Het advies-, onderzoeks- en certificatiebureau INTRON uit Sittard heeft in zijn 40-jarige bestaan een vooraanstaande positie in de markt weten te veroveren. Daaraan heeft Gert van der Wegen een belangrijke bijdrage geleverd. Hij werkt er nu al 30 jaar, waarvan 20 in de directie. Tijd om een stapje terug te doen. Zo wil hij meer tijd vrijmaken voor projecten, commissiewerk en het invullen van INTRON’s internationale ambities. En, niet onbelangrijk, voor zijn privé-leven.
Gert van der Wegen1201256interviewinterviewGert van derWegenKennis en ambitie1CVDe kennismaking met de betonwereld verloopt voor Van derWegen even verrassend als snel. Van huis uit is hij een metaal-kundige, hij studeert Scheikunde aan de TU Eindhoven.Daarbij is hij vooral ge?nteresseerd in de fysische kant van dechemie. "Ik vond het heel boeiend om te zien hoe je uitverschillende grondstoffen een functioneel materiaal kuntmaken." Van der Wegen is z? enthousiast over zijn vak dat hijbesluit na zijn studie direct verder te gaan met een promotie.Op de Universiteit Groningen onderzoekt hij wat de invloed isvan dislocaties in het kristalrooster op het mechanisch gedragvan een koper-nikkel-zink-legering, onder meer gebruikt in`zilver' bestek. Hij promoveert in 1982. Een carri?re in dewetenschappelijke wereld ligt wat hem betreft voor de hand.Echter de banen op de universiteiten liggen op dat momentniet voor het oprapen. De onderzoeks- en onderwijswereldheeft de maken met grote bezuinigingen. Een collega op deUniversiteit Groningen wijst hem op een vacature bij INTRONin Maastricht. "Ik kwam uit Eindhoven dus voor een noorde-ling leek dat geknipt voor mij."Van der Wegen wordt aangenomen door de oprichter vanINTRON. Zijn taak wordt het opzetten van een metaaltak. Deeerste indruk van het bedrijf is niet best. Een gebouw in slechtestaat en een stoffig lab. En als hij daadwerkelijk begint, is deleiding overgenomen door voormalig adjunct-directeur JanBijen. Het blijkt dat het erg slecht gaat met INTRON en hetvoortbestaan is in gevaar. "Dat was even schrikken, ik had erhelemaal geen rekening mee gehouden." INTRON heeft in dietijd ??n grote opdracht: de King Fahd Causeway, de door1 Gert van der Wegen infoto: Peter de Koning / PDK FotoHetadvies-,onderzoeks-encertificatiebureauINTRONuitSittardheeftinzijn40-jarigebestaaneenvooraanstaandepositieindemarktwetenteveroveren.DaaraanheeftGertvanderWegeneenbelangrijkebijdragegeleverd.Hijwerkternual30jaar,waarvan20indedirectie.Tijdomeenstapjeterugtedoen.Zowilhijmeertijdvrijmakenvoorprojecten,commissiewerkenhetinvullenvanINTRON'sinternationaleambities.En,nietonbelangrijk,voorzijnpriv?-leven.naam dr.ir. Gert van der Wegenleeftijd 56 jaaropleiding Scheikunde, TUEindhoven; TechnischeNatuurkunde, Universiteit Groningenwerkgevers (SGS) INTRON58interview22 King Fahd Causeway3 Seawater cooling tower in Koeweit4 Zeesteiger Nerefco (Europoort)Al snel krijgt Van der Wegen ook het chemisch lab onder zijnhoede en wordt hij tevens actief in de nieuw opgerichte advies-groep. In '91 treedt Van der Wegen toe tot de directie als eindver-antwoordelijke voor het laboratorium.Omdat de certificatiegroep van INTRON feitelijk te klein is vooreen sterke positie in de markt, komt er een fusie met de certifica-tie-activiteit van BDA uit Gorinchem. Die fusie is in eerste instan-tie geen groot succes, omdat in een te korte termijn twee groepenmet verschillende achtergronden worden samengevoegd. Van derWegen kreeg de taak om BDA-INTRON Certificatie tot een goedfunctionerende en perspectiefvolle organisatie om te vormen."Dat is met inzet van de medewerkers binnen een jaar gelukt.Voor mij was dat een nieuwe, maar wel heel bijzondere en leer-zame ervaring. Bovendien leerde ik, naast de lab- en de advies-activiteiten, ook onze derde tak, certificatie, goed kennen."Overname door SGSIn 1995 verkoopt Bijen INTRON aan Tauw, met in het achter-hoofd dat hij vanaf 2000 andere dingen wil gaan doen. "Desamenwerking met Tauw verliep prima, wij hadden alle vrij-heid om onze eigen koers te varen." In 1999 wordt Gert van derWegen algemeen directeur. In die zelfde periode past Tauwhaar beleid van diversificatie en overnames aan en gaat zichconcentreren op enkele kernactiviteiten. Dat vormt de aanlei-ding voor een management buy-out. Ook de medewerkers vanINTRON krijgen de gelegenheid te participeren, waarvanvolop gebruik wordt gemaakt.Ballast Nedam gebouwde brugverbinding tussen Bahrein enSaoedi-Arabi?. Dat blijkt de redding. Door vereende krachtweet INTRON, dat inmiddels is geslonken is tot circa 10 man,zich te redden. "Het was overleven: gereedschap meenemenvan huis, elk dubbeltje drie keer omdraaien. Al met al eenmoeizame, maar wel leerzame start."Het idee om een metaaltak op te zetten is ook meteen van debaan. Sterker nog, in korte tijd wordt Van der Wegen hoofdvan het betonlab, omdat het voormalige labhoofd de aannemergaat ondersteunen op de bouwplaats in Bahrein. "Maar ik hadgeen kennis op betongebied, dus moest ik snel aan de slag dieop te bouwen. Het cursusboek Betontechnologie en de erva-ring van het betonlab van INTRON bleken een goed funda-ment." Het materiaal beton boeit hem tot op de dag vanvandaag enorm. "Een metaal/legering is een veel eenvoudigermateriaal, omdat het wordt gemaakt van elementaire grond-stoffen. Er is veel meer bekend over de structuur en het gedrag.Beton wordt gemaakt met een breed scala aan grondstoffen endat maakt het juist zo interessant."foto:PeterdeKoning/PDKFotoGert van der Wegen 12012 5934werken als een belasting heb gezien. Ik zie mijzelf toch meerals een profvoetballer die van zijn hobby zijn werk heeft wetente maken. Maar ik verheug me er ook op tijd te krijgen voorandere hobby's, of gewoon te klussen aan het huis."KwaliteitIn het vakgebied waar SGS INTRON actief is, is nog een hoopte winnen. Dat onderkent ook Van der Wegen. "Er gaat nog teveel mis in de bouw, vooral bij bijzondere bouwwerken. Voorons betekent dat veel werk op het gebied van schadeanalysesen reparatieadvies. Maar ik zou het liever anders zien. Het geldzou beter kunnen worden besteed om schade te voorkomen.En ook daarin kunnen wij een goede rol spelen."Die rol komt door de situatie in de bouw echter niet goed totzijn recht. "Wij worden meestal pas bij projecten betrokken alsdie volop in uitvoering zijn. Voor veel zaken is het dan al telaat. Wij hebben ooit geprobeerd projectontwerpen vanuit eenIn 1997 legt INTRON een langetermijnvisie neer. Binnen tien jaarwillen ze `h?t instituut voor kwaliteit in de bouw in Nederland'worden. Die ambitie wordt stap voor stap ingevuld. Dan volgt devraag: Hoe verder? Internationalisering ligt voor de hand, mededoor het meer en meer verdwijnen van de `landsgrenzen'. Dieinternationale ambitie komt echter moeizaam van de grond. "Wehadden met 120 medewerkers onze handen vol aan de groei in deNederlandse markt. De uitbereiding naar het buitenland met stra-tegische samenwerkingsverbanden wilden we er bij doen. Datwerkte niet.In de laatste jaren wordt INTRON diverse malen benaderdvoor een overname. Het bedrijf is echter niet te koop. TotdatSGS met een voorstel komt. Anders dan de andere overname-kandidaten, heeft SGS belangstelling voor alle drie de kernacti-viteiten (advies, laboratorium en certificatie) en ziet het voorINTRON een strategische positie weggelegd. SGS is met circa65.000 werknemers wereldwijd de grootste dienstverlener ophet gebied van inspectie, onderzoek, analyse, certificatie enprojectmanagement, maar is niet structureel actief in de bouw.Met het inlijven van INTRON willen ze die leemte invullen.Door de komst van SGS worden de internationale ambities vanINTRON ineens wel haalbaar. Onder leiding van Rico van Selstontwikkelt SGS INTRON zich gestaag als internationaal `compe-tence center' voor de bouw. "Door het internationale netwerk vanSGS kunnen wij onze kennis veel breder inzetten, vooral opgebied van beton. En de specifieke expertise en onderzoeksfacili-teiten van SGS die bij ons ontbreken, kunnen wij op onze beurtweer inzetten."De integratie van INTRON in de SGS-organisatie verlooptvoorspoedig en er is een duidelijke klik tussen de mensen."Dat is best bijzonder als je nagaat dat de meeste fusies enovernames niet uit de verf komen, of zelfs helemaal misluk-ken."Op 1 januari 2012 doet Van der Wegen een stap terug en gaatin deeltijd werken. Dat heeft niets te maken met de overnamedoor SGS. Al in 2005 besluiten de toenmalige directieleden datze binnen een jaar of vijf de keuzevrijheid moeten krijgen omook andere dingen te gaan doen. Het bedrijf heeft zich hiersindsdien op voorbereid, onder andere door het vormen vaneen nieuwe generatie managers voor de drie sectoren. Defunctie van Algemeen directeur wordt overgenomen doorWim van Loon, Executive Director Benelux van SGS en tevensmanager van de divisie Industrial Services Benelux, waar ookINTRON onder valt. Hij toont grote betrokkenheid bij devoortgaande ontwikkeling van SGS INTRON. Van der Wegenwerkt formeel nu nog maar drie dagen in de week. Dit geefthem ruimte invulling te geven aan de verdere internationalise-ring. "Ook heb ik nu wat meer vrije tijd. Niet dat ik het harde"Ik zie mijzelf toch meer als eenprofvoetballer die van zijn hobby zijnwerk heeft weten te maken"Gert van der Wegen1201260interview55 Vliegas, kalksteenmeel enhoogovenslak6 AEC-granulaat (opge-werkte AVI-bodemas)zich niet moet richten op meer kuubs, maar op het vergrotenvan de toegevoegde waarde per kuub. Beton wordt multifunc-tioneler. Neem de ontwikkelingen met `phase change materials'en `self-healing concrete', waarbij met specifieke bacteri?n hetzelfherstellend vermogen wordt vergroot. Nederland loopt opveel terreinen voorop. Bijvoorbeeld met de toepassing van hetzogenoemde attestbeton, waarbij cement deels wordt vervan-gen door vliegas. Dat beton passen we al twee decennia toe,met prima resultaten. De Nederlandse normen hebben dieruimte geboden met het principe van gelijkwaardigheid.Gelukkig wordt die mogelijkheid in de nieuwe versie van deEN 206 ook expliciet geboden, via het zogenoemde `equivalentconcrete performance concept'. Het is wel van groot belangzorgvuldig om te gaan met dit soort nieuwe materialen. Jemoet er echt op toezien dat ze niet verkeerd worden gebruikt.In Nederland is dat gewaarborgd dankzij CUR-Aanbevelingenen beoordelingsrichtlijnen (BRL's). Datzelfde attestbeton isdaar een goed voorbeeld van. De toelatingseisen zijn streng enhet moet intensief worden getest. Niet alleen de grondstoffenzelf maar ook de combinatie ervan. Je ziet nu wel een ontwik-keling dat die beproeving op basis van langjarige ervaringeneenvoudiger wordt. Maar voor nieuwere grondstoffen ofcombinaties ervan is die vereenvoudiging nog niet aan de orde.Daar hebben we gewoon nog te weinig ervaring mee."materiaalkundige kant te laten beoordelen, voor een symbo-lisch bedrag. Maar daar was geen echte belangstelling voor.Terwijl onze overtuiging is dat je daarmee veel geld kuntbesparen, zeker in relatie tot de lage marges die aannemers nurealiseren."Een van de problemen zit volgens Van der Wegen in de kaderswaarin aannemers werken. "De tijdsdruk waaronder moetworden gewerkt, is enorm. En vaak wordt er puur geselecteerdop prijs. Wat dat betreft is de komst van de EMVI-criteria eengoede zaak. Daarmee krijgt kwaliteit een kans en is er ruimtevoor alternatieven. Ook groeit het besef dat aannemers enopdrachtgevers onvoldoende specialistische kennis hebben.Op zich is dat geen probleem. Als er maar voor wordt gezorgddat die kennis bij een project van buitenaf wordt aangetrokken.Uiteraard wel op het juiste moment."Actuele kennis in de betonindustrie is echter ook niet vanzelf-sprekend, zeker nu de ontwikkelingen op betongebied veelsneller gaan dan in het verleden. Bijvoorbeeld met zelfverdich-tend beton, attestbeton, nieuwe generaties hulpstoffen, zelfher-stellend beton. "Het eenvoudigweg leunen op de normen isniet voldoende. Die lopen erg achter bij de huidige praktijk enzijn doorgaans gebaseerd op kennis en ervaring van jarengeleden. Zo wordt er wat betreft de levensduur in de betonnor-men vooral gestuurd op de water-cementfactor en niet op decementsoort. Dat terwijl we allemaal weten dat het nogal watuitmaakt of je hoogovencement, vliegashoudende bindmidde-len of portlandcement toepast."GrondstoffenVan der Wegen volgt de ontwikkelingen in de betonsector opde voet. Sterker nog, via onderzoek en diverse commissiesheeft hij een richtinggevende inbreng. Beton wordt volgenshem een steeds slimmer materiaal. "Ik geloof dat de industrie"We hebben in Nederland een van debeste kwaliteiten toeslagmateriaal vande hele wereld"Gert van der Wegen 12012 616toegepast als IBC-materiaal in ophogingen of geluidswallen.Maar de overheid wil dat eigenlijk niet meer. Dit gaat eenprobleem worden voor de jaarlijks vrijkomende 1 miljoenton AVI-bodemas."SustainabilityJe moet oppassen dat de `durability' niet leidt onder de hetstreven naar `sustainability'. "Hoe dit soort secundaire grond-stoffen zich op termijn gedragen weten we vaak nog niet. Datwil niet zeggen dat je ze dan maar niet moet toepassen. Maar jemoet risico's goed beheersen. Ik vind dat we daar in Nederlandgoed mee om gaan, we nemen geen onverantwoorde risico's. Inandere landen gaat dat wel eens anders."Bij de internationale rol van INTRON binnen SGS zijn `sustai-nability' en `durability' van beton de twee belangrijksteaandachtsgebieden. "Onze kennis is internationaal veel waard.Op dit vlak lopen wij als Nederland al lange tijd voorop. Alseen van de eersten zijn wij begonnen met milieuaspecten vanbouwmaterialen. Onze cementindustrie levert cement met hetlaagste klinkergehalte ter wereld. Ik vind het nog steeds onbe-grijpelijk dat ze in andere landen niet meer hoogovencementof vliegashoudend bindmiddel toepassen." Door de economi-sche teruggang is de aandacht in Nederland enigszins vermin-derd, maar in Europa begint `sustainability' in de bouw nusteeds meer inhoud te krijgen. Dit komt enerzijds doordatNederland er altijd flink aan heeft getrokken, maar anderzijdsdringt in Europa het besef door dat er structureel iets moetgebeuren. "Europa is het enige continent met weinig specifiekegrondstoffen (zoals bijvoorbeeld metalen). En juist die grond-stoffen worden steeds belangrijker en schaarser. Hierdoor zijnwij erg afhankelijk van andere landen. Dat kan uiteindelijkfunest zijn voor de economische ontwikkeling." Dat besef inEuropa heeft in concreet beleid geresulteerd: `Waste Frame-work Directive' en `Road map to resource efficiency'. Hierinstaan doelstellingen en actieplannen ten aanzien van grond-stoffen en hergebruik van afvalstoffen. Zo moet bijvoorbeeldin 2020 70% van het bouw- en sloopafval in Europa wordenhergebruikt. "Dat lijkt eenvoudig haalbaar. Nederland zit nu al"Ook hulpstoffen hebben veel ontwikkelingen doorgemaakt.De huidige derde generatie superplastificeerders presterenbijvoorbeeld heel goed wat betreft waterbehoefte. Maar er zijnook neveneffecten. Die moet je goed kunnen beheersen.Hetzelfde geldt voor de toepassing van vulstoffen. Het is moge-lijk cement deels te vervangen, zeker gezien de hogere cement-gehalten in Nederland. Maar je moet ook oppassen dat je geengrenzen overschrijdt."Ook bij toeslagstoffen zijn er veel ontwikkelingen. "Ik denkdat we in Nederland een van de beste kwaliteiten toeslagma-teriaal hebben van de hele wereld. Er zit best wat ruimte indie kwaliteit. Zo is het toepassen van beton- of menggranu-laat geen enkel probleem. Daar hebben we ook al veel erva-ring mee. Maar we gaan ook toe naar het toepassen vanopgewerkte AVI-bodemas in beton, of AEC-granulaat zoalswe dat tegenwoordig noemen (AEC staat voor afval-energie-centrale, red.). Je verlaagt weliswaar de kwaliteit, maar doordeze reststof op te werken kom je in de buurt van granulaat-beton." Er is een economisch belang dit materiaal toe tepassen. Er is immers een enorm groeiende vraag naarmetalen. Exporterende landen met een sterke economischegroei zullen deze metalen steeds meer voor eigen behoeftegaan gebruiken. "We zijn nu zo ver dat we de metalen nage-noeg volledig uit ons afval kunnen terugwinnen, zelfs uithet huisvuil. Door verdere kwaliteitsverbetering kan debodemas die vrijkomt bij de verbranding van ons huisvuilgeschikt worden gemaakt als toeslagmateriaal voor beton.Tot nu toe werd deze AVI-bodemas veelal grootschalig"Ik vind het onbegrijpelijk dat ze inandere landen niet meerhoogovencement of vliegashoudendebindmiddelen toepassen"Gert van der Wegen1201262interview77 Tunnel onder hetDrontermeerweg onze voorsprong in te leveren. Een land als China, waardoor de grote bedrijvigheid een enorme behoefte is aan kennis,haalt ons hard in. De kennisinstituten in Nederland zijn op ??nhand te tellen. En bij de universiteiten vindt een kaalslagplaats. Onze Nederlandse inbreng in Europese commissies istot een minimum gezakt. Dat terwijl andere landen vaak meteen uitgebreide delegatie aanwezig zijn. Gelukkig zijn er ooknog positieve ontwikkelingen te melden zoals bijvoorbeeld hetCUR-project `Hoe groen is een kuub beton'. In dit projectwordt een rekentool ontwikkeld waarmee de betontechnoloogop eenvoudige wijze de milieubelasting van een betonmengselkan berekenen en daarmee zijn keuze voor de betonsamenstel-ling ook in milieuopzicht bewust kan maken." Jacques Linssenop 95%. Maar in Zuid-Europese landen zijn ze nog lang nietzover. Daar praat je eerder over 10% hergebruik. Dan is 2020toch ineens heel dichtbij. Zeker als je bedenkt dat wij er veellanger over hebben gedaan ons niveau te bereiken. Maar ookin Nederland kunnen we niet achterover leunen. De verwach-ting is dat de hoeveelheid bouw- en sloopafval de komende 15? 20 jaar zal verdubbelen naar 40 miljoen ton per jaar. Als erniets gebeurt, zakt ons percentage dus naar 50%. Dus ook voorons is dit een enorme uitdaging."Deze ontwikkelingen kunnen als bedreiging worden gezienmaar Van der Wegen ziet vooral de kansen. Als voorbeeldnoemt hij de aanleg van onderhoudsarme wegen. Er zijn Euro-pese plannen om voor het steeds zwaarder wordend vrachtver-keer speciale stroken aan te leggen waarin meer beton wordttoegepast, zowel in het dek als in de fundering. Ook moetworden gestreefd naar toepassing van zoveel mogelijk localegrondstoffen, waarbij beton op maat een sleutelwoord is."Momenteel worden er nog cement, toeslagmaterialen en zelfsbetonproducten over grote afstanden getransporteerd. Vanuithet oogpunt van `sustainability' is dat natuurlijk niet wense-lijk." Ook in economisch opzicht zijn er volop kansen. "Secun-daire materialen is serieuze business geworden. De afvalsectorheeft zich in Nederland ontwikkeld tot een gevestigde indus-trie met een jaaromzet van 6 miljard en werkgelegenheidvoor 30.000 mensen."Als je het zo bekijkt, blijkt Nederland in veel zaken voorop telopen. Maar de huidige praktijk is anders. "We zijn hard op"Europa is het enige continent metweinig specifieke grondstoffen"
Reacties