Onderdeel van het project Aanpak Ring Zuid in Groningen is een viaduct in de A28 over de Brailleweg. Het is een bijzonder project, onder meer vanwege de beperkte constructiehoogte die verkregen is door het dek integraal te verbinden met de landhoofden. Ook de combinatie van de fasering van het storten van het landhoofd en de voorbelastingen op het dek, maken dit project uitzonderlijk.
Prefab
integraalviaduct
Ring Zuid Groningen
Veel aandacht voor bouwfasering en voorbelasting op het dek
1 KW12.10, Viaduct in de A28 over de Brailleweg in Groningen, foto: RDB Producties
1
16? CEMENT 6 20 21
Vanwege de groei van de stad
Groningen dreigen de belangrijk-
ste verkeersaders de toename
van het verkeer niet aan te kun-
nen.
De zuidelijke ringweg van de stad
moet daarom worden omgebouwd, teneinde
de bereikbaarheid, doorstroming, leefbaar-
heid en veiligheid te verbeteren. Onderdeel
van het project Aanpak Ring Zuid in Gronin-
gen is het kunstwerk KW12.10 in de A28, een
viaduct dat een ongelijkvloerse kruising
heeft met de Brailleweg. Dit viaduct heeft een enkele overspan-
ning van 42,5 m en gaat over de zogenoemde
fietsvallei. Door een invoegende toerit en
een uitvoegende afrit waaiert de breedte van
het viaduct van zuid naar noord uit van circa
42,0 m naar 46,1 m. Door het beperkte profiel vrije ruimte
en het hoogteverschil van de bovengelegen
wegen, bestaat het viaduct uit twee separate
dekken. Die dekken zijn opgebouwd uit pre-
fab kokerliggers zonder druklaag. De keuze
om geen druklaag toe te passen, is gemaakt
ten behoeve van de reductie van de steun-
puntsmomenten en de beoogde bouwfase-
ring. De kokerliggers zijn integraal verbonden
met de betonnen landhoofden die gefun-
deerd zijn op combiwanden. Combiwanden
zijn toegepast vanwege de aanwezige grond-
slag en de benodigde vervormingscapacitei-
ten van de landhoofden.
Hoedvormige liggers
Het dek bestaat uit 25 kokervormige liggers:
14 voor het westelijke en 11 voor het oostelijke
dek. Dankzij dit type liggers is de construc-
tiehoogte zo veel mogelijk beperkt. Deze
kokerbalken zijn voorgespannen, geprefa-
briceerde betonnen liggers van hogesterkte-
beton met sterkteklasse C80/95. Het holle
gedeelte is gemaakt met behulp van tempex
en de uiteinden van de kokerliggers bestaan
elk uit een massief deel (fig. 3).
De kokerliggers van het westelijke en
het oostelijke dek hebben een verschillende
dikte. Voor het westelijke deel is gekozen voor
een dikte van 1300 mm, bij het oostelijke deel
gaat het om 1500 mm. Dit verschil in dikte
heeft te maken met het benodigde profiel van
vrije ruimte van de onderdoorgaande weg en
het benodigde alignement. De dekken worden
ten gevolge van een fors variërende
PROJECTGEGEVENS
project
Aanpak Ring Zuid in
Groningen / KW12.10 ? Viaduct in de A28 over de Brailleweg opdrachtgever Rijkswaterstaat
opdrachtnemer
Combinatie Herepoort engineering
Witteveen+Bos,
Ingenieursbureau
Mozes en De Boer prefab liggers
Haitsma Beton
montage liggers
Wagenborg Nedlift transport liggers Van der Meijden
Onderdeel van het project Aanpak Ring Zuid in Groningen is
een viaduct in de A28 over de Brailleweg. Het is een bijzonder project, onder meer vanwege de beperkte constructiehoogte die verkregen is door het dek integraal te verbinden met de landhoofden. Ook de combinatie van de fasering van het
storten van het landhoofd en de voorbelastingen op het dek, maken dit project uitzonderlijk.
CEMENT 6 2021 ?17
uitvullaag op het oostelijke dek verschillend
belast. Deze uitvullaag is nodig om het hoog-
teverschil tussen de bovenliggende wegen op
te vangen.Aan de onderzijde van de dekken mo-
gen de naden niet te groot zijn. De standaard
kokerbalken van dit type hebben een breedte
van 1480 mm, maar door het uitwaaieren
van het dek kon deze standaardbreedte niet
worden toegepast. Daarom zijn de balken
voorzien van een variërende uitkragende
onderflens, waardoor een hoedvorm ont-
staat (fig. 4). De langsvoorspanning in de liggers
bestaat uit 7-draads strengen met een door-
snede van 15,7 mm (Y1860). In de lage koker-
liggers zijn 74 strengen toegepast, in de hoge
kokerliggers 69 strengen. Door deze grote
hoeveelheid voorspanning is het nodig om
de strengen eveneens deels in de uitkragende
onderflens aan te brengen. De balken zijn na plaatsing ook in
dwarsrichting voorgespannen met behulp
van nagerekte voorspankabels die aange-
bracht zijn in sparingen in de bovenflens
van de liggers.
Inklemming landhoofd-brugdek
Het viaduct is een integraalconstructie, waar -
bij het prefab dek monoliet is verbonden met
de landhoof
den. Omdat geen druklaag aan -
wezig is, kon de bovenwapening vanuit het landhoof
d niet worden doorgezet ter hoogte
van de kokerliggers. Een aansluiting door
middel van stekankers en stekeinden was
niet uitvoerbaar, onder meer omdat de ver -
moeiingscapaciteit van deze koppelingen
beduidend lager is dan bij gewoon wapenings -
staal. Als oplossing is bij de hamerstukken
o
ver een lengte van 3,25 m een overgangsge -
bied gecreëerd. Door deze verjonging aan de
bo
venzijde van de ligger (280 mm) ontstaat
over een klein deel een druklaag. Hierin kun -
nen wapeningsstekken die uit de prefab lig -
gers steken, overlappen met wapeningsstaven
die
vanuit de landhoofdzijde onder de beugels
van de prefab liggers zijn aangebracht. De
lengte van deze druklaag was voldoende om
de overlappingslassen van de steunpuntswa -
pening in de natte knoop met de stekken van -
uit de prefab liggers verspringend aan te
br
engen. De stekken waren juist kort genoeg,
zodat ze niet in de weg zaten voor een onge -
hinderd gebruik van de hijsankers.
Uit de ontwerpsommen bleek dat er
twee lagen wapening nodig zijn om de
steunpuntsmomenten op te kunnen nemen.
Om overlappingslassen te kunnen maken, is
een hart-op-hart-afstand van de wapening
van minimaal 150 mm nodig. De toegepaste
wapening is Ø32-150 in de eerste laag en
Ø25-150 of Ø32-150 in de tweede laag. Door de aanwezigheid van de stekwa-
pening in de prefab liggers was het nood-
2 3D-view van het kunstwerk met ongelijkvloerse kruising met de Brailleweg, bron: Breda & Co Architects
ING. KLAAS
WIERSMA PMSE
Constructeur
Witteveen+Bos
IR. ESLI BOSMAN Constructeur
Witteveen+Bos
ING. PIETER DE BOER
Constructeur
Ingenieursbureau
Mozes en De Boer auteurs
2
18? CEMENT 6 20
21
3 Langsdoorsnede van de kokerligger geïntegreerd in de landhoofden?4 Doorsnede van de hoedvormige kokerliggers
5 Oplegdetail op as 1?6 Doorsnede 1 (zie fig. 3) van de kokerligger met de plaats van de stekken
7 Doorsnede 2 (zie fig. 3) met doorsnede t.p.v. lage massieve deel van de ligger?
8 Doorsnede 3 kokerligger (zie fig. 3) na massieve deel met dikkere bovenflens i.v.m. bovenwapening
Het dek bestaat uit
25 kokervormige liggers:
14 voor het westelijke en
11 voor het oostelijke dek
3
4
5
6
7
8
CEMENT 6 2021 ?19
zakelijk de dwarsvoorspanning (en dus
sparingen voor die dwarsvoorspanning)
plaatselijk lager aan te brengen. Dit is even-
eens de reden dat de dikte van de boven-
flens plaatselijk is vergroot (fig. 8).
Voor het opendraaiend moment van
de natte knoop zijn stekankers opgenomen
aan de onderzijde van de prefab liggers (fig. 5
en 6). Deze stekankers kruisen de beugelwa -
pening in het landhoofd, wat kan leiden tot
een conflict in de
wapening. Om dit te voor -
komen, is de volledige wapening in het land-
hoofd in de kist uitgezet op basis van de posi-
ties van de staafankers van de prefab liggers.
Fundering landhoofden
De landhoofden zijn zoals gezegd gefun-
deerd op combiwanden. De combiwanden
bestaan uit buispalen van 1016 mm × 22 mm
(S355J2H+N) met daartussen damwand-
planken PU22. De onderzijde van het land-
hoofd is verbonden met de buispalen van de
combiwand. Deze verbinding is gerealiseerd
door de buispalen 0,8 m op te nemen in het
beton van het landhoofd. Voor de overdracht
van belastingen vanuit de landhoofden naar
de palen, zijn aan de buispalen stalen ringen
gelast, zogenoemde blokdeuvels (foto 10).
Deze blokdeuvels zijn vooraf al op de paal- segmenten gemonteerd en voldoen aan uit-
voeringsklasse EXC3. Vanwege de relatief
beperkte diepte van het deel van de palen
dat in het beton is opgenomen (ten opzichte
van de diameter 1016 mm), moest zowel met
het mechanisme van wrikken als het me-
chanisme van afschuiving rekening worden
gehouden. De verhouding tussen deze me-
chanismen kon worden ingeschat op basis
van de optredende rekken. Voor de dimensi-
onering van de wapening in de landhoofden
is het conservatieve uitgangspunt gehanteerd
dat de kopmomenten van de buispalen vol-
ledig door elk van deze mechanismen moet
kunnen worden opgenomen.
In verband met de drukspanningen
ter plaatse van de blokdeuvels is voor de
landhoofden gekozen voor beton C45/55.
Krachtsverdeling
De krachtsverdeling is bepaald door middel
van een eindige-elementenmodel bestaande
uit 1D-staven en 2D-plaatelementen in een
3D-omgeving. In het eindige-elementenpro-
gramma SCIA Engineer is het gehele viaduct
inclusief combiwanden gemodelleerd. In dit
model is onder andere rekening gehouden
met de orthotrope eigenschappen van het
dek, die in overleg met Haitsma Beton zijn
9 Natte knoop tussen dekconstructie en landhoofd, foto: RDB Producties
9
20? CEMENT 6 20 21
Om het prefab
dek monoliet te
verbinden met
de landhoofden,
is over een lengte
van 3,25 m een
overgangsgebied
gecreëerd waar
wapeningsstek-
ken vanuit de
prefab liggers
overlappen met
wapenings-
staven van het
landhoofd
10 Blokdeuvelverbinding buispalen combiwand met landhoofd, foto: Witteveen+Bos
bepaald. In de modellen is tevens rekening
gehouden met de wijziging van het statisch
systeem bij het aanstorten van het dek
(kist-effect), de invloed van opgelegde ver-
vormingen (temperatuur, krimp, kruip,
steunpuntszettingen, opspaneffecten) en
axiale en buigstijfheden van de palen.
Palen? Bij de axiale stijfheden van de palen
speelden met name de grote geotechnische
variaties zoals die in Groningen kunnen
voorkomen. Vanwege de grillige bodemge-
steldheid is ter hoogte van alle buispalen
gesondeerd. Over de breedte van het kunst-
werk heeft dit geleid tot de toepassing van
verschillende paallengten om de benodigde
plugwerking te kunnen realiseren. De bere-
kening van het draagvermogen is uitgevoerd
conform CUR Rapport 2001-8 ('Bearing
capacity of steel pipe piles'). Voor het bepa-
len van de vervormingen zijn berekeningen
gemaakt met D-Foundations. Hierbij is gere-
kend met een buispaal met gesloten voet.
Voor de aanvulling achter de landhoofden
en de beddingen tegen de palen is gerekend
met onder- en bovengrensstijfheden om
te voorkomen dat respectievelijk veld- en
steunpuntsmomenten zouden worden
onderschat.
Reductie steunpuntsmomenten? Ter be-
perking van de steunpuntsmomenten en
om te voldoen aan de scheurwijdte-eis van
w
k ? 0,20 mm, is voor het aanstorten van het
dek met de landhoofden een voorbelasting
op het dek aangebracht. Deze voorbelasting
is vervolgens, na aanstorten en verharding,
gefaseerd vervangen door de rustende be-
lastingen zoals schampkanten, asfalt en
randelementen. Feitelijk worden door deze
aanpak de steunpuntsmomenten geredu-
ceerd met het aandeel van de rustende be-
lastingen, inclusief de invloed van de relatief
zware randelementen. Voor het beschouwen van de optre-
dende kruipeffecten is het superpositiebe-
ginsel toegepast. Achtereenvolgens golden
daarbij de volgende fasen: eigen gewicht en
voorspanning (t
0 = 28 dagen), aanbrengen
voorbelasting (t
1 = 60 dagen), aanstorten
landhoofden (t
2 = 70 dagen), aanbrengen
rustende belasting en verwijderen voorbe-
lasting (t
3 = 84 dagen) en 100 jaar levensduur
(t
4 = 36.500 dagen).
Seismische belastingen? In Groningen moet
ook rekening worden gehouden met seismi -
sche belastingen. Aangezien de viaducten
horizontaal
volledig zijn ingesloten door
10
CEMENT 6 2021 ?21
grond zullen ze enkel de horizontale versnel-
ling van de grond volgen, maar niet in een
trillingsmodus r
aken. Wel kan de horizontale
belasting op de combiwanden toenemen. Deze
toename is beschouwd volgens Mononobe-
Okabe. Deze horizontale gronddrukken zijn
echter
niet maatgevend gebleken ten opzichte
van de gronddrukken waarmee in de uiterste
grenstoestand voor sterkte is gerekend. Ook
verticale trillingen van het dek met quasi-
permanente belasting door verkeer zijn niet
maatg
evend ten opzichte van de uiterste
grenstoestand voor sterkte.
Bouwfasering
Na het aanbrengen van de prefab liggers is
de dwarsvoorspanning aangebracht en ver-
volgens zijn (tijdelijke) aanslagnokken op de
landhoofden gestort. Dankzij deze nokken
werkten de prefab liggers als stempelcon-
structie tijdens het aanvullen van grond
achter de landhoofden. Dit aanvullen moest
gelijkmatig achter beide landhoofden plaats-
vinden. Vervolgens kon de voorbelasting
worden aangebracht en de knoop tussen
landhoofd en prefab liggers worden gestort.
Zodra de natte knoop voldoende was ver-
hard, is de voorbelasting stapsgewijs verwij-
derd. Door deze bouwvolgorde te hanteren, worden de steunpuntsmomenten die ont-
staan in de aansluiting tussen het dek en het
landhoofd zo veel mogelijk beperkt.
Montage liggers
Het gewicht van de liggers varieert tussen
112 en 123 ton. Ze zijn met twee 700-tons
kranen op hun plek gehesen vanaf de naast-
gelegen weg aan de zuidzijde van het viaduct.
De montage is uitgevoerd in drie doorde-
weekse nachten. Daarbij werd steeds rond
22.30 uur begonnen met hijsen tot circa
4.00 uur in de nacht, met een doorlooptijd
van gemiddeld één ligger per halfuur.
Gelet op de grote hoeveelheid wape-
ning die vanuit de liggers stak, in relatie tot
de wapening die al was aangebracht op het
landhoofd én het feit dat het een waaierend
dek betreft, was maatvoering uiterst belang-
rijk. Ook moest rekening worden gehouden
met toleranties van instortvoorzieningen,
toleranties op prefab liggers, toleranties op
maatvoering en toleranties op uitvoering
van het landhoofd en landhoofdwapening.
De nauwkeurige uitvoering van alle discipli-
nes heeft geleid tot minimale conflicten.
Gezien de moeilijkheidsgraad is te spreken
van een geweldig resultaat waar iedereen
trots op kan zijn.
Ter beperking
van de steun-
puntsmomenten
is vóór het
aanstorten van
het dek met de
landhoofden een
voorbelasting
op het dek
aangebracht
11 Voorbelasting op de dekconstructie, foto: RDB Producties
12 Plaatsing van prefab liggers, foto: RDB Producties
11 12
22? CEMENT 6 20 21
In het kort
Project: Aanpak Ring Zuid in Groningen / KW12.10 – Viaduct in de A28 over de Brailleweg
Opdrachtgever: Rijkswaterstaat
Opdrachtnemer: Combinatie Herepoort
Engineering: Witteveen+Bos, Ingenieursbureau Mozes en De Boer
Prefab liggers: Haitsma Beton
Montage liggers: Wagenborg Nedlift
Transport liggers: Van der Meijden
Vanwege de groei van de stad Groningen dreigen de belangrijkste verkeersaders de toename van het verkeer niet aan te kunnen. De zuidelijke ringweg van de stad moet daarom worden omgebouwd, teneinde de bereikbaarheid, doorstroming, leefbaarheid en veiligheid te verbeteren. Onderdeel van het project Aanpak Ring Zuid in Groningen is het kunstwerk KW12.10 in de A28, een viaduct dat een ongelijkvloerse kruising heeft met de Brailleweg.
Dit viaduct heeft een enkele overspanning van 42,5 m en gaat over de zogenoemde fietsvallei. Door een invoegende toerit en een uitvoegende afrit waaiert de breedte van het viaduct van zuid naar noord uit van circa 42,0 m naar 46,1 m.
Door het beperkte profiel vrije ruimte en het hoogteverschil van de bovengelegen wegen, bestaat het viaduct uit twee separate dekken. Die dekken zijn opgebouwd uit prefab kokerliggers zonder druklaag. De keuze om geen druklaag toe te passen, is gemaakt ten behoeve van de reductie van de steunpuntsmomenten en de beoogde bouwfasering.
De kokerliggers zijn integraal verbonden met de betonnen landhoofden die gefundeerd zijn op combiwanden. Combiwanden zijn toegepast vanwege de aanwezige grondslag en de benodigde vervormingscapaciteiten van de landhoofden.
Het dek bestaat uit 25 kokervormige liggers: 14 voor het westelijke en 11 voor het oostelijke dek. Dankzij dit type liggers is de constructiehoogte zo veel mogelijk beperkt. Deze kokerbalken zijn voorgespannen, geprefabriceerde betonnen liggers van hogesterktebeton met sterkteklasse C80/95. Het holle gedeelte is gemaakt met behulp van tempex en de uiteinden van de kokerliggers bestaan elk uit een massief deel (fig. 3).
Dit verschil in dikte heeft te maken met het benodigde profiel van vrije ruimte van de onderdoorgaande weg en het benodigde alignement. De dekken worden ten gevolge van een fors variërende uitvullaag op het oostelijke dek verschillend belast. Deze uitvullaag is nodig om het hoogteverschil tussen de bovenliggende wegen op te vangen.
Aan de onderzijde van de dekken mogen de naden niet te groot zijn. De standaard kokerbalken van dit type hebben een breedte van 1480 mm, maar door het uitwaaieren van het dek kon deze standaardbreedte niet worden toegepast. Daarom zijn de balken voorzien van een variërende uitkragende onderflens, waardoor een hoedvorm ontstaat (fig. 4).
De langsvoorspanning in de liggers bestaat uit 7-draads strengen met een doorsnede van 15,7 mm (Y1860). In de lage kokerliggers zijn 74 strengen toegepast, in de hoge kokerliggers 69 strengen. Door deze grote hoeveelheid voorspanning is het nodig om de strengen eveneens deels in de uitkragende onderflens aan te brengen.
De balken zijn na plaatsing ook in dwarsrichting voorgespannen met behulp van nagerekte voorspankabels die aangebracht zijn in sparingen in de bovenflens van de liggers.
Reacties