IWONINGBO?W ICONSTRUCTIEFONTWERP IINFORMATICA IONTWERPPROGRAMMA CALIAFGESTEMD OP NIEUWEVOORSCHRIFTENir.S.E.van Manen, ir.W.J.M.Peperkamp, ir.A.]. Wubs, TNO-Bouw, RijswijkAlle computerprogram.ma's die de constructeur ten dienste staan bij het ontwerpenendim.ensioneren van draagconstructies en die gerelateerd zijn aan de voorschriftenvoor bouwconstructies, moeten worden aangepast. Im.m.ers m.et het van krachtworden van het Bouwbesluit wordt ook een reeks nieuwe voorschriften van kracht,waaronder de TGB-Beton ofwel de VBC 1990. Zo is onlangs versie 4.0 van hetontwerpprogram.ma CALI, specifiek voor de woningbouw, gereedgekom.en.Hierm.ee kunnen conclusies worden getrokken over de effecten van de wijzigingenin de betonvoorschriften. De voornaam.ste zijn in dit artikel ge?nventariseerd.met Yr als belastingsfactor volgens tabel 2 uit 5.2.1;Deze factoren zijn zo bepaald dat de beoogde veiligheid vaneen groot aantal constructies, gemaakt van verschillende ma-terialen en op verschillende manieren belast, globaal dezelfdeis als in de vorige serie voorschriften. Voor het materiaal betonheeft dit geresulteerd in een wat lagere aanwezige veiligheiddan in het recente verleden.BelastingscombinatiesTGB-Belastingen 1990Een andere belangrijke wijziging ten opzichte van de TGB1972 en de VB 1974/1984 vormen de definities van de belas-tingscombinaties en de uitwerking hiervan in de maatgeven~de belastingscombinaties. De formele uitwerking van de be-lastingscombinaties volgens de TGB-Belastingen luidt:- fundamentele combinaties voor de uiterste grenstoestand(6.4.2.1):(1)(2)Eengezinswoningen vallen volgens 5.1, tabel 1 van de TGB-Belastingen in veiligheidsklasse 2 (niet in een woongebouwgelegenwoning).Voor deze klasse gelden, voor de fundamen-tele combinaties, de onderstaande belastingsfactoren:- permanente belasting: y = 1,2;- veranderlijke belasting: y = 1,3.De van toepassing zijnde materiaalfactoren zijn:- staal, wapening: y = 1,15;- beton, belast op druk: y = 1,2;- beton, belast op trek: y= 1,4.Daarnaast geldt met betrekking tot de permanente belastingdat:- voor uitsluitend permanente belasting: y = 1,35;- indiende permanente belasting een gunstigewerking heeft:y = 0,9.De overige belastingsfactoren (voor bijzondere, incidenteleen momentane combinaties) zijn alle: y = 1,0.VeiligheidDe veiligheid die met behulp van de nieuwe voorschriftenwordt verkregen, is gebaseerd op een veiligheidsfilosofie metparti?le veiligheidsfactoren voor belasting en materiaal. Hetidee hierachter is dat de belastingfactoren onder meer de on~zekerhedeninde belastingverdisconterenen de materiaalfac-toren onder meer de spreidingin de sterkte. De belastingsfac~toren worden daarmee materiaal-onafhankelijk en de mate-riaalfactoren belasting-onafhankelijk.Methetvan krachtwordenvanhetBouwbesluitop 1juli aan-staande, worden ook de TGB 1990 ~ Belastingen en Vervor-mingen (NEN 6702) en de TGB 1990 ~ Voorschriften Beton,Constructieve eisen en rekenmethoden (VBe 1990) (NEN6720), hiernaverkortaangeduid met respectievelijkTGB-Be~lastingenenTGB-Beton,vankracht.Deze nieuwevoorschrif-ten vervangen respectievelijk de TGB 1972 en de Voorschrif~ten Beton VB 1974/1984.In dit artikel wordt een aantal aspecten van het constructieveontwerp van rijtjeswoningen met betrekking tot de nieuwevoorschriften belicht. Hierbij zijnde verschillen tussen hetoude en het nieuwe voorschrift vergeleken met behulp vanCALI, namelijk:- de veiligheidsfactoren op grond van de nieuwe veiligheids-filosofie;- de maatgevende belastingscombinaties voor de sterkte- enstijfheidsberekening;- in verband met het dimensioneren van de wapening:. de minimale excentriciteit;. het minimum-wapeningspercentage;- de berekening van de doorbuiging van vloeren.CALl is een softwarepakket ter ondersteuning van hetontwerpen van de draagconstructie van eengezins-? rijtjeswoningen die volgens de giet~of stapelbouw~methode worden uitgevoerd. Voor een beschrijving van hetprogramma wordt verwezen naar het artikel 'CALI, een con-structief ontwerpprogramma voor eengezinswoningen' inCement 1990, nr. 5.46 Cement 1992 nr. 4. 1.1111111111J. 111111.l11111?L-Grep-Q.." repavoor woningen met t = 50 jaar geldt 'lfJt = 1;'lfJk = een kruipco?ffici?nt.Uitwerking van de fundamentele belastingscombinatiesheeftgeleid totvijfcombinatiesvoor de uiterste grenstoestanddie maatgevend zouden kunnen zijn en ??n combinatie voorde bruikbaarheidsgrenstoestand. De praktijk zal uitwijzen ofal deze combinaties in verschillende situaties ook werkelijkmaatgevend zijn.- 9.3: dit artikel betreft de bijzondere belasting explosiedrukin een bepaalde ruimte. De in rekeningte brengendrukbelas-ting kan worden beperkt door de aanwezige ontlastopenin-- 9.2: dit artikel heeft betrekking op het bijzondere belas-tingsgevalbrand. Wanneer de dimensionering plaatsheeftvolgens de TGB-Beton, dan zal in het algemeen voldaan zijnaan de eisen met betrekking totdit bijzondere belastingsgeval(TGB-Beton,9.3);In figuur 1 zijn de combinaties 1,3 en 6 schematisch weerge-geven.Het is mogelijk dat andere combinaties maatgevend zijn voorandere delen van de woningen. Zo zal voor de funderingwaarschijnlijk het belastingsgeval 'alleen permanente belas-ting' met y = 1,35 maatgevend zijn. De genoemde belastings-combinaties hebben slechts betrekkingop de dirnensioneringvan de draagconstructie.De uit de fundamentele belastingscombinaties voortvloeien-de dimensionering van de eengezins-rijtjeswoning dient noggetoetst te worden aan de eisen met betrekking tot de bijzon-dere combinaties, voor zover relevant voor het onderhavigegebouwtype. De in dit gebouw te beschouwen bijzondere be-lastingen volgens hoofdstuk 9 van de TGB-Belastingen zijn:- 9.1: volgens dit artikel moet worden getoetst of??n woningvoldoendestandzekeris indien??nvandebelendendewonin-gen geen bijdrage meer levert aan de stabiliteit. De meest on-gunstige situatie doet zich voor indien de hoekwoning wordtbeschouwd, die dan op zichzelf stabiel dient te zijn bij eenwindbelasting van 0,2 maal de extreme windbelasting;Met betrekking tot de uiterste grenstoestand worden de vol-gende fundamentele combinaties beschouwd:1 permanente belasting +momentanevloerbelasting op alleverdiepingsvloeren +wind;2 permanente belasting met y = 0,9 +momentane vloerbe-lasting op alle verdiepingsvloeren +wind;3 permanente belasting +extreme vloerbelasting op de ver,..diepingsvloeren van de eerste travee + momentane vloer-belasting op de overige vloeren;4 permanente belasting + extreme vloerbelasting op de ver-diepingsvloerenvan de tweede travee +momentanevloer-belasting op de overige vloeren;5 permanente belasting +momentane vloerbelasting op alleverdiepingsvloeren + extreme sneeuwbelasting op alledakvelden.Tenaanzienvan de combinaties 3en4 wordtopgemerktdatinfeite slechts ??n verdiepingsvloer moet worden berekend opde extreme vloerbelasting.Rekentechnisch is het gekozen belastingsschema echter gun-stiger.(5)(3)(4)1111.r-Qv;rep I 0,4 Qv; rep1,111111J.1J..l1 111111111111L..--Grepwaarin Fa;rep een bijzondere belasting is volgens hoofdstuk 9van de TGB-Belastingenen rfdebelastingsfactorenvolgenstabel 2 uit 5.2.1 zijn. Deze zijn allemaal 1,0;bcmet rf als belastingsfactor volgens tabel 3 uit 5.3;- voor de bruikbaarheidsgrenstoestand bij incidentele com-binaties (zonder kruipinvloed, 6.4.3.1):- voor de bruikbaarheidsgrenstoestand bij momentane com-binaties (met kruipinvloed,6.4.3.2):Indebovenstaandeformules heeftdeindex fbetrekking op debelastingsfactor ter onderscheidingvan de materiaalfactor ym'De indices g en q betreffen respectievelijk de permanente ende veranderlijke belasting.Tevens is:Grep = de representatieve waarde van de permanente belas-ting;Q,rep = de representatieve waarde van de extreme verander-lijke belasting;'lfJi = een reductiefactor ter bepaling van de momentaneveranderlijke belasting;'lfJt = een reductiefactor voor de extreme gelijkmatig ver-deelde veranderlijke belasting, afhankelijkvan de re-ferentieperiode t van het bouwwerk;1 Belastingscombinaties a. combinatie 1b. combinatie 3c. combinatie 6 b kki d b kb h d d d~---- ,-,-,-=---,---,,--=- -, Met etre .ng tot? e rui aar ei sgrenstoestan wor t- bijzondere combinaties voor de uiterste grenstoestand beschouwd:(6.4.2.2): 6 permanente belasting + 60% van de momentane vloerbe-lasting op alle verdiepingsvloeren.Cement 1992 nr. 4 47IWONINGBOUW ICONSTRUCTIEFONTWERP IINFORMATICAgen, zoals de voor- en achtergevels ofhet pannendak.(9)1I / I I/v I 1/ I I I/ I I 1/ I I I/ I I Iv I I I/1'/ 2'~---~r--____ 1 / 2?0,18%0,15%Relatie m.om.ent - m.inim.um.-wapeningspercentageHiermee rekening houdend gaat (8) over in:1,38G + 1,88Qwind + 0,7Qvlkening gebracht) op een hoogtevan 7 misp'wind;reg = 0,54 kN/m2inplaatsvanPwind;rep = 0,43 kN/m2, waarbij rekening is ge-houden met art. E-203.1 van de VB 1974/1984.MinitnaleexcentriciteitBij de doorsnedeberekening van de wanden moet overeen~komstig 7.3.4.1 vandeTGB-Beton eenminimalebeginexcen-triciteit eoworden aangehouden die de grootste waarde is van1/300 of h/lO, met een minimum van 10 mmo Deze bepalingvervangt een deel van de reductie van de betondruksterkte1'btot 0,751'bk bij buiging met grote normaalkracht overeen~komstig art. A-204.5.1b van de VB 1974/1984. Voor een laaggebouw als de eengezinswoning zijn de normaalkrachten inde wanden dermate gering dat noch de oude, noch de nieuweb~palingmaatgevend is voor de dimensioneringvan de wape-mng.Vergelijking van de combinaties (6) en (9) leertdat volgens denieuwe situatie de in rekening te brengen permanente belas~ting en vloerbelasting beide kleiner zijn geworden. De wind-belasting daarentegen is toegenomen. Ook wanneer de wo-ningen zich in gebied UI zouden bevinden is de windkrachtwat groter: 1,6Qwind' Zowel de lagere factoren voor de perma-nente belasting en de vloerbelasting als de hogere factor voorde windbelasting stellen zwaardere eisen aan de stabiliteits-voorziening van de woningen.2Om het effect van dewindbelasting te illustreren is combina-tie 1 volgens de oude en de nieuwe situatie met hun veilig-heidsfactoren uitgeschreven.Deze veiligheidsfactor is ongeveer 15%lager dan de oorspron-kelijke veiligheidsf?ctor Y = 1,7. Voor een deel wordt dezewinst teniet gedaan door een hogere waarde van de extremevloerbelasting en de bruikbaarheidseisen.TGB-Belastingen 1972Gebaseerd op de TGB 1972 werden in de vorige versie vanCALI de volgendevier maatgevende combinaties gehanteerd:1 permanente belasting +vloerbelasting op alle verdiepings-vloeren + wind;2 permanente belasting +vloerbelasting op alle verdiepings-vloeren +wind, met gereduceerdeveiligheidsco?ffici?ntenvolgens art. A-401.2.2 van de VB 1974/1984; '--~-----"-----~-------------'3 permanente belasting +vloerbelastingop de onevenveldenvan alle verdiepingsvloeren en het dakvlak;4 permanente belasting + vloerbelasting op de even veldenvan alle verdiepingsvloeren en het dakvlak.Vergelijking TGB-Belastingen 1990 en 1972Een exacte vergelijkingvanhet effectvan deveranderde com~binaties en veiligheidsfactoren is niet eenvoudig mogelijk.Globaal kunnen er.echter wel een aantal aantekeningen wor-den gemaakt. Voor de combinatie van permanente belastingenvloerbelasting,welkgeval vaakmaatgevend zal zijnvoordesterkte van vloervelden, zal bij betonconstructies, met een re~latief groot eigen-gewichtsaandeel, lichter kunnen wordengeconstrueerd. Dit geldt ook voor de betonnen draagcon-structie van eengezinswoningen. Voor een gangbaar type wo-ning bedraagt het permanente deel van de vloerbelasting 60 ?80% van de totale belasting. Omdat voor gewapende vloerende wapening maatgevend is, leidt de nieuwe benadering toteen over-all veiligheidsfactor van:Y ~ 1,15 . (1,2 . 0,7 + 1,3' 0,3) ~ 1,41.Het doel van het explicietvoorschrijvenvanbijzondere belas-tingscombinaties is dat constructies zodanig worden ontwor-pen, dat een zekere mate van incasseringsvermogen aanwezigis. In het geval van een eengezinswoning kan dit tot gevolghebben dat, afhankelijk van de situatie, de eindwanden vanwapening moeten worden voorzien.Zowel de vloerbelasting als de windbelasting zijn in het nieu-we voorschrift wat groter. De vloerbelasting volgens de TGB-Belastingenp'vl;rep = 1,75 kN/m2inplaats vanPvl;rep = 1,5 kN/m2? De windbelasting (gebied II, bebouwd en Cdim niet in re-Voor eenjuiste vergelijking moeten de belastingsfactoren in(7) worden vermenigvuldigd met de materiaalfactor Ym =1,15. Omdat de momentane waarde van de wind nul is, speeltwind alleen een rol in de extreme situatie.Danwordt,volgens (1),voor deoverigeveranderlijkebelastin-gen de momentane waarde in rekening gebracht. In dezecombinatie geldt dat 1J.'vl = 0,4. Invulling van deze factorengeeft:1,38G + 1,5Q'wind + 0,6Q'vl (8)De berekening van Wo min is echter wel veranderd. In de toe-lichting bij 9.9.2.1 van de TGB-Beton wordt Wo min bepaalddoor de betontreksterktefhm en destaaltreksterkteIs volgens:Het minimum~wapeningspercentageis nu dus ook afhanke-lijk van de betonsterkteklasse, hetgeen logisch is omdat hetscheurmoment afhangt van de treksterkte van het beton.(10)W . = 28 ~orom IsMinimutn-wapeningspercentageDe procedure voor het toetsenvan de berekende hoeveelheidhoofdwapening aan het voorgeschreven minimum-wape-ningspercentage Wo min volgens de TGB-Beton is in essentieniet gewijzigd ten opzichte van de VB 1974/1984. Volgens ditvoorschrift mag het berekende percentage worden toegepast,zolang dit groter dan of gelijk is aan Wo min' Daarnaast hoeftnooit m??r wapening te worden toegepast dan 1,5 maal hetberekende percentage.(7)(6)Volgens de TGB 1972:1,7G + 1,7Qwind + 1,7QvlVolgens de TGB-Belastingen:Yf;gG + Yf,"WindQ'wind + Yf;vl1J.'vIQ'vl48 Cement 1992 nr. 4waarin IJ de vloerdikte, I""" de lengte van de ovef'ipanning en(J, de actuele staalspanlling is.Deze toetsing werd aan het begin van het dimensionerings-proces uitgevoerd en het was mogelijk deze eisen direct alsuitgangspunt voor de vloerdikte te kiezen.DoorbuigingEiselIIn vergelijking met de YB 197oll 1980l vereist het aantonen (btaan het doorbuigingscriteriu11l wordt voldaan aanmerkelijkmeer rekenwerk. Bij de VB 197ol/1984 kon worden volstaanmet aan te tonen dar:- Bepaling van de doorbuiging volgens de TGB-BetonVolgens 8.6.2 van de TG13-l3eton Illagde doorbuiging van eengewapend-betonnen ligger of vloer met enkele vereenvou-digingen teIl aanzien van het momcllten- en krommingsver-loop worden bepaald. Ue krolllmillgen moeten met behulpvalt M-N-K-diagrammen worden bepaald.- Bepaling van de doorbuiging volgens CAL!In CAL! wordt de in 8.6.2 beschrevcn procedure in hoofdlij-nen gevolgd; er zIJn echter een aalHal verschilpunten:a. het momentcllverloop volgt LIlt een niet-lineaire bereke~111l1g;b. de afleiding van het krolllmingsverloop uit het tllomen-tcnverloop gebeurt bij ??l1ligger over drie liggerdelell, Descheiding tussen deze delen ligt ter plaatse van de momen-iennulpullten. Over elk deel is de buigst?jfheid constalHverondersteld;Oe eerste vereenvoudigingbcrreftde roepassIng van de lineai-re elastiClteitstheorie; het werkelijke IllOmelltellverioop zalhiervan, als gevolg VJn niet~linearitciien, enigszins afwijken.De Iweede vereenvoudiging betreft de gelijkvormigheid vallhet kromlilingsvlak me[ het momenrenvlak als gevolg van decollStant veronderstelde buigstijfhcid voor de gehele liggeLlnessentie zou het krommingsverloop moeten worden bepaaldaan de halld van de momenten 111 iedere doorsnede en hetdaarvoor geldende M-N-K-diagram. Door het gebruik vanhet ..vI-N-K-diagram voor het maximaal optredende mo-ment, worden de kromntingen voor de gehele ligger over-scbat en dus ook de hiermee berekende doorbuiging.Be!aslillgsschellJaHe[ gehanteerde belastingsschema zoals dat voor de bepalillgvan de maximale doorbuiging van de vloeren is gehanteen\, isweergegeven in figuur \eVoor de berekening van de doorbuiging in de eindtoestand opbasis van de krommmgen, moeten in principe twee rypen M-N~K-diagra1llmel1worden beschouwd: een diagram voor dekorrdurende belasting en een diagralll voor de langdurige be-lasting op basis van het korre~duurrespectievelijk lange-duuro--e-diagram volgens figuur 72 UIt de TGl3~13eton.Met hetdiagram voor de korrdurende belasting moeten de onmiddel-lijk optredende doorbuigingen voor de incidentele belas-til1gscombinatie worden berekend en mer het diagram voorde langdurige belasring de vervormingen voorde momentanebclasringscolllbinatie. Omdat in de vloeren de normaalkrachtvan ondergeschikte berekenis is, zullen hierna alleen M-K-diagrammen worden beschouwd.I3l.'rrkcllillg van de dOOrl!1l1gillj;l3ij de berekening van de doorbLllglilg in (k eindwcst;llldwordt lil CALI een methode gevolgd die in hoofdlijnen over-eenkomt met de procedure volgens 8.6.2 van de TGB-13eton.Voor een goed begrip wordt hiema eetstde formc1e procedu-re volgells 8.6.2 besproken en daarna de in CAL! tol'gepastemethode.Ter illustrarie zijn in figuur 3, voor bet algeorene geval dat detrekstetkte van het beron ill rekening wordt gebracht. de beideM-K-dlagrammen gegeven. Hierin is te zien dat de totalekromllllllg als basis voor de doorbuiging in de eindtoestand,bestaaruiteen krolllmillg die volgen> het korre-d1Iu rdiagramoptreedt b~i de som van de pennanente belasting en de extre~me vloerbelasring en de kroll1ming door de kruipvervormin-gen die optreedt bij de som van de permaneme belasting en60% van de momentane vloerbclasril1g.(11 )",'" Ir"Totale krolluning: Illet M_I(_diagranulll'n" ~_'- {mln en IJ ~~ I,,,,u35 70003lil figuur 2 is de bovengenoemde procedure in bedd gebracht.Verondersteld is dat het berekende wapcningspcrccnragcrecht evenredig IS met het buigend moment (de lijn 0-2-3).Hierin is te zien dat III her geval van Wo ,,,in = 0,15% (13 25 el1Feil 500) 1,5 keer de berekende wapclllllg moer worden toe-gepast voor momenten kieiller dan MI (lijll 0-1) en voor mo-memen tussen J\11 en !Hl het miniIlHll11-Wapeningsper-centage Wo miu moet worden aangehouden (lijn 1-2). Daar-Ilaastis ook de combinatie van B 35 met FeB 500 weergegeven.Hiervoor geldt dat Wo """ - 0.18% en niet het traject 1-2-2',maar het rraject 1-1 '-2' zal moeten worden doorlopen.Bij de nieuwe voorsduiften moct de doorbuiging explicietworden uitgerekend.Volgens deTGl3-l3e1astingen moetwor-den voldaan aan de volgende eisen:- de doorbuiging in de eindtoestand volgellS 10.4-.1:!l,.",,1 ~ O,OOoll".p (12)- de bijkomende doorbuiging volgens 10.2.1:ub;i S O,OOJ/rrp (13)of. bij toepassing van steenachtige scheidingswandjes vol-gens 10.2.2:IIb,) S 0,002/,,1' (l.J.)waarin t pde lengte van de overspanning is.Voor de combinatie B 25 cn FeB 500 I, CT niets veranderd. Inzowel her oude als het nieuwe voorschrift is Wo min - 0,15%.Voor hogere bcrotlsrcrkrcklasscn. of wanneer in combin:l.ticmet 13 2.:;' FeB ?WO wordt tocgcpasrnccmt Wo,,,,,, toe. En aange-zien in dir type gcbouwen her rninimum-W:lpCllingspcr-ccmagt: maatgevend kan zijn, kan dir in ecn rocnamc van dehoeveelheid wapening resulteren."1H,H"H,"H,/1"Cement 1992 nr. 4 49IWONINGBOUW ICONSTRUCflEF ON1WEltP IlNfOHMAT1CA Ic. het gebruik van ??n M-K-diagram in plaars van twee; hier-voor wordt het a-?-diagram gebruikt volgens figuur.J. vande TGB-Beton, dat ook bij de dimensionering wordt ge-hanteerd. In dit diagram is de kruipinvloed verwerkt;d. her lineaire verloop van bet M-K-diagram tor Mo in plaatsvan het bi-lineaire verloop met het scheurmomenr M, alsknikpum;e. de belasting op alle ,,?loeren is gelijk aan de som van de per-t~lanente belasring en 60% van de momentane vloerbelas-nng.Uit het voorga:lIlde blijkt dat zowel te gunstige als te ongun-stige uitgangspunten worden gehameerd bij de doorbui-gingsherekeningen. Controleberekeningen hebben aange-toond datde met CALI berekende doorbuigingen in de eind-toestand voor de gebruikelijke typen woningen geen onder-scharnng oplevert ten opzichte van de methode die de TGB-Beton geeft. Her crirerium van de bijkomende doorbuiging isvoor Jirtype woningen overigens doorgaa ns niet maatgevend.vanwege het grote aandeel van de permanente belasting III detotaal bij de incidentele belastingscombinatie in rekening tebrengen belastingen.PraktijkvoorbeeldenAllereerst is een standaardgeval van vijf eengezinswoningenop rij, met twee constructieve verdiepingsvloeren en eenpuntdak met pannen beschouwd. De traveemaat is 5,40 m ende diepte van de woning 8,5 m. De tussenwanden zijn 0.23 mdik. de eindwanden 0.18 m en de vloeren 0.19 m. Het toege-paste beton is B 25 en het betonstaal is FeB 500.De woningen staan met aan de Noordzeekust (in het nieuwevoorschrift in gebied IJ, bebouwd) cn zijn berekend op hetplaatsen van lichte scheidingswanden op beide constructievevloeren. De draagconstructie is als raamwerk geschemati-seerd. waarbij de stabiliteit uit de momentvaste verbindingtussen wand en vloer wordt ontleend. Her raamwerk is geachtscharnierend te zijn verbonden met de fundering.Geen van de wanden is gewapend. ook de eindwandell met.Dit IS voor fundamentele combinaties mogcluk door de leng-te van de rij (vijftravee?n). Afhankelijk van de simatie kan hetwapenen van de eindwanden noodzakelijk zijn als gevolg vande bijzondere belastingscombinaties. Bij minder wOllinge11111een rij wordt de CotlStrtlctie als gevolg van de windbelastingook voor fundamentele combinaties instabiel en dient wape-ning te worden toegepast in de eindwanden. ofmoet de stabi-lireir aan aparre voorzieningel1 worden omleend.De hoeveelheid staal die gebrnikr zal worden hangt in enigem:lte afvan de praktisch beschikbare kenlllidde1l0nen en net-afmeringen. De stapsgewijze keuze van de wapening kan deresultaten enigszins hebben be?nvloed.Metde oude voorschriften is totaal circa 2250 kgstaal voorde-ze woningen nodig, indusicfbijlegwapenillg. Met de nieuwc\'oorschrifren wordt ditgereduceerd rotcirca 2000 kg, een be-sparing van circa 11%.Wanneer de stabiliteit aan aparte voorzieningen wordt Ont-leend. bijvoorbeeld aan gevelpenarttjes. is de besparttlg vnJwdgelijk. In dit geval moet men denken aan gestapelde wandenmet. bijvoorbeeld, breedplaarvloeren.D:tarnaast zijn nog twee, wat meer extreme rijtjes doorge-rekend.Een rijtje van twee kleine woningcn (twee onder ??n kap). met50twee constructievc vloeren en een plat dak. De dikte van detussenwand is 0,23 m en de dikte van de eindwanden en vloe-rcn is 0,16 111 gekozen. Indien bij dit rij~e de stabiliteit aanaparte voorzieningen word t ontleend, kunnen de wa ndcn on-gewapend worden uitgevoerd. De overige invoerparaltleterszijn vrijwel gelijk aan het standa:trdvoorbeeld. De benodigdehoeveelheid wapening wordt mer de nieuwe voorschriftengereduceerd van circa 750 kg naar circa 600 kg, een reduerievan 20%.De laatste rij woningen is juist erg groor gekozen: 8 travee?nmet drie constructieve vloeren en een plllltdak met pannen.De wonillgen zelfzijn ook grootgekozen. een diepte van 12 m.De wand- en vloerdikten zijn gelijk aan bet standaardvoor-beeld. De stabiliteit wordt verzekerd door de wand-vloerver-bindingen alle wanden zijn ongewapend. Deoverige parame-ters zijn weer gelijk :lan de bovengenoemde. Het resultaat isdat met de nieuwe voorschriften circa 6500 kg staal nodig isten opzichte van 7600 kg voorheen. een besparing van circaIS%.Voor de wijze waarop de resultaten In CALI worden gepre-senteerd wordt verwezen naar het reeds genoemde artikel inCelllClII 1990, nr. 5.ConclusiesVoor het hier beschouwde gebouwrype. de eengezins-rijtjes-woning. geven de nieuwe voorschriften een bespanng russen10 el! 20% op de benodigde hoeveelheid betonsta31, waarbij di-recr moet worden aangetekend dar. atltankelijk van de sirua-tic. de bijzondere belastingscombinaties kutlllen leiden tot denoodzaak om de eindwanden te wapenen, waardoor de he-sparingen w:tl geringer worden.Deze reductie wordt voornamelijk veroorzaaktcloorde belas-tingscombinatie permanente belasting en vloerbelasting.Daar W:l:lr deze combinatie(s) in de berekening maatgevend is(zijn), wordt op de benodigde hoeveelheid staal bespaard.De stabiliteit van de constructie wordt echter zwaarder op deproefgesteld. De normaalkracht in de wanden is In het maat-gevende belastingsgevJI kleiner en de wmdbelasting (hori-zolltale belasting) groter dan voorheen. Dit resulteert of inaparte stabiliteitsvoorzieningen. of in meer Srell11pUnrSwa-pening (ofdikkert~vIanen), ?fin gewapende eindwanden. Demogc1ijke besparing op het sta3l zal externe stabiliteitsvoor-zieningeli relatiefaantrekkelijker nlaken.Cement 1992 nr. 4-
Reacties