Aan de voet van de Valkhofheuvel, aan de Waalkade in Nijmegen, is een fascinerend nieuw museum gebouwd op, over en in een middeleeuwse verdedigingstoren. Tijdens de bouw zijn belangwekkende archeologische vondsten aangetroffen die op fraaie wijze in het plan zijn opgenomen. De draagconstructie is mede daardoor spectaculair geworden met onder meer hoge grondkerende CSM-wanden, ruim 10 m lange boomstammen als kolommen en een kern van zandkleurig schoonbeton. Blikvanger van het project is een grote uitkragende, volledig glazen erker.
38
Innovatief bouwen
tussen archeologie
1
Boeiende draagconstructie voor nieuwbouw De Bastei in Nijmegen
Innovatief bouwen tussen archeologie 8 2018
39
Aan de voet van de Valkhofheuvel, aan de Waalkade in Nijmegen,
is een fascinerend nieuw museum gebouwd op, over en in een
middeleeuwse verdedigingstoren. Tijdens de bouw zijn belang-
wekkende archeologische vondsten aangetroffen die op fraaie
wijze in het plan zijn opgenomen. De draagconstructie is mede
daardoor spectaculair geworden met onder meer hoge grondke-
rende CSM-wanden, ruim 10 m lange boomstammen als kolom-
men en een kern van zandkleurig schoonbeton. Blikvanger van het
project is een grote uitkragende, volledig glazen erker.
Het nieuwe museum De Bastei, centrum voor natuur en
cultuurhistorie (foto 1) slaat een brug tussen historie en eigen-
tijdse kwesties, passend bij de oudste stad van Nederland. De
archeologische vondsten die tijdens de bouw zijn blootgelegd,
boden een unieke kans dat verhaal kracht bij te zetten en te
laten zien hoe de stad vanouds reageerde op haar levensader:
de Waal.
De ontwerpopgave was het bestaande museum en rijksmonu-
ment De Stratemakerstoren op deze plek uit te breiden en
geschikt te maken voor een nieuwe gebruiker. De basis voor het
ontwerp is een middeleeuwse hoefijzervormige toren (fig. 2)
met een inwendige kanonsgang, een zogenoemde bastei. Zo'n
bastei is met aarde gevuld. In de jaren tachtig is, na het bloot-
ir. Ronald Wenting
ABT
ir. Marlène van Gessel
van roosmalen van gessel architecten e.p.
1
De Bastei aan de Waalkade, met daarachter
de Valkhof heuvel met op de uiterste rand
de St. Nicolaaskapel
foto: bureau Beeldtaal2 Plattegrond van De Bastei met in groen de
restanten van de oude toren
basteimuur
CSM-wand
Berlinerwand
stadsmuur
entreegebouw
2
Innovatief bouwen tussen archeologie 8 2018
40
Grondkering
Gelet op de bijzondere plek in de stad, met name omdat er aan
de voet van het grondmassief van het Valkhof werd gegraven, is
veel aandacht besteed aan het ontwerp van de benodigde
grondkeringen. In de jaren tachtig is hier een grondkerende
berlinerwand aangebracht, die het grondpakket van de heuvel
boven straatniveau keert en stabiliseert, nadat een deel van de
heuvel dreigde af te glijden. Deze berlinerwand was volstrekt
ontoereikend voor de nieuwe situatie.
Om elke beweging van de grond uit te sluiten en het grondmas-
sief van de heuvel voor de 6 m diepe kelder te keren, is in
overleg met de aannemer een stijve grondkerende CSM-wand
(cutter soil mix) toegepast (fig. 5). De hoge stijfheid van de
wand in combinatie met de verschijningsvorm waren de voor-
naamste redenen hiervoor te kiezen. Om het krachtenspel in de
grondkering in toom te houden, waren twee ankerrijen voor -
zien. Eén rij ter hoogte van het betonnen dek op straatniveau
en één rij halverwege de ontgraving.
leggen van de toren, al een groot deel van die aarde afgegraven.
Door het volume verder uit te graven en de ruimte vervolgens
in te vullen met enkele verdiepingen konden expositieruimten
worden gerealiseerd.
Het museum is aan de Waalkade voorzien van een nieuwe
gevel. Schuin achter De Bastei is een entreegebouw gereali-
seerd, tussen de Valkhofheuvel en een muur van het Nijmeegse
'Groene Balkon' (foto 3).
De entree is, via een onderdoorgang onder een straatje aan de
achterzijde van De Bastei, verbonden met het museumgedeelte.
Er is bewust gekozen de entree aan de achterzijde van het plan
te positioneren, aangezien een verdedigingswerk geen entree
aan de aanvalszijde heeft.
De voorgevel is een achteroverhellende conisch gemetselde
wand. De Bastei heeft daarmee zijn oorspronkelijke verschij-
ningsvorm teruggekregen.
Op een markante plek in deze gevel kraagt een volglazen twee-
verdiepingshoge erker uit, die zowel binnen met buiten als
museum met rivier en natuur verbindt.
3
Het entreegebouw aan de
achterzijde van De Bastei,
ingebed tussen de
Valkhofheuvel en de muur
van het Groene Balkon
foto: Gersfotografie4 Het uitgraven van de
bouwput met de archeolo -
gische vondsten en
getrapte grondkering voor
de bouwput: achtereen-
volgens de middeleeuwse
stadsmuur, de nieuwe
CSM-wand (rechtsboven)
en de bestaande berliner -
wand (achter de CSM-
wand)
bron: ABT
3
4
Innovatief bouwen tussen archeologie 8 2018
41
vondsten goed zichtbaar te maken, anderzijds om de kelder
voldoende vrije hoogte te kunnen geven.
De oplossing is gevonden in een optimalisatie van de ontgra-
vingsniveaus langs de verschillende tracés in de bouwput en
om de oude stadsmuur ? die vóór de CSM-wand ligt ? in te
zetten als extra steun. Deze ruim 1 m brede bakstenen stads-
muur uit de 13e eeuw was een van de archeologische vondsten.
Ook is de ontgravingsdiepte 0,5 m verminderd ten opzichte
van het oorspronkelijke ontwerp.
Om de stadsmuur als steun in te kunnen zetten, is onderzoek
gedaan naar de samenhang van het metselwerk van deze muur
en de grondgesteldheid eronder. Hiervoor zijn kernboringen
over de volledige hoogte van de stadsmuur verricht. Het
metselwerk bleek in goede staat. Ook bleek de grondgesteld-
heid onder de muur zand te zijn en zodoende voldoende draag-
krachtig (fig. 6). Om de krachten in de stadsmuur te kunnen
opnemen, is deze versterkt met acht groutinjectiepalen
(Ø
groutlichaam 170 mm met stalen buistype Ø 60,3 × 16 mm 2, h.o.h.
ca. 1,2 m) die vanaf de bovenzijde in het hart van de wand door
de wand zijn aangebracht.
Archeologische vondsten
Tijdens de ontgraving kwamen bijzondere archeologische
vondsten naar boven, zoals de achterzijde van De Bastei, de
stadsmuur met toren uit de 13e eeuw, Romeinse muren uit de
1e en 4e eeuw, én funderingen van bakstenen huizen uit de 14e
eeuw (foto 4). De stadsarcheologen en rijksarcheoloog zijn dan
ook nauw betrokken geweest bij de realisering van dit project.
Bijzonder is dat uiteindelijk alle archeologische vondsten in situ
zijn bewaard en in het museum zijn ingepast. Dit kon alleen
dankzij de nodige inventiviteit en intensieve samenwerking
tussen alle betrokken partijen. Elke nieuwe vondst kon beteke-
nen dat het ontwerp met bijhorende uitvoeringswijze moest
worden aangepast en bijgesteld.
Ontgravingsdiepte
Door de archeologische vondsten kon de tweede ankerrij voor
de CSM-wand niet worden gerealiseerd. Hierdoor werd de
ontgravingsdiepte voor de kelder gelimiteerd: berekeningen in
Plaxis toonden aan dat het krachtenspel in de CSM-wand bij
dieper uitgraven ontoelaatbaar hoog zou worden. Maar dieper
uitgraven was wel gewenst, enerzijds om de archeologische
5 Dwarsdoorsnede met links
de opgehoogde Waalkade,
rechts daarvan de restan-
ten van de oorspronkelijke
bastei met kanonsgang en
geheel rechts de grondke -
rende constructie aan de
voet van de Valkhofheuvel
bron: De Twee Snoeken6 Weergave van de de
vervormde toestand (a) en
spanningen onder de
stadsmuur (b) uit het
Plaxis-rekenmodel van de
grondkerende constructie
bron: ABT
13e-eeuwse stadsmuur 13e-eeuwse stadsmuur
bestaande Berlinerwand
nieuwe verankerde CSM-and
achterzijde Bastei, 16e-eeuws 13e-eeuwse stadsmuur
5
6a 6b
Innovatief bouwen tussen archeologie 8 2018
42
Stapeling constructiesystemen
De constructie van de vloeren van De Bastei zijn ontworpen als
een stapeling van constructiesystemen in verschillende
constructiematerialen. 10 m hoge douglasboomstammen
dragen grotendeels de verdiepingen (foto 8). De onderste twee
verdiepingen hebben een houten vloerconstructie met gelami-
neerde houten liggers 240 × 560 mm
2 bevestigd aan de boom-
stammen en opgelegd in sparingen in het historische
muurwerk. Daarop ligt een vloerpakket, uitgevoerd als een zo
compact mogelijke 'constructieve sandwich' van 70 mm dik
bestaande uit OSB-plaat, houten regels en multiplexplaat. Het
pakket wordt gedragen door houten balklagen 96 × 246 mm
2
(fig. 9). In het pakket zijn vloerpotten en leidingen voor
verlichting en data aangebracht.
De twee bovenliggende vloeren zijn vlakke massieve betonnen
plaatvloeren met een dikte van 280 mm. Deze waren nodig
vanwege de brandcompartimentering in het gebouw en voor
een reductie van de vloerhoogte om binnen de voorgeschreven
maximale gebouwhoogte te blijven.
De dakopbouw is door de gearticuleerde vorm uitgevoerd in
een lichtgewichtstaalconstructie en ingevuld met een houtske-
letpakket met eikenhouten latten als bekleding.
Voor de hoofddraagconstructie, ook de houten boomstammen
geldt een brandwerendheidseis van 90 minuten. Voor de
houten liggers en balken is die eis 30 minuten.
Stabiliteit
De stabiliteit van de constructie in zowel dwars- als langsrich-
ting wordt gewaarborgd door de bestaande basteimuur in
combinatie met de betonnen kern rondom lift en trap in het
hart van De Bastei. De wanden van de kern hebben een wand-
dikte van 250 mm en zijn uitgevoerd in schoonbeton.
Om de wanden een levendige structuur te geven waarin de
delen en zelfs de houtvezels soms leesbaar zijn, zijn gezaagde
Beperkte werkruimte
Door de binnenstedelijke locatie, het smalle
straatje en de aanwezige bebouwing, was de werk-
ruimte voor de aannemer uiterst beperkt. Ook de
aanwezige archeologische vondsten vroegen om
uiterste zorgvuldigheid. Dat bepaalde welk type
materieel kon worden ingezet. Ook heeft dit
geleid tot herhaaldelijk grondverzet om tijdelijke
werkplateaus te maken. De uitvoering werd hier
-
door een uitdagende operatie (foto 7).
7 De beschikbare werkruimte voor
uitvoering van de grondkerende con-
structie was erg beperkt
bron: ABT bv8 Douglasboomstammen tussen de muur -
resten. Archeologische vondsten zicht -
baar in het museum, net als de grondke -
rende CSM-wand op de achtergrond
bron: De Bastei9 Verticale doorsnede met schematisch
weergegeven de laagsgewijze stapeling
van verschillende constructiematerialen
met de over drie verdiepingen door -
gaande dragende douglassparren
bron: ABT bv
NAP +21,23 m
NAP +17,63 m
NAP +14,03 m
NAP +10,43 m
= 100 x 250 mm2,
h.o.h. 500 mm
7 8
9
Innovatief bouwen tussen archeologie 8 2018
43
De bomen zijn afkomstig uit de bossen van Staatsbosbeheer,
één van de partners van De Bastei. Onder de onderste drie
lagen van De Bastei zijn er vier drieverdiepingshoge boom-
stammen met een gemiddelde diameter van circa Ø600 mm
aangebracht met een lengte van ruim 10 m. Op de verdieping
daarboven zijn eenverdiepingshoge boomstammen met een
gemiddelde boomdiameter van circa Ø420 mm geplaatst, die
de betonnen vloer dragen.
vurenhouten planken in de bekisting opgenomen. Op basis
van enkele monsters is proefondervindelijk de juiste zanderige
kleur bepaald. Met toevoeging van geel pigment bleek de van
nature wat blauwige koude eigen kleur van het standaardbe-
ton een meer natuurlijke kleur te krijgen. Deze specie als
basis, de bekisting en de verwerking ter plaatse resulteerden in
het gewenste karakter dat op sommige plekken als 'béton brut'
te karakteriseren is (foto 11), wat uitstekend accommodeert
met de bestaande mergelmuren.
Fundering
De constructie is gezien de aanwezige zandgrond gefundeerd
op staal, net als de oorspronkelijke basteimuur. Uitgangspunt
in het constructieve ontwerp was om zo veel mogelijk van het
toegevoegde gewicht van de nieuwe constructies door nieuwe
funderingselementen te laten dragen en zo de bestaande
basteimuur niet substantieel meer te belasten. De keldervloer
is daarom uitgevoerd als een 400 mm dikke geïsoleerde plaat-
fundering op staal. Ter plaatse van archeologische vondsten is
gekozen de dragende kolommen te funderen op palen. Hier
-
door konden de funderingspoeren kleiner blijven en zorgvul -
dig worden ingepast, waardoor de archeologie maximaal
gespaard kon worden. Vanwege de beperkte uitvoerings-
ruimte is gekozen voor groutinjectiepalen, Ø
groutlichaam 370 mm
met stalen buis Ø101,6 × 22 mm
2. Deze konden worden inge-
bracht met licht materieel dat ook is gebruikt voor het reali-
seren van de groutankers voor de ankerrijen van de
CSM-wand.
Douglassparren als kolommen
Voor de kolommen in het gehele project, zowel in De Bastei
als in het entreegebouw, zijn boomstammen van douglasspar -
ren gebruikt (foto 12). Deze sluiten goed aan bij de duurzaam-
heidsgedachte van het museum en passen in deze
middeleeuwse setting.
F A
7
B C D E
3
4
5
6
6 635
3 10 0
47 50
47 50
24 0x56 0
24
0x56 0
RH S200 x100 x16
RH S200x100 x16
R
HS 200 x100x 1
6
RH S200x100 x16
240x56 0
24 0x56 0
Do uglas boomsta m
Douglas booms tam
96 x246
Do uglas boomst am
+2110
42 00 4200 4200 4200 5682
280
La n
g e B
aa n
v
o
o
r b
al
k zi
e
te
k .
c6
_ 3
5
_ 0
1 v
+
w
29
6+ 3400
16 0+ 3400 G
Do uglas boomsta m
H
96x246
i
n k
a
ss i
n g
d ie p
9
5m
m
(S 35 5)
(S 35 5)
(S
35 5
)
( S
35 5)
pr
efab trap
216506 216448
216518 216507
2M 16 hoh.50 0m m
+2660
stal en trap stal
en trap
96 x2 46
96 x246
96x2 46
96x 246
96x2
46
bk. = +3 400
stal en trap
IPE2 20
IP E220
ba lk op klos sen
op mu urrand
ho uten balken 20mm loshou den
va n be tonn en wand
gelam. ligg er verjonge n
to t 38 0m m
gelam. ligg er ho rizont aal
st eu nen dmv. kr impa rme
mo rtel ivm. st al en trap
prefab
bord es
houtdraa db oute n
M1 0-16 0
hout draa db oute n
M1 0-16 0
10 Plattegrond inbouw-
verdieping met houten
vloerconstructie en BIM-
model draagconstructie
bron: ABT bv 11 Het beton heeft een
levendige structuur en
een zanderige kleur
Basteimuur
11
10
Innovatief bouwen tussen archeologie 8 2018
44
De toepassing van schuine schroeven is relatief nieuw. Een
schroef presteert wezenlijk beter op trek dan op afschuiving en
dus ligt het voor de hand om een belasting 'op te hangen'. Door
de schroef onder 45° te plaatsen, wordt de afschuifkracht
omgezet in een trek- en een drukkracht. Deze drukkracht heeft
daarbij ook nog een positieve invloed op de totale capaciteit
omdat deze wrijving genereert. Deze aansluiting kan echter
alleen op afschuiving worden belast. Rotatie in het aansluitvlak
Houtkwaliteit
De bomen zijn bij houtzagerij De Vree in Randwijk geselec-
teerd in aanwezigheid van een specialist van SHR-TU/Eindho-
ven. Gekeken is naar de rechtheid van de bomen en de grootte
en het verloop van de diameter. Na ontschorsen van de boom-
stammen is een visuele inspectie uitgevoerd voor een beoorde-
ling op onder meer kwasten. De houtkwaliteit is onderzocht
met druk- en buigproeven die door TU/Eindhoven zijn bege-
leid. Na beproeving kon de houtkwaliteit op C24 worden vast-
gesteld, die nodig was om aan de brandwerendheidseis van 90
minuten te voldoen.
Excentriciteiten
De bomen zijn door de aannemer in twee richtingen ingeme-
ten. De gevonden excentriciteiten zijn meegenomen in de
sterkteberekening. Wat opviel is dat de geselecteerde bomen
bijzonder recht waren, zodat de excentriciteitsmomenten
gering waren.
Verbinding
De nodige aandacht is uitgegaan naar architectonische,
constructieve en uitvoeringstechnische aspecten van de details,
mede om recht te doen aan het principe 'ruwbouw is afbouw'.
Voor de verbinding van de gelamineerde vloerbalken met de
boomstammen heeft ABT een detail ontwikkeld (fig. 13).
Hierbij is een stalen T-plaat aan de boom geschroefd met 300
mm lange voldraadschroeven (M12) die 45° omhoog wijzen.
Het lijf van de stalen T-plaat is als slisplaat ingelaten in de gela-
mineerde liggers.
12
14
13
Innovatief bouwen tussen archeologie 8 2018
45
14
Uitkragende volledig glazen erker aan de voor -
zijde van De Bastei aan de Waalkade, met een
fantastische blik op de Waal en de uiterwaarden
foto: Pieter Kers / beeld.nu
bijzondere, volledig transparante ruimte ontstaan waarin
zonder enig probleem meerdere mensen kunnen staan.
De erker is volledig geïsoleerd uitgevoerd met een binnenruit
en buitenruit inclusief spouw om koudebruggen en condens-
vorming op het glas te voorkomen. De glazen wanden bestaan
uit een dragende buitenruit 3 × 12 mm dik gehard glas en een
binnenruit van enkellaags gehard glas, 12 mm dik. De binnen-
ruit vormt daarmee de thermische schil die tegen de construc-
tief gelaagde buitenruit is geplaatst.
Om de ontwerpambitie van een volledig glazen erker te realise-
ren, is aandacht besteed aan de ogenschijnlijk minimale verbin-
dingen. De glazen vloeren zijn via een stalen kader gefixeerd
aan de glazen wanden met behulp van rozetten. Door deze in
het vloerpakket te integreren is de aanwezigheid ervan beperkt.
Door een uitgekiende detaillering is het gelukt de overige
verbindingen aan het zicht te onttrekken met een maximale
transparantie als resultaat.
Tot slot
Na een bouwperiode van drie jaar vol verrassingen en onver -
wachte vondsten, is het museum in mei 2018 opengegaan.
Nijmegen is daarmee een boeiend museum rijker waarbij de
bezoekers ondergronds 2000 jaar geschiedenis van de oudste
stad van Nederland kunnen ervaren en beleven. Nieuwe inven-
tieve bouwtechnieken en ook een intensieve samenwerking
hebben het mogelijk gemaakt dit museum te realiseren. Het is
zeker een bezoek waard.
?
? PROJECTGEGEVENS
project De Bastei Nijmegen
opdrachtgever gemeente Nijmegen
partners Museum de Stratemakerstoren, Natuurmuseum Nijmegen,
Staatsbosbeheer, IVN Rijk van Nijmegen, Rijkswaterstaat Oost-
Nederland
gebruikers De Bastei, centrum voor natuur en cultuurhistorie
ontwerp en detaillering van roosmalen van gessel architecten e.p.
bouwkundig tekenwerk De Twee Snoeken
constructeur ABT bv
aannemer Mertens Bouwbedrijf
adviseur installaties-bouwfysica-brandveiligheid D WA
bruto vloeroppervlak ca. 3000 m
2
bouwperiode mei 2015 ? mei 2018 (met een onderbreking van ruim
een halfjaar. In verband met de archeologische vondsten is alles op
alles gezet deze te behouden. Ter compensatie is het entreegebouw
vergroot. Daarvoor was behalve een nieuw ontwerp ook een nieuw
bestemmingsplan nodig)
bouwkosten ca. ? 8.500.000,-
moet worden voorkomen. Dit betekent dat de slisplaat
momentvast aan de ligger moet worden bevestigd en dat de
passing van de stiften in het hout en staal met minimale tole-
rantie moet worden uitgevoerd. De aannemer heeft deze klus
geklaard door de gaten in de liggers in het werk in te meten en
daarna pas te boren. Hierdoor kon een passende verbinding
worden gemaakt.
Aansluiting hout-beton
Aan de onderzijde staan de boomstammen op stalen sokkels
die zijn geïntegreerd in de betonnen funderingspoeren (fig.
13). Op deze manier konden de bomen goed worden gemon-
teerd en is er een relatief simpele en nastelbare verbinding gere-
aliseerd. Belangrijk aandachtspunt voor de uitvoering was dat
de bomen exact haaks moesten worden afgezaagd voor het
voorkomen van spanningsconcentraties in het hout.
Dit geldt ook voor de verbinding aan de bovenzijde waar de
betonnen vloerplaten op de boomstammen zijn opgelegd. Hier
is voor de oplegging een staalplaat met voldraadschroeven in
de boomstammen geschroefd om ook hier spanningsconcen -
traties in het hout te voorkomen. Door fixatie van de bomen
met uitsluitend een ingelijmd anker (M24) in het hart van de
boomstammen wordt voorkomen dat de bomen ongewenste
inklemmingsmomenten aantrekken.
Op dit niveau 2 zijn de ondergelegen boomstammen gekoppeld
met de bovenliggende boomstammen op niveau 3. Ook hier is
gebruikgemaakt van stalen sokkels voor de nastelbaarheid. Aan
deze sokkels is in de fabriek ophangwapening gelast met
krachtslassen. Samen met de ponswapening zorgen deze voor
de krachtsinleiding van de krachten uit de niveau-2-vloer in de
boomstammen (fig. 13).
Door inspanningen van het bouwteam voor een zorgvuldige
detaillering is een fraai resultaat ontstaan.
Glazen uitkragende arkelerker
Icoon van het project is een uitkragende volledig glazen erker
aan de Waalzijde (foto 14). Dit contrastrijke element verwijst
naar het oorspronkelijke gemetselde arkeltorentje, een klein
uitkragend torentje aan de bovenzijde van de toren. De huidige
erker biedt fantastisch zicht op de Waal en wijde omgeving en 's
avonds fungeert deze als lichtbaken.
De bezoeker kan de erker vanaf twee niveaus betreden. Het
onderste niveau is bereikbaar vanuit de wisselexpositieruimte
in het museum. Het bovenste niveau van de erker is een balkon
en is toegankelijk vanaf het dakterras.
De uitkraging van de erker uit de metselwerkgevel bedraagt
3,2 m. De erker is 2 m breed en 5,5 m hoog. Daardoor is een
12 Douglassparren als kolommen bron: ABT bv 13 Aansluitdetails douglasboomstammen bron: ABT bv
Innovatief bouwen tussen archeologie 8 2018
1. De Bastei aan de Waalkade (foto: bureau Beeldtaal)
Het nieuwe museum De Bastei, centrum voor natuur en cultuurhistorie (foto 1) slaat een brug tussen historie en eigentijdse kwesties, passend bij de oudste stad van Nederland. De archeologische vondsten die tijdens de bouw zijn blootgelegd, boden een unieke kans dat verhaal kracht bij te zetten en te laten zien hoe de stad vanouds reageerde op haar levensader: de Waal.
De ontwerpopgave was het bestaande museum en rijksmonument De Stratemakerstoren op deze plek uit te breiden en geschikt te maken voor een nieuwe gebruiker. De basis voor het ontwerp is een middeleeuwse hoefijzervormige toren (fig. 2) met een inwendige kanonsgang, een zogenoemde bastei. Zo’n bastei is met aarde gevuld. In de jaren tachtig van de vorige eeuw is, na het blootleggen van de toren, al een groot deel van die aarde afgegraven. Door het volume verder uit te graven en de ruimte vervolgens in te vullen met enkele verdiepingen konden expositieruimten worden gerealiseerd.
2. Plattegrond De Bastei met de restanten van de oude toren
Het museum is aan de Waalkade voorzien van een nieuwe gevel. Schuin achter De Bastei is een entreegebouw gerealiseerd, tussen de Valkhofheuvel en een muur van het Nijmeegse ‘Groene Balkon’ (foto 3).
De entree is, via een onderdoorgang onder een straatje aan de achterzijde van De Bastei, verbonden met het museumgedeelte. Er is bewust gekozen de entree aan de achterzijde van het plan te positioneren, aangezien een verdedigingswerk geen entree aan de aanvalszijde heeft.
De voorgevel is een achteroverhellende conisch gemetselde wand. De Bastei heeft daarmee zijn oorspronkelijke verschijningsvorm teruggekregen.
Op een markante plek in deze gevel kraagt een volglazen tweeverdiepingshoge erker uit, die zowel binnen met buiten als museum met rivier en natuur verbindt.
3. Het entreegebouw aan de achterzijde van De Bastei, ingebed tussen de Valkhofheuvel en de muur van het Groene Balkon (foto: Gersfotografie)
Grondkering
Gelet op de bijzondere plek in de stad, met name omdat er aan de voet van het grondmassief van het Valkhof werd gegraven, is veel aandacht besteed aan het ontwerp van de benodigde grondkeringen. In de jaren tachtig is hier een grondkerende berlinerwand aangebracht, die het grondpakket van de heuvel boven straatniveau keert en stabiliseert, nadat een deel van de heuvel dreigde af te glijden. Deze berlinerwand was volstrekt ontoereikend voor de nieuwe situatie.
Om elke beweging van de grond uit te sluiten en het grondmassief van de heuvel voor de 6 m diepe kelder te keren, is in overleg met de aannemer een stijve grondkerende CSM-wand (cutter soil mix) toegepast (fig. 4). De hoge stijfheid van de wand in combinatie met de verschijningsvorm waren de voornaamste redenen hiervoor te kiezen. Om het krachtenspel in de grondkering in toom te houden, waren twee ankerrijen voorzien. Eén rij ter hoogte van het betonnen dek op straatniveau en één rij halverwege de ontgraving.
4. Dwarsdoorsnede met links de opgehoogde Waalkade, rechts daarvan de restanten van de oorspronkelijke bastei met kanonsgang en geheel rechts de grondkerende constructie aan de voet van de Valkhofheuvel (bron: De Twee Snoeken)
Archeologische vondsten
Tijdens de ontgraving kwamen bijzondere archeologische vondsten naar boven, zoals de achterzijde van De Bastei, de stadsmuur met toren uit de 13e eeuw, Romeinse muren uit de 1e en 4e eeuw, én funderingen van bakstenen huizen uit de 14e eeuw (foto 5). De stadsarcheologen en rijksarcheoloog zijn dan ook nauw betrokken geweest bij de realisering van dit project. Bijzonder is dat uiteindelijk alle archeologische vondsten in situ zijn bewaard en in het museum zijn ingepast. Dit kon alleen dankzij de nodige inventiviteit en intensieve samenwerking tussen alle betrokken partijen. Elke nieuwe vondst kon betekenen dat het ontwerp met bijhorende uitvoeringswijze moest worden aangepast en bijgesteld.
5. Het uitgraven van de bouwput met de archeologische vondsten en getrapte grondkering voor de bouwput: achtereenvolgens de middeleeuwse stadsmuur, de nieuwe CSM-wand (rechtsboven) en de bestaande berlinerwand (achter de CSM-wand) (bron: van roosmalen van gessel architecten e.p.)
Ontgravingsdiepte
Door de archeologische vondsten kon de tweede ankerrij voor de CSM-wand niet worden gerealiseerd. Hierdoor werd de ontgravingsdiepte voor de kelder gelimiteerd: berekeningen in Plaxis toonden aan dat het krachtenspel in de CSM-wand bij dieper uitgraven ontoelaatbaar hoog zou worden. Maar dieper uitgraven was wel gewenst, enerzijds om de archeologische vondsten goed zichtbaar te maken, anderzijds om de kelder voldoende vrije hoogte te kunnen geven.
De oplossing is gevonden in een optimalisatie van de ontgravingsniveaus langs de verschillende tracés in de bouwput en om de oude stadsmuur – die vóór de CSM-wand ligt – in te zetten als extra steun. Deze ruim 1 m brede bakstenen stadsmuur uit de 13e eeuw was een van de archeologische vondsten. Ook is de ontgravingsdiepte 0,5 m verminderd ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp.
Om de stadsmuur als steun in te kunnen zetten, is onderzoek gedaan naar de samenhang van het metselwerk van deze muur en de grondgesteldheid eronder. Hiervoor zijn kernboringen over de volledige hoogte van de stadsmuur verricht. Het metselwerk bleek in goede staat. Ook bleek de grondgesteldheid onder de muur zand te zijn en zodoende voldoende draagkrachtig (fig. 6). Om de krachten in de stadsmuur te kunnen opnemen, is deze versterkt met acht groutinjectiepalen (Øgroutlichaam 170 mm met stalen buistype Ø 60,3 × 16 mm2, h.o.h. ca. 1,2 m) die vanaf de bovenzijde in het hart van de wand door de wand zijn aangebracht.
6. Weergave van de de vervormde toestand,
de horizontale vervormingen
en spanningen onder de stadsmuur (c) uit het Plaxis-rekenmodel van de grondkerende constructie (bron: ABT)
Beperkte werkruimte
Door de binnenstedelijke locatie, het smalle straatje en de aanwezige bebouwing, was de werkruimte voor de aannemer uiterst beperkt. Ook de aanwezige archeologische vondsten vroegen om uiterste zorgvuldigheid. Dat bepaalde welk type materieel kon worden ingezet. Ook heeft dit geleid tot herhaaldelijk grondverzet om tijdelijke werkplateaus te maken. De uitvoering werd hierdoor een uitdagende operatie (foto 7).
7. De beschikbare werkruimte voor uitvoering van de grondkerende constructie was erg beperkt (bron: ABT bv)
Stapeling constructiesystemen
De constructie van de vloeren van De Bastei zijn ontworpen als een stapeling van constructiesystemen in verschillende constructiematerialen. 10 m hoge douglasboomstammen dragen grotendeels de verdiepingen (foto 8). De onderste twee verdiepingen hebben een houten vloerconstructie met gelamineerde houten liggers 240 × 560 mm2 bevestigd aan de boomstammen en opgelegd in sparingen in het historische muurwerk. Daarop ligt een vloerpakket, uitgevoerd als een zo compact mogelijke ‘constructieve sandwich’ van 70 mm dik bestaande uit OSB-plaat, houten regels en multiplexplaat. Het pakket wordt gedragen door houten balklagen 96 × 246 mm2 (fig. 9). In het pakket zijn vloerpotten en leidingen voor verlichting en data aangebracht.
8. Douglasboomstammen tussen de muurresten. Archeologische vondsten zichtbaar in het museum, net als de grondkerende CSM-wand op de achtergrond (foto: Gersfotografie)
9. Verticale doorsnede met schematisch weergegeven de laagsgewijze stapeling van verschillende constructiematerialen met de over drie verdiepingen doorgaande dragende douglassparren (bron: ABT)
De twee bovenliggende vloeren zijn vlakke massieve betonnen plaatvloeren met een dikte van 280 mm. Deze waren nodig vanwege de brandcompartimentering in het gebouw en voor een reductie van de vloerhoogte om binnen de voorgeschreven maximale gebouwhoogte te blijven.
De dakopbouw is door de gearticuleerde vorm uitgevoerd in een lichtgewichtstaalconstructie en ingevuld met een houtskeletpakket met eikenhouten latten als bekleding.
Voor de hoofddraagconstructie, ook de houten boomstammen geldt een brandwerendheidseis van 90 minuten. Voor de houten liggers en balken is die eis 30 minuten.
10. Ontwerpschets met inkassing van de gelamineerde liggers in de basteimuur en houten vloeren; links zijn de bestaande kanonsgang en basteimuur zichtbaar (bron: van roosmalen van gessel architecten e.p.)
11. Plattegrond inbouwverdieping met houten vloerconstructie en BIM-model draagconstructie (bron: ABT)
12. Opbouw van de houten expositievloeren in De Bastei (bron: van roosmalen van gessel architecten e.p.)
Stabiliteit
De stabiliteit van de constructie in zowel dwars- als langsrichting wordt gewaarborgd door de bestaande basteimuur in combinatie met de betonnen kern rondom lift en trap in het hart van De Bastei. De wanden van de kern hebben een wanddikte van 250 mm en zijn uitgevoerd in schoonbeton.
Om de wanden een levendige structuur te geven waarin de delen en zelfs de houtvezels soms leesbaar zijn, zijn gezaagde vurenhouten planken in de bekisting opgenomen. Op basis van enkele monsters is proefondervindelijk de juiste zanderige kleur bepaald. Met toevoeging van geel pigment bleek de van nature wat blauwige koude eigen kleur van het standaardbeton een meer natuurlijke kleur te krijgen. Deze specie als basis, de bekisting en de verwerking ter plaatse resulteerden in het gewenste karakter dat op sommige plekken als ‘béton brut’ te karakteriseren is (foto 13), wat uitstekend accommodeert met de bestaande mergelmuren.
13. Het beton heeft een levendige structuur en een zanderige kleur (bron: van roosmalen van gessel architecten e.p.)
Fundering
De constructie is gezien de aanwezige zandgrond gefundeerd op staal, net als de oorspronkelijke basteimuur. Uitgangspunt in het constructieve ontwerp was om zo veel mogelijk van het toegevoegde gewicht van de nieuwe constructies door nieuwe funderingselementen te laten dragen en zo de bestaande basteimuur niet substantieel meer te belasten. De keldervloer is daarom uitgevoerd als een 400 mm dikke geïsoleerde plaatfundering op staal. Ter plaatse van archeologische vondsten is gekozen de dragende kolommen te funderen op palen. Hierdoor konden de funderingspoeren kleiner blijven en zorgvuldig worden ingepast, waardoor de archeologie maximaal gespaard kon worden. Vanwege de beperkte uitvoeringsruimte is gekozen voor groutinjectiepalen, Øgroutlichaam 370 mm met stalen buis Ø101,6 × 22 mm2. Deze konden worden ingebracht met licht materieel dat ook is gebruikt voor het realiseren van de groutankers voor de ankerrijen van de CSM-wand.
Douglassparren als kolommen
14. Douglassparren als kolommen (bron: van roosmalen van gessel architecten e.p.)
Voor de kolommen in het gehele project, zowel in De Bastei als in het entreegebouw, zijn boomstammen van douglassparren gebruikt (foto 14). Deze sluiten goed aan bij de duurzaamheidsgedachte van het museum en passen in deze middeleeuwse setting.
De bomen zijn afkomstig uit de bossen van Staatsbosbeheer, één van de partners van De Bastei. Voor de onderste drie lagen van De Bastei zijn er vier drieverdiepingshoge boomstammen met een gemiddelde diameter van circa Ø600 mm met een lengte van ruim 10 m toegepast. Op de verdieping daarboven zijn eenverdiepingshoge boomstammen met een gemiddelde boomdiameter van circa Ø420 mm geplaatst, die de betonnen vloer dragen.
Houtkwaliteit
De bomen zijn bij houtzagerij De Vree in Randwijk geselecteerd in aanwezigheid van een specialist van SHR-TU/Eindhoven. Gekeken is naar de rechtheid van de bomen en de grootte en het verloop van de diameter. Na ontschorsen van de boomstammen is een visuele inspectie uitgevoerd voor een beoordeling op onder meer kwasten. De houtkwaliteit is onderzocht met druk- en buigproeven die door TU/Eindhoven zijn begeleid. Na beproeving kon de houtkwaliteit op C24 worden vastgesteld, die nodig was om aan de brandwerendheidseis van 90 minuten te voldoen.
Excentriciteiten
De bomen zijn door de aannemer in twee richtingen ingemeten. De gevonden excentriciteiten zijn meegenomen in de sterkteberekening. Wat opviel is dat de geselecteerde bomen bijzonder recht waren, zodat de excentriciteitsmomenten gering waren.
15. Selecteren van de douglasboomstammen bij houtzagerij De Vree in Randwijk (bron: ABT)
16. Aansluitdetails douglasboomstammen (bron: ABT)
Verbinding
De nodige aandacht is uitgegaan naar architectonische, constructieve en uitvoeringstechnische aspecten van de details, mede om recht te doen aan het principe ‘ruwbouw is afbouw’. Voor de verbinding van de gelamineerde vloerbalken met de boomstammen heeft ABT een detail ontwikkeld (fig. 16). Hierbij is een stalen T-plaat aan de boom geschroefd met 300 mm lange voldraadschroeven (M12) die 45° omhoog wijzen. Het lijf van de stalen T-plaat is als slisplaat ingelaten in de gelamineerde liggers.
De toepassing van schuine schroeven is relatief nieuw. Een schroef presteert wezenlijk beter op trek dan op afschuiving en dus ligt het voor de hand om een belasting ‘op te hangen’. Door de schroef onder 45° te plaatsen, wordt de afschuifkracht omgezet in een trek- en een drukkracht. Deze drukkracht heeft daarbij ook nog een positieve invloed op de totale capaciteit omdat deze wrijving genereert. Deze aansluiting kan echter alleen op afschuiving worden belast. Rotatie in het aansluitvlak moet worden voorkomen. Dit betekent dat de slisplaat momentvast aan de ligger moet worden bevestigd en dat de passing van de stiften in het hout en staal met minimale tolerantie moet worden uitgevoerd. De aannemer heeft deze klus geklaard door de gaten in de liggers in het werk in te meten en daarna pas te boren. Hierdoor kon een passende verbinding worden gemaakt.
Aansluiting hout-beton
Aan de onderzijde staan de boomstammen op stalen sokkels die zijn geïntegreerd in de betonnen funderingspoeren (fig. 16). Op deze manier konden de bomen goed worden gemonteerd en is er een relatief simpele en nastelbare verbinding gerealiseerd. Belangrijk aandachtspunt voor de uitvoering was dat de bomen exact haaks moesten worden afgezaagd voor het voorkomen van spanningsconcentraties in het hout.
Dit geldt ook voor de verbinding aan de bovenzijde waar de betonnen vloerplaten op de boomstammen zijn opgelegd. Hier is voor de oplegging een staalplaat met voldraadschroeven in de boomstammen geschroefd om ook hier spanningsconcentraties in het hout te voorkomen. Door fixatie van de bomen met uitsluitend een ingelijmd anker (M24) in het hart van de boomstammen wordt voorkomen dat de bomen ongewenste inklemmingsmomenten aantrekken.
Op niveau 2 zijn de onderstaande boomstammen gekoppeld met de bovenstaande boomstammen op niveau 3. Ook hier is gebruikgemaakt van stalen sokkels voor de nastelbaarheid. Aan deze sokkels is in de fabriek ophangwapening gelast met krachtslassen. Samen met de ponswapening zorgen deze voor de krachtsinleiding van de krachten uit de tussenliggende betonvloer in de boomstammen (fig. 14 en 16).
Door inspanningen van het bouwteam voor een zorgvuldige detaillering is een fraai resultaat ontstaan.
17. Expositieruimte in De Bastei met de houtconstructie prominent in het zicht. Op de achtergrond het mergelwerk, de binnenzijde van De Bastei (foto: Gersfotografie)
Glazen uitkragende arkelerker
Icoon van het project is een uitkragende volledig glazen erker aan de Waalzijde (foto 18). Dit contrastrijke element verwijst naar het oorspronkelijke gemetselde arkeltorentje, een klein uitkragend torentje aan de bovenzijde van de toren. De huidige erker biedt fantastisch zicht op de Waal en wijde omgeving en ’s avonds fungeert deze als lichtbaken.
De bezoeker kan de erker vanaf twee niveaus betreden. Het onderste niveau is bereikbaar vanuit de wisselexpositieruimte in het museum. Het bovenste niveau van de erker is een balkon en is toegankelijk vanaf het dakterras.
De uitkraging van de erker uit de metselwerkgevel bedraagt 3,2 m. De erker is 2 m breed en 5,5 m hoog. Daardoor is een bijzondere, volledig transparante ruimte ontstaan waarin zonder enig probleem meerdere mensen kunnen staan.
De erker is volledig geïsoleerd uitgevoerd met een binnenruit en buitenruit inclusief spouw om koudebruggen en condensvorming op het glas te voorkomen. De glazen wanden bestaan uit een dragende buitenruit 3 × 12 mm2 dik gehard glas en een binnenruit van enkellaags gehard glas, 12 mm dik. De binnenruit vormt daarmee de thermische schil die tegen de constructief gelaagde buitenruit is geplaatst.
Om de ontwerpambitie van een volledig glazen erker te realiseren, is aandacht besteed aan de ogenschijnlijk minimale verbindingen. De glazen vloeren zijn via een stalen kader gefixeerd aan de glazen wanden met behulp van rozetten. Door deze in het vloerpakket te integreren is de aanwezigheid ervan beperkt.
Door een uitgekiende detaillering is het gelukt de overige verbindingen aan het zicht te onttrekken met een maximale transparantie als resultaat.
18. Uitkragende volledig glazen erker aan de voorzijde van De Bastei aan de Waalkade, met een fantastische blik op de Waal en de uiterwaarden (foto: Gersfotografie)
Tot slot
Na een bouwperiode van drie jaar vol verrassingen en onverwachte vondsten, is het museum in mei 2018 opengegaan. Nijmegen is daarmee een boeiend museum rijker waarbij de bezoekers ondergronds 2000 jaar geschiedenis van de oudste stad van Nederland kunnen ervaren en beleven. Nieuwe inventieve bouwtechnieken en ook een intensieve samenwerking hebben het mogelijk gemaakt dit museum te realiseren. Het is zeker een bezoek waard.
Projectgegevens
- project: De Bastei Nijmegen
- opdrachtgever: Gemeente Nijmegen
- partners: Museum de Stratemakerstoren, Natuurmuseum Nijmegen, Staatsbosbeheer, IVN Rijk van Nijmegen, Rijkswaterstaat Oost-Nederland
- gebruikers: De Bastei, centrum voor natuur en cultuurhistorie
- ontwerp en detaillering: van roosmalen van gessel architecten e.p.
- bouwkundig tekenwerk: De Twee Snoeken
- constructeur: ABT bv
- aannemer: Mertens Bouwbedrijf
- adviseur installaties-bouwfysica-brandveiligheid: DWA
- bruto vloeroppervlak: ca. 3000 m2
- bouwperiode: mei 2015 – mei 2018 (met een onderbreking van ruim een halfjaar. In verband met de archeologische vondsten is alles op alles gezet deze te behouden. Ter compensatie is het entreegebouw vergroot. Daarvoor was behalve een nieuw ontwerp ook een nieuw bestemmingsplan nodig)
- bouwkosten: ca. € 8.500.000,-
19. Achterzijde van De Bastei (foto: Gersfotografie)
Reacties