Nieuwbouwappartementen zijn erg in trek, vooral als ze op de juiste locatie staan. De snelheid van bouwen is belangrijker dan ooit. De ontwikkelingen op dat gebied staan niet stil: slimme oplossingen hebben de productiviteit en de effectiviteit in de prefab cascobouw flink verhoogd. Twee nieuwe bouwblokken in het Energiekwartier in Den Haag zijn daar treffende voorbeelden van.
30
thema
Nieuwe energie
voor oude wijk
Nieuwbouwappartementen zijn erg in trek, vooral als ze op de juiste
locatie staan. De snelheid van bouwen is belangrijker dan ooit. De
ontwikkelingen op dat gebied staan niet stil: slimme oplossingen
hebben de productiviteit en de effectiviteit in de prefab cascobouw
flink verhoogd. Twee nieuwe bouwblokken in het Energiekwartier in
Den Haag zijn daar treffende voorbeelden van.
1
Diverse innovaties in twee woongebouwen Energiekwartier Den Haag
Direct aan de historische singelgracht rond de binnenstad van
Den Haag ligt het Energiekwartier. Deze stadsbuurt bestaat uit
het park De Verademing, het culturele centrum de Elektriciteits-
fabriek en het gebied tussen Loosduinseweg/Noord-West
Buitensingel, Verversingskanaal en Lijn 11. Officieel maakt het
deel uit van het populaire Regentessekwartier. Het Energie-
kwartier wordt momenteel getransformeerd naar een aantrek-
kelijke wijk op loopafstand van de binnenstad. In het gebied in
wording komen meerdere nieuwe bouwblokken. Twee daarvan
Bouwpartners
In de bouw is er duidelijk een behoefte merkbaar aan vertrouwen
in elkaar als bouwpartner. Betrokkenheid en eigenaarschap van
de deelnemende bedrijven wordt geëist. Steeds vaker worden
nieuwe initiatieven opgepakt in samenwerkingsvormen met
vaste partijen. Vanuit het verleden zijn er immers lessen geleerd.
De gezamenlijke ervaringen worden gebruikt om nog beter te
kunnen inspelen op elkaars belangen. Dit gold ook bij het tot
stand komen van de blokken Volta en Edison.
Voorafgaand aan deze woontorens zijn diverse andere apparte -
mentengebouwen door de aannemer Heijmans Woningbouw en
prefab cascoleverancier Bestcon gebouwd. Tijdens de werkvoor -
bereiding en na de montage van die casco's is er open gecom-
municeerd over de goede en slechte ervaringen. Door goed te
luisteren naar deze ervaringen raakten de partijen steeds meer
op elkaar ingespeeld en zijn slimme oplossingen bedacht voor
het ontwerp.
V O LTA
EDISON
thema
Nieuwe energie voor oude wijk 1 2017
31
E1
E2
E3
E4
E5
E6
E7
E8
E9
E10
E1
E2
E3
E4
E5
E6
E7
E8
E9
E10
5100
5100
6900
6900
6900
6900
6900
6900
6900
1 1285 EB EA
EB EA
7200
7200
5100
5100
5100
5100
7200
7200
7200
7200
1700 1 2970
A1
A2
A3
A4
A5
A6
A7
A8
A8
A9
A10
AC AB AA
ing. Robin van Gerwen PMSE
Bartels Ingenieursbureau
(Lievense CSO groep)
1 Ligging Edison en Volta
2 Standaardverdieping (7e)
Volta
3 Standaardverdieping (7e)
Edison
Nieuwe energie voor oude wijk 1 2017
32
E3
250125 125
130
170
10
prefab wand
prefab wand
Bestcon-60 vloerplaat
2 Ø 16
kopsleuven vullen met
Spramex C28/35 o.g.
plaatsen in Cuglaton
krimparme stelmortel K70 o.g.
plaatsen in Cuglaton
krimparme stelmortel K70 o.g.
Demu stekeind 2020
staaf Ø 20 lg = 1400
80
300 vullaag afwerklaag
E1 E3
+3 636012e dak
+3 333011e verd
+3 030010e verd
+2 72709e verd
+2 42408e verd
+2 12107e verd
+1 81806e verd
+1 51505e verd
+121204e verd
+90903e verd
+60602e verd
+30301e verd
+0peil
+30301e verd
+0peil
E2
+3 7430 13e liftopbouw
W1321
5100 5100 1 0360 35 125
4000 1545 445
W1221
W621
W621
W621
W621
W621
W621
W521
W321
W321
W221
W121
W131
E3
E4E5
W132
zijn uitgevoerd met een casco dat geheel is gebouwd in prefab
beton. Dit zijn de blokken Edison en Volta (foto 1). Het gebouw
Volta is 11 verdiepingen hoog en is met 72 huurappartementen
en 5300 m
2 aardig groot. Gebouw Edison overtreft dit en heeft
een hoofdbouwvolume van maar liefst 14 lagen, 116 apparte-
menten in diverse klassen, totaal 9600 m
2. Beide casco's zijn op
dit moment gereed.
Prefab casco
Tot aan het uitvoeringsgereed ontwerp was het plan de gebouwen
uit te voeren in tunnelgietbouw. Dit systeem leek het meest
geschikt omdat de plattegrond van beide gebouwen uit een
veelvoud van beuken bestaat in een variatie van drie verschil-
lende maten (fig. 2 en 3). Bij een dergelijke seriematige opzet
en zeker als het gebouw meer dan circa vijf lagen hoog is, kan
uitvoering in prefab cascobouw in veel gevallen concurrerend
worden.
Vlak voor de start van de uitvoeringsfase is ook in dit project
voor een prefab bouwsysteem gekozen. Redenen waren goede
veiligheidsomstandigheden tijdens de bouw, zekerheid in de
planning en het beperken van de financiële risico's. Het gemak
waarmee de gevraagde constructieve oplossingen konden
worden gerealiseerd, gaf de doorslag om te kiezen voor het
bouwsysteem Bestcon 60, bestaande uit wanden en massieve
voorgespannen vloerplaten.
4
5
thema
Nieuwe energie voor oude wijk 1 2017
33
380
210
120
50
175
4!10
4 175
stekkenbak Comax QL110 8/150
vullen met Spramex C28/35 o.g.
80
130
170
+3030
Bestcon-60 vloerplaat vullaag afwerklaag
4 Ø = 10 4
Ø = 10
bgls Ø = 8-150
E1 E3
+3 6360
12e dak
+3 333011e verd
+3 030010e verd
+2 72709e verd
+2 42408e verd
+2 12107e verd
+1 81806e verd
+1 51505e verd
+121204e verd
+90903e verd
+60602e verd
+30301e verd
+0peil
+30301e verd
+0peil
E2
+3 7430
13e liftopbouw W1321
5100
5100 1 0360 35 125
4000
1545 445
W1221
W621
W621
W621
W621
W621
W621
W521
W321
W321
W221
W121
W131
E3
E4E5
W132
4 Detail middenoplegging
vloerplaten
5 Doorsnede met oplossing
stabiliteit langsrichting
Trekbanden
De gebouwen behoren tot gevolgklasse 2b. Zowel Eurocode 2
als Eurocode 1-1-7 geven voor deze klasse aan dat in het
gebouw horizontale en verticale trekbanden aanwezig moeten
zijn om voortschrijdende instorting te voorkomen. In de over -
spanningsrichting zijn in de vloerplaten zelf voorspanstrengen
aanwezig met een voldoende afmeting om als trekband te
fungeren. Het is belangrijk de afzonderlijke velden voldoende
te koppelen over de steunpunten. Hiervoor kunnen de ontwerp-
regels worden gebruikt voor de bepaling van inwendige trek-
banden.
Evenwijdig aan de vloeroverspanning worden hiervoor de
eerdergenoemde doorkoppelingen in de kopsleuven gebruikt.
Loodrecht op de vloeroverspanning bevinden zich op elk stra-
mien trekbanden tussen de koppen van de vloerplaten, onder
de nog te plaatsen wanden. Deze trekbanden zijn nog juist te
zien in foto 6.
In de dragende woningscheidende binnenwanden ontstaat
door hun afmetingen en door relatief kleine stabiliteitskrachten
geen trek. De wanden konden ongewapend worden uitgevoerd.
Toch is er, naast detailwapening (gepositioneerd langs de randen),
ook wapening opgenomen ten behoeve van de verticaal beno-
digde trekbanden. Ter plaatse van de deling van de wanden op
vloerniveau moeten stekken deze trekbandkrachten doorgeven
naar boven- en ondergelegen elementen.
Constructief ontwerp
De vloeren en wanden zijn in dit systeem doorgestapeld (fig. 4).
De vloeren zijn zonder nokken op de wanden gelegd. Voor
beide gebouwen geldt dat de wanden tezamen met de vloer-
platen een raamwerk vormen dat in de langsrichting wordt
geschoord ter plaatse van liftkernen en trappenhuizen. In de
dwarsrichting verzorgen de wanden zelf de stabiliteit in deze
richting. Het raamwerk is gefundeerd op in de grond gevormde
palen waarover een balkenraster is gemaakt. De beganegrond-
vloer bestaat uit kanaalplaten met een druklaag. Al met al is het
een redelijk eenvoudig constructief ontwerp.
Overdracht stabiliteitskrachten (Volta)
De stabiliteit in langsrichting (dwars op de beuken) wordt bij
gebouw Volta gehaald uit een betonwand tussen stramien E1
en E3. Deze wand loopt echter niet door tot op de onderste
bouwlaag. De wand verandert in vier penanten, waar niet
langer stabiliteitskrachten doorheen gevoerd kunnen worden.
Er is 'hulp' gevonden van een verder in het gebouw gelegen
wand (tussen stramien E3 en E5, fig. 5). Deze is daarom uit-
gevoerd in beton om de stabiliteitsfunctie te kunnen overnemen.
De relatief hoge horizontale kracht moet zowel in langs- als
dwarsrichting worden overgedragen door de prefab elementen.
Voor de doorkoppeling in langsrichting wordt de gebruikelijke
doorkoppeling gebruikt boven de steunpunten. Dit zijn er in
aantal echter meer dan gebruikelijk. De doorkoppeling vindt
plaats door in breedte toenemende 'kopsleuven' met getande
randen. Daarmee wordt een optimale verankering van de
betonvulling bereikt (foto 6).
De zijwaartse 'verplaatsing' van de krachten is met een speciaal
ontworpen koppeling tot stand gebracht. Hier is plaatselijk een
horizontale natte knoop gemaakt tussen twee naast elkaar
gelegen elementen, gebruikmakend van de stekkenbakken met
extra dwarskrachtcapaciteit (Comax-QL, fig. 7).
trekbandwapening
6 Kopsleuf t.b.v. doorkoppelanker; ook zichtbaar
is de trekband over de middenoplegging
7 Detail dwarskrachtkoppeling tussen naast
elkaar gelegen platen
6
7
Nieuwe energie voor oude wijk 1 2017
34
Niet-dragende gevels
Voor de niet-dragende gevels zijn verschillende opties overwogen:
gasbeton, kalkzandsteen, prefab beton en houtskeletbouw.
Uiteindelijk bleek houtskeletbouw (HSB) het meest geschikt
(foto 8). Vooral de gevraagde grote gevelopeningen in combi-
natie met de wens om beukbrede elementen te maken, gaf
daarbij de doorslag. In hout kan met een laag gewicht en relatief
kleine constructieafmetingen een element worden gemaakt met
grote openingen. Er is gekozen de HSB-elementen gelijktijdig
thema
BIM in uitvoeringsgereed ontwerp
Het prefab-betoncasco is volledig in 3D gemodelleerd (fig. 9).
Hierbij is gebruikgemaakt van Revit om de communicatie
met de andere ontwerpende partijen zo goed mogelijk te
laten verlopen.
Door middel van speciaal ontwikkelde software is er een
koppeling tot stand gebracht tussen het totale model en de
voor de fabriek belangrijke productietekeningen. Door deze
koppeling zijn controles op modelniveau ? in plaats van op
productietekeningniveau ? de standaard geworden.
Alle opgegeven instortvoorzieningen konden op deze
manier worden bepaald alsmede de relatie tot de omliggende
elementen. Bovendien was direct de locatie van het element
in het gebouw duidelijk. Dit zijn zeer belangrijke factoren
waardoor er én tijdwinst wordt bereikt én de foutkans
afneemt.
Tijdens de uitvoering is er gebruikgemaakt van een BIM-
model. Dit model is opgebouwd uit de door alle comakers
(veelal in 3D) aangeleverde informatie. Het prefab casco is
een onderdeel van dit BIM-model. In een goede BIM-
samenwerking moeten goede afspraken worden gemaakt
over 'wat' en 'hoe' er wordt gemodelleerd. Dit gaat makkelijker
wanneer het aantal deelnemers aan het BIM wordt
verkleind. Daarom is het uitwerken van de 'schoonwerk'
prefabbetonnen onderdelen ook ondergebracht bij de
ingenieurs van het prefab casco. Hierdoor was het mogelijk
een totaalmodel te vervaardigen en ontstonden er geen
problemen op de aansluitvlakken.
8
9
Nieuwe energie voor oude wijk 1 2017
35
In figuur 10 staat de relatie tussen de vloerdikte, de overspanning
en het aantal strengen. Met geringe vloerdikten zijn grote over-
spanningen te halen. Voor de appartementsgebouwen Volta
(l
t = 6900 mm) en Edison (l t = 7200 mm) is te zien dat voor de
beide hoofdoverspanningen minimaal 18 strengen noodzakelijk
zijn. Omdat het mogelijk moet zijn een aantal strengen te laten
vervallen in verband met sparingen, is gekozen het ontwerp te
maken met 20 strengen voor beide overspanningen. De secun-
daire, kleinere overspanning van Edison (l
t = 5100 mm) volstaat
met een praktisch aantal van 14 strengen.
Flexibele installaties
In een markt waar de klant koning is, is het wenselijk dat aanpas-
singen tot op het laatste moment kunnen worden doorgevoerd.
Prefab casco's hebben altijd te maken gehad met lange voorberei-
dingstijden en de behoefte om uitgangspunten heel vroeg in het
ontwerptraject vast te leggen. Door de huidige middelen en soft-
ware kan het beslismoment verder weg in de tijd worden gelegd.
Doordat het grootste deel van de leidingen in dit project zijn inge-
stort in de niet-constructieve vullaag, wordt er in dit opzicht grote
winst bereikt. Groot voordeel is dat er geen beperkingen voor de
leidingposities of -afmetingen zijn.
Veel van de leidingen worden op de vloer gemonteerd (foto 11).
8 Gemonteerde gevelelementen met aan-
gestorte console t.b.v. de galerijplaten
9 Revit-model van gebouw Edison
10 Relatie tussen de vloerdikte, de over -
spanning en het aantal strengen
met het betonnen casco te monteren. De elementen zijn zo veel
mogelijk vóórgemonteerd op het tasveld op het bouwterrein,
bijvoorbeeld door de stelkozijnen al aan te brengen. De bouw
kon hierdoor snel wind- en waterdicht worden gemaakt.
Innovatief
Het bouwen met prefabbetonnen elementen is niet nieuw. Wel
vernieuwend is het als de ontwerper van de betonnen elementen
zich openstelt om alle wensen van de andere partijen op te nemen
in het casco. Er volgen nu enkele voorbeelden van wensen die
omgezet zijn naar mogelijkheden.
Vloersysteem
Voor de vloeren is het zogenoemde Bestcon 60-systeem toege-
past. De voorgespannen, massieve vloerplaten kunnen zonder
tijdelijke stempeling beukoverspannend worden neergelegd.
Een extra vullaag zorgt voor voldoende massa die nodig is voor
de geluidsisolatie. Er is geen constructieve samenwerking
noodzakelijk tussen beide lagen. Deze vullaag kan in de
toekomst worden verwijderd in bijvoorbeeld een renovatie- of
herbestemmingssituatie.
De functies die normaal in één vloerconstructie zijn gecombi-
neerd, zijn hier uit elkaar gehaald. Het vloersysteem heeft de
volgende opbouw (van boven naar onder, fig. 4): een afwerk-
vloer (60 mm), een zwevende tussenlaag (20 mm), een niet-
constructieve vullaag (130 mm) van laagwaardig beton en een
constructieve voorgespannen prefab vloerplaat (van 170 resp.
180 mm voor de twee gebouwen). Het casco is constructief
gereed na het leggen van de vloerplaten en het vullen/verharden
van de koppelingssleuven.
De installaties worden niet, of slechts beperkt, in de constructieve
elementen aangebracht. Met het omstorten van de installaties
met de vullaag heeft deze dus een tweede functie, naast die van
massa voor geluid.
11 Leidingwerk geïnstalleerd op de constructieve
vloerplaat, nadien afgevuld met een niet-
constructieve vullaag van laagwaardig beton
12 Montage van vloerplaten met direct daaraan
gestorte balkonelementen bij gebouw Volta
Edison
Volta
10
11 12
12,0
11,0
10,0
9,0
8,0
7,0
6,0
5,0
4,0 160 180 220
200
plaatdikte [mm]
overspanningslengte (l
t) [m]
24
22
20
18
14
8
Nieuwe energie voor oude wijk 1 2017
36
A
12503 bgls Ø = 8 - 150
3 bgls Ø = 8
4
Ø = 20
2 bgls Ø = 8
2 bgls Ø = 8
2 bgls Ø = 8
2 bgls Ø
= 8
2 Ø = 12 2
Ø = 12
2 Ø = 12
2 Ø = 12
4
Ø = 20
4
Ø = 16 2 Ø = 12
2 Ø = 12 3hrsp
Ø = 12
3x opgebogen Ø = 16
3x opgebogen Ø = 16
1 bgl Ø
= 8 5 bgls Ø
= 8 - 100
500
DRSN A
13 Detail aansluiting balkon aan vloer -
plaat; dubbele isokorven vanwege
de belastingen in twee richtingen
tijdens transport
14 Detail van de aangestorte console
buitenruimten is een oplossing bedacht die binnen de prefab
montage en de afbouw op een eenvoudige manier te verwerken is.
Bij (deels) inwendige buitenruimten wordt de vullaag niet
aangebracht, maar wordt de gecreëerde hoogte gebruikt voor
isolatie en een verharding.
Uitkragende balkons zijn geïntegreerd met de constructieve
prefab vloerplaten en zijn vanuit de fabriek als één geheel op de
bouw aangeleverd. De balkons zijn zo stempelvrij gemonteerd
(foto 12). De aan het balkon grenzende vloerplaat is omwille
van de inbouwmogelijkheden van de koudebrugonderbreking
(isokorf ) en omwille van evenwicht dikker ontworpen en
zonder vullaag. Evenwicht is bereikt door het zwaartepunt nog
net in de vloerplaat te houden. Tijdens montage op de bouw-
plaats bleef de plaat nog net op de dragende wanden liggen.
Wel is er tijdens montage een mechanische verbinding gemaakt
met het naastgelegen vloerelement om een borging van de
stabiliteit te verzekeren. Deze ontwerpwijze geeft beperkingen
aan de lengte van de uitkraging. Om de gewenste balkonafmeting
te halen, is het gewicht van het balkon door middel van een
verjonging geminimaliseerd.
Het is belangrijk te realiseren dat het op deze manier samen-
voegen van elementen ervoor zorgt dat sommige verbindings-
middelen anders worden belast. Tijdens productie en transport
gelden er immers andere belastingen voor de samengestelde
elementen. De koudebrugonderbreking krijgt in de eindfase
bijvoorbeeld alleen neerwaartse belasting te verduren. Door het
transport kan er ook een opwaartse kracht op de verbinding
komen. Om ook hier weerstand aan te bieden, is er een extra
omgedraaide koudebrugonderbreking aangebracht (fig. 13).
Dit gaat op een traditionele wijze: de leidingen worden op de
vloer gemonteerd en niet erin. Hierdoor bestaat er geen hinder
van voegen tussen bijvoorbeeld vloervelden. Door de scheiding
van functies kunnen de verschillende disciplines onafhankelijk
van elkaar doorwerken. Over het algemeen kan de installatie
worden aangebracht ongeveer twee à drie lagen onder de
bovenste gemonteerde laag. Bijkomend voordeel is dat de
installaties in een wind- en waterdichte omgeving worden
aangebracht. Dit verhoogt het werkcomfort en voorkomt
onwerkbare dagen.
Buitenruimte/balkon
Buitenruimte is belangrijk voor een kwalitatief goed appartement.
In deze twee bouwdelen komen ze in meerdere verschijningen
voor, soms als inwendige balkons (loggia), soms als deels
inwendige balkons en soms als uitkragende balkons. Voor alle
15
Verdikte rand aan het einde van vloervel-
den, die zorgt voor de juiste aanzethoogte
en extra draagcapaciteit
16 Verhoogde delen van de vloer, opslag van
materialen in de montagefase
13
14
thema
Nieuwe energie voor oude wijk 1 2017
37
Opslag tijdens montage (verhoogde blokken)
Bij een goede afstemming tussen het montagebedrijf en de
aannemer ontstaan oplossingen voor problemen vaak als
vanzelf. Een voorbeeld is de oplossing die is gevonden voor het
schoon, droog en op de juiste plek opslaan van (grote en/of
zware) bouwmaterialen. Doordat er pas later een vullaag is
aangebracht, leek het niet mogelijk deze materialen al binnen
het gebouw te plaatsen. Gezamenlijk is besloten deze materialen
te plaatsen in een gebied waar geen leidingen komen. Op die
locatie is een verhoogd plateau gestort (ter hoogte van de dikte
van de vullaag) (foto 16).
Buiten gebaande paden
Bouwen met een prefabbetonnen casco vraagt om nieuwe,
innovatieve constructieve oplossingen. Soms moeten daarvoor
bij een ontwerp grenzen worden opgezocht en net even buiten
gebaande paden worden getreden. Het beste resultaat wordt
bereikt als ontwerpende en bouwende partners samen optrekken.
Dit verhoogt het plezier tijdens het werk en geeft de doorslag
voor het succes van het project!
?
?
PROJECTGEGEVENS
project Edison en Volta Staedion
opdrachtgever Staedion / Gemeente
Den Haag / Heijmans Vastgoed
architect Klunder architecten
hoofdconstructeur ABT
aannemer Heijmans Woningbouw
leverancier prefab-betoncasco Bestcon
engineering prefab-betoncasco Bartels
Ingenieurs voor Bouw & Infra
Console aan wand
De gebouwen hebben aan de zijde van de woningtoegangen
(binnentuin) een galerij. Deze galerij is vervaardigd met
prefab-betonelementen. Deze liggen op consoles aan de wand
(foto 8). Deze consoles zijn gelijk met de prefab-betonwanden
meegestort. Waar voorheen veel problemen ontstonden op dit
soort punten zoals koudebruggen en nazakking van koudebrug-
onderbrekingen, kan daar nu anders mee worden omgegaan.
De console geeft weliswaar een isolatielek naar buiten toe, maar
vanwege de isolatie van de relatief dikke HSB-elementen (circa
200 mm) is het warmtelek al voor een deel ingepakt. Verdere
reductie van het warmtelek wordt bereikt door de betondoor -
snede ter plaatse van de gevel zo klein mogelijk te houden.
Hiertoe zijn EPS-elementen ingestort waardoor er alleen beton
aanwezig is rondom de benodigde wapening (boven-, onder-
en ophangwapening) te storten. Hierdoor ontstaat er een
H-vormige doorsnede (fig. 14). Dit detail is in bouwfysische
programmatuur doorgerekend. Daaruit bleek dat er binnen
geen problemen te verwachten zijn als gevolg van een te hoge
temperatuurdaling in de wanden. Het op deze manier uitwerken
van de consoles heeft zowel voor de productie als voor de
montage een eenvoudig detail tot gevolg, wat kostentechnisch
ook positief uitpakt.
Opstortingen langs de randen
De niet-dragende HSB-wanden zijn zoals gezegd meegenomen
in de montage van het casco. Op dat moment waren de instal-
laties nog niet aangebracht en was er nog geen vullaag aange-
bracht. Om toch de juiste aanzethoogte te hebben voor de
gevels, zijn langs de vloerranden opstortingen van circa 250 mm
breed meegenomen in de productie van de vloerplaten (foto 15).
Deze rand heeft ook een constructieve functie. Door de plaat-
selijk hogere vloerdikte ontstaat een toename in momentcapa-
citeit. Deze extra capaciteit wordt vooral gebruikt om het extra
gewicht van de HSB-gevels te dragen, maar ook voor het
gewicht van de bouwkundige buitenschil (gevelmetselwerk
over bijv. 2 lagen). Vanwege de toegenomen stijfheid geeft de
verhoogde rand nagenoeg geen vervorming. Door deze eigen-
schap kan er worden bespaard op de HSB-elementen, omdat er
bijvoorbeeld lichtere onderregels kunnen worden toegepast.
Timelapse
Van de bouw van Volta is een time -
lapse video gemaakt. Deze video,
beschikbaar op Cementonline, geeft in circa twee
minuten een snelle indruk van hoe de gebouwen
zijn gemonteerd.
15 16
Nieuwe energie voor oude wijk 1 2017
Reacties
E Meulensteen - Raaijmakers 04 juni 2018 14:53
Goed artikel!