Ir.J.H.WendrichAdviesbureau D3BN civiel ingenieurs,Rotterdam1-2Het nieuwe kantoorgebouw gezien vanuithet westen en het oostenHoofdkantoor KoninklijkeBoskalisWestminister teSliedrechtInleidingIn 1977 werd door de Raad van Bestuur van de Koninklijke Boskalis Westminster NV debeslissing genomen tot debouw van een nieuw kantoor in Sliedrechtvoor het onderbrengenvan de Raad van Bestuur en haar stafafdelingen. Voor het verkrijgen van een passendontwerp werd in de zomer van 1977 een besloten prijsvraag uitgeschreven onder een zestalarchitectenbureaus. Dit resulteerde in een opdracht aan architectenbureau Dicke BonnemaDuinisveld Architecten BV te Dordrecht, om het ingediende prijsvraagontwerp verder uit tewerken.Spoedig na het verkrijgen van de definitieve bouwopdracht werd in oktober 1977 eenbouwteam geformeerd, waarvan de leiding werd opgedragen aan adviesbureau D3BN civielingenieurs te Rotterdam. Na een voorspoedige voortgang van de werkzaamheden, waarbijop 1 september 1978 de offici?le eerste paal werd geheid en op 11 oktober 1979 het hoogstepunt werd bereikt, kon in april 1981 het gebouw in gebruik worden genomen. Bij de offici?leopening in september 1981 werd een bronzen beeld van een beugelaar onthuld, waarmee deorigine van het bedrijf wordt gesymboliseerd (foto 's 1-3).Programma van eisenHet programma van eisen hield in dat het te bouwen kantoor plaats zou moeten bieden aancirca 300 medewerkers, terwijl een uitbreiding tot 450 medewerkers in de toekomstmogelijkmoest zijn. Naast de nodige vergaderfaciliteiten dienden er verder een groot aantal verzor-gende functies te worden ondergebracht, zoals een bibliotheek, een expositieruimte,eenconferentiezaal voor 150 personen, een restaurant met bijbehorende keuken en de nodigemagazijnen en technische ruimten.In verband met het dynamische karakter van de organisatie werden hoge eisen gesteld aande flexibiliteit van de indeling van het kantoorgedeelte.Op het terrein diende ruimte te worden geschapen voor het parkeren van ongeveer 300auto's. Tenslotte moest bij het ontwerp van het gebouw rekening worden gehouden met despecifieke eisen van Rijkswaterstaat, die het gevolg waren van de unieke lokatie. Hetgebouw is namelijk gesitueerd op een griend in de Beneden Merwede, binnen de gemeenteSliedrecht, op de grens met Papendrecht (fig. 4).Het architectonisch ontwerpBij het ontwerp van het gebouw is getracht om het bijzondere karakter van deze lokatiezoveel mogelijk te handhaven door het cre?ren van een eiland. Dit eiland ligt buitendijks opCement XXXIV (1982) nr. 5 2714Situatiebeneden merwede5Plattegrond begane grondongeveer 300 m afstand van de Merwededijk Baanhoek, die een belangrijke verbindingswegis tussen Sliedrecht en Papendrecht. Door middel van een speciaal aangelegde toe-gangsweg en een kofferdam is het hoofdkantoor vanaf de Baanhoek bereikbaar.Het grootste gedeelte van het eiland wordt ingenomen door de kelder van het gebouw,waarin zijn ondergebracht archiefruimten, magazijnen en parkeergelegenheid voor circa270 auto's (fig. 5). Tegen de kelderwanden is een glooiingsconstructie aangebracht, waar-mee een vloeiende overgang wordtgevorrnd tussen kelderdek en omringend water. Hier-door wordt het eilandkarakter versterkt. Aan de noordzijde van het eiland is een kleine havengesitueerd voor het aanleggen van jachten. Het gezicht van het complex wordt bepaald doorde vormgeving van de boven het kelderdek gelegen bouwlagen en de aankleding van hetkelderdek./152213D00\0? ?-==.~:i.LJi ElHi aHIJ-T'-,II I I iilll! ci r"':1,'::=~--lJ. ..~g;;] ..~=L' illdl...DDCement XXXIV (1982) nr. 5 272BESTAANDUITBREIDINGBOUWDELEN A tjm 0BOUWDELEN E t/m F1--'-"'-----+-'-'-1f F c:::J ~I_..__~~~~~~----'L-t--r----+..-~6Overzicht bovenbouwo STAALKONSTRUKTIElAAGBOUW7Verticale doorsnede ter plaatse van deentreeoc IIC::JDA21.81 + ( ..-?I1841 +,...--- - -I I14.94+~I I11.52+~1 I8.10+~ ]I I4.68+I I I1 IJ111 1 .~ I1p/1!I T 11 11 n ~/3.35..- 11 11 IJLJ~- 1-? -. - - - - - - - ?De bovenbouw wordt gevormd door vier losstaande bouwdelen A tot en met D, die zodanigzijn geplaatst dat als het ware een binnenterrein is ontstaan met een eigen identiteit. Narealisering van de geplande uitbreiding met de bouwdelen Een F zal dit nog sterker wordenbeleefd (fig. 6).De in opzet identieke bouwdelen bestaan uit 4 kantoorlagen en een laag voor de technischeinstallaties (fig. 7). Om te voorkomen dat in de onderliggende verdiepingen bij geopenderamen geluidsoverlast ontstaat, is de gevel van de technische laag teruggehouden en isrondom de vloer van de vijfde verdieping een borstwering aangebracht. De functie daarvanis te vergelijken met die van geluidswanden die langs autosnelwegen worden aangebracht.8Ontvangsthal met receptie en liftenVoor de gevelbekleding van de verdiepingen is gekozen voor een strakke vliesgevel met eendonkere kleur, waardoor een zekere wisselwerking met het omringende water wordt ge"cre?erd. Bovendien wordt door de donkere kleur hinderlijke schittering voor de scheepvaartvoorkomen. De buiten de gevel geplaatste kolommen en de uitstekende balkons vormen eenevenwichtige aanvulling en completering van de gevel. Samen met de, wat vorm en toege-paste materialen betreft, sterk contrasterende algemene ruimten op de begane grond geeftdit het gebouw een zeker elan.In verband met de representatieve functie van de aanwezige ruimten, is op de begane grondveel aandacht besteed aan het interieur, zowel wat betreft inrichting als materiaalkeuze(foto 8). De kantoorlagen daarentegen zijn soberder en vrij uniform uitgevoerd. Het enigebelangrijke onderscheid is de hoofdkleur die voor iedere verdieping verschillend is. Dezehoofdkleur wordt, in relatie tot de helderheid van het invallende licht, donkerder naarmatemen hoger in het gebouw komt (foto 9).Het totale gebouw heeft een inhoud van 64 000 m3, waarvan 26000 m3 voor de kantoorlagenen 25 000 m3 voor de parkeerkelder. De bouwsom, inclusief installaties maar exclusiefinrichting en BTW, bedroeg f 45 000 000,-.Cement XXXIV (1982) nr. 5 2739Interieur kantoorverdieping10Overzicht civieltechnische werken11Glooiingsconstructie uitgevoerd in zetsteenvan beton~.........." ? __ a-"~ _~~"~/_?.r2Eiii?~~?:~:~:'" :12Doorsnede glooiingsconstructie13Betonnen zetsteen, type BasaltonCement XXXIV (1982) nr. 5Civieltechnische werkenDe plaats van het kantoorgebouw buitendijks op een eiland bracht een aantal werkzaamhe-den met zich mee in de civieltechnische sector (fig. 10). Zo is vanaf de Baanhoekdijk eentoegangsweg aangelegd, waarvoor het bestaande maaiveld gemiddeld 2,50 m moest wor-den verhoogd. Op het gevormde dijklichaam is eenklinkerbestrating aangebracht.De verbinding tussen het kantoorgebouwen deze toegangsweg wordt gevormd door eenkotterdam, bestaande uit twee gekoppelde stalen damwanden met een tussenafstand van6,00 m. Uitkragend over het water zijn aan beide zijden tegen de damwanden houtenvoetpaden aangebracht.Aan de Merwede-zijde van het gebouw is om terugkaatsing van golven te voorkomen eenvloeiende overgang vanaf de kelderdekafwerking naar het omringende water aangebracht.Deze glooiingsconstructie is opgebouwd uit een grondlichaam dat tegen de kelderwandisaangebracht, voorzien van een afwerking om grondafslag te voorkomen (fig. 11-12). Hetonder laagwater gelegen gedeelte van het grondlichaam is, na onder hetjuiste profiel te zijngebracht, beschermd door een kraagstuk, verzwaard met stortsteen tot 400 kg/m2. Hethoger gelegen gedeeltevan de verdedigingsconstructie wordt gevormd door een bekledingmet betonnen zetstenen. Hiervoor is basalton toegepast; een wat vorm betreft met ba-saltkeien overeenkomende betonnen zuil (foto 13).De terrassen en trappen inde glooiingsconstructie zijn opgebouwd uit perkoenpalen enbetonklinkers (foto 14). De klinkers zijn gestraat in een speciebed om te voorkomen dat zedoor de golfslag worden weggezogen.Aan de noordzijde van het gebouw is het in het zicht blijvende gedeelte van de kelderwandtegen aanvaren beschermd door middel van een geleidewerk. Dit geleidewerkis opge-bouwd uit palen van basralocus en regels vanazob?. In het haventje tenslotte, is een14Terras en trap in glooiingsconstructie27475Drijvende steiger langs kelderwandoA16Draagconstructie voor de verdiepingen17Aanzicht draagconstructie bovenbouwCement XXXIV (1982) nr. 5drijvende steiger met de nodige meerpalen aangebracht (foto 15). Deze steiger bestaat uiteen houten roosterwerk met polyester drijflichamen.Constructieve aspectenHet gebouw is gefundeerd op 960 gewapend-betonpalen met afmetingen 400 x 400 m2 enlengten van 12,00 tot 15,50 m. In verband met de aanwezigheid van minder draagkrachtigelagen, gelegen onder het gekozen basisniveau van de palen, is een onderzoek uitgevoerdnaar het te verwachten zettingsbeeld van het gebouw. De berekeningen hebben evenwelaangetoond, dat bij de aangehouden paalbelastingen de optredende zettingen niet meerzullen bedragen dan enkele millimeters.In verband met de buitendijkse ligging van het gebouw moest bij het vaststellen van dehoogtemaat van het kelderdek rekening worden gehouden met de maximaal te verwachtenwaterstand in de Beneden Merwede. Om onderlopen van de kelder te voorkomen is debovenkant van het kelderdek gebracht op 4,00 m + NAP, welke hoogtemaat overeenkomtmet de bovenkant van de Merwededijk bij Sliedrecht. De buitenwanden van de kelder (dikte300 mm) zijn met het oog op de waterdichtheid gestort in moten met een maximale lengtevan 15,00 m. Ter plaatse van de aansluiting met de keldervloer is in de wand een stalen stripaangebracht, terwijl aan de buitenzijde van de kelder alle stortnaden zijn afgeplakt. Deverticale stortnaden in de wanden aan de noordzijde blijven in het zicht en zijn uitgevoerdals schijnvoegen, voorzien van een voegenband.De onderlinge kolomafstanden in de kelder zijn voornamelijk het gevolg van het gebruik vande kelder als parkeergarage. Samen met de gekozen draagconstructie voor de bovenbouwheeft dit geleid tot een kolom raster van 7,50 x 8,00 m2.De draagconstructie van de bovenbouw bestaat uit schachten en paarsgewijze in hetgevelvlak geplaatste kolommen (fig. 16-17). De onderlinge afstand van de kolommen inieder paar is 2,50 m, terwijl de hart-op-hart afstand van de kolommenparen 15,00 mis. Alsgevolg van deze opstelling zijn boven het kelderdek kolomvrije ruimten gecreeerd van 15,00x 15,00 m2 . Hierdoor is optimaal tegemoet gekomen aan de wensen van de opdrachtgeverinzake een zo groot mogelijke flexibiliteit wat de indeling van de kantoorruimten betreft.Op verzoek van de architect zijn de afmetingen van dein schoon beton uitgevoerde kolom-men beperkt tot 300 x?OO mm2. Deze betrekkelijk geringe afmetingen maakte de keuze vaneen hoge betonkwaliteit (B 45) noodzakelijk. Samen met de eisen van de architect metbetrekking tot de detaillering heeft dit geleid tot prefabricage van de kolommen. Voor deaansluiting van de kolommen onderling en metdein het werk gestorte vloeren zijn specialevoorzieningen getroffen. Hierop zal bij de bespreking van de verdiepingsvloeren verderworden ingegaan.De stabiliteit van het gebouw wordt ontleend aan de in de bouwdelen B, C en 0 aanwezigekernen en de gevelwand in bouwdeel A (fig. 16). Verder zijn de bouwdelen onderlinggekoppeld door middel van de verbindingsgangen, waarmee de horizontale krachten tengevolge van de excentrische ligging van de kernen worden overgebracht.Om aan het strakke bouwschema te kunnen voldoen zijn de kernen tijdens de uitvoeringvoorgetrokken ten opzichte van de vloeren (foto 18). Aansluiting met de verdiepingsvloerenis tot stand gebracht door het aanbrengen van inkassingen in de schachtwanden en hetuitsteken van de wapening. De in het zicht blijvende delen van de buitenzijde van de schachtzijn gebouchardeerd.Zoals reeds eerder is vermeld, is om geluidstechnische redenen rondom de vloer van de 5everdieping een borstwering aangebracht. De vereiste afmetingen en de plaats ervan hebbenuiteindelijk geleid tot de keuze van een betonnen randbalk met afmetingen 400 x 1600 mm2 .De voorzijde van de randbalken wordt, met uitzonderingvan de verzwaringen ter plaatse vande gevelkolommen volledig door de vliesgevel aan het zicht onttrokken. De achterzijde blijftgrotendeels onbekleed, zodatbij het ontwerp rekening moest worden gehouden met eenzij-dige zonbestraling.Tengevolge van de grote eigen stijfheid zal de randbalk een belangrijk deel van de op de 5everdiepingsvloer werkende belastingen naar zich toe trekken. De krachtswerking die hier-door in de randbalken wordt veroorzaakt maakte voorspanning ervan noodzakelijk.Als gevolg van de relatief hoge belastingen, afkomstig van de technischeverdieping, is in de5e verdiepingsvloer van bouwdeel C een verzwaarde middenstrook aangebracht (fig. 19). Debreedte van deze strook is 400 mm, terwijl de dikte ervan beperkt moest blijven tot 600 mmo275VOORGESPANNEN RANDBALKENAI 0 VOORGESPANNEN MIODI'NBALK~.11'I B l[ ~~c ---=---, =-~~~~~.~ 18120Kabelverloop in de voorgespannenmiddenbalk18In de uitvoering zijnde schachtenvoorgetrokken21Aanvoer van een voorgemonteerdevoorspankabel19Overzicht van de voorgespannen balken inde 5e verdieping22Detail koppeling voorspankabelsCement XXXIV (1982) nr. 5Deze relatief geringe constructiehoogte voor een balk met een overspanning van 15,00 mmaakte voorspanning ervan noodzakelijk (foto 20). De benodigde voorspankracht, zowel inde randbalken als in de middenbalk, is aangebracht met behulp van het voorspansysteemBBRV. In verband met de snelheid van werken op de bouwplaats, is gebruik gemaakt van demogelijkheid die dit systeem biedt, om de voorspankabelskant-en-klaar op het werk aan tevoeren en in de bekisting te plaatsen (foto 21). De kabels langer dan 25 m zijn in delenaangevoerd enin de bekisting met behulp van koppelingen tot ??n lengte samengevoegd(foto 22).In de middenbalk zijn 9 kabels aangebracht met een totale breukkracht van 27600 kNo Devoorspanning in derandbalken wordt verkregen door 2 kabels met een totale breukkrachtvan 4000kN.De randbalkenen de middenbalk zijn uitgevoerd in betonkwaliteit B 37,5 terwijl de overigedelen van de 5e verdiepingsvloeren uitgevoerd zijn in betonkwaliteit B 22,5.Ter plaatse van de gevel zijn de verdiepingsvloeren onderling en met de randbalk in de5everdieping in verticale richting gekoppeld. Hierdoor konden gecompliceerde verstijvings-constructies en schuifverbindingen in de gevelconstructie achterwege blijven. Bij de be-spreking van de verdiepingsvloeren zal hierop verder worden ingegaan.De constructie van de verdiepingsvloerenUitgangspunt in het architectonisch ontwerp voor de bovenbouw was een structuur vanvierkanten met zijden van 15,00 m. Om optimaal te kunnen voldoen aan de wensen van deopdrachtgever inzake een zo flexibel mogelijke indeling zijn de kolommen langs de randenvan deze rechthoeken geplaatst. Een aantal mogelijke oplossingen hiervoor is gegeven infiguur 23. Elk van deze varianten zal leiden tot een andere constructiehoogte voor deverdiepingsvloeren. Zo is de overspanning van de vloeren behorende bij de kolomplaatsingvan figuur 23c en 23d kleiner dan die behorendebij de kolomplaatsing van figuur 23 a en 23b. Bovendien zal de doorbuiging in het midden van de vloer worden gereduceerd door deaanwezige overstekken bij oplossing c en d. Dit betekent dat plaatsing van de kolommenhalverwege de vierkanten tot een kleinere constructiehoogte zal leiden. Verdere bepel'kingvan de constructiehoogte is mogelijk door de enkele middenkolom te splitsen in tweekolommen met een geringe onderlinge tussenafstand, hetgeen tot gevolg heeft dat delengte van het overstek kan worden aangepast. Optimalisering heeft geleid tot een onderlin-ge hart-op-hart afstand voor de twee kolommen van 2,50 m. Om een regelmatige indelingvan de gevel mogelijk te maken zijn de kolommen vervolgens voor de gevel geplaatst.27623Varianten voor kolomopstellingo"\}~+----+---+-+-+--+-o b/ ",//"r", //"", /c//,/,//r,dA. MET BALKEN B. MET KASSETTEN c. MET VOORSPANNING o. MET SPARINGSBUIZEN24Enige constrlJctievormen voor deverdiepingsvloeren25Plaats van de sparingsblJizen in deverdiepingsvloeren26SparingsblJizen geblJndeld in een rekwerkCement XXXIV (1982) nr. 5Met deze kolomplaatsing als uitgangspunt zijn verschillende varianten voor de constructievan de verdiepingsvloeren onderzocht. Een aantal hiervan is gegeven in figuur 24. Inverband met horizontale leidingdoorvoer was een minimale constructiehoogte vereist,waardoor variant a niet aanmerking kwam. Variant b viel af omdat een vlakke onderkantvereist was met het oog op de aansluiting van verplaatsbare scheidingswanden. De voorge-spannen vloer van variant c viel af door de grote concentratie van ankers ter plaatse van deaansluiting met de geprefabriceerdegevelkolommen.De vlakke plaatvloer volgens variant d met een dikte van 350 mm tenslotte gaf constructiefen uitvoeringstechnisch de beste oplossing. De toegepaste elementen voor gewichtsbespa-ring zijn achthoekige polystyreen sparingsbuizen van het type Oktron. Dit typesparingsbui"zen heeft het grote voordeel dat plaatselijke beschadigingen geen gevolg hebben voor derest van de buis. De afmeting van de toegepaste buizen is 190 mm bij een hart-op-hartafstand van 300 mmo Door het aanbrengen van de sparingsbuizen wordt de stijfheid van deplaat nauwelijks gereduceerd. Het eigen gewicht van de plaat is evenwel teruggebracht totdat van een massieve plaat van 260 mmoFinanci?le overwegingen hebben ertoe geleid, dat de sparingsbuizen alleen zijn aange-bracht in de basisvierkanten van 15,00 x 15,00 m2 (fig. 25). De voordelen samenhangend methet aanbrengen ervan in de overige vloervelden wogen niet op tegen de extra kosten, voorhet aanbrengen. In verband met de snelheid van werken zijn steeds vijf elementen gebun-deld in een rekwerk (foto 26). Deze rekwerken zijn kant-en-klaar op het werk aangevoerd enaan de bekisting bevestigd om opdrijven tijdens het storten van het beton te voorkomen.Voor het bepalen van de krachtswerking in de vloer is het samenstel van plaat en kolomlaagsgewijs geschematiseerd. De kolommen zijn hierbij buigstijf verbonden gedacht aan debetreffende vloer en scharnierend aan de onderliggende vloer (fig. 27). De berekening isuitgevoerd meteen lineair-elastisch platenprogramma. De invloed van het verschil in beton-kwaliteit en ouderdom van plaat en kolom en de aanwezigheid van de sparingselementen. ishierbij in rekening gebracht door het aanpassen van de elasticiteitsmodulussen.Als gevolg vande buigstijve verbinding treden vrij hoge momenten op in de aansluiting vanplaat en kolom. De hiervoor benodigde wapening 032 moet vanuit de geprefabriceerdekolommen de vloer in worden gebogen. De afmetingen van deze uitstekende staven lever-27727Constructieschema en elementverdeling?. CONSTRUCTIESCHEMA/"/~-::-~/"" ...."" -::--.:r::;:'''-;'/_~AR1HEJL -,--- _B. ELEMENTENVERDELING~..r-rsE"f---"-\11I 1\1I I28Aansluiting gevelkolom~verdiepingsvloer29Aanzicht kolom-vloeraansluitingden bij het transport van de kolommen problemen op. Daarom zijn pers-schroefkoppelingentoegepast, waarmee na het stellen van de kolommen, de verbinding met de in de vloerstekende wapening tot stand wordt gebracht (fig. 28). De verbinding tussen de kolommenonderling vindt plaats met behulp van vier staven 032 die uit de onderstaande kolom steken.Een detail van de aansluiting is te zien op foto 29,Tijdens het uitVoeringsstadium waren de stortbelastingen aanzienlijk hoger dan de belas-tingen in het gebruiksstadium. Om te voorkomen dat het vervormingsgedrag van de verdie-pingen tijdens het uitvoeringsstadium op ongunstige wijze zou worden be?nvloed, zijntijdelijk extra stempels aangebracht op de begane grond en de 1e en 2e verdieping (fig. 30).De procedure voor het plaatsen en verwijderen van deze stempels is vastgelegd in eenspeciaal draaiboek.De aldus ontworpen vloerconstructie voldeed wat sterkte en stijfheid betreft aan de eisen dieeraan werden gesteld. Echter door het aanbrengen van verticale koppelingen ter plaatse vande gevel konden de doorbuiging van iedere verdiepingsvloer en de doorbuigingsverschillentussen de verdiepingsvloeren onderling tot een minimum worden beperkt. Het voordeelhiervan was, dat een gevelconstructie zonder gecompliceerde, en dus dure, verstijvings-constructies en schuifverbindingen kon worden toegepast.De verticale koppelingen zijn uitgevoerd in de vorm van Dywidagstaven 026, die doormiddel van menie en teerepoxy tegen corrosie zijn beschermd (foto 31-32).30Extra stempels onder verdiepingsvloerenCement XXXIV (1982) nr. 5o. Stempels onder 10verdiepingsvloer278b. Stempels onder 20en 30verdiepingsvloer31-32Verdiepingsvloeren met Dywidagkoppelstavenopdrachtgever: Koninklijke BoskalisWestminister, Papendrechtarchitect: Dicke BOnnerna Duinisveld Archi-tecten BV, Dordrechtplanning en kostenbewaking: Adviesbu-reau D3BN civiel ingenieurs, Amsterdamconstructeur: Adviesbureau D3BN civiel in-genieurs, Rotterdamhoofdaannemer: Boskalis WestminsterConstruction BV, Dordrechtfoto's: P. vld Berg, Den Haag; J.Bergsma,Schoonhoven; foto Geljon, Rotterdam;B.van Gils, Breda; J.Kraus, Schiedam;J.H.Wendrich, RotterdamKrachtsoverdracht naar de koppelstaven vindt plaats door middel van ankerplaten dieondertegen de verdiepingsvloeren zijn aangebracht. Om uitknikken bij eventueel optredendedrukkrachten te voorkomen, zijn de koppelstaven beperkt voorgespannen (voorspankrachtcirca 100 kN). Op het tijdstip dat de voorspankracht werd aangebracht, was alleen deverankering ter plaatse van de 1e en 2e verdiepingsvloer aangedraaid. De verankeringen terplaatse van de 3e en 4e verdiepingsvloer werden aangedraaid na het voorspannen. Hierdoorwas het mogelijk om de kleine doorbuigingsverschillen die tijdens het uitvoeringsstadiumwaren ontstaan, te compenseren. De koppelstaven zijn, evenals de elektra- en cv-leidingendoor middel van kokervormige elementen achter de vliesgevel aan het zicht onttrokken.BesluitGezien het korte tijdsbestek waarin het gebouw moest worden gerealiseerd, is gekozen vooreen werkwijze waarbij ontwerp- en uitvoeringsstadium elkaar gedeeltelijk overlapten. Hier-toe zijn alle werkzaamheden, zowel bouwkundig, constructief als installatietechnisch, op-gesplitst en ondergebracht in diversedeelbestekken.Deze deelbestekken werden afgerondnaarmate de uitvoering vorderde. Het grote voordeel hiervan was dat reeds na het afrondenvan de eerste deelbestekken met de uitvoeringswerkzaamheden kon worden begonnen.Samenvattend kan worden geconcludeerd dat deze werkwijz? volledig aan de verwachtin-gen heeft voldaan en heeft geleid tot de realisering van een hoogwaardig bouwwerk.Ook zonder brons was het al een aardiggezichtHet voltooide kunstwerk van boven afgezienAan de ingang van het Provisorium van hetBiomedisch Centrum van de Rijksuniversi-teit van Maastricht staat een door Dick Roy-mans ontworpen kunstwerk. Het stelt eenstuk korstmos voor. Het voorkomen vankorstmossen in de natuur duidt op een ge-zond milieu. Roymans is van mening dat eraan de universiteit veel wordt gedaan aan de Aanvoer van de geprefabriceerde zuileneerste echelons van de gezondheidszorg,maar de eerste voorwaarde voor gezond-heid is een gezond milieu. Het korstmos isdaar een toetssteen van.Als basis vOOr de korstmos zijn 42 betonnenzuilen gemaakt die Roymans in zijn atelierheeft geprefabriceerd. Door een vergrotevoetplaat aan de zuilen te maken zijn ze alleop onderling gelijke afstanden van elkaarkomen te staan. De bronzen korstmos is metverbindingsbuizen bevestigd aan de zuilen.Bronzen korstmosop 42 betonzuilenCement XXXIV (1982) nr. 5 279
Reacties