uit een
betonnen bak, opgelegd op stalen
buispalen (fig. 2).
Voor de fietsenstal-
ling is een aanvaarbescherming gereali-
seerd. Eén van de toprisico's in het project
was de verplaatsing en daarmee de schade
van de achterliggende kapconstructie van
Amsterdam Centraal en de kruisende Noord/
Zuidlijn. Om de kans op verplaatsingen te
voorkomen, is ervoor gekozen de interactie
met de ondergrond te minimaliseren. In
het ontwerp resulteerde dit in het minimali-
seren van de funderingsdruk en daarmee
aantal palen. Voor de uitvoering betekende
dit de keuze om geen bouwkuipen toe te
passen. Dit was de belangrijkste aanzet tot
het elders voorbouwen van de betonnen ele-
menten voor de fietsenstalling. Het toprisico
op schade door aanvaring is beheerst door
de fietsenstalling en aanvaarbescherming te
scheiden. De fietsenstalling kon daardoor
ook lichter worden gedimensioneerd, wat
niet alleen resulteerde in een slankere be-
tonconstructie, maar ook in een lichtere
verbinding met de palen. Uiteindelijk bleken veel maatregelen
niet alleen gunstig voor de beheersing van
de risico's, maar ook voor de uitvoeringsme-
thode. Bovendien sloot de methode van het elders voorbouwen goed aan bij de kritische
succesfactoren van de opdrachtgever, ge-
richt op minimale hinder voor de omgeving
tijdens de werkzaamheden.
Het ontwerp van de fietsenstalling en
de aanvaarbescherming is uitvoerig be-
schreven in respectievelijk het artikel
'Maanlanding' achter Station Amsterdam
Centraal' (Cement 2023/1) en 'Onzichtbare
bescherming voor station Amsterdam Cen-
traal' (Cement 2023/2).
Elementen
De bak voor de fietsenstalling is opgebouwd
uit drie elementen: twee buitenste (elemen-
ten West en Oost) en een middelste element
(element Noord/Zuidlijn). De keuze om de
elementen elders te bouwen had als voor-
deel dat de bouwstromen 'realisatie van de
elementen' en 'het aanbrengen van de
paalfundatie' tegelijkertijd konden plaats-
vinden, maar introduceerde ook twee grote
uitdagingen. Zo mochten de elementen niet
te zwaar zijn. Bij te veel diepgang zouden de
elementen anders niet over de paalkoppen
kunnen worden gevaren. Omdat de elemen-
ten relatief licht ontworpen moesten wor-
den, zouden ze in de gebruiksfase, in geval
van calamiteit, kunnen gaan drijven. Dit
PROJECTGEGEVENS
project
IJboulevard
opdrachtgever
Verkeer Openbare Ruimte, gemeente Amsterdam
opdrachtnemer Van Hattum en Blankevoort architect
VenhoevenCS ontwerp
Van Hattum en Blankevoort
detailengineering Van Hattum en Blankevoort en
Royal Haskoning DHV
ontwikkeling + levering donutoplegging Freyssinet
ontwikkeling + levering DroogZetKist
Van Hattum en
Blankevoort i.s.m. TMS transport elementen (over land) Mammoet
slepen en positioneren palen
Strukton Immersion Projects
oplevering
december 2022
Aan de IJzijde bij Amsterdam Centraal is recent de
IJ boulevard opgeleverd, met daarin geïntegreerd een nieuwe ondergrondse fietsenstalling. De drie elementen voor deze
fietsenstalling zijn voorgebouwd, ingevaren en afgezonken.
De gekozen uitvoeringsmethode is, net als het ontwerp, het resultaat van beheersing van toprisico's van het project en
de kritische succesfactoren van de opdrachtgever.
CEMENT 3 2023 ?19
D D
20 23 22 21 24 25 26 27 28 29 30 31 19 11 12 13 14 15 16 17 18
E E M1 M4 M2 M3 F M1_B4_01
M1_B4_02
M1_B1_07
M1_B1_06
M3_B1_10
M3_B1_09
M3_B1_15
M3_B1_14
M3_B1_1 1 M3_B1_13
M3_B1_12 M1_B1_04
M1_B1_05 M1_B1_03 M1_DG_1M2_DG_3
M1_DG_2 M2_DG_4
M2_DG_5M3_DG_7
M2_DG_6M3_DG_8
M2_B4_2
M2_B4_1
M2_B4_6
M2_B4_7
M2_B4_3 M2_B4_5
M2_B4_4 M1_O2_01 M1_O 2_02 M1_O 2_03 M1_O2_04 M1_O 2_05M2_O2_06 M2_O2_07 M2_O2_11M2_O2_12 M2_O2_13 M3_O2_14 M3_O2_15 M3_O2_16 M3_O2_17 M3_O2_18
M1_O1_01
M1_O1_02
M1_BT_24 M1_BT_23 M1_BT_17 M1_BT_19
M1_BT_18M1_BT_20 M1_BT_21M1_BT_22 M1_BT_15M1_BT_14
M1_BT_16 M1_BT_13 M1_BT_12 M1_BT_09
M1_BT_10 M1_BT_11
M1_BT_08 M1_BT_06
M1_BT_07M1_BT_05
M1_BT_03 M1_BT_01
M1_BT_04 M1_BT_02 RK_O3_35
P1_O1_03P1_O1_04
595 9
M1_F1_01 M2_EE_0 2
P1_KE_02
RK_F2_02 RK_O2_19 RK_O2_20 RK_O2_21 RK_O2_22 RK_O2_23RK_F2 _03RK_O2_24 RK_O3_25 RK _F3_04 RK_O2_28 RK_O2_29RK_O3_30
RK_F3 _05
RK_F2 _06RK_O2_31 RK_O2_32 RK_O2_33 RK_O2_34 RK_O3_36
RK_KE_07
P1_KE _01
D1
D2
D3 D5 D4
D' D'
E' E'
625 0 6250 6250 6250
1000
278 3 247 6 10024 7485 5015 1850500
500
1200
380 3
374 4
625 0
1694
455 6
749 5
500 5
399 8
599 2
251
0
949 1
300 9
602 2
296 4
601 2
249 2
908
900
2100
250 0
1101
485
8
604 0
1601
10404
209 6
369 1
581 0
299 9
12500
11000
2100
900
11000
12500
12500
12500
12500
678 3
571 7
230 0 6500 500
6500
D7
6054 5276 12682
3783
Cofra+ platen
uitw erking ntb
1500
11000
600 0
650 0 1500 1500 3000 4500 7642 4858 12500 6478 602214591541 1377 1623
3501 8999 1601 10899 6001 6499 80014 499 754 7 1200
D6 728
8
680 0
649 2 Tijdelijkeondersteuning Tijdel ijkeondersteuning mantelbuizenLet op!!
geen ankers aanbrengen tpv m antelbuis mantelbuizenLet op!!
geen ankers aanbrengen tpv m antelbuis mantelbuizenLet op!!
geen ankers aanbrengen tpv m antelbuis
RK_O2_27 3504 RK_O2_26M2_O2_08
E
D
C
B
A
1 23 4 5678 9 10 11 1213 14 15 1617 18 19 20 21 2223 24 2526 2728 2930
schaal:1 : 2002090 - Bovenaanzicht tijdelijke voorzieningen tbv vervoer 2.
0
betekende dat de elementen, naast een
drukverbinding, ook een trekverbinding
met de palen moesten krijgen.
Het zo licht mogelijk houden van de
elementen heeft geresulteerd in een dak-
constructie met stalen liggers en een dun
betonnen dek. Dit dek is los opgelegd op de
wanden (behalve bij het element dat de
Noord/Zuidlijn overspant). Een deel van het
dak van de drie elementen is tijdens trans-
port open gelaten en later, in het werk, aan-
gestort (fig. 3). Het gewicht van de elementen is tijdens
de ontwerp- en uitvoeringsfase continu
bewaakt en waar nodig bijgestuurd. Bij over-
schrijding van het eigen gewicht, en dus de
diepgang, kon als beheersmaatregel een
groter deel van het dak worden opengelaten
tijdens het transport.
Palen
Als paalfundatie zijn geboorde palen met ge-
sloten punt toegepast met paalpuntniveau NAP -38,50 m. De palen zijn allemaal over
het water aangevoerd en vanaf een ponton
aangebracht. Ze zijn met een overlengte
aangebracht, zodat de bovenkant na het
aanbrengen van de palen boven de waterlijn
zou blijven.
Het realiseren van een trekverbinding
met in de elementen in te storten onderde-
len was niet mogelijk. De paalposities lagen
tijdens de realisatie van de elementen im-
mers nog niet vast. Daarom is ervoor geko-
zen de palen, na afzinken van de elementen,
van binnenuit aan te boren en vervolgens de
oplegging én trekverbinding tot stand te
brengen. Grote uitdaging hierbij was dat de
elementen droog moesten blijven, terwijl
deze activiteiten ruim 4 m onder de water-
spiegel plaatsvonden. Hierbij was er een
'hufterproof ' methode nodig aangezien er
geen correcties of beheersmaatregelen
mogelijk waren. De palen zijn opgebouwd uit spiraalge-
laste buizen Ø965 x 12 mm. In de palen is een
2 Project IJboulevard: aanvaarbescherming, fietsenstalling én wandelpromenade 3 Bovenaanzicht elementen met dakopeningen
ING. JURGEN CLEPHAS
Technisch specialist bouwtechniek
Van Hattum en Blankevoort
IR. STEVEN DE VISSER
Technisch manager Van Hattum en Blankevoort auteurs
2
3
20? CEMENT 3 20
23
415
330 0
-9,500 m
500
1601
70
650
650
Do ok 180mm l= 1165mm t=25mm
700
200
3500
100 stortniveau 1ste stort -5,28 1 m
Bouwkundige afwerking boorgat zodanig dat
er geen krimpscheuren ontstaan gedurende
de ontwerp levensduur. Bouwkundige afwerking n
tb.
-5,100 m
-3,800 m
50
3.0
3.0
definitieve oplegging
tijdelijke donutoplegging
knaggen
stalen buis met
ankerknop
betonprop
zand-
aanvulling
zandaanvulling aangebracht, waarboven de
wapeningskorf met daarin geïntegreerd een
stalen buis met ankerkop is afgehangen
(fig. 4, 5 en 6). Deze wapeningskorven zijn
met behulp van een frame en hangend aan
ankerstaven op de juiste hoogte en te lood in
de paal gepositioneerd (foto 7). Vervolgens is
in de top van de paal een betonprop gestort
met zelfverdichtend beton, tot circa 100 mm
onder het niveau van de definitieve oplegging.
In de palen zijn vooraf knaggen (blokdeuvels,
fig. 6) voorzien voor het overbrengen van de
krachten uit de betonprop naar de paal.
Opleggingen
De paalkop bestaat uit twee opleggingen met
elk een eigen functie. De buitenste is een tij-
delijke oplegging die wordt gebruikt bij
4 Doorsnede bovenzijde palen
5 Verbinding paal en vloerelementen
6 Wapening paalkop
RANDVOORWAARDEN
OPDRACHTGEVER
De opdrachtgever heeft de vol-
gende kritische succesfactoren
vastgesteld als randvoorwaarde
voor een succesvolle en voort-
varende uitvoering van het
project:
- het uitvoeren van het werk
zonder schade aan de omge-
vingsobjecten;
- een aanvaarbescherming die
veiligheid borgt van de achter-
liggende constructies tijdens
gebruiksfase;
- geen beperkingen aan de
functionaliteiten in de omge-
ving tijdens de uitvoering van
het werk;
- minimaal aantal klachten uit
de omgeving tijdens de uitvoe-
ring van het werk.
De drie
elementen zijn
op een locatie in
de buurt
voorgebouwd,
ingevaren en
afgezonken
4 5
6
CEMENT 3 2023 ?21
het landen van de elementen. In verband
met de vorm wordt deze de 'donutoplegging'
genoemd. De functie van deze oplegging is
het nivelleren van hoogteverschillen tussen
de onderkant van het element en bovenkant
van de oplegging, en het waterdicht maken
én houden tijdens het aanbrengen van de
trekverbinding. De eisen ten aanzien van
waterdichtheid en belastbaarheid vereisen
een bepaalde veerstijfheid van het oplegrub-
ber. De oplegging moest daardoor speciaal
worden ontwikkeld. De ontwikkeling van
deze donutoplegging en het testen ervan is
uitgevoerd in samenwerking met Freyssinet
(foto 9).De tweede, binnenste oplegging, is de
definitieve oplegging voor het opnemen van
de drukkrachten ten gevolge van de trekver-
binding element-paal. Deze definitieve op-
legging moet onder alle omstandigheden
onder druk blijven, ook bij bijvoorbeeld rotaties als gevolg van (kleine) verplaatsingen
van de fietsenstalling. Hiervoor is de opleg-
ging nagespannen met een voorspankracht
van 2700 kN.
Stellen opleggingen
De elementen moesten tegelijk kunnen wor-
den afgelaten op alle 26 palen (per element).
Hierbij mochten er geen overbelasting en
lekkages plaatsvinden. Daarom zijn strenge
uitvoeringstoleranties gesteld aan zowel
de hoogtemaatvoering van de opleggingen
(+/- 2,5 mm) als de hoogtemaatvoering én
oneffenheden van de onderkant van de
elementen.
De hoogtemaatvoering van de opleg-
gingen is onmogelijk te halen met duikwerk.
Het stellen moest daarom in den droge kun-
nen worden uitgevoerd. Hiervoor is een ha-
bitat, de zogenoemde DroogZetKist (DZK),
ontwikkeld (foto 10 en 11). Hierin zijn de vol-
7
Om te
voorkomen dat
de elementen in
de gebruiksfase
zouden gaan
opdrijven, was
er ook een
trekverbinding
met de palen
nodig
7 Stalen frame voor het afhangen van de wapening
VIDEO
Op Cementonline.nl zijn bij dit
artikel een aantal interessante
video's te bekijken, onder meer
over het te water laten en de
invaaroperatie.
22? CEMENT 3 20 23
8 Detail opleggingen op paalkop
9 Testopstelling donutoplegging
10 en 11 Inzet DroogZetKist
gende werkzaamheden op ruim 4 m onder
de waterstand uitgevoerd:
afbranden van de overlengte van de buis-
paal;
monteren en stellen van de tijdelijke donut-
oplegging en definitieve oplegging;
aangieten van de opleggingen.
In verband met de vereiste doorlooptijd van
één paal per dag, zijn twee DZK's ingezet.
Door de DZK hydraulisch om de paal te
klemmen, is deze doorlooptijd met gemak
gehaald. Het waterdicht afsluiten is gereali-
seerd door gebruik te maken van een pneu-
matisch bediend afsluitprofiel. De DZK is
in samenwerking met TMS ontwikkeld en
ook getest als onderdeel van het vereiste
CE-keurmerk. Omdat het werken in de DZK
kan worden aangemerkt als werken in een
besloten ruimte, is uitgebreid getest en geoe-
fend met het kunnen weghalen van een on-
wel geworden persoon.
Afdichten oplegging
Tijdens het landen van de elementen op de
paalfundatie zouden de donutopleggingen,
als gevolg van het toenemen van de belas-
ting, worden ingedrukt. Aangezien de opleg-
gingen aan de binnenzijde open waren, en
dus gevuld met water, zou dit water tijdens
het afdichten van de oplegging nergens heen
kunnen. Tevens was er bewijs nodig voor het
waterdicht zijn van de opleggingen alvorens
gaten Ø240 mm door de vloer te boren.
Hiervoor zijn, nadat de palen zijn geplaatst
en ingemeten en hun positie dus vast lag,
voor het invaren van de elementen gaten
8
9
10 11
CEMENT 3 2023 ?23
Ø30 mm door de vloer geboord en afgedicht
met afsluiters. Deze afsluiters zijn voorzien
van een (doorzichtige) waterslang die met
zijn bovenkant, boven het waterpeil in het
IJ, aan het dak is vastgemaakt (foto 12).
Hiermee kon tijdens het landen het overtol-
lige water uit de oplegging zijn weg naar bui-
ten vinden, en kon, met een extra aftap, op
een eenvoudige manier worden gecontroleerd
of de opleggingen écht waterdicht waren.
Definitieve verbinding
Nadat de elementen op hun fundatie waren
afgelaten, kon er nog niet meteen worden
gestart met de definitieve paalverbinding. De
elementen zijn, om opvangen van toleranties
en het manoeuvreren ter plaatse mogelijk te
maken, geplaatst met een onderlinge tussen-
ruimte van circa 1 m. Om onderling geen
verplaatsing meer te krijgen ná aanbrengen
paalverbinding, moest het water in de deze
ruimte eerst worden weggepompt. Hiervoor
zijn in beide voegen sluitvoegkisten geplaatst,
zoals dat ook wordt gedaan bij afzinktunnels.
Deze sluitvoegkist is ook gebruikt om de vloer
en wanden tussen de elementen onderling
te realiseren. Na het plaatsen van de elementen en het
plaatsen van de sluitvoegkisten, kon worden
begonnen met het aanbrengen van de defi-
nitieve verbinding. Hiervoor is eerst, over
het al bestaande gat van Ø30 mm, een gat
Ø100 mm geboord om het hart van de bij de
paal ingestorte ankerbus te lokaliseren en
de detailmaatvoering zo nodig aan te passen.
Vervolgens is over dit gat het definitieve gat
van Ø240 mm geboord en de deksel van de
ankerbus doorboord en verwijderd. Hierna
konden de ankerstaven Ø73 mm en de dook
(t.b.v. overbrengen horizontaalkrachten)
worden aangebracht en gesteld.
Na vrijgave is de holle ruimte tussen
de oplegging en het dookelement aangegoten
met krimparme mortel. Ook hier is eerst
een testopstelling (met doorzichtig perspex)
gemaakt om de vereiste minimale vullings-
graad aantoonbaar te maken (foto 13).
Transport elementen
Behalve de oplossing voor de oplegging op
de palen, zoals in het voorgaande deel be-
schreven, was ook het transport vanaf de
voorbouwlocatie naar de projectlocatie zeer
uitdagend. Na het voorbouwen op een afzon-
Als oplossing
voor een
tijdelijke en
definitieve
oplegging is een
soort rubber
'donutoplegging'
ontwikkeld
12 13
12 Afsluiter in de vloer
13 Perspex 1:1 testopstelling ten behoeve van aangieten opleggingen 24? CEMENT 3 20 23
derlijke locatie zijn de elementen via SPMT's
naar een afzinkponton vervoerd (Roll-On),
waarna ze zijn afgezonken (Float-Off, samen
heet dit de RoFLo-operatie). Vervolgens zijn
ze naar een parkeerlocatie gevaren en van
daaruit naar hun definitieve plek gevaren,
alwaar ze zijn afgelaten.
Voorbouw
De elementen zijn voorgebouwd op het
terrein van TMA Logistics in het Westelijk
Havengebied (foto 14). De keuze voor deze
locatie had diverse voordelen. De toelaatbare
maaiv
eldbelasting was hoog (tot 200 kPa).
Verder bevond zich hier een diepe en vol -
doende grote insteekhaven (Alaskahaven).
Deze ha
ven ligt dicht bij de projectlocatie,
waardoor geen transport over zee was vereist.
De elementen zijn op een steigeronder-
steuning voorgebouwd, circa 1,50 m boven
maaiveld. Deze ondersteuning is zodanig
ontworpen dat hij deels kon worden gede-
monteerd om ruimte te maken voor de
SPMT's. Omdat het terrein in verband met
afwatering verkantingen heeft, zijn de stroken
waar nodig uitgevuld om zo binnen het slag-
bereik van de SPMT's te blijven (1,20-1,80 m). Bij de indeling van deze stroken moest met
de volgende aspecten rekening worden ge-
houden:
voldoende ruimte voor de benodigde assen,
maar ook voldoende oppervlak voor spreiding
naar ondergrond;
krachtverdeling en inleiding in de elementen;
aanwezige bolders langs de kade van de
Alaskahaven;
verdeling van de afzetconstructie op het
afzinkponton. De positie van de grillage (tijdelijke
ondersteuningspunten op het ponton) moest
boven de hoofdspanten zijn gepositioneerd,
moest voor de drie elementen hetzelfde zijn
én mocht geen clash hebben met de positie
van de SPMT's. Hierdoor was het bijvoorbeeld
niet mogelijk de afzetpunten te positioneren
onder de sterke punten van de elementen
(de wanden) en moesten de vloeren worden
versterkt ter plaatse van deze grillage.
Genoemde aspecten zorgden voor een inte-
ressante puzzel. Voor het zwaarste element
(7100 ton) zijn uiteindelijk 12 aslijnen met
in totaal 236 assen ingezet. Als laatste voor-
bereiding zijn de buitenste elementen
14
14 Terrein TMA-Logistics en Alaskahaven met de drie elementen CEMENT 3 2023 ?25
(elementen West en Oost) aan één zijde en
het middelste element (element Noord/Zuid-
lijn) aan beide zijden voorzien van tijdelijke
kopschotten (foto 15).
Transport naar het afzinkponton
(Roll-On)
Tijdens een non-stop operatie van negen
dagen zijn de drie elementen één voor één
van hun ondersteuning opgepakt en met
SPMT's naar het afzinkponton gebracht
(Roll-On, foto 16). Tijdens het oppakken van
de elementen moesten deze binnen een vooraf opgestelde 'envelop' van maximale
vervormingen blijven.
Tussen de kraanbaan en kade was
geen bovenbelasting toegestaan, waardoor
deze ruimte met behulp van schotten moest
worden overbrugd. Tijdens het oprijden van
het ponton moest deze binnen een maximaal
toegestane dwarsverkanting (list) blijven. Dit
vereiste nauwkeurige afstemming tussen
oprijden en contraballasten. Tot slot moes-
ten de elementen binnen een zeer strakke
tolerantie van enkele millimeters op hun
ondersteuning worden afgelaten.
Voor het
ballasten van
de elementen,
nodig voor het
aflaten op de
paalfundatie,
zijn met grond
gevulde big bags
en watertanks
toegepast
15 Kopschotten
16 Roll-On element Oost naar afzinkponton
15
16
26? CEMENT 3 20 23
Afzinken elementen (Float-Off)
Na het aflaten van een element op de onder-
steuning van het afzinkponton, het onderuit
rijden van de SPMT's en verwijderen van de
oprijkleppen, kon worden gestart met het
afzinkproces (Float-Off, foto 17). Hierbij
moesten de vervormingen van het afzink-
ponton ten gevolge van het innemen van
ballastwater binnen van tevoren gestelde
waarden blijven (door ongelijke stijfheids-
verhoudingen van het afzinkponton en het
element zou, tot het water zou worden ge-
raakt, elke vervorming van het afzinkponton
ook een vervorming van het element beteke-
nen). Verder mocht de stabiliteit in langs- én
dwarsrichting van het ponton en element op
geen enkel moment in gevaar komen.Ook deze twee punten resulteerden in
een lastige puzzel en leverde spectaculaire
plaatjes op, aangezien dit betekende dat de
elementen de waterlijn moesten doorsnijden
met een langshelling van ruim 4%. Nadat elk element dreef en voldoende
los van zijn ondersteuning was, zijn ze naar
hun parkeerlocatie in de Amerikahaven ge-
varen en vervolgens geparkeerd (foto 18).
Parkeerfase
De parkeerfase, die tien dagen in beslag
nam, is voorzien om de RoFLo en het trans-
port naar de projectlocatie onafhankelijk
van elkaar en dus, qua planning, beheers-
baarder te maken. Deze periode kon ook
worden gebruikt om de elementen zodanig
te trimmen dat ze waterpas in het water
zouden liggen. Omdat de CoG (Centre of
Gravity) en CoB (Centre of Buoyancy) niet
op hetzelfde punt in het element zitten, ligt
het element per definitie niet waterpas in
het water. Met behulp van trimballast zijn
de elementen waterpas getrimd. Bovendien konden dan eventuele
lekkages in wanden en vloer worden gerepa-
reerd. Gelukkig zijn in de elementen zelf
geen watervoerende scheuren geconsta-
teerd, waardoor er geen reparaties noodza-
kelijk waren. Wel is bij één kopschot een iets
groter dan aanvaardbare lekkage geconsta-
teerd. Deze is hersteld. Op de parkeerlocatie zijn de laatste
voorbereidingen voor het transport naar de
projectlocatie uitgevoerd, zoals installatie
van lieren, hekwerken en afzettingen,
17 Float-Off element Oost
17
CEMENT 3 2023 ?27
verlichting en watertanks (ten behoeve van
ballasten, zie verderop). Bij een eventueel
onverwacht grotere diepgang van een ele-
ment gaf deze periode bovendien de moge-
lijkheid om dan een invaarvenster te bepa-
len, zodat bij een hoge waterstand (hoger dan
NAP -0,40) in kon worden gevaren.
Gewichtsbewaking
Zoals eerder genoemd, is er een relatie tus-
sen het gewicht van de elementen (en daar-
mee de diepgang) en de bovenkant van de
paalkoppen. Het vrijboord van de elementen
is in de eindfase ruim 1 m, waardoor het aan-
vaardbaar was een deel van het dak, tijdens
transport, open te laten en zo gewicht te
besparen zodat de elementen óver de paal-
koppen heen konden worden ingevaren. De
theoretisch gewenste kielspeling was 0,30 m
bij een lage waterstand van NAP -0,50. Dei-
ning en golfslag zouden echter centimeters
van deze speling afsnoepen. Hetzelfde gold
voor een hoger gewicht van het element dan voorzien. Dat luisterde nauw aangezien voor
bijvoorbeeld het element Noord/Zuidlijn een
afwijking van 0,2% (12,6 ton meer) 1 cm meer
diepgang zou betekenen.
Na het vaststellen van de theoretische
hoeveelheden na de UO fase, is er tijdens
de uitvoering continu bewaakt op hoeveelhe-
den en is van elk stort ook meerdere malen
de volumieke massa van de betonspecie
bepaald.
Transport over water
Na de parkeerfase zijn de drie elementen
één voor éen, op 29 november en op 2 en 5
december 2021, vanaf de Amerikahaven naar
de projectlocatie getransporteerd (foto 19).
Deze data zijn afgestemd op de aankomst en
afvaart van cruiseschepen, aangezien het
transport niet gelijktijdig mocht plaats
vinden.
Op de projectlocatie zijn de elementen met
behulp van lieren naar de kant verhaald en
tegen positioneringsframes getrokken zodat
ze in x-y positie op +/-10 mm goed lagen.
18
19
18 Parkeerfase van de drie elementen
19 Invaren element West met op het dak de (lege) watertanks 28? CEMENT 3 20 23
MEER ARTIKELEN OVER
IJBOULEVARD
Dit is het vierde artikel over het
project IJboulevard in Cement.
Eerder zijn verschenen:
- Duurzaamheid leidend bij
IJboulevard, Cement 2021/3;
- 'Maanlanding' achter Station
Amsterdam Centraal, Cement
2023/1;
- Onzichtbare bescherming
voor station Amsterdam Cen-
traal, Cement 2023/2.
Aflaten elementen op
paalfundatie
Elk element is, na te zijn gepositioneerd, af-
gelaten op zijn paalfundatie. Hiervoor was
ballast nodig. Bij zinktunnels gebeurt dit met
ballastwater. Maar om de paalverbinding van
binnenuit te kunnen realiseren, moesten deze
bereikbaar blijven, waardoor er te weinig op-
pervlak overbleef om met water voldoende
ballastgewicht te realiseren. Tevens moest er
een zekere overdruk worden gerealiseerd tot
de definitieve paalverbinding was aangebracht.
Deze overdruk was nodig voor voldoende en
gegarandeerde afdichting op de opleggingen.
En de overdruk moest voorkomen dat de ele-
menten zouden gaan drijven als gevolg van
(extreem) hoge waterstanden en hoge golven
door langsvarende schepen. Daarom is geko-
zen voor de toepassing van 1 m³ big bags à 1,5
ton (foto 20). Per element is zo 1500-1800 ton
ballast aangebracht. De big bags zijn per twee
stuks ingehesen en vervolgens met een hef -
truck naar hun positie gebracht, volgens een
zorgvuldig opgesteld werkplan. Het aflaten van de elementen op de
paalfundatie gebeurde in vier stappen:
1?aanbrengen ballastzakken totdat het ele-
ment zich circa 80 mm boven de opleggin-
gen bevond;
2?vullen van de op het dak geplaatste water-
tanks zodat het element gecontroleerd en
waterpas kon landen. Voorafgaand aan deze
stap zijn eerst alle afsluiters opengezet, om
te voorkomen dat water zich in de donut zou
opsluiten; 3?vervolg aanbrengen ballast en gefaseerd
leeg laten lopen van de watertanks. Water-
tanks overzetten naar volgend element;
4?aanbrengen ballast ten behoeve van creë-
ren voldoende overdruk.
Na deze stappen zijn de elementen tijdelijk
horizontaal gefixeerd naar de kades, totdat
het ruwe betonwerk gereed was.
Afrondende werkzaamheden
ruwbouw
Voordat met de afbouw van de fietsenstalling
kon worden begonnen, moesten de volgende
werkzaamheden zijn afgerond:
de twee sluitvoegen (vloer en wanden) rea-
liseren (volgens de gebruikelijke methode
voor afzinktunnels);
kopschotten verwijderen en open gedeelte
dak storten;
aanbrengen definitieve paalverbinding
(zoals eerder beschreven).
Tijdens deze werkzaamheden is ook de aan-
vaarbescherming gerealiseerd.
Stick to the plan
Na een korte en intensieve tender- en ont-
werpfase is een gecompliceerd deel van het
project succesvol gerealiseerd en is het zelfs
ruim een half jaar eerder opgeleverd. Belang -
rijke succesfactoren, zoals oog hebben voor
de zorg van de klant, de juiste mensen op de
juiste plek en stick to the plan, hebben zich
hierbij bewezen.
20
20 Aanbrengen ballast CEMENT 3 2023 ?29
Projectgegevens
Project: IJboulevard
Opdrachtgever: Verkeer Openbare Ruimte, gemeente Amsterdam
Opdrachtnemer: Van Hattum en Blankevoort
Architect: VenhoevenCS
Ontwerp: Van Hattum en Blankevoort
Detailengineering: Van Hattum en Blankevoort en Royal HaskoningDHV
Ontwikkeling + levering donutoplegging: Freyssinet
Ontwikkeling + levering DroogZetKist: Van Hattum en Blankevoort i.s.m. TMS
Transport elementen (over land): Mammoet
Slepen en positioneren palen: Strukton Immersion Projects
Oplevering: december 2022
Reacties