De spoorwegovergang op de Marathonweg in Vlaardingen wordt vervangen door een onderdoorgang. Het spoordek van deze onderdoorgang is naast de definitieve locatie gebouwd en vervolgens ingeschoven. Veel aandacht ging uit naar de krachtswerking in de schuifconstructie en het dek.
Video
Bekijk ook de timelapse van het project.
12
Millimeterwerk
bij inschuiven
spoordek
De spoorwegovergang op de Marathonweg in Vlaardingen wordt vervangen door een onderdoorgang. Het spoordek van deze
onderdoorgang is naast de definitieve locatie gebouwd en vervolgens ingeschoven. Veel aandacht ging uit naar de krachts
werking in de schuifconstructie en het dek.
Spoordek onderdoorgang Marathonweg in Vlaardingen in 3 uur ingeschoven
1
Millimeterwerk bij inschuiven spoordek 4 2017
13
De Marathonweg is een belangrijke verbindingsweg die de A20
verbindt met de industriegebieden langs de Nieuwe Waterweg.
Door vergroting van de capaciteit zal deze weg in de toekomst
nog belangrijker worden. In de huidige situatie kruist de Mara-
thonweg het spoor via een beveiligde spoorwegovergang. Deze
overgang en de aanpalende kruisingen belemmeren de doorstro-
ming van het verkeer. Vooral de aansluiting van de Arij Koplaan
en de Industrieweg zorgt nu al geregeld voor lange files. Boven-
dien sluiten de spoorbomen acht maal per uur. Na de ombouw
van de bestaande spoorlijn Rotterdam ? Hoek van Holland voor
metro-exploitatie (Hoekse Lijn) eind 2017, wordt dit in de spits
zelfs 24 maal per uur! Daarom is besloten een onderdoorgang te
bouwen, 120 m naast de huidige overgang, met aan weerszijden
rotonden om de kruisende wegen efficiënt aan te sluiten.
Planning
Gemeente Vlaardingen wilde dit project tegelijk uitvoeren met
de ombouw van de spoorlijn tot de Hoekse Lijn. Op die manier
kunnen kosten worden bespaard en blijft de extra overlast voor
weggebruikers beperkt. De spoorgerelateerde werkzaamheden
zijn daarom in april 2017 al gestart en duren tot september 2017.
Vooruitlopend op de bouwwerkzaamheden werden in 2016 al
kabels en (gas)leidingen verlegd. De huidige spoorkruising blijft
in werking totdat de nieuwe in gebruik kan worden genomen.
Gedurende de werkzaamheden moet het verkeer ongestoord
doorgang kunnen vinden over de bestaande dan wel nieuwe
infrastructuur. Slechts als dit uitvoeringstechnisch niet mogelijk
is, mag in van tevoren bepaalde tijdsvakken het verkeer worden
gestremd. Als de onderdoorgang is gebouwd, worden de aanslui-
tende wegen en de rotonden in fasen aangelegd.
Ontwerp
Het bestaande spoor loopt ter plaatse van de onderdoorgang
over een dijk. De onderdoorgang is uitgevoerd als een open,
volledig betonnen tunnelbak die deze dijk ter plaatse van het
spoor doorkruist. De tunnelbak bestaat uit vijf moten, waarvan
één de spoorkruisende moot betreft, en heeft een totale lengte
van circa 78 m (fig. 3).
De spooronderdoorgang krijgt 2 × 2 rijbanen, een 2 × 1 vrijlig-
gend fiets- en voetpad. Op het spoordek komen twee sporen.
De vrije hoogte van de onderdoorgang bedraagt 4,60 m voor
het wegverkeer en 2,50 m voor voet- en fietsverkeer (fig. 4).
De kruisingshoek van het spoor met de weg is circa 68° (fig. 3).
Het spoordek bestaat uit drie overspanningen: twee van 10 m
ing. Mustapha Attahiri MSEng RC
Ingenieursbureau Gemeente
Rotterdam
ing. Arjon van Ommeren MSEng
Heijmans Infra
1
Schuiven spoordek op vier schuifbanenfoto: Aeroview2 Inschuiven spoordek op 9 april 2017, met onderaan
horizontale stempels
foto: Aeroview3 3D-view vanaf westzijde
2
3
Millimeterwerk bij inschuiven spoordek 4 2017
14
min. 4600 min. 4600
m in.
2500
26.300
1350 1350
8400
auto autoetsvoet
700
700
8400 5400
AS 1
AS 2
10.363
1571
1535 2075
B .S.
650
spoor dek inkassing 200 x 400 prefab randelement
1535
2075 1571
3610 3610
4 Langsdoorsnede onderdoorgang
5 Dwarsdoorsnede dek
6 Realisatie dek op voorbouwlocatie
foto: Aeroview7 Langsdoorsnede van het dek op schuifbanen
diep te liggen. Dit heeft naast uitvoeringstechnische voordelen
(lichte bouwput en geen onderwaterbetonvloer bij de pompkel-
der), positieve gevolgen voor de eindsituatie. De totale lengte van
de betonconstructie is gereduceerd, de hellingen van de toeritten
zijn flauwer geworden en de licht- en zichtlijnen zijn verbeterd.
Fundering
Alle moten zijn, gezien de grondslag, gefundeerd op palen.
De opwaartse waterdruk onder de tunnelvloer, het eigen
gewicht van de constructie en de overige belastingen moeten
door de palen worden opgenomen. Om opbarsten van de
bouwput ter plaatse van de ontgraving onder de waterkelder te
voorkomen, is op die plaats gebruikgemaakt van lokale bemaling.
De overige ontgravingsniveaus zijn zodanig bepaald, zodat er
geen extra voorzieningen tegen opbarsten nodig waren.
Spoorkruisende moot
Als eerste is de spoorkruisende moot gerealiseerd. Deze is gefa-
seerd gebouwd. Het dek, dat bestaat uit een betonnen plaat,
wordt als afzonderlijk deel aan de noordzijde van het spoor voor -
gebouwd (op de zogenoemde voorbouwlocatie, foto 6) en inge-
schoven. In dit dek is het bovenste gedeelte van de toekomstige
buitenwanden meegenomen. Het dek wordt tijdelijk onder -
steund door stalen buispalen waarop schuifbanen liggen (fig. 7).
Deze stalen buispalen worden ook gebruikt als fundering in de
definitieve situatie. De koppeling van de buispalen met de vloer
is door middel van aangelaste wapeningsstaven gerealiseerd
(fig. 8). Dit is geschied met gebruik van een opgelaste cirkelwa-
peningsstaaf Ø25 met een hart-op-hart-afstand van 100 mm.
Schuiven spoordek
Het inschuiven van het spoordek is voor het bouwproject een
van de belangrijkste mijlpalen. De uitvoeringsdatum stond ver
van tevoren vast. Het spoor is voor een periode van tien dagen
uit dienst gehaald, in deze periode konden er geen (werk)treinen
rijden. De fasering van de buitendienststelling zag er als volgt uit:
- verwijderen spoor;
- ontgraven spoordijk;
- aanbrengen damwanden en buispalen/funderingspalen;
- schuiven spoordek;
- spoordijk aan buitenzijde van de bouwkuip aanvullen;
- spoor terugbouwen.
De bouwmethode door inschuiven bepaalde de totale bouw-
volgorde, maar ook de uitgangspunten voor het constructief
ontwerp. Tijdens de voorbereiding en de uitvoering werd het
projectteam ondersteund door een afdeling binnen Heijmans
gespecialiseerd in schuiftechnieken.
Het schuiven van het spoordek bestond in hoofdlijnen uit de
volgende werkzaamheden:
voor het wegverkeer en één van 7 m voor het langzaam verkeer,
gemeten evenwijdig aan de spooras. De tussensteunpunten zijn
uitgevoerd met (verbrede) kolommen in verband met de
sociale veiligheid. Hierdoor ontstaan er geen donkere plaatsen
onder het spoordek. Om esthetische redenen zijn ter plaatse
van de zijkanten van het spoordek prefab randelementen voor
-
zien. Zowel op de wanden van de onderdoorgang als op de
randen van het spoordek is een stalen leuningwerk voorzien.
Ten behoeve van de opvang en afvoer van regenwater is een
bergings- en pompkelder voorzien. De bergingscapaciteit is
minimaal 90 m
3, benodigd voor het kunnen bergen van een
regenbui die eens in de 100 jaar optreedt, gedurende het eerste
uur bij een ingeschakelde pomp met een minimale capaciteit
van 15 m
3/h.
Constructiehoogte
De drooglegging, het hoogteverschil tussen bovenzijde kunst-
werk en HGW, moet minimaal 300 mm zijn. Deze eis is geba-
seerd op de maximale, heersende freatische grondwaterstand
van circa NAP -1,85 m.
Als optimalisatie is de constructiehoogte tussen bovenkant
spoorstaaf en onderkant dek geminimaliseerd door het toepas-
sen van directe spoorstaafbevestiging en het plaatsen van de
spoorstaven in inkassingen (400 × 200 mm) in het spoordek
(fig. 5). Daarmee komt het diepste punt van de rijvloer minder
4
5
Millimeterwerk bij inschuiven spoordek 4 2017
15
123
4 schuifbaan
21756775 5900
9100
spoor dek
stek ankers
stor tskokers
26.300
2350
schuifbaan
schuifbaan
schuifbaanschuifbaan
de schuifbanen in dezelfde helling zouden worden aangebracht
en het dek tijdens het schuiven ook over die hoogte zou
verplaatsen. Voor het definitieve ontwerp is onderkant dek
aangepast zodat de schuifbanen waterpas lagen. Het dek is dus
voorgebouwd op dezelfde hoogte als de definitieve ligging.
Schuifprincipe
Aanvankelijk was het idee dat het dek zou worden getrokken.
Hiervoor zouden er tussen het dek en het eind van de schuif-
baan stalen strengen worden aangebracht. Door middel van
spanvijzels, bevestigd aan het einde van de schuifbaan, zou het
dek naar de definitieve locatie worden getrokken. Uiteindelijk
is er niet voor trekken maar voor duwen gekozen. De schuif-
constructie zou anders complexer worden met meer verschil -
lende onderdelen.
De duwvijzels zijn na het voorbouwen aangebracht. De vijzels
drukten met een stalen aansluitunit direct tegen het dek. De
aansluitunit werd onder het prefab randelement geplaatst,
zodat er niet tegen het randelement is geduwd. Er is gekozen de
schuifbanen dicht bij de steunpunten van de definitieve
constructie te positioneren. Hierdoor overspande het dek in de
tijdelijke situatie ongeveer over dezelfde steunpunten als in de
uiteindelijke situatie.
De totale schuifafstand bedroeg 23 m en er werd geschoven
met een snelheid van ongeveer 8 m/u. In totaal duurde de
schuifoperatie drie uur.
- voorbouwen van het spoordek;
- duwvijzels plaatsen om het dek te verschuiven en te corrigeren;
- de schuifbanen plaatsen tot en met de definitieve locatie;
- inschuiven van het dek (foto 1);
- het spoordek fixeren.
Voorbouwlocatie
Het spoordek is zoals gezegd voorgebouwd naast het spoor.
Hiervoor is een tijdelijke ondersteuningsconstructie opgebouwd
waarop het betonnen dek is gestort. In deze ondersteuning zijn
de eerste delen van de schuifbanen meegenomen. Het ging in
totaal om vier schuifbanen, bestaande uit stalen balkprofielen
(in de richting gelegd waarop het dek is geschoven) met een
gladde plaat op de bovenzijde. Over deze schuifbanen schuift
het dek naar de definitieve locatie.
Na het uitharden van het dek is de tijdelijke ondersteunings-
constructie afgelaten. Hiervoor zijn aflaatelementen in de
ondersteuning meegenomen, in de vorm van zandpotten. Dit
zijn stalen, ronde bakken die zijn gevuld met zand. Op het zand
ligt een deksel met rand die in de ronde bak past. Wanneer het
zand wordt verwijderd, zakt de deksel met daarop de onder
-
steuningsconstructie.
Na het aflaten, lag het betonnen dek enkel nog op de schuif banen.
Fundering voorbouwlocatie
De grondopbouw in het gebied van Vlaardingen staat bekend
om de slappe bovenste lagen. Om deze reden is er tijdens het
ontwerp gekozen de ondersteuning en de schuifconstructie op
stalen funderingspalen aan te brengen. De voorbouwlocatie lag
op de plaats waar later de noordelijke toerit komt. De palen
konden na het inschuiven worden gebruikt als fundering voor
de vloer van de toerit.
Schuinstand schuifconstructie
Uitgangspunt voor deze schuifconstructie was dat de schuifba-
nen waterpas lagen. In het voorontwerp lag het dek in de schuif-
richting onder een kleine hoek. Dit resulteerde in een hoogte-
verschil van 16 mm over de dekdoorsnede. Gevolg zou zijn dat
6
7
Millimeterwerk bij inschuiven spoordek 4 2017
16
spoordek
paallengte
inheidiept e
559 stalen b\fispaal
wanddikte min. \b2,5 ok
. constr\fc tie
afbrandhoogt
e
opgelast 25-\b00
ro
ndom lassen
a min. = 5 mm
stalen nok
hardhouten uitvulling 8
Detail stalen buispaal
9 Een hardhouten uitvulling en stalen nok van de fixatie -
constructie van het spoordek
Correctievijzels
Naast de duwvijzels zijn er haaks op de schuifas correctievijzels
geplaatst. Tijdens het schuiven konden deze vijzels in dwars-
richting het dek bijsturen, zodat het spoordek op de definitieve
locatie op de juiste positie zou liggen. De dwarscorrectie werd
onder het dek bevestigd en kon zich door middel van een vijzel
haaks op de schuifbaan afzetten, zodat het dek in dwarsrichting
kon opschuiven. Hierdoor kon het dek met een marge van
enkele millimeters worden geplaatst.
Fixatie spoordek
In zowel de bouwfase als de definitieve fase doet het dek dienst
als stempel voor de damwanden. Door de parallellogramvorm
van het dek zorgt de stempelbelasting voor torsiekrachten op
het dek. Spoorbelastingen en temperatuur vergroten dit effect.
In de definitieve fase worden deze krachten door de wanden en
kolommen op de fundering afgedragen. In de uitvoeringsfase is
een tijdelijke torsiesteun gemaakt. Dit gebeurde in twee richtin-
gen: haaks op en parallel aan de onderdoorgang. Haaks op de
onderdoorgang is de ruimte tussen de wand en de damwanden
gevuld met een hardhouten uitvulling (foto 9). Daarnaast zijn
stalen nokken aangebracht.
Zodra de fixaties waren aangebracht, was het spoordek klaar
voor gebruik. Na de buitendienststelling konden onder het dek
de betonnen vloer, wanden en kolommen worden gerealiseerd.
Tot slot
Tijdens de uitvoering van de onderdoorgang zijn er continu
raakvlakken met de omgeving en de overige bouwactiviteiten
van de Hoekse Lijn. Veiligheid naar de omgeving en haar
gebruikers is de eerste prioriteit tijdens de uitvoering. Een
goede afstemming met diverse partijen is hierbij essentieel.
De voorziene oplevering vindt eind december 2017 plaats.
Schuifconstructie
De duwvijzels drukken tegen het dek en zetten zich af op de
schuifbaan. Wanneer elk van de vier schuifbanen van een
duwvijzel wordt voorzien, is de duwkracht even groot als de
reactiekracht vanuit de wrijving tussen het dek en de schuif-
baan. Hierdoor is er sprake van een gesloten interne krachts-
werking tussen het dek, de duwvijzel en de schuifbaan.
Toch is ervoor gekozen alleen op de buitenste schuifbanen
duwvijzels te plaatsen. De achterliggende reden hiervoor was
dat tijdens het schuiven de werkdruk vanuit één vijzel beter te
bepalen en te controleren zou zijn: namelijk de helft van de
totale wrijving. Gevolg van deze keuze was dat de interne
krachtswerking niet meer sluitend was. De duwkracht is name-
lijk groter dan de wrijving van één schuifbaan. Dit resulteerde in
een horizontale belasting op de palen, die ongeveer 2 m boven
het maaiveld stonden. Om de horizontale belasting zo laag
mogelijk op de buispaal in te leiden, zijn er trekschoren toege-
past. De richting van de schoren was hierbij essentieel. Op de
buitenste schuifbanen was de duwkracht groter dan de wrijving.
Zonder een fixatie met schoren zou de schuifbaan onder het dek
worden uitgetrokken. Op de tussenassen werkte de horizontale
belasting juist de andere kant op. De schuifbaan zou door de
wrijving juist door het dek worden meegenomen. De schoren
moesten bij de tussenassen dus in tegengestelde richting staan
ten opzichte van de schoren van de buitenste schuifbanen.
Het totale gewicht van het dek is 620 ton (620 000 kg). De
benodigde duwkracht was maximaal 50 ton, verdeeld over de
twee duwvijzels. De maximale duwkracht trad enkel op bij het
losdrukken van het dek op de voorbouwlocatie. Daarna
halveerde de benodigde kracht.
8 9
Van de buitendienststelling is een timelapse -
video beschikbaar op www.cementonline.nl.
? PROJECTGEGEVENS
project Onderdoorgang Marathonweg Vlaardingen
opdrachtgever Gemeente Vlaardingen
ontwerp en engineering Gemeente Rotterdam
toezicht en directievoering Gemeente Rotterdam en
Gemeente Vlaardingen
opdrachtnemer Heijmans Infra
schuiven Heijmans Span- en Verplaatsingstechnieken
bouwtijd 9 januari 2017 t.m. eind december 2017
Millimeterwerk bij inschuiven spoordek 4 2017
Reacties